Er zit wat scheef in de relatie tussen de Belgische man en zijn beste vriend. Ze zitten niet meer op dezelfde golflengte. De good vibrations van weleer zijn niet meer. Uit nostalgie naar betere tijden grijpt die Belgische man daarom steeds vaker naar een pilletje. Vooreerst, als ik het hier heb over 'de Belgische man' dan hoeft u zich als lid van deze sexe niet onmiddellijk aangesproken te voelen. Het gaat hier evident slechts om een statistisch profiel, om de 'gemiddelde Belgische man', een virtueel wezen dat u als supervent allicht enkel van kranten en televisie kent. Op mijn blogje komen trouwens enkel superventen langs, en moordgrieten uiteraard, 'gemiddelde' lezers zijn er tot nu toe nog nooit in geslaagd mijn uiterst potente firewall te penetreren. Zo, nu uw positie als buitenstaander weer boven alle twijfel verheven is kan ik mijn betoog met een gerust gemoed vervolgen. De erectiepil zit dus in de lift. Vier miljoen exemplaren zullen er dit jaar van verkocht worden, zo raamt de Apothekersbond. Bo Coolsaet, televisie-uroloog van beroep, wijst met een beschuldigende vinger naar het zwakke geslacht, ook wel eens de vrouw genoemd. Die 'gemiddelde vrouw' zou steeds hogere eisen stellen aan haar partner, eén van die eisen zijnde een op afroep beschikbaar goedaardig gezwel, een dick on demand, met een hardheid benaderend deze van diamant. Diamants are forever. Gelukkig valt de moderne vrouw voorlopig nog te sussen met een tijdelijk exploot. Ik weet niet wat Bo in zijn cocaïne doet .... maar het moet straf spul zijn. In feite heeft de erectiepil natuurlijk vooral zijn stekje veroverd als midlife-drug. Eens de haargrens aan een versnelde terugtocht begint en het verlangen naar Harley-Davidsons zijn climax bereikt komt ook de mythe van de always-online-vent onder grote druk te staan. Dat is de fabel van de man met het altijd parate apparaat. Dit mag best een waarheid wezen voor jonge kerels, 'gemiddelde venten' die al een tijdje meegaan weten uit ervaring dat ook het sterke geslacht zijn zwakke momenten kent. Zeker als ze een druk leven leiden, gedomineerd door hun agenda, dan valt het niet altijd mee te pieken op weken tevoren geplande tijdstippen. Vandaar dat plichtsbewuste managers af en toe hun krachten wat aansterken met behulp van hun secretaresse, wellicht. Gewoon de tijd nemen hoort niet meer bij deze tijd. Het aloude 'reculer pour mieux sauter' lijkt een echo van een ver verleden. Er rest de 'gemiddelde Belgische man' dus weinig anders dan een strategische opbouw van een pillenarsenaal. Hopelijk komt er geen wapenwedloop van.
Ach, u vroeg zich af of ik zelf van die smurfensnoepjes in huis heb ... Helaas, ik heb er nog geen gevonden met een expiratiedatum die mijn ETA overschrijdt !
Justitie is een kwestie van staal, beton en degelijk slotenwerk. Die indruk krijg ik als ik tegenwoordig het politiek discours volg. Criminelen moet je keihard aanpakken. Je grijpt ze bij de lurven, sleept ze voor de rechter en schopt ze daarna voor jaren achter de tralies. Hoe zwaarder het verdict, hoe beter de rechtspraak. Deze evolutie is al een tijdje aan de gang. Wie het dezer dagen nog over de oorzaken van criminaliteit wil hebben wordt weggezet als softie en krijgt de wind van voren. Of deze harde lijn ook zijn vruchten afwerpt doet blijkbaar niet ter zake. Als er maar gestraft wordt, als de slechteriken maar boeten voor hun wandaden. Ze zullen hun lesje dan wel geleerd hebben en zich voor de rest van hun leven voorbeeldig gedragen. Daar geloof ik dus geen snars van ! In de Verenigde Staten hanteert men al jaren de botte bijl wat betreft de strafmaat en kijk, het land kan bogen op criminaliteitscijfers die België degraderen tot een derde klasser in de internationale crimeleague. En toch willen we blijkbaar steeds meer de Amerikaanse toer op. Met als logisch gevolg, overvolle en dus slecht onderhouden gevangenissen, morrende gedetineerden, overspannen cipiers en verleden zaterdag een spectaculaire uitbraak als toetje. Want het is niet omdat wij steeds meer mensen, steeds langer achter slot en grendel zetten dat er ook veel meer geld gaat naar het gevangeniswezen. We geven al meer dan genoeg geld uit aan dat gespuis suggereert de straat. Vandaar ook de stemmen die opgaan om meer mensen in één cel te stoppen. Meer boeven in de boeien voor hetzelfde geld schijnt de goegemeente te redeneren. Men gaat daarbij voorbij aan het feit dat meer mensen in een cel ook een verhoging van het aantal gevangenbewaarders impliceert, een beroep dat niet bepaald een hoge populariteit geniet, wat wil je ook : hoge werkdruk, slechte betaling, nacht-en weekendwerk, beroerde vakantieregeling en last but not least gevaar voor lijf en leden. Daar valt best wat aan te doen, maar dat kost .... inderdaad, geld, hopen geld. Geld dat de politici hard nodig hebben, om leuke dingen mee te doen, voor de mensen, de mensen buiten de gevangenismuren uiteraard. Probeer maar eens geld los te peuteren voor de renovatie van gevangenissen als dat ten koste gaat van een belastingsverlaging of gratis barbecues. Eindresultaat van dit alles: Eén nieuwe metalen deur in de gevangenis van Dendermonde. Hallelujah !
Ik zat op een fiets en trapte.Het stuur wees oostwaarts. De wind was gunstig. Adem over om te dagdromen. Steriele gedachten. Niets dat drijven bleef. Dit land is lelijk, dit land is schoon, dit land kan zonder mij. Een aansteker gevonden. Hij deed het niet meer. Geen erg. Ik rook niet. En groen is geen kleur voor aanstekers. Nog vijf kilometer. Dan een tolpoortje, vijf euro, zij, en een grasveld. Ik liep er tussen mensen. Het leek hen niet te deren. Ze likten ijsjes, smikkelden wafels, duwden kinderwagens voor zich uit. Met daarin hun kroost. Zulke dingen moet je aannemen, anders houd je het niet vol. Een zwarte man sprong gaten in de lucht als toetje bij een djembéband. Goed ritme, foute sprongen. Hij wauwelde iets in een microfoon. Het klonk me wat te dreigend. Ik besloot dat het veiliger was wat afstand te nemen. Onder een tentzeil deed een middeleeuwer zich te goed aan een pak friet. Hij zat er tussen uilen, valken en andere elegante vogels. Het leek hen niet te deren. Wanneer je aan de top van de voedselpyramide staat kijk je neer op aardappeleters. De vlucht van roofvogels bestaat voor 90 procent uit arrogantie. De rest is vlees en pluimen. Een vrouw klampt me aan. Ze mist een tand, net als ik. De hare zit van voren, de mijne meer verborgen. Haar kwetsbaarheid ontroert me, even. Ik heb geen tijd voor haar. Ik moet rondjes lopen. Zodat ik weer bij hem beland. Hij zuigt zijn longen vol met rook en neemt een teug van zijn goed getapt pintje. Hij lijkt op slag een stuk sympathieker, de djembé-man. Plots daveren mijn trommelvliezen. Wie gaat er nu vlak naast een luidspreker staan. Ik dus. Er volgt een tweede rondje. En een derde. Ik denk dat ze me doorhebben. Tijd om er vandoor te gaan. Ik zit op een fiets en trap. Het stuur wijst westwaarts. Wind op kop. Ik opteer voor een bostraject. Rijd hopeloos verloren. Vier mensen in een huifkar brengen me weer op koers. Een hond loopt een oprit af en volgt me. Honderd meter. Ik versnel. Nog steeds een hond aan mijn achterwiel. Ik besluit terug te keren, bel aan bij de vermoedelijke eigenaar. Mijn vermoeden wordt bewaarheid. Hondloos vervolg ik mijn weg, kom thuis en drink.
Ik heb dit lang voor mezelf gehouden. Wellicht langer dan goed voor me was. De jaren verstreken, de ene hit volgde de andere op. Honderdduizenden K3 cd's gingen ondertussen over de toonbank. Films, musicals, een eigen tv-show, het kon niet op. Mijn nichtje adoreert jullie. Vooral dat laatste weerhield me. Tot vandaag. Want ik kan me niet langer bedwingen. Het hoge woord moet er uit. Dat woord is 'bagger'. Want een mildere omschrijving voor jullie sonisch terrorisme kan ik niet over mijn lippen krijgen. Jullie gepolijste, tot in de puntjes gemarketingde en versuikerde huppeldeuntjes bezorgen mij een pentatonische diverticulitis waar zelfs de 21ste eeuwse geneeskunde niet tegen opgewassen is , waarmee ik overigens absoluut niet wil beweren dat jullie geen sympathieke vrouwen zijn. Ik zou jullie alleen nog veel sympathieker vinden als jullie dat gedoremi achterwege zouden laten. Mensen van de goedmenende soort zullen mij toespreken: "Ach Alex, je trekt het je te veel aan. Laat die fluomeiden hun ding toch doen. Het is allemaal slechts showbiz. ". Inderdaad, 'leven en laten leven', met dat adagium in het achterhoofd heb ik vele opflakkeringen van opstandigheid kunnen onderdrukken. Ik slikte een dubbele dosis aspirientjes en zalfde het auditieve leed met het verzameld werk van Johan Stolz en zijn epigonen. Zo hield ik het vol. Tot nu. Tot het museum. Een K3-museum, godbetert, wie verzint zoiets. Ik heb steeds gedacht dat er ergens diep verholen onder die plastieken poppemiekesvelletjes nog echte mensen verborgen zaten. Meiden die absoluut voor hun vijfendertigste binnen wilden zijn en daartoe goed op weg waren, maar die zich toch ook wel een beetje geneerden voor hun cartooneske act. Ik zat dus fout. De fake heeft jullie tot in het merg aangetast. K3 neemt zichzelf serieus zoals blijkt uit deze ontroerende uitspraak van Kristel in het dagblad "Het Laatste Nieuws".
"Ongelofelijk, de meeste artiesten moeten daarop wachten tot ze dood zijn en wij hebben het nu al".
Wel, ik had liever gewacht, Kristel. Dan had ik het waarschijnlijk niet meer moeten meemaken.Museums zijn er om dingen in te bewaren. Waardevolle dingen zoals het kunstgebit van Johan Stolz of de gitaar van Nonkel Bob. Voor K3 zag ik liever vandaag nog een vergeetput ontworpen.
Neen, ik ben geen xenofoob. En als het even kan wil ik alle schijn van vooringenomenheid vermijden. Vandaar dat ik wijselijk mijn mond hield toen mijn jarige nichtje haar verlanglijstje presenteerde. Met op één, de adoptie van een Furby. Enfin, niet zomaar 'een' Furby, 'die' Furby, die bruine die haar zo treurig had aangekeken tijdens haar laatste bezoek aan het asiel voor electronische ontheemden. En we zouden beter niet te lang meer wachten. Bruine Furbies waren erg in trek. We waren net op tijd. Na betaling van 50 euro zorgkosten aan het asiel werd de landverhuizer officieel aan mijn nichtje overgedragen. Zomaar, zonder één woord uitleg. Alles wat we moesten weten stond immers in het bijgeleverde instructieboekje. Als we de instructies opvolgden, zouden we in no time de culturele en linguistische barrières slechten. Samengevat kwamen de instructies op het volgende neer: Behandel je Furby alsof het je vriendje is. Spreek zacht en duidelijk tegen hem en je zal ervan opkijken hoe snel hij Nederlands leert. Of om het op z'n ambtenaars te zeggen : Spreiding en radicale onderdompeling in de cultuur van het gastland is de snelste route tot een succesvolle integratie van de inwijkeling. Om de korte maar onvermijdelijke aanpassingsperiode te overbruggen werd er wel een beknopt woordenboek Nederlands-Furbies meegeleverd. Dat was een week geleden. Vandaag vroeg ik mijn nichtje naar de status van het integratieproces van haar electronische vriendje. Omdat zij nog maar zes is doe ik dat in wat éénvoudiger bewoordingen. " En hoe gaat het met je Furby ", vroeg ik,"begrijpt hij nu al wat Nederlands ?" Een diepe zucht. Wat bleek ? Het pluisbeest was nog net zo Nederlandsonkundig als een week geleden. Enkel wat standaardzinnetjes, voorgekauwd vakantie-Nederlands. Van enige zinvolle communicatie was nog steeds geen sprake. Uitgeput door een eindeloze reeks Ik-begrijp niet-wat-je-bedoelt's had mijn nichtje er niet beter op gevonden dan te leren lezen en zichzelf het Furbies machtig te maken. 'U-nye-boh-doo ?', 'Hoe gaat het met je', galmt nu door de Kempen. Haar accent is vlekkeloos, het integratieproces ten dode opgeschreven. Ze zou Sinterklaas om een maatje vragen voor haar Furby. Dan voelde die zich niet meer zo alleen terwijl zij op de schoolbanken zat. "Meisje toch, waar ben je aan begonnen, straks eist hij nog faciliteiten ", dacht ik, maar ik zweeg wederom wijselijk.
Kringelewingelend in de wind, kringelewingeledingelewingelend in de wind, sier je 't hemelsblauw. Kringelewingelend in de wind, kringelewingeledingelewingelend in de wind, vloog ik maar met jou.
O gij zijt de schoonste vlieger die het zwerk ooit zag. Gij doet mij de draad verliezen, til mij uit mijn graf, heel mij !
Kringelewingelend in de wind, kringelewingeledingelewingelend in de wind, als een vogel vrij. Kringelewingelend in de wind, kringelewingeledingelewingelend in de wind, zo verleid je mij.
O gij zijt de schoonste vlieger die het zwerk ooit zag. Gij doet mij de draad verliezen, til mij uit mijn graf, neem mij !
Denk vooral niet dat ik er ook maar één minuut van wakker zal liggen. Al waren de Belgen vandaag met forfaitcijfers de boot in gegaan, ik had er geen traan om gelaten. Net zoals u wellicht, sta ik niet op de loonlijst van de Belgische Voetbalbond. Leedvermaak is me trouwens al even vreemd. Ik voelde me zelfs ronduit ongemakkelijk bij het fluitconcert van onze zogenaamde supporters. Het elftal deed immers zijn duivelse best, de Duivels liepen over van de goede intenties. Alleen is dat nou net het probleem. Goede voornemens fnuiken het rendement van gevallen engelen. De weg ernaartoe mag dan al geplaveid zijn met die dingen, eens ingezetene van de hel, dien je je van alle goede werken te onthouden. Een duivel doet niet aan opbouw, hij peilt de zwakheden van de mens en buit ze daarna genadeloos uit. Guy Thys besefte het en hij schreef voetbalgeschiedenis. Je kan een dromedaris water geven tot het er langs zijn oren uitkomt, hij zal er nooit een extra bult van kweken. Wie van de Rode Duivels wereldvoetbal verwacht, schiet bijgevolg een kemel : Het Belgisch voetbal is de HEL ! Het is niet om aan te zien. En toch kijk ik, telkens weer. Waarom ? Omdat er nauwelijks een beter excuus bestaat voor het naar binnen werken van pils met zoute nootjes, daarom. En omdat zo'n internationale ontmoetingen tijdens voorrondes je stimuleren om je geografische kennis wat bij te spijkeren, wat meteen de zoute vetplekken in mijn atlas verklaart. Kazachstan dus, waar zou dat ergens liggen .... ? Hé, dat is vreemd. Mijn, weliswaar belegen, Winkler-Prins situeert Kazachstan in Azië. Wat heeft een Aziatisch land te zoeken in de voorronde van het Europees kampioenschap ? Kijk, beste lezer, zulke ongerijmdheden, daar lig is dus wel wakker van. Waarom neemt een land dat oostelijker gelegen is dan Kabul, een land waarvan de hoofstad dichter bij Peking ligt dan bij Brussel, waarom neemt zo'n land deel aan het Europees kampioenschap voetbal ? Hoe zou de UEFA reageren als het veel westelijker gelegen Iran of Syrië morgen hetzelfde zouden verlangen ? Wat maakt dit land zo Europees ? Een respect voor democratische waarden ? Ik dacht het niet. President Nazarbaev zwaait er al vijftien jaar de plak en als het nodig is zwaait hij snoeihard. De recente verkiezingen van 2005 waren een lachertje. De oppositie behaalde er juist geteld één zetel. De rest van het gestoelte ging naar presidentsgezinde partijen. Ook met de mensenrechten neemt men het er niet al te nauw. Journalisten hebben er de kwalijke neiging te verdwijnen , in het beste geval in de gevangenis, in het slechtste, in het niets. Wat verklaart toch de welwillendheid van Europa ? Ik buig mijn hoofd voor Gerard Kremer, een Belg avant la lettre die wel presteerde. Hij bracht de cartografie naar een hoger plan. Hij stond mee aan de basis van de eerste moderne atlas, de voorvader van mijn Winkler-Prins. En wat leert die atlas mij ? Kazachstan beschikt over enorme gas- en oliereserves. Interessant, niet ? Er zit trouwens nog meer in de grond daar, zoals bauxiet, goud en uranium ... en de resten van talloze politieke tegenstanders, dat lijdt geen twijfel. Ik google 'Kazakhstan' en sta versteld van de natuurpracht. Ja, Kazachstan is een schoon land, een wreed, schoon land.
Ik ben geen Japanse vrouw. Tussen ons gezegd en gezwegen,ik ben niet eens een vrouw. Maar als ik beide was, samengevat een Japanse dus, dan hadden ze het wel geweten daar. Ik zou het Japanse mandom eens flink de waarheid zeggen. Ze maken er computerprocessoren van 4 gigahertz, daar in het land van de rijzende zon, ze knutselen er robots in elkaar die trappen doen, sushi eten en hara-kiri plegen maar gelijkberechtiging van man en vrouw, dat zit er tot op de dag van vandaag blijkbaar niet in. Hun toekomstige keizertje mag geen keizerinnetje zijn. En dus staan de vrouwen van de prinsen onder immense druk om een zoon te baren. Pers je enkel piemelloze minimensjes uit je moederschoot dan verzaak je aan je dynastieke plicht. De vrouw van kroonprins Naruhito, prinses Masako was helaas niet uit het goede hout gesneden. Geen piemels uit haar buik. Ze bezweek onder de druk en hield er een geestesstoornis aan over. De laatste jaren verscheen ze nog zelden in het openbaar. Alle hoop rust nu op het manvoortbrengende vermogen van prinses Kiko, de echtgenote van Naruhito's jongere broer Akishino. (Ik weet het, dat zijn vier Aziatische namen op korte tijd, u kan dat wel hebben denk ik zo, vrouw zijnde) En die hoop zal wellicht niet ijdel blijken. Prinses Kiko zal volgens persberichten morgen in het hospitaal opgenomen worden, in afwachting van een keizersnede, of wat had u gedacht. Officieel is het geslacht van het ongeboren kind onbekend, de ouders zouden het liever niet willen weten -ik kan het moeilijk geloven- maar het gerucht doet de ronde dat het een jongetje is. Meteen gingen ook de plannen voor de herziening van de wet op de troonsopvolging de ijskast in. Daarin was voorzien dat voortaan ook vrouwen de troon zouden kunnen bestijgen. Als ik vrouwenbloed had, dan zou het nu ongeveer het kookpunt bereiken. Emancipatie kan dus enkel in noodgevallen, bij gebrek aan beter. Zodra er een piemel in zicht komt verdwijnen de goede voornemens van de Japanse wetgever ogenblikkelijk in de coulissen en dient de vrouw zich maar te schikken in haar rol als babyfabriekje. Een fabriekje dat pas echt goed draait als er jongetjes van de band rollen. Waar zitten ze toch, die Japanse dolle mina's !
"Alex, de kogel is door de kerk, jongen, ik ga me een computer kopen" Alex poetst zijn neus, van computers komt alleen ellende, weet hij. Maar hij camoufleert zijn gebrek aan enthousiasme. Hij wil geen spelbreker zijn. "O, en ik dacht net dat je niet zo tuk was op computers, dat je het allemaal veel te ingewikkeld vond." Alex herinnert zich voorbije vruchteloze pogingen om P. zijn eerste computerstapjes te laten zetten. Klikken, dubbelklikken, vensters sluiten ; dat soort dingen. "Ja, ik weet het, maar dit is anders". P. wappert met brieven en folders. "Lees maar ". Bovenop de stapel, een brief van de federale regering.
Beste,
"Internet voor iedereen" is er voor u. Omdat u bij wil blijven voor uw werk, uw hobby 's, uw interesses ... Omdat u uw kinderen die kansen wil geven ... . . . Met vriendelijke groeten,
De eerste minister.
Alex doorbladert vluchtig het leesvoer. "Ja, ik heb er van gehoord, maar het fijne weet ik er niet van. Is het echt profijtelijk ?" Alex stelt zich nu al vragen. P. nog niet. "Nou, ik dacht van wel. Een laptop met software, 1 jaar gratis internetten, installatiebijstand en een basisopleiding. Dat allemaal voor 990 euro. En op die prijs krijg je dan nog een fiscaal voordeel van 21procent ! " P. ziet het leven door een roze bril. Alex in zijn rol van zwartkijker. "990 euro zeg je, hé. Even kijken naar de specificaties van dat schootgeval".
"Met vlak TFT-scherm van 15-inch, DVD-rewriter, e-ID kaartlezer, Microsoft Windows XP besturingssysteem, en de programma's Internet Explorer en Microsoft Works 7.0"
Onbenoemde hardware, standaard soft. Niks wat je niet bij elke pc-boer op de kop zou kunnen tikken. Maar wat maakt het ook uit, denkt Alex, als het ding maar werkt. Hij beperkt zijn commentaar tot een neutrale ' hmm'. "En die 21 procent waar ze het over hebben. Hoe krijg je die terug ?". P. wijst naar de folders. "Dat staat er toch in. " Alex leest en voelt nattigheid.
De brief van de federale regering:
Bovendien geniet u een belastingsvoordeel. U kunt 21 % van de aankoopprijs van een door de overheid erkend pakket in mindering brengen bij uw belastingaangifte 2007.
De folder van de overheid:
Zo kunt u 21 % van de aankoopprijs van een, door de overheid erkend, pakket recupereren via uw belastingsgifte. ....
Telenet meldt:
Je kunt 21 % van de aankoopprijs (exclusief BTW) van uw pakket recupereren via uw belastingaangifte 2007 ...
Verwarring ! Krijg je nu 21 % van de aankoopprijs terug of kan je 21 % van de prijs van een pakket opgeven als kost, in mindering brengen zoals in de brief van de federale regering wordt vermeld. Dat kan een aardige duit schelen. "Misschien eens naar je belastingskantoor bellen", adviseert Alex. "Dat jaar gratis surfen, waar je het over had, wat houdt dat eigenlijk juist in", vervolgt Alex zijn slopingswerk. P. haalt de schouders op. De folders brengen geen duidelijkheid. Alex wendt zich tot het net.
"Internet voor iedereen-verbinding"
je snelheid is 9 keer hoger dan een gewone inbelmodem je kunt elke maand 100 MB versturen en 300 MB ontvangen ...
300 megabyte downloadlimiet. Alex waant zich teruggeworpen in de internetmiddeleeuwen. Met dit gratis abonnement leef je als een Sumo-worstelaar op een Anorexia Nervosa-dieet. Na een dagje fiks surfen ben je door je rantsoen heen en begin je extra te dokken voor je appetijt. Telenet beseft blijkbaar het onzinnige van deze formule want het bedrijf biedt voor een meerprijs van 12 euro per maand een calorierijker surfpakket aan: Telenet ExpressNet, met een downloadlimiet van 10 gigabyte, voor internauten met een gezonde eetlust. "Het enthousiasme van P. daalt zienderogen." Alex, picador van dienst, hanteert alweer de lans. "En hoe zit dat met die installatiebijstand waar je het over had, is dat een gratis telefoonnummer of komt men het hele zaakje bij jou thuis installeren ?" Weer die schouders. De Belgacom website laat ons in het ongewisse. "Dan maar Telenet ", zegt P. , die het absoluut niks kan schelen of zijn bits hem coaxiaal dan wel telefoondraderig bereiken.
De telenet website:
Onze installateur plaatst de basisopstelling (Comfort Installatie) Je legt zelf de kabel tussen je modem en je computer Je krijgt een kabel van 25 meter lang Onze installateur maakt je computer surfklaar
"Tiens, een kabel van 25 meter ... Wou jij je geen laptop aanschaffen ? Hoe noem je dat, een laptop met een draad eraan ? " Alex voelt zijn galblaas in stemming raken. "Vind jij ergens iets over een draadloos modem bij de beschrijving van het laptop-pakket ? " Stoppen Alex, er zit al zout genoeg in de wonde. Maar Alex kan zich niet meer bedwingen. "Ach, gelukkig heb je de gratis basisopleiding nog, minstens vier volle uren ... en de elektronische identiteitskaart zodat je volgend jaar je belastingsbrief online kunt invullen. Vadertje staat zal je dankbaar wezen. "
Ik ben geen Japanse vrouw. Tussen ons gezegd en gezwegen,ik ben niet eens een vrouw. Maar als ik beide was, samengevat een Japanse dus, dan hadden ze het wel geweten daar. Ik zou het Japanse mandom eens flink de waarheid zeggen. Ze maken er computerprocessoren van 4 gigahertz, daar in het land van de rijzende zon, ze knutselen er robots in elkaar die trappen doen, sushi eten en hara-kiri plegen maar gelijkberechtiging van man en vrouw, dat zit er tot op de dag van vandaag blijkbaar niet in. Hun toekomstige keizertje mag geen keizerinnetje zijn. En dus staan de vrouwen van de prinsen onder immense druk om een zoon te baren. Pers je enkel piemelloze minimensjes uit je moederschoot dan verzaak je aan je dynastieke plicht. De vrouw van kroonprins Naruhito, prinses Masako was helaas niet uit het goede hout gesneden. Geen piemels uit haar buik. Ze bezweek onder de druk en hield er een geestesstoornis aan over. De laatste jaren verscheen ze nog zelden in het openbaar. Alle hoop rust nu op het manvoortbrengende vermogen van prinses Kiko, de echtgenote van Naruhito's jongere broer Akishino. (Ik weet het, dat zijn vier Aziatische namen op korte tijd, u kan dat wel hebben denk ik zo, vrouw zijnde) En die hoop zal wellicht niet ijdel blijken. Prinses Kiko zal volgens persberichten morgen in het hospitaal opgenomen worden, in afwachting van een keizersnede, of wat had u gedacht. Officieel is het geslacht van het ongeboren kind onbekend, de ouders zouden het liever niet willen weten -ik kan het moeilijk geloven- maar het gerucht doet de ronde dat het een jongetje is. Meteen gingen ook de plannen voor de herziening van de wet op de troonsopvolging de ijskast in. Daarin was voorzien dat voortaan ook vrouwen de troon zouden kunnen bestijgen. Als ik vrouwenbloed had, dan zou het nu ongeveer het kookpunt bereiken. Emancipatie kan dus enkel in noodgevallen, bij gebrek aan beter. Zodra er een piemel in zicht komt verdwijnen de goede voornemens van de Japanse wetgever ogenblikkelijk in de coulissen en dient de vrouw zich maar te schikken in haar rol als babyfabriekje. Een fabriekje dat pas echt goed draait als er jongetjes van de band rollen. Waar zitten ze toch, die Japanse dolle mina's !
Het heeft veel voeten in de aarde gehad maar alleszins op papier ziet het er naar uit dat het er morgen zal van komen, een wapenstilstand tussen Libanon en Israël. Na weken gehakketak tussen met name Frankrijk en de Verenigde Staten kwam er een resolutie uit de bus die voor alle betrokken partijen verteerbaar blijkt, wellicht ook omdat de tekst vaag genoeg blijft zodat iedereen er zijn eigen interpretatie aan kan geven. Hoe verenigbaar die diverse lezingen zullen zijn, dat zal snel genoeg blijken. Vanaf morgen 05:00 GMT zouden de wapens moeten zwijgen. Ik ben ten zeerste benieuwd, maar veel minder hoopvol gestemd. Vrede laat zich niet zo makkelijk toveren. Zelfs niet met een UNO-toverstafje. Zowel aan Hezbollah-zijde als in het kamp van Israël zijn er meer dan voldoende havikken voorradig die het kleinste incident zullen aangrijpen om het oorlogsvuur weer aan te wakkeren, zo dat morgen al zou doven. Eerst zien en dan geloven. Als de UNO-resolutie onverwacht toch een succes zou worden dan zie ik niet wat Kofi Annan nog let binnen de week per resolutie de wereldvrede af te dwingen. De realiteit blijkt doorgaans echter bijzonder weerbarstig. Alle reden dus om voor het te laat is het bescheiden succes te vieren. Ik had gedacht aan een UNO-polonaise met Kofi Annan op kop en John Bolton aan het staartje, kwestie van niet al te enthousiast over te komen. Dat alles op de beroemde tonen van de negende van Beethoven, 'Ode an die Freude' en dan maar hopen dat alle menschen daarvan brüder werden.
De dag is wachten op wat komt, lome drukte, zweem van spanning, hemd uitzoeken, schoenen poetsen, poses voor de spiegelwand, geamuseerd, geïnteresseerd, oprecht, meevoelend, nonchalant, haartje plukken,puistje knijpen, en dan op weg, gelikt,vermomd.
Too long no see. Hoe gaat het met je ? Ik stel het prima. Niks aan 't handje.
Dus, ik kan geen twee dingen tegelijkertijd doen. Simpelweg omdat ik een man ben. Nu u het zegt, ja, buiten allerlei fysiologische parallel lopende processen die de homeostasis van mijn corpus vagus moeten verzekeren, loopt dat combineren van taken inderdaad voor geen meter. Mag het aub, mijn man zijn werd mij opgedragen. Ik was er hoegenaamd niet met mijn volle verstand bij toen er over de mij toe te wijzen geslachtsdelen werd gedelibereerd. Anders had ik de jury wel een envelop met inhoud toegestopt, geloof me. Mijn staat van totale idiotie op het moment van de geslachtsbepaling pleit mij bijgevolg volledig vrij. Maar voor diegenen die zelfs dat niet als verschoningsgrond willen aanvaarden. Mijn excuses, éénmaal, andermaal, verkocht ! Zo, en nu schluss met dat gezanik. We zijn gemaakt zoals we gemaakt zijn. Trouwens, wat is er eigenlijk zo fantastisch aan al dat gemulti-task waar men tegenwoordig de loftrompet over steekt ? Wordt het leven dan zoveel zinvoller als je het snipperen van een ui kan combineren met .... Kijk zo gaat dat met mannen, ik kan me niet eens iets indenken dat ik met het fijn hakken van uien zou willen combineren. En dat is maar goed ook. Het zou van weinig respect getuigen. Een ajuin die op het punt staat het ultieme offer te brengen ter meerder vermaak van mijn smaakpapillen verdient mijn exclusieve attentie. De dwaling dat het verdelen van aandacht de voorkeur zou genieten boven de concentratie op één taak is een uit de hand gelopen managersreflux die zich als een kwalijke damp over de samenleving heeft verspreid. Als u er kost wat kost op staat het maximale rendement uit uw leven te halen, multi-task dan vrolijk verder, voor mijn part tot u een ons weegt. Maar koester niet de illusie dat u er zelfs maar één grammetje gelukkiger van zal worden.
Ajuinen, ik ben er dol op. Ik wil ze in mijn soep, bij mijn patatjes, versnipperd op een tomaat tussen de boterham. Gelieve dus afstand te bewaren, een liefde voor ajuinen blijft zelden zonder gevolgen. Ik heb geen groene vingers, maar weet wel dat je om ajuinen te kweken geen genie moet zijn. Zaaien, wieden, zon en water, een kind kan de was doen. Bovendien laten uien zich ook makkelijk bewaren, zonder dat daar een koelkast aan te pas komt. Kortom, lekker, makkelijk en milieuvriendelijk. Dat dacht ik, tot ik onlangs een schokkende ontdekking deed bladerend in het reclameblaadje van een supermarktketen. Uien uit Nieuw-Zeeland, jawel, dat leest u goed, uit Nieuw-Zeeland, het land dat zich op mijn elfde aan me openbaarde door middel van de kiwi. Die kiwi smaakte zo volstrekt anders dan al het andere fruit dat ik kende, dat mijn nog onrijpe hersentjes Nieuw-Zeeland ogenblikkelijk associeerden met exotisme en avontuur. Ik zal mijn mening moeten herzien. Zoals ik al zei, ik ben verzot op ajuinen, maar met exotisme hebben ze niks vandoen. Eerder met huiselijkheid, met de keuken van hier. De wegen van de geglobaliseerde economie zijn ondoorgrondelijk, de markt is god geworden. Waarom zouden we hier onze ajuinen kweken als dat ook kan in Nieuw-Zeeland galmt de stem van het nieuw gekroonde opperwezen. En zijn wil geschiede. In de eerste drie maanden van dit jaar maakten 36000 ton ajuinen de oversteek van Oceanië naar Europa, een reis van meer dan 18000 kilometer. Enorme schepen gevuld met bergen uien garanderen de flatulentie van het avondland. Die flatulentie, daar kan ik best mee leven, ze is des mensen. Het zijn de uitwasemingen van de groenteschepen zelf die mij ernstiger zorgen baren. Want schepen varen niet op loodvrije benzine. Schepen slurpen enorme hoeveelheden zware zwavelrijke stookolie, een brandstof die er voor zorgt dat de frisse zeelucht aan het strand nabij een haven soms ongezonder is dan de ordinaire kempenlucht waar ik het mee moet stellen. De kosten van deze vervuiling worden uiteraard niet verrekend in de prijs die u in uw supermarkt voor uw netje uien betaalt. Die prijs, die betalen uw longen, en u betaalt hem aan de benzinepomp. Je kan elke liter olie uiteindelijk slechts één keer verbranden. Ben ik nou stapel of heeft god een steekje los ?
Elke ochtend begint met een illusie. Elke illusie begint in bed. Met gesloten ogen peil ik de buitenwereld. De eerste geluiden. Een auto die voorbijzoeft, het gedender van een truck. Ergens in de verte heeft een haan zich zwaar verslapen. Kilometers boven mij laat een dirigent zijn duo jetturbines een toontje lager zingen. Zaventem wenkt. Zou het dan kunnen ? Heeft de nacht onze zonden gewist ? Is dit een nieuwe aarde, een wereld van vrede, voorspoed en verzoening ? Houd deze gedachte even vast. Weiger uit je roes te ontwaken. Laat de laatste echo's van de slaap je verstand benevelen. Misschien helpt het wel, trekt de hoop een vaag spoor door je onderbewuste, een spoor dat langzaam opdoemt uit de chaos zodat er ooit een dag komt dat dit pad het daglicht trotseren kan . Ik open mijn ogen, zie de wereld zoals hij is, nog net als gisteren. Honger drijft me naar de keuken. Brood op tafel, dun beleg. Een droge mannenstem vertelt me de waarheid. We leven in een status quo. Jan heeft Pietje de kop ingeslagen. Pietje dood. David bombardeert, Ali sproeit raketten. De aarde beeft, rivieren verdrinken, elders lijdt men dorst, de Islam vreet zijn zonen op, en zijn dochters. Enig optimisme toch. De economie groeit. We moeten dus wel rijker worden. Meer centjes, meer consumptie, leve het betaald geluk. Meer reizen ook, jetturbines, kerosine, olie. Het Midden-Oosten staat op ontploffen. Geen probleem, we vliegen wel de andere kant uit, naar één of ander tropisch eiland, ééntje waar ze ons nog wel graag zien komen of toch minstens onze euro's, ééntje dat nog niet bedreigd wordt door het stijgende zeeniveau. Daar wacht ons een paradijselijk strand, een ligstoel en een ijsgekoeld drankje. En dan maar dromen. Iedere waarheid begint met een illusie.
Ik stond net lekker mijn bankrekening te plunderen toen ik achter mij een ingehouden gegniffel ontwaarde. Ik keek achterom. Het gegniffel verstomde. Twee vrouwen van ergens in de dertig zonden een doffe blik mijn richting uit. Aan de automaat naast me was een man in maatpak druk doende zijn schulden te vereffenen. Het gegniffel was wellicht niet eens tot hem doorgedrongen. Hij zag er keurig uit, werkelijk niks op aan te merken. Restte dus enkel mijn persoontje als bron van hilariteit. Iets was er loos met mij, maar wat ? Instinctief bracht ik mijn hand naar mijn rits. Nee, geen ongelukken op kruis-niveau, bovendien, de dames stonden tegen mijn kont aan te kijken. Droeg ik mijn t-shirt achterstevoren dan ? Toch niet, ik voelde het label in mijn nek en wel aan de binnenkant, krek zoals mijn moeder het mij als kind geleerd had. Met een pieptoon riep de automaat mij tot de orde. Ik stak de biljetten in mijn portefeuille en vroeg mijn kaart terug. Onderwijl, weer datzelfde gegniffel. Kregelig draaide ik me om en kon nog net de blondste vrouw betrappen voor die haar blik naar het niets verkaste. En ineens daagde het mij. Zwarte broek, zwarte schoenen, witte sokken. Een doodzonde in klerenland. Vanaf dit moment lopen droom en daad enigszins uit elkaar. "Zo dames", stak ik van wal, "dat is er ééntje voor het dagboek, niet ? Zal ik even voor u poseren, dan hebt u een aandenken ? Zo gaat deze dag toch niet geheel ongemerkt voorbij. U zal deze 8ste augustus voor altijd herinneren als de dag van de witte sokken. Ach, wat zal het u een zorg wezen dat de wereld naar de verdoemenis gaat, dat het bommen regent op Beiroet, dat Irak afglijdt naar een burgeroorlog. Wat zou u er van wakker liggen of er in Ethiopië nou 300 of 3000 zwartjes verzuipen tijdens overstromingen. Als ze maar niet begraven worden in witte sokken, niet ? Leeft u er maar lekker op los, dames, van taartje naar tompoes, van coiffeur naar visagiste, van fitnessclub naar shoppingcentrum. En blijft u vooral waken over de goede smaak. Deze wereld heeft veel aan u te danken." Tot zover mijn wensdroom. De werkelijkheid was heel anders, banaler ook. Ik kleurde en droop af.
Hee, groot laweit op je motorfiets je vroem snijdt door merg en béén Hee, groot laweit op je motorfiets de wereld dient slechts jou alleen Door je snelheid verblind houdt je roes je gevangen Honda Jehova en wij, niets.
Hee, groot laweit op je motorfiets je slipt en je vliegt uit de baan en je komt met je kop op een steen terecht en Charon fluistert je naam. En het duister steelt van de dolende zielen een arts neemt je pols maar hij voelt, niets
Hee, groot laweit op je motorfiets nooit zal je nog scheuren als toen. Je vrienden verbijten hun schril verdriet, ze missen jou ieder seizoen. En de tijd holt door maar de pijn wordt nooit kleiner, niets brengt jouw weer uit het niets, niets.
In een flits kan je voorbij zijn, weg, verleden, uitgewist, verdampt tot weke mensenmist, in minder dan een tel gevangen.
De grijsaard die de dood ziet dagen, het meisje met de poppenwagen, een stel verstrengeld in verlangen, een flits en dan de lange nacht, is dat het wat de mensheid wacht ?
Van alle van de pot gerukte ideeën is de manloze barbecue zonder twijfel datgene dat het dichtst het platonische ideaal van de zuivere waanzin benadert. Zo u van vrouwelijke kunne bent en u ooit wel eens overwogen hebt u aan zulke onderneming te gewagen, dan moet ik u ten stelligste adviseren hierover in alle omstandigheden het zwijgen te bewaren. Sterke verhalen hebben namelijk de neiging zich als een vuurtje te verspreiden en mocht uw zucht naar roekeloos gedrag het oor van uw verzekeraar bereiken dan riskeert u voortaan nooit meer in aanmerking te komen voor een levensverzekering. De enige reden waarom "manloos barbecuen" niet gerechtelijk vervolgd wordt is de absolute zekerheid dat de aard van het delict zelf garant staat voor het ontoerekingsvatbaar verklaren van de beklaagde. Vrouwen die manloos barbecuen horen niet thuis in de gevangenis, liefde, rust en toewijding, dat hebben zij nodig. Zodat ze gezuiverd worden van hun apartheidsverlangen en de man voortaan weer in hun barbecuebeleving kunnen integreren. Want barbecuen is mannenwerk. Niet omdat mannen beter zouden kunnen koken. Wel omdat het in de open lucht plaats vindt. Zolang het vlees binnenshuis blijft kan de vrouw zich zonder gevaren van haar taak als keukenprinses kwijten. Eens buiten de deur echter, kan de geur van kipsatés en spare ribs zich vrijelijk over de omgeving verspreiden. Het resultaat laat zich raden. Mannen in je tuin, hele horden mannen van de ergste soort, de hongerige, venten die heel vervelend uit de hoek kunnen komen als je hen met een lege maag wandelen stuurt. De oplossing ligt voor de hand. Zorg er voor dat je barbecuedomein reeds van bij aanvang volledig verzadigd is, met minder gevaarlijke kerels, echtgenoten bijvoorbeeld. Het ideale exemplaar heeft een kalende kruin , een beginnend buikje en een pilsje in de aanslag. Dat biertje is onmisbaar, want het houdt zijn blaas gevuld zodat hij al vlaggend de omtrek van uw tuin kan markeren. De vrouw kan lekker aan tafel blijven, nippend aan haar wijntje, kletsend met haar hartsvriendinnen. Geen houtskool aan haar elegante handen, geen rook in haar betoverende kijkers. En geen zorgen om haar man, die thuis zit, mokkend, omdat hij niet mee mocht. Stel dat hij gaat dolen, stel dat hij een vrouw tegen het lijf loopt. Eén die wel verstand heeft van barbecueën .... Stel ...