Alledaagse ontmoetingen met mensen door mijn beroep, gewezen tramchauffeur, nu begeleider op de bus en tram, geven aanleiding tot het schrijven van deze blog.
31-05-2012
blikken
'k Heb nogal wat te doen vandaag. Eén van de dingen die ik beslist wil en zal ondernemen is cadeau'tjes halen. Tussen enkele karweitjes door, rep ik me naar de tram om met wat geluk niet teveel winkels te moeten afzeulen. Wachten duurt niet lang. Al snel komt de tram en binnen een half uur ben ik in centrum stad. Het moet niet, maar als 't goed gaat, mag ik best wat reclame maken, vind ik. 'k Heb uiteraard niet liever dan dat 'mijn' winkel (lees: De Lijn) goed draait...
De inkopen gaan vlotjes en nog vlotter geraak ik op de tram huiswaarts. Tram 8, doet een verkorte rit, vanwege wegenwerken. Hij draait terug aan de Groenplaats en net wanneer ik daar kom, zie ik een tram komen aanrijden. Wachten hoeft dus niet. Ruimte genoeg op de lagevloerstram. Ik kies een enkel zitje. Achter me komt een mevrouw zitten. Ze verliest haar evenwicht eventjes en ik hou haar wat tegen. Ik mompel iets in de aard van: 'Voorzichtig mevrouw... vallen is nergens goed voor.' Het ijs is gebroken. Mevrouw stelt me vragen en vertelt me haar mening over allochtonen, hoewel ze meent niet racistisch te zijn. Zij, is uit op rechtvaardigheid... op juridisch vlak dan. Wanneer ze wat te hevig wordt, trek ik me terug uit het gesprek. Het ligt me niet zo. Naderhand vertelt ze me dat haar zoon vijf messteken heeft gekregen van een groep mannen die nachtlawaai maakten, waarop hij een opmerking had gemaakt. Enfin, als je zoiets meemaakt, kan ik wel begrijpen dat je de dingen anders bekijkt dan ik. De mannen hebben geen straf moeten uitzitten, en dat vraagt ergernis bij slachtoffers. Daarom waag ik het toch, mevrouw te zeggen, dat er heus wel aan justitie moet gesleuteld worden. Het gesprek gaat nog even door, tot de dame afstapt, halverwege mijn traject.
Ondertussen is een man ingestapt, die m'n aandacht even trok. Ik ben niet aan't werk, daarvan ben ik me echt wel bewust, maar ik kijk nu eenmaal naar mensen en hun lichaamstaal. Deze man is dronken, lijkt me. Niet verzorgd, met een ruw uiterlijk. Niemand gaat naast hem zitten. Het duurt niet lang of hij voert een gsm-gesprek. Nu... trekt hij iedereen z'n aandacht. Het gaat onder meer over een gevecht vorige nacht. Hij heeft een gebroken neus opgelopen. En nee, hij komt 'het geld' nu niet brengen. Hij heeft schrik van de persoon waarmee ie het gesprek voert. Hij roept het haast, zodat het niet anders kan dat we meeluisteren. We, dat zijn zowat alle passagiers achteraan in de tram. Hij blijft maar doorgaan. Een bejaard koppen bespreekt onderling de man z'n gedrag. Andere mensen zoeken bij mekaar morele steun. Ze denken er het hunne van, maar kunnen het niet voor zich houden. Ze willen hun mening, als is't enkel met ongesproken ogentaal, te kennen geven aan een ander. Het gaat zover, dat ik me afvraag waar de grens ligt tussen empathie, leedvermaak, naar apathie. Ikzelf voel eerst medelijden, maar bedenk me dat het wel eens overbodig zou kunnen zijn. Ik maak me klaar om uit te stappen, terwijl de man onverbiddelijk verder zijn misère tentoon spreidt. Een vrouw zoekt m'n blik en doet wat anderen ook al deden. Ze spreekt zonder woorden maar toch, voldoende duidelijk.
Er zijn veranderingen op (duiven)til, bij De Lijn. Elke provincie zal het voelen. Elke reiziger zal het ondervinden. Lijnen worden veranderd, toegevoegd, geannuleerd of geïntegreerd bij andere lijnen. Het wordt een heel gedoe. Dikke soep mét balletjes, gepeperd als geeneen, om het maar es metaforisch toe te passen. Het wordt regelmatig aangehaald in het nieuws. Geschreven of gesproken, doet er niet toe. Je moet al een ferm kluizenaarsbestaan leven, als je 't nu nog niet weet. Maar, wàt weet je dan? Ja dus, awel, dat er vanalles gaat veranderen...
Gelukkig is het nog niet zo ver. Het zal pas vanaf september zijn, de metamorfose. Nu, bijna juni, beginnen mensen zich af te vragen. Dra gaan ze met vakantie en stel dat als ze terug komen, dat...!?!?!? Ze vragen het me dus nu maar al, voor alle zekerheid. Ze stellen vragen over de streeklijnen, maar daar weet ik helemaal nog niks van. 'k Zal al blij zijn als ik het stadsgeharrewar der openbaar vervoer tijdig onder de artrose-knie krijg.
Maar, ik ben blij, dat ik kan verwijzen naar de website van De Lijn. Zo maak ik geen fouten en kan iedereen gericht zoeken én vinden, hoop ik maar. Misschien kan men bij De Lijn een quiz organiseren met als grote prijs, een jaarabonnement voor twee... Ik vermoed dat dit toch niet zal opwegen tegen de eventuele prijsverhogingen die er misschien nog zitten aan te komen omdat er oa, zoveel, supergoedkope abonnementen aangeboden worden. Welke maatregelen men ook zal treffen om uit deze Lijncrisis te geraken,
Hoe een uniform aantrekkelijk kan zijn... Zelf stel ik er m'n vragen bij. Hoewel, ik toegeef dat een uniform herkenbaar maakt, en iedereen (bedrijfshiërarchie te buiten gelaten) gelijk is, zonder enig onderscheid. Ik, heb m'n afkeer voor uniformen in het algemeen al sinds ik 10 jaar was. Nonnekesschool, weetjewel. 'k Heb het gedragen tot m'n twaalfde en toen gezworen, nooit in m'n leven nog een uniform te dragen. Hier sta ik dus... Het was buiten m'n huidige werkgever gerekend. Toen ik nog in opleiding was, zei één van de controleur-lesgevers: 'Wie geen uniform wil dragen, moet ermee rekening houden dat ie een contract tekende waarin dit ook besproken wordt.' Hij heeft gelijk. Je gaat akkoord met de voorwaarden, wanneer je handtekent. Ik draag het dus. Geen gemor.
Het probleem zit meer bij mensen die zowat geilen op een uniform. Gisteren werd ik tot tweemaal toe benaderd om een afspraakje te maken. Soms sta ik er versteld van, hoe sommige mensen schaamteloos privé-info vragen. Heimelijk begon ik al te vrezen dat ik op één of andere manier er wat 'hoerig' bijliep. Voor alle zekerheid ben ik bij het binnenkomen in kantoor, snel gaan checken in de spiegel, maar ik merkte niks bijzonders. Trouwens, ik ben toch ook niet 'piep' meer... Enfin, ik ga er m'n hoofd niet over breken. 'k Heb de heren nogal makkelijk afgewimpeld zonder gevoelens te kwetsen (hoop ik toch).
Een ander man, pakt het ietwat anders aan. Hij begint een praatje. Hij is Aziaat, vertelt z'n uiterlijk. Hij vraagt zich af, hoe het toch komt dat wij, Europeanen het tolereren dat er zoveel lawaai op de trams en bussen is. Men kan hier niet rustig meerijden. Soms willen mensen nadenken tijdens het rijden, maar dat gaat hier niet. Op het moment dat hij me aanspreekt, zijn er zeker een vijftal mensen aan 't bellen. Ik denk, in vijf verschillende talen. Ik hoor het zelfs niet meer, tenzij ik echt observerend in de tram sta. Ik geef hem gelijk dat het soms erg storend kan zijn. Maar m'n antwoord interesseert hem eigenlijk niet zo, merk ik. Hij vertelt over zijn ervaringen hier in Antwerpen. Eerder had hij in Brussel gewoond en hij is trouwens nog niet lang in België. Hij doet heel erg z'n best om Nederlands te spreken, hoewel het soms moeilijk te begrijpen is. Appreciëren doe ik het zowiezo.
En dan, komt de aap uit de mouw. Hij zoekt een vrouw, laat hij weten. Ik blijf er zo stoïcijns mogelijk bij, zo begrijpend mogelijk knikkend, want wat moet je op zoiets nou antwoorden... Hij herhaalt z'n wens, me diep in de ogen aankijkend. Nou ja... goed zo, denk ik bij mezelf, je zoekt een vrouw... en dan hé...? Voor de derde maal zegt hij dat het leven saai is zonder vrouw en dat ie er zo snel mogelijk één wil. 't Doet me wat denken aan een kind dat een snoepje wil. Ik neem al een klein beetje afstand... huh... en zeg hem dat het allemaal wel in orde zal komen. Alles op z'n tijd hé. Hij is nog jong, laat ik hem weten (ik schat hem amper 30, de snotneus). Hij zal dus wel een vrouw leren kennen. Hij wil m'n tel nr. Ik zeg hem, dat hij altijd naar De Lijn kan bellen, als hij mij wil bereiken. Maar die tip wordt niet aux serieus genomen.
Uiteindelijk moet ik hem duidelijk te kennen geven dat ik m'n tel nr aan niemand geef. Nooit. Gelukkig neemt hij het goed op. Mja... vriendelijk lachen naar een manspersoon, kan soms wat zuur opbreken, ofte...
Alles is zoals het hoort. Rustig druk. 8u 's morgens. School/werkspits. Ik stap in tram 11, vooraan. Ten eerste om de chauffeur te groeten. Èn, omdat ik gegevens over het voertuig en zomeer noteer. Ik zie dat de chauffeur een wit beeldje naast zich, aan z'n zijraam heeft staan. Er zijn nogal wat collega's die een soort geluksbrenger of een kleurrijk voorwerp, gewoon, om de boel wat te verfraaien, bij zich zetten. Maar dit, een op het eerste zicht plaaster beeldje, volledig wit, is ongewoon. De nieuwsgierigheid kwelt me, ik moet het hem vragen en dat doe ik dan zonder verder overwegen.
Collega lacht. Hij vertelt: 'Wel, daarnet aan Te Boelaerpark, heeft men me dit aangeboden. Gewoon. Daar staan mensen deze beeldjes uit te delen. Ze hebben een hoop kartonnen dozen bij, gevuld met allemaal dezelfde beeldjes.' Hij geeft me het beeldje en wijst me op het etiket op de achterkant. Het weegt veel zwaarder dan ik vermoedde, het is dus niet hol.
Dit jaar viert men in Borgerhout, district van Antwerpen, 300 jaar Reuzen. De Borgerhoutse Reuzen worden elk jaar gevierd met een stoet, braderij en andere populaire attracties. Zelf ben ik nooit naar de feesten geweest, maar ik heb ze heus op een aangename manier geproefd. Deze feesten gaan immers altijd door op de Turnhoutse Baan en ik reed daar tijdens mijn tramverleden met 'mijn' lijntje door. Telkens tijdens die feesten moet de lijn onderbroken worden. Op de regionale zender zie ik dan wat ik gemist heb, want daar wordt elk jaar verslag over gemaakt. En, telkens valt er toch weer iets interessants te vertellen. Ik las ook al zeer treffende verhalen over deze Reuzenstoet in het verleden.
Om verder te gaan over het beeldje. Dit is Reuzinneke. Zij is -wat dacht je- de levensgezellin van de Reus. Op het etiket staat dat je ze mee op reis kan nemen, of een reis laten ondernemen met iemand anders. Je kan haar dan fotograferen in het verre Boemerskonte en de foto opsturen naar "www.reuzenjaar.be/ikwaserbij". (ondertussen de site geprobeerd, maar geraak er niet op) Voor zo'n projecten ben ik altijd wel te vinden. Enthousiast als ik kan zijn, zeg ik: 'Bummer... Wij hebben niks te zoeken aan het Te Boelaerpark...' Collega bied daarop zijn beeldje aan. Er wordt nog wat heen en weer gepraat, want ik vind het verdomd écht gemeend lief van hem, maar kan het niet zomaar aannemen. Aan de manier waarop hij me zijn verhaal deed, weet ik dat ook hij hierop gesteld is. Hij dringt aan en overtuigt me dat hij tijdens z'n volgende rit echt wel zeker weer een beeldje kan bemachtigen. Gohhhh... ik zou hem wel kunnen knuffelen!!! Maar euhhhh... dat doe ik toch maar niet. Blij als een klein kind voel ik me.
Hier sta ik nu, met het redelijk zware beeldje in de hand, moet ik m'n dienst verder zetten. Ik kan het niet ergens zetten tot ik ga eten. Ik zeul het dus maar mee. Samen met de 2 collega's waarmee ik vandaag op pad ben, begeleiden we nog een blinde man naar de pre-metro. Eén van de collega's neemt alvast een foto met z'n gsm. Er wordt tijdens het werk wel pret gemaakt. Goedzo! Een goedgeluimd mens kan meer aan. Wanneer we later door Borgerhout rijden, wordt ik direct door de rasechte Borgerhoutenaar aangesproken. Die, is blijkbaar op jacht naar de beeldjes, want er blijken er vier verschillende te zijn. Zo zie je maar. Door een stom toeval, maak ik leuke contacten met mensen op het voertuig. Binnen mijn job is dit natuurlijk lekker meegenomen, want dat verbetert immers de sfeer op tram en bus.
Ronnie... Nog maar eens makker. Zeer hartelijk bedankt!!!
PS: de eerste reis van Reuzinneke is alvast -met 't mooie weer vandaag- naar onze tuin.
In de tram gestapt. Het is zondag, maar er rijden terug meer enkele voertuigen op deze toch wel druk bezette lijn. Raar. 'k Ga ervan uit dat er toch enige strategie moet achter zitten. Het is al wat later op de avond, dus is het niet overdreven druk meer. Wanneer ik nog bezig ben de gegevens op te schrijven (vast ritueel), hoor ik een gsm muziek maken. Redelijk luid. Ik kijk even op, merk dat er niet wordt opgenomen, maar de melodie loopt ten einde, dus schrijf ik verder. Enkel tellen later, gaat de gsm weer af en ook wordt er weer niet opgenomen. Ik kijk naar de mensen die vooraan staan op het voertuig, maar kan geen reactie bespeuren. De melodie loopt weer af. En voor een derde maal, gaat weer de gsm af. Een vrouw maakt een opmerking. Ze heeft gelijk, het is storend. Ik ga dus op zoek, m'n oren gespitst vanwaar het geluid komt. Een man reageert pas, wanneer al enkele mensen waren opgestaan om te zoeken naar een gsm die misschien wel onder of tussen hun zitplaatsen zou kunnen liggen. De dader... Nou... dader kan ik hem niet noemen. Hij is de bezitter, laat het me zo stellen;
Een korte beschrijving. Hij is een typische (zonder negatieve bijklank) dandy. De man is opzichtig opgesmukt gekleed. Perfect tot in de puntjes, als je van de stijl houdt tenminste. Hij is zeker ouder dan 70, maar hij wil er 25 lijken. Hij is vooral zeer vriendelijk en nog beleefder dan, ...dan... het voorbeeldigste voorbeeld maar kan lijken. Hij is... Parisien, zo blijkt. Misschien heb ik een verkeerd beeld van de typische Parisien, maar mijn beeld klopt. Hij past echt in het plaatje. Hij doet geen moeite om een woordje Nederlands te praten. Ach, dat is geen drama. Maar, z'n Frans wordt wreed vloeiend gesproken, alsof hij zich in Parijs waant, veronderstel ik. Ik moet dus wel effe een knopje omdraaien in m'n hoofd. Maar 't gaat wel... oef.
Hij vertelt dat een vrouw hem belt. Z'n mimiek spreekt boekdelen. Ze werkt danig op zijn zenuwen. 'Vlaamse vrouwen', laat hij weten, 'zijn echt best moeilijke wezens'. Ik dank hem met een cynisme dat van me afdruipt. Ondertussen gaat de telefoon weer. Nu, zet hij hem direct af. Ik vraag waar die vrouw dan is. Wel... ze blijkt in de tram te zitten. Achteraan. De mensen vooraan volgen de conversatie natuurlijk, wat dacht je... Er wordt gelachen omdat ik niet onverstoord blijf bij deze boodschap. Ik ga er immers van uit dat men een telefoon gebruikt om een niet uit te stellen conversatie te voeren, als men zich op een redelijke afstand van mekaar bevindt. Een redelijke afstand, is toch iets meer dan voor- en achterkant pcc'tje. De man begint zich vrij te pleiten van schuld... 'k Krijg er compassie mee, ocharme deze bon vivant.
Ik besluit de belster op te gaan zoeken. 'k Merk dat men dat op prijs stelt vooraan. Niettegenstaande is de sfeer leutig geworden. Iedereen heeft nu hetzelfde luchtige gespreksonderwerp. Achteraan in de tram passeer ik een vrouw die direct gaat zoeken naar haar vervoersbewijs. Alle ogen zijn zowat op mij gericht. Da's altijd zo, wanneer ik traag door het voertuig beweeg. Argwaan troef, voel ik. Ik bedank de vrouw voor het tonen van haar ticket en zeg: " 't Is oké hoor mevrouw. Maar ik kom niet voor de vervoersbewijzen. Ik ben namelijk op zoek naar een mevrouw die graag telefoneert met een meneer vooraan in de tram." Het ijs is gebroken op een aangename manier. Ook achteraan vindt men het grappig. Er worden nog verder grapjes gemaakt over mijn leuke job. En ik doe -effe- mee. De sfeer zit goed. Iedereen vreemd van mekaar en toch samen pret. Daarvoor moet je bij De Lijn zijn!
Wanneer ik weer vooraan kom, is het bellen wel degelijk opgehouden. Het stalken voorbij. De man ademt weer rustig. De andere reizigers vooraan ontspannen zich weer en gaan hun avond met goed gemoed verder, na het afstappen. Ziezo, hoewel dit ook toeval kan geweest zijn natuurlijk, neem ik me voor dat ik een ludieke manier van mondsnoeren heb kunnen toepassen.
Met dank aan de reizigers en hun prettige medewerking.
Terug aan de slag na een weekje time-out. Soms is het druk, maar het valt best mee. Het verkeer zit niet in de knoop, zoals de chauffeurs en ik verwacht hadden. Een klein knoopje zien we allang niet meer als een ongemak. Mijn mening verandert dus totaal niet. Negatieve dingen kunnen bevorderlijk zijn voor een positief inzicht...
Ook het publiek valt enorm mee. Af en toe wordt er natuurlijk wel eens gesakkerd, maar ach... iedereen heeft recht op een mindere dag of moment. Niet te fel reageren en luisteren of meezuchten is voldoende om situaties niet te laten ontsporen. Begrip en medeleven tonen in zoverre dat mogelijk is, helpt mensen bepaalde dingen te plaatsen voor zichzelf. Als iemand bijv. een blik bier drinkt, en ik vertel hem (tja... tot hiertoe heb ik dit enkel met mannen voor gehad) dat men eigenlijk geen bier hoort te drinken op tram of bus, kan zijn reactie nog goed meevallen. Ook al heeft deze persoon een uitstraling die enorm negatief is, lukt het me begrip te krijgen. De man in kwestie stelt zelf voor om het blikje weg te werpen de volgende halte. Ik doe teken aan de chauffeur dat ik de deur even open hou. Echt leuk hoor, zo'n samenwerking. De man mag het smaken dat we blijven wachten en ik apprecieer zijn houding. Het is echt aangenaam samenwerken en begrip tonen voor mekaar.
Later op de avond gebeurt een zeer zwaar ongeluk. Ik kom niet in de omgeving van het ongeval, maar hoor de situatie via de radio die ik meedraag. De lijn waarop dit is gebeurd, moet een tijdlang worden onderbroken. Men roept via intercom door de voertuigen af, dat deze lijn onderbroken wordt, met daarbij de nodige verontschuldigingen. Mensen kijken me vragend aan. Ze verwachten meer te horen hierover. Het is menselijk. Wij willen steeds het waarom weten. Ze vragen, dus ik geef zonder omwegen, kort en bondig het waarom. Een zwaar ongeval. Meer hoef ik niet te zeggen. Iedereen heeft begrip voor de situatie. Het lost me niet. Hoe loopt dit af met het slachtoffer, met de chauffeur, met de controleur ter plaatse? Een toch wel mooie dag, sluit deze keer af in mineur. De volgende ochtend hoor ik op het nieuws dat het slachtoffer is overleden...
Die dag, ben ik met m'n gedachten meer bij dit zeer trieste gebeuren. M'n innige deelneming wil ik betuigen aan de familie van het verkeersslachtoffer. Ook leef ik mee met de chauffeur. Ik hoor er natuurlijk niks meer over, buiten vragen of bedenkingen van collega's... Iedereen leeft mee.
De laatste dag voor een 'welverdiend-al-zeg-ik-het-zelf' weekje vrij. Een vroege dienst, die, ook al is het zaterdag, best te pruimen valt. Daar vrijdagavond toch een avond is die uitnodigt tot zuipschuiterij en andere genotsproblematiek in een stad als Antwerpen, gebeurt het wel dat de restanten van zulk Spielerei nog rondwaren tijdens de ochtenduurtjes op zaterdag. Ze zijn er wel, de zombies en mederestjes, maar waar ik ben, zijn ze zo braaf mogelijk. Ik hoef maar rustig hun kant uit te wandelen, achteraan de bus, en de eerstvolgende halte waar we toevallig aankomen, wippen ze van de bus, met sigaret, bier, afgescheurde pamfletten in de hand. De enkelen die blijven zitten geef ik nog een pamflet dat één hunner liet vallen. Zij nemen het braafkes aan en gedragen zich voorbeeldig na de voetjes van de zetels te hebben verwijderd. Dat alles door mijn wreed betoverende glimlach, want veel moet ik er niet voor doen.
En zo glijdt de ochtend verder, rustig roerend in grijze druppelende wolken, geweerkaatst in de troosteloze straten van 't Stad. Iedereen groet, of beantwoordt m'n groet, met een pessimistich toontje over regenweer en de zomer die dringend moet komen. Ze slagen er niet in, me in een negatieve stemming te brengen. Integendeel, vandaag monter ik collega's en passagiers op met een vrolijk 'wat niet is kan komen' en 'na regen komt zonneschijn' geouwehoer zoals men in Nederland zo leutig pleegt te zeggen. Maar ik merk dat het blijkbaar toch helpt, hier en daar.
Dit fantastische superhumeur komt door m'n dagplanning. De aanzet voor een weekje vrij. Manlief komt me afhalen van 't werk en dan trekken we de stad in, op zoek naar 'the little people' van Slinkachu. De tentoonstelling, die gisteren en vandaag plaats heeft op vijf verschillende locaties in de Koekenstad. Fototoestel in m'n tas geborgen en hupsakee naar de eerste plaats, zijnde het Kievitplein. Da's te voet niet te ver van de Italiëlei, waar we ons kantoor hebben. Het druilerige weer, zorgt voor een niet storende volkstoeloop. Er zijn dus wel geïnteresseerden, maar geen massa. Wat ik toch ook wel als aangenaam kan beschouwen. Gohhh... wat zijn de figuurtjes piepklein! Ik schat ze maximum 1 cm. Mijn fototoestel is eigenlijk niet voldoende om ze echt in close up te nemen. Geeft niet. Dan staan ze maar wat kleiner op de foto. 'k Heb ze gezien, de sfeer van het geheel -waarmee ik wil zeggen, toeschouwers die ook kijken, opmerkingen maken en kinderen betrekken- is zeer aangenaam. Het doet wat het Reuzinneke ook deed tijdens de Zomer van Antwerpen. Mensen, totaal vreemd aan mekaar, praten onderling over die kleine mensjes.
Van daar, trekken we te voet naar het Stadspark. Da's een tiental minuutjes stappen. Ondertussen klaart het weer wat op. In het Stadspark, genieten we van een waterhoendertje dat zich wentelt in plassen. Het drinkt en wast de witte vlek op z'n hoofdje en wentelt z'n vleugeltjes. We naderen niet te dicht, zodat het diertje niet schrikt. De kleuren van de bomen in het park zijn fris en het voelt wat herfstig aan, maar 't is er niet minder mooi om. Dan vinden we het tweede tafereeltje, een minipicknick in het minipark. Rondom, hetzelfde beeld met vooral fietsers die de vijf plaatsen opzoeken om zoals ik en m'n man, foto's te nemen. Mensen dringen niet. Ze hebben geduld, gunnen mekaar de tijd om het toestel goed in te stellen. Ondertussen geniet men van het geheel. Za-alig!
We gaan verder. Van het Stadspark naar de Nationale Bank, amper vijf minuten stappen, nemen we tram 12 naar de halte Montignystraat. We zijn er direct, want we moeten maar drie haltes ver. Een figuurtje is gelost, laat men weten. De heer Slinkachu komt binnen een uur om het figuurtje zelf te bevestigen. Het is zijn kunstwerk, niemand anders hoort er aan te komen. Begrijpelijk. Sommige mensen willen dus wachten. Maar wij niet. Zo, is het ook mooi. Z'n kleine mensjes glijden van de leuning, armen in de lucht zoals in een pretpark. Zelfs de gelaatsuitdrukking is mini-super-leuk. Of, beeld ik het me tòch maar in? Eentje zweeft in de ruimte tussen leuning en grond. En dan, praatje maken met mensen. Foto'tjes nemen. En hop, weer naar 't perron, om het volgende sfeerbeeld te zoeken.
Bus 23 komt direct aangereden. We moeten niet wachten. Lang Leve Het Openbaar VerVoer!!! Aan de Nationale Bank stappen we weer uit en na nog geen vijf minuutjes nemen we tram 7 naar het Harmoniepark. Da's ook maar weer drie haltes. De tram- en busritjes horen gewoon bij het geheel. Het gaat hem ook om de ervaring die je tussen de 'plaçes des monuments' opdoet natuurlijk. De stad zien met andere ogen. Mensen zien, horen. Eigenlijk dàt wat ik het liefst doe. 'k Heb dus chanse! In het Harmoniepark werd een voetbalveldje getekend met krijt. Het minuscuul mannetje heeft het krijt nog vast. 't Is hard labeur. Het krijt is immers groter dan de tekenaar zelve. We luisteren naar mensen die dit het mooiste van alle werkjes vinden. Wellicht voetbalfanaten, durf ik vermoeden. Smile, naar 't vogelke kijken, klik en hopsa... We gaan de hort op naar het volgende punt.
Daarvoor moeten we naar de Draakplaats. We nemen aan Harmonie de eerste tram die eraan komt, zijnde lijn 6. We rijden tot aan Plantijn. Hoewel we van daaruit met de bus of de tram naar de Draakplaats kunnen, besluiten we om te wandelen. Een kwartier stappen en we zijn er. 't Is dus ook weer niet ver. Daar zien we het laatste monumentum. Een gebroken fles, restanten glas en vegertjes, haast microscopisch. Er moet worden geruimd en ze lijken te zijn bevrozen in hun vegers-enthousiasme. Enkele kindjes vinden het subliem en ouders dwepen hen nog lekker wat op. Ik verdenk hen ervan, de kleintjes alvast op te willen warmen voor het opruimen van het speelgoed thuis, later vandaag. 't Is natuurlijk echt prettig om zowel de echte (publiek) en gefocuste (kunstwerk) voorstelling bij te wonen. En, waarom zouden we 't achterwege laten, hier foto's te nemen? Niks van! Gretig leggen we ook hier één en ander digitaal vast.
En vwallà. We zitten in een mooie wijk. Zurenborg. We genieten dus nog wat van de bouwstijl en gaan te voet verder tot Berchem Station. Heus niet ver. Daar nemen we 'ons' trammeke huiswaarts. Ik ben amper 2 uurtjes later thuis dan anders, na 't werk.
En ik voel me net als een kind dat een cadeau'tje kreeg!!!
'k Ben aanwezig op een bus. Alles is zo rustig als maar zijn kan, voor deze lijn. Hier rijdt een allegaartje aan variëteiten mensen mee, wat soms voor animatie kan zorgen. Het mag niet. ...kadertjesdenken. Nog minder, kadertjesbesluiten. Maar op den duur ziet men toch een soort patroon doorheen mensenmanieren, al naargelang geslacht, afkomst, culturele rugzak enz. Op oa deze lijn, geniet ik steeds weer van die patronen in contrast met mekaar. Bon, soms geniet ik wat minder en moet er worden bijgeschaafd, wat ik dan ook probeer. En soms, gaat dat vanzelf, en heel soms niet.
Vandaag stapt een jonge man op, die te diep in het glas heeft gekeken. Ik voel direct aan dat ik een oogje in 't zeil moet houden. Hij wil te erg opvallen, of heeft er gewoonweg geen idee van hoeveel lawaai hij wel maakt. De inhoud van zijn uitspraken is ook niet bepaald van een niveau om door iedereen gesmaakt te worden. Integendeel, ik vrees dat er wel es iemand op z'n tenen zou kunnen getrapt worden. Oh, nee, racistisch is hij niet, hoewel hij door de manier waarop hij bepaalde dingen door de bus schalt, zo zou kunnen worden begrepen. Hij raaskalt tegen drie moslimmeisjes, waarvan eentje verdomd rad van tong en dus direct een antwoord biedt. Soms ben ik zoooo blij, dat de aangesprokenen zulke gasten doorhebben. Maar hij begeeft zich zowiezo op het scherp van het mes. Hij zit helemaal achteraan in de bus. De meiden zitten enkele zetels voor hem. Ik zet me ook helemaal achteraan, gemoedelijk dichtbij het heerschap. Ik knik een goeiemiddag, glimlach en ga zitten. Z'n houding wijzigt. In eerste instantie denkt hij dat ik hem kom vermanen, maar ik ga niet in op z'n uitdagende houding. Wanneer ik de kans krijg, stel ik hem een persoonlijke vraag. Gewoon, onschuldig. Het pakt. Het onderonsje kan beginnen. Hij steekt van wal, weet dat hij dronken is, weet dat hij niemand wil kwetsen. Een soort van verontschuldigingen nijgen zelfs te komen boven drijven. En hij vertelt over zichzelf, z'n vriendin, z'n werk dat ie een maand doet, maar al beu is. Hoe meer hij vertelt, hoe vriendelijker en aangenamer hij wordt. De meisjes zijn ondertussen al lang afgestapt. Ze groetten hem genietend van een sarcasme-bel zo groot dat als ze uiteen zou zijn gespat, er een groot onweer zou zijn losgebarsten. Maar ik begrijp hen wel. Hij, had het -gelukkig maar- niet door.
Af en toe trekt hij nog de aandacht van iemand die meer vooraan zit en het waagt eventjes achterom te loensen en dan snel weer naar voor te kijken. Eindelijk stapt hij uit, me beleefd groetend en hij bedankt me voor het fijne gesprek. Ik zit al veel te lang op de bus. M'n vast traject ligt al lang achter me. Een goedkeurend knikje van de chauffeur doet ook mij goed. Da's zowat het fijnste aan deze job.
Ik ben annemie
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is tramchauffeur/begeleider De Lijn Antwerpen.
Ik ben geboren op 16/07/1958 en ben nu dus 66 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek: wat gitaar betokkelen - lezen - leven!!!.