Zondagen kruipen als je binnen zit. Aan genezen doen ze niet op de
dag des heren. Wij zieken dolen en zoeken naar verstrooiing. Ik zoek
een mens om mee te praten. Eén die wat minder gek is dan de anderen.
Nattevingerwerk vanzelfsprekend, de dossiers van de gasten alhier
resideren achter slot en grendel. Mijn gekte heeft mijn
inschattingsvermogen echter niet afgebot. Met als trieste consequentie
dat ik schier iedere week een nieuwe gesprekspartner heb te selecteren.
Sommige gasten hebben het inmiddels in de gaten. Ik lees de hoop in hun
ogen, wanneer ik door de gangen schrijd. Praat met mij en ik zal gezond
worden ... Vandaag zet ik mijn tijd op Nathalie.
Ze lacht, verlegen, zo ken ik ze van groepstherapie. Neen, ik stoor niet, ze heeft wel zin in een praatje.
-"Moet je zoveel medicijnen," vraag ik, wijzend naar een resem potjes op haar nachtkastje. -
Van de dokter moet ik enkel nog Efexor slikken. Vrijdag mag ik naar
huis, zegt ie. Deze slik ik uit vrije wil. 't Is homeopathie.
Nathalie
hangt de homeopathische principes aan. Ik slik mijn scherpe vragen weg
en laat ze ratelen. Over verdunnen en potentiëren. Vroeger verzamelde
ze lijfelijke ongemakken. Allemaal verdwenen zodra ze die
homeopathische potjes in huis haalde. Ik slik mijn scherpe vragen weg.
Van al dat slikken krijg je een droge keel.
- Van al dat praten krijg ik een droge keel, ik ga even een glaasje water halen. -
O, kan je dan voor mij een colaatje meebrengen ? "Light", zegt ze,
terwijl ze verontschuldigend naar een onbestaand buikje wijst. Ze geeft
me een euro.
Ik slik niet langer.
- "Zo, daar ben ik weer", wandel ik haar kamer binnen en reik haar een bekertje. - Alex, Alex, wat ben jij toch een warhoofd, ik vroeg je om een cola light. Dit is water ! - Je vergist je, mijn beste Nathalie, het is homeopathische Coca Cola ...
Vrijdag ben ik ze kwijt, mijn Nathalie. Ik zal ze missen.