Alledaagse ontmoetingen met mensen door mijn beroep, gewezen tramchauffeur, nu begeleider op de bus en tram, geven aanleiding tot het schrijven van deze blog.
31-10-2010
Tram en kraan
Het wàs rustig. Op weg naar 't werk, had ik het geluk te mogen meerijden met een toffe collega. Een jonge chauffeur, rustig, vriendelijk, steeds goed gehumeurd. Kortom, een chauffeur zoals we maar kunnen wensen. Hij vertelt me dat ie samen met drie mensen, eerder deze morgen een grote zak cement van de sporen heeft moeten trekken. Ja, zondagmorgen, typisch hé. Dronkebroers, weten tijdens een nachtje stappen niks anders te verzinnen en zorgen dan voor zulke toestanden. Ik vertel, wanneer ik afstap dat de mogelijkheid er in zit dat 'k hem nog zal zien want ik weet dat onze dienst een stukje van zijn traject beloopt.
Een uurtje later rijden we niet ver na hem, maar op een andere lijn. Wanneer we bijna aan de eindhalte zijn, centrum stad, merken we dat hij wat voor heeft. Er komt net politie aan. We stappen uit om te kijken of we kunnen helpen. Hij heeft, een kraan zowat in z'n tram steken. Géén gewonden, gelukkig! Maar hij is aangedaan. Hij probeert z'n gedachten te ordenen want moet papieren invullen. Het lukt hem echter niet goed. We gaan effe zitten, ik blijf bij hem om hem het hart onder de riem te steken en tot rust proberen te laten komen. Hoe het gebeurd is? Ik was er niet bij op het moment zelf. Spijtig genoeg is iedereen (er zaten enkele mensen op de tram) al weg, geen getuigen dus. 'k Vind het echt sneu voor deze toffe kerel. Uit ervaring weet ik dat hij zich aan de reglementen houdt, altijd voorzichtig rijdt en toch moet hem dit overkomen.
De omvang is serieus. Politie, Lijncontroleurs, brandweer komen ter plaatse en nemen de boel in de hand. Zij zullen dit samen zo veilig en snel mogelijk oplossen. Wij, m'n collega en ik, gaan de mensen die aan de haltes staan te wachten informeren en alternatieven aanbieden. Het duurt lang alvorens het tramverkeer weer gewoon z'n gangetje kan gaan. Aan sommige drukke halteplaatsen verloopt het chaotisch, wat de info naar de reizigers toe betreft. Er worden pendelbussen ingezet, maar toegegeven, wij zouden passagiers beter kunnen informeren, als we zelf iets zouden weten. Wij komen het nodige met stukjes hier en daar aan de weet en proberen zo goed mogelijk iedereen in te lichten. M'n collega pleegt een telefoontje met onze dispatching, om toch maar de zo-correct-mogelijke informatie te kunnen geven. Sommige mensen zijn boos en concluderen dat 'Het Weer Zo Ver Is' gal spugend. Anderen nemen het licht op en vinden 'Dat Het Zondag Is, Geen Dag Om Je Druk Te Maken'. Ze bedanken ons en wachten op de pendelbus.
Wij gaan pas eten wanneer we merken dat aan het drukke perron verderdoor, iedereen is verder geholpen, maar hebben niet in het minst een idee, hoelang dit ongemak nog zal duren... Wanneer we na onze breek weer de straat op gaan, merken we dat nog steeds twee lijnen hinder ondervinden. Gelukkig rijden ook deze lijnen na een tijd weer normaal. We komen ook nog een koppel tegen. Eén van de twee is dronken en wil met ons een gesprek aangaan. Z'n maniertjes geven ons de nodige lachkriebels. Eigenlijk doet hij wel schattig, maar z'n vriend is er niet mee gediend en probeert hem mee te krijgen. Vriend zal z'n handen nog vol hebben met hem, constateren we. Ze gaan te voet verder, wat misschien toch maar 't beste is... En wij doen ons ding verder.
Onze dag is voorbij voor we't goed en wel beseffen. Wat gaat een dag toch snel.
Vandaag werken we op één lijn. Hier letterlijk bedoeld. We rijden over en weer tussen bepaalde punten en wisselen van voertuigen met regelmaat. De ochtenddrukte is er wel, maar valt mee. De werken echter, aan de eindhaltes, zorgen voor kwellingen bij reizigers en chauffeurs. Na de regen van de afgelopen dagen is de werf een modderpoel. Het gebeurt wel dat een collega zich door de modder moet begeven om een probleem opgelost te krijgen. Schoenen en humeur krijgen wat te verduren op zo'n moment.
Organisatorisch loopt één en ander in het honderd, in en rond de werken. 'k Vermoed dat iedereen het wel goed bedoelt, maar het loopt niet altijd zoals het hoort en dan durven mensen wel eens de fout maken om te snel een oordeel te vellen over de ander. Conflictsituaties over momentopnames, ieder heeft z'n eigen waarheid. Een persoon die toch willens nillens een opgebroken halteplaats betreedt, wellicht na heel wat gevloek, daar die halteplaats één en al modderbrei en grinthoop en puttenmix is. Je moet haast acrobaat zijn om heelhuids in het nog rechtopstaand wachthokje te geraken, maar 'persoon' staat er toch maar. Wanneer de tramchauffeur, die orders heeft gekregen aan deze halte niet te stoppen wegens te gevaarlijk, langzaam voorbijrijdt, wordt de duivel erbij gehaald door 'persoon'. Spoorarbeider heeft zo'n compassie met 'persoon' dat die de tramchauffeur naroept en op die manier 'persoon' nog een beetje oppept, want die voelt zich gesteund. Dreigementen worden richting chauffeur-de-dupe geslingerd, echt wel onterecht. Kortom, niemand voelt zich lekker met deze situatie, maar opstappen kan de woelig tierende wachtende 'persoon' helaas niet.
Even later mogen de chauffeurs van een andere perronwerker dan weer niet stoppen, net daar, waar ze wél halte moeten houden. Kortom, het is een warboeltje en zowat iedereen begint op de punten van z'n tenen te lopen. Geen ballet hier, maar hartvreterij op den duur natuurlijk. Collega en ik gaan met de verschillende ploegen wegen- en spoorwerkers praten en ze zijn het allemaal eens. Die halte wordt niet aangedaan, da's onmogelijk wegens onveilig. Er wordt heen en weer gebeld, want, aan die andere halte wordt wél gestopt, nou net dààr, waar het hoort en geen meter verder. Wat later is iedereen tevreden... enfin, toch op het moment dat wij er zijn.
Een andere collega-chauffeur heeft al de hele morgen problemen met het voertuig, maar ze trekt tot hiertoe goed haar plan. Ze had al twee keer een ander voertuig gekregen en nu heeft ze weer een panne. Soms lijkt het echt of de duivel in het spel is, want ze doet echt niks verkeerd. Wanneer wij opstappen, had ze net het voertuig even af- en weer opgezet. Daardoor komt er een muziekje, kort maar duidelijk. Er zitten enkele mensen op het voertuig en daarom zeg ik: 'Kijk, dat krijg je nu als wij opstappen. Dan krijg je muziek op de tram'. Er wordt gelachen en een man zegt dat ik dan net zo goed een danske kan placeren. Hierop zwaai ik met m'n armen in de lucht en draai in de rondte. Collega geeft hierop het gepaste negatieve commentaar met veel plezier, zoals het hoort. De leutige sfeer blijft dus nog wel effe hangen.
'k Geraak in gesprek met een man die z'n trieste verhaal vertelt. 'k Ken hem van gezicht, hij rijdt dikwijls mee met de tram. Hij heeft een hoop problemen. Ik leef met hem mee en besef maar weer eens hoe gelukkig ik ben. Wat later vragen twee mannen ons informatie over een job bij De Lijn. We geven de nodige uitleg, adressen en telefoonnrs. Ze vertellen over hun zoektocht naar werk en we geraken aan de praat. Hopelijk vinden ze snel een job. We wensen hen veel chanse toe en proberen hen zowiezo moed in te spreken om vol te houden. Wat later, wanneer we na het eten weer uit kantoor vertrekken, zien we hen weer en vertellen ze ons hartelijk over de gedane sollicitatie.
De ontbijters op de tram, wordt gevraagd toch maar te wachten om verder te eten tot ze zijn afgestapt. De muziekluisteraars-zonder-oortjes, wordt gevraagd om ook maar te wachten met het beluisteren van ... tot ze uitstappen. De voetjes worden van de zetels gekeild op onze meest vriendelijke manier. De jeugd is vandaag zeer vriendelijk en beleefd. We hebben met niemand problemen. Er wordt enkel goeie morgen gewenst.
De tram is één en al miserie. Nou, nee, niet 'de' tram, algemeen bekeken, maar het voertuig waarmee we mee rijden. De deuren midden en achter doen het helemaal niet. Die middenste deuren zijn een kwelling voor de chauffeur en weigeren compleet dienst. We helpen hem om de boel te blokkeren, want uiteraard gebeurt dit op een punt, waar je best geen vertraging oploopt. Wie Antwerpen ook maar een beetje kent, weet dat de Rooseveltplaats liefst niet geblokkeerd wordt. We besluiten dus zeker deze chauffeur te begeleiden. Het is middagspits, wat voor deze lijn beslist voor volle trams zorgt, daar veel scholieren over huis gaan, of toch minstens de school verlaten om te eten. Met de vertraging die dit voertuig oploopt, wordt de tram al snel voller natuurlijk.
De chauffeur kan niet zien (door het vele volk) in z'n binnenspiegel of er aan de achterdeur mensen op de trede staan. Ook de buitenspiegel is hiervoor niet echt een goed hulpmiddel. Die achterste deur sluit ook niet meer zoals het hoort. Telkens moet er op de dwangknop gedrukt worden, wat op zich niet zo erg is, maar wel vervelend als er nog steeds mensen op die trede staan. We verliezen heel wat kostbare tijd. De tram achter ons wordt niet genomen, het moet die eerste zijn voor iedereen. Ik blijf dus vooraan staan, om de chauffeur in te lichten wanneer die achterste deur toe kan. M'n collega heeft zich aan de middendeur gezet, want, hoewel er stickers zijn bevestigd waarop staat dat de deur defect is, wordt dit maar zelden gelezen. We hingen die stickers zo strategisch mogelijk, meer kunnen we niet doen.
Wanneer er eindelijk toch al wat volk van de tram is, stapt een jonge dame op. Ze heeft een ruiker bloemen vast, die echt in het oog springt. Een kunstwerk, gewoonweg prachtig. De bloemenstengels zijn ook erg lang gehouden. Ze twijfelde of ze wel zou opstappen, maar ik deed haar teken dat er plaats is. Ze verwijst me naar haar bloemen, die ze mooi wil houden. Ik denk in eerste instantie dat ze op ziekenbezoek gaat met deze tuil. Wanneer het wat later iets rustiger is, wijs ik naar de mooie tuil en geef haar m'n appreciatie te kennen. Ze bedankt me en vertelt me dat ze studeert voor bloemenschikken. Ze maakte deze tuil en is op weg naar school. Ze wil later een bloemenzaak openen of toch op z'n minst iets doen met bloemensierkunst. En dan, loopt het gesprek af, want ze moet afstappen.
Hmmmm... van een kapotte deurkwelling naar bloemengeuren en -kleuren op de tram...
Lijn 24 is hoofdrolspeler in het huidige project van 'Respect op De Lijn'. Er wordt regelmatig over gepraat. Mensen vertellen hun bevindingen over het project, of laten simpelweg hun mening weten, voor of tegen. Zo vertelde iemand me onlangs dat ie helemaal niet akkoord was met de keuze van tram 24 als hoofdvertolker. Daar gebeurt helemaal niks zoals wordt voorgesteld in het project, liet ie weten. Hij vond dat de verhalen helemaal niet kloppen, want wanneer hij de tram neemt, zit iedereen er stil, bewegingloos zo'n beetje zombie te wezen. Wellicht neemt hij de tram 's morgens in de vroegte, wanneer iedereen nog zowat met z'n hoofd in dromenland zit.
Er zijn nochtans andere momenten op deze lijn. Dat kan ik heus bevestigen. Wanneer wij opstappen, lijkt het precies of er zitten enkel groepjes mensen die mekaar kennen. De sfeer is erg gemoedelijk. Groepjes mensen zitten onderling te kakelen over ditjes en datjes. Een bejaarde dame sukkelt het voertuig op, ik help haar zo'n beetje en dat vindt ze best vriendelijk, laat ze blijken. Dan merkt ze pas dat ik bij De Lijn hoor (toch tijdens m'n werkuren) en stelt dat half vragend vast. Ze krijgt bevestiging en als reactie daarop vraagt ze of ik haar schoenen wil toeknopen, want ze kan niet bij de veters. Nou... die vraag kreeg ik eerder nog nooit op de tram. Enfin, kwieke ikke doet het dan maar, zolang ik de schoenen niet moet poetsen wil ik nog wel meewerken hé. Grappig vind ik het zeker wel. Een man vraagt naar een bepaalde straat aan de chauffeur, maar die kan hem niet helpen. Ik weet toevallig de plaats die hij zoekt en help hem verder. Een dame begint een sinaasappel te pellen, waarop ik de conversatie effe laat voor wat het is om haar te vragen hiermee te wachten tot ze is afgestapt. Verontschuldigend steekt ze de boel in haar tas. Een andere dame vraagt me of ze in orde is met haar vervoersbewijs. Ze heeft een papier dat ze kreeg bij de politie, want nog maar net werd haar portomonnee gestolen met alle mogelijke belangrijke papieren er nog in. Ze moet haar verhaal kwijt en dus luister ik en geef haar het beetje raad dat ik kan geven. Ondertussen hoor ik weer een andere vrouw vragen naar een adres. Ik kan me niet direct los maken van mijn gesprekspartner, maar hoor ondertussen een man uitleggen waar ze moet afstappen. Hij doet dat goed en dus laat ik hem. Naderhand, wanneer ik kan, bedank ik hem voor het uitvoeren van mijn job. Lachend zegt hij dat hij de rekening naar De Lijn zal sturen. En zo gaat het maar verder tot ik moet afstappen. De sfeer zit echt lekker!
En ik denk: 'Zie je wel, hoe gezellig het kan zijn.'
Wanneer ik 's avonds naar huis ga, wordt er ruzie gemaakt op de tram. Ik moet tussenbeide komen want het dreigt te escaleren. De jonge gedupeerde staat klaar om de stoker aan te vliegen, met gebalde vuisten. Tja, ik begrijp de boosheid, want hier is duidelijk racisme in het spel en dat kan absoluut niet worden getolereerd. Vechten echter, is immer en altijd een verkeerde oplossing! Verschillende mensen hoorden de dronken stoker z'n verwijten. Gelukkig hou ik het in de hand. Kordaat optreden moest wel, hoewel ik dat liever niet doe en al zeker niet wanneer ik niet meer in uniform ben. Maar het helpt dus. Wanneer de boel afgekoeld is, de stoker is afgestapt, en nogal wat mensen daardoor onderling hierover nog napraten (raar maar waar, hierdoor krijgt men een samenhorigheidsgevoel), vraagt de jongere of ik de persoon ben op de foto die hij in de hand houdt. Ik schrik me haast een hoedje, maar hij heeft dit verdomd goed gezien. Hij heeft een foldertje vast dat hoort bij de mp3-speler die men kan winnen bij een spel dat onderdeel uitmaakt van het project '24 verhalen van lijn 24'.
...en dan, verwacht men meer uitleg natuurlijk. Iedereen op die achterste zetels luistert geïnteresseerd over het project. De sfeer is echt aangenaam. Als dàt geen ommekeer is...
Wat is Leterme toch uitgelachen en uitgesmeerd in de media toen hij zich vergiste en de Marseillaise zong ipv onze eigenste Brabaçonne. Natuurlijk een ongelukkige vergissing die voor hem persoonlijk waarschijnlijk genant zwaar woog als politieker. Maar mensen lachen graag om mekaar. Wanneer dus iemand die in de aandacht staat zich verspreekt of struikelt, is die kop van jut. De meeste leerkrachten, politici, artiesten die live optreden enz, hebben dat natuurlijk ook al wel meegemaakt. De kunst is, hoe je'r mee omgaat. Soms versprak ik me als chauffeur met opzet als ik een boodschap door de intercom op de tram moest geven. Op momenten dat ik de sfeer saai vond, op weg naar de boekenbeurs, deelde ik mee (wanneer ik aan die halte kwam): 'Reizigers voor de broekenbeurs, hier afstappen!' En dan was er altijd wel iemand die wat gibberde, en ik content, want had m'n binnenpretje. Maar nu weer naar het hier en nu... En, je ziet het al aankomen hé, het echt verspreken overkomt ook ons, simpele maar sympathieke begeleider op tram en bus...
We staan op een overvolle bus. Het grootste percentage reizigers zijn schooljongeren. Een heel deel van hen, die zich in de buurt van m'n collega aan de middendeur bevindt, zijn jongens van zo'n 12 à 13jaar, vermoed ik. We stoppen aan een halte, waar nog heel wat volk staat te wachten. Er moet iemand van de bus, anders had de chauffeur voorbij moeten rijden, want er kan gewoonweg niemand meer bij. Er stapt maar één persoon af, maar er willen er wel 10 op de bus. Het drummen houdt niet op en uiteraard kan de deur niet toe. Ik sta vooraan en hou daar de boel in't oog en merk daardoor niet veel van wat er midden aan de deur wordt gezegd. M'n collega maant de drummers aan te wachten op de volgende bus, want dit heeft echt geen zin. De deuren kunnen gewoonweg niet meer sluiten. Hij doet dit met de verstandige zin: 'Spijtig, maar je kan echt niet mee, wacht op de volgende bus. Deze bos is vol!'
De hilariteit tussen de snotneuzen is groot, want waarschijnlijk horen ze de leraar niet wanneer ie over de axioma's bezig is, tijdens de les wiskunde, maar dìt hebben ze wél gehoord. Telkens we aan een halte komen roepen ze: 'De bos is vol!!!' Mijn collega kan er best mee lachen. Ik merk het niet door de drukte vooraan.
Naderhand, wanneer we zijn afgestapt, vertelt hij het me. We gieren het samen uit, want ach ja, genant is het wel wat, maar langs de andere kant, is er gelachen op de bus ipv ruzie gemaakt omdat men niet mee kon. 'k Weet wel, die jongeskes lachen je uit, maar ze begrijpen helemaal dat gevoel nog niet zoals wij dat doen hé. Daarom vind ik het ook best, mee te gaan met die flow en je ijdelheid opzij te schuiven. En mijne collega...? Die heeft het daar ook niet moeilijk mee...
We rijden door een werf. De bedoeling is natuurlijk dat die werf een prachtige uitbreiding van het traject wordt. En dat zal beslist. Ik bevestig steevast dit gegeven tegen enkele passagiers die er oren naar hebben. Droogjes krijg ik als antwoord dat het nog wel wat tijd in beslag zal nemen, wat ik dan ook weer toegeef. Da's humor, die ik smaken mag en de sfeer wat luchtig houdt in de tram, wanneer mensen willen afstappen, maar het blijkt niet te kunnen omdat de halte is weggeveegd. Hier hebben de mensen nogal wat ongemakken gekend afgelopen weekeinde. Er werden pendelbussen ingezet, maar het fijne weet ik niet omdat ik thuis was. Heel diep in mezelf durf ik denken: 'gelukkig maar!' Want, soms doet het echt goed es effe niet aan tram of bus of gelijk wat van het openbaar vervoer te denken.
Vandaag rijdt de tram dus weer zijn traject, met enkele tijdelijke ongemakken. Maar iedereen ziet hoe het er bij ligt. Uitzonderlijk wil iemand wel vloekend De Lijn verwensen, maar het moet toch maar even moeilijk. Chanse dat het voorlopig niet regent, want galoshen zijn anders wel nodig, vrees ik. Nouja, ik zou alvast niet met m'n beste schoeisel hier uitstappen.
Een dame die bij het opstappen vertelt dat ze Nooit de tram neemt, vraagt waar ze moet afstappen en noemt de halte. 'Ha!' zegt de gretige chauffeur, 'dat is als we uit de metro komen, mevrouw.' Ik denk: 'Goed zo, madam zal wel tevreden zijn, met deze duidelijke uitleg.' Maar nee, daar blijk ik me te vergissen. De dame gaat verder: 'Hoe weet ik dat we uit de metro komen?' Zo'n gerichte vraag, nodigt uit voor meer uitleg, klaar en duidelijk, dus grijp ik even in. 'Kijk, mevrouw, de metro is een pijp onder de grond. Wanneer de tram dus uit die pijp komt en weer in het daglicht komt te rijden, is de tram uit de metro.' De dame kijkt me aan, valt even stil, waarschijnlijk om al deze belangrijke informatie te verwerken en lijkt tevreden, want knikt. Toch blijft ze nog wat onzeker kijken. Dus neemt de chauffeur het over en ik moet echt wel toegeven dat ik dit nooit zou bedacht hebben. Hij zegt: 'Wel mevrouw, er zit een hele knappe dame in de tram.' Ik krijg ondertussen al zin om de chauffeur te bedanken voor het compliment, maar hij is nog niet uitgepraat... 'Die zit in een doosje en zegt bij elke halte hoe die heet.' Nou kijkt de dame wéér onzeker. Ik wijs haar dus de lichtbalken in de tram, waar in digitale letters de haltenamen verschijnen en leg haar uit dat een stem de haltes ook opnoemt.
Zichzelf gelukkig prijzend, gaat de dame zitten. En... we vertrekken.
Ode aan hen, die ervoor zorgen, de haltes zo proper mogelijk te houden. Ze verdienen het van harte. Ook zij zorgen voor het gemak van de reiziger, al is dit niet op de voertuigen. Denk er maar es over na. Je hebt een halte voor je deur. Men zet zich op een muurtje van je voortuintje. Of, men zet zich op de drempel van je voordeur. Beter nog, men zet zich op het vensterraam... Waar men maar kan, laat men vuil achter, wat trouwens een dégoutant respectloos gedrag mag genoemd worden.
'k Schreef al wel over een dame die dagelijks de halte aan haar voordeur proper veegt. Ze is absoluut niet jong meer, maar zal het blijven volhouden tot ze niet meer in staat is dit karwei op zich te nemen. Wat zou ik haar graag bloemen afgeven in naam van De Lijn, en tot schaamte van al diegenen die haar verdoemen tot deze job. Maar zij is helemaal niet alleen, zo zijn er nog velen. Ook onder andere de stadsdiensten. Ik merk hen op aan een halte, die zelfs met regelmaat onder hoge druk moet worden gereinigd, daar men deze ook gebruikt als urinoir. Nu is het een andere ploeg, 't is de eerste maal dat ik het zie, maar niet de eerste maal dat ze'r komen. Ze verwijderen de verf van de muren door te zandstralen. Ook stickers op de aankondigingskasten (waar bijv de uurtabellen hangen) worden met mesjes weggekrabt. Wanneer ik aan de heren ga vragen hoeveel zoiets moet kosten, zeggen zij dat De Stad dit gratis doet. 'Gratis...?' betwijfel ik: 'Wat kost het materiaal, en de manuren dan?' Waarop de man zegt dat dit erg duur is en dus verre van gratis is. Daarop bedank ik hem dat zij dit werk willen komen doen. En zo is het toch maar... Soms vraag ik me af of er ooit iemand van die vernielers er aan denkt dat belanstinggeld veel nuttiger kan besteed worden.
Toevallig aan dezelfde halte, een dag of twee later, merken we dat er ook wordt gepoetst door mensen die de bibliotheek, daar gelegen, onderhouden. Het stinkt gewoon te erg, zeggen ze. Zo is het maar net. Wanneer wij aan deze halte wachten, stellen we ons steeds enkele meter verder op, om die reden. Ook zij verdienen een ferme pluim!
Er moet gezegd worden dat nogal wat mensen bijdragen aan de netheid van onze haltes. Maar weinigen staan daar even bij stil. Deze vrijwilligers worden hiervoor niet vergoed, voor zover ik weet. Enneuhhhhh... wie kuist graag de vuiligheid van een ander??? Niettegenstaande is het niet moeilijk, je vuilnis bij te houden, jaaaa... ook je kauwgom (wat zowiezo al erg vies is om te kauwen), tot je een vuilbakje vindt om het in te deponeren. Hier kan en mag gezegd worden, dat De Lijn zou kunnen bijdragen, door vuilnisbakjes te plaatsen. We maken er frequent mensen op attent, dat ze met hun open blikje of ijsje niet mogen opstappen, wanneer ze dat willen. We zeggen dan dat ze dit rustig verder kunnen opeten of leegdrinken en dan het volgende voertuig nemen dat binnen tien minuutjes komt. Meestal echter, reageert men, met het blikje op de grond te gooien of zetten, als er geen vuilnisbakje voorzien is, want, ze moeten beslist dìt voertuig nemen. Op dat moment kunnen we moeilijk in discusie gaan daarover. Moesten we dat doen, hebben we dagelijks enkele malen ruzie en dàt... kan toch echt de bedoeling niet zijn. Ik kan me voorstellen dat stad of district moet instemmen met het plaatsen van die vuilnisbakjes. Toch zijn het wijzelf, die verantwoordelijk zijn voor het achterlaten van ons afval.
De laatste jaren is het hot om via media en affiches aan opvoeding te doen. Campagnes zijn "in". Dus stel ik voor om ook daarover een campagne te starten. Ik kan er jou over aanspreken, jij kan dat ook weer enz... en ooit... wieweet...
Ik ben annemie
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is tramchauffeur/begeleider De Lijn Antwerpen.
Ik ben geboren op 16/07/1958 en ben nu dus 66 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek: wat gitaar betokkelen - lezen - leven!!!.