Oh my God ! Oh my God. Oh my God. Je hoort 'm steeds meer, die geïmporteerde aanroep van het opperwezen, bij voorkeur in drievoud en met trapsgewijze verhoging van de intensiteit. Vooral het jonge volkje schijnt niet meer zonder te kunnen. En dat terwijl de kerken vandaag leger zijn dan ooit tevoren. Op het eerste zicht leken beide fenomenen onmogelijk met elkaar te rijmen. Tot ik de bewuste kreet woord voor woord ging analyseren. Plots drong het tot me door dat het belangrijkste woord van het trio helemaal niet 'God' is. Het zwaartepunt van het geheel ligt mooi in het midden. Bij 'my'. De god van de jeugd en dus ook van de toekomst maakt deel uit van je persoonlijke bagage. Het betreft een 'deus' die jouw helemaal op het lijf geschreven is. Een gecustomisede entiteit van een hogere dimensie. Nogal wiedes dat de goden van de grote religies aan populariteit moeten inboeten. Zulke goden zijn noodgedwongen compromisfiguren, een soort éénheidsworst voor het stillen van de doorsnee religieuze honger. Maar die vorm van one-size-fits all, of toch minstens one-size-fits many religiositeit is niet meer van deze tijd. De confectie-spiritualiteit heeft afgedaan, onze individualistische maatschappij vereist maatwerk. Ieder zijn eigen godheid, dat wordt het credo van de 21ste eeuw. En weet je, hoe langer ik er over nadenk des te appetijtelijker lijkt me het idee. De voordelen van wat ik het hyperpolytheisme zou willen dopen zijn onmiskenbaar. Eens we allemaal onze eigen god zullen hebben kan niemand nog een jihad beginnen. Gewoon bij gebrek aan aanhang. Probeer maar eens een godsdienstoorlog te starten op je ééntje. Kerken worden op slag overbodig. Aangezien elk geloof slechts één believer heeft kunnen de erediensten gewoon bij de gelovige thuis plaats vinden. Dat betekent een enorme besparing op gebouwen en verwarming. Bijbels hoeven er ook niet meer geschreven en gedrukt te worden. Iedere wereldburger wordt geacht op de hoogte te zijn van zijn eigen religieuze goede boodschap. Trouwens elke poging om zieltjes te winnen is bij voorbaat gedoemd te mislukken. Wat zou ik aanvangen met jouw standaard opperwezen als ik er zelf al één heb die me past als een op maat gesneden kostuum. Goed idee van onze jeugd, dus. Zo'n god kan ik ook wel gebruiken. Ik stel morgen nog een advertentie op. Gezocht: Persoonlijk opperwezen. Ervaring niet belangrijk. Flexibiliteit des te meer !
Een kwisvraagje: Tel het aantal E 's in 'CHAMPIGNONS A LA GREC' ? Dat is een makkie, denkt u wellicht. Juist geteld één. Fout ! 'CHAMPIGNONS A LA GREC' bevat exact acht E 's. E1422, E415 ,E407, E412, E410, E202, E211 en E330. Ik lees ze hier net af van het label op het bakje. De inhoud ervan zit op dit moment al in mijn maag en ik hoop dat die E's daar niet te lang zullen vertoeven. Wat mij betreft mogen de E's linea recta naar de uitgang. Van Champignons à la Grec had ik toch wat anders verwacht. Als ik aan Griekenland denk, dan krijg ik visioenen van prachtige eilanden, van pittoreske vissersdorpjes met oude mannen die zich te goed doen aan wijn en ouzo, aan ruïnes van tempels uit lang vervlogen tijden. Geen moment gaan mijn gedachten uit naar de chemische eigenschappen van geacetyleerd dizetmeeladipaat (E1422) of de anti-bacteriële werking van Natriumbenzoaat (E211). Griekenland, dat is natuur, dat is het zuivere leven ! Dat dacht ik dus, maar ondertussen ben ik wel wijzer. De Champignons à la Chemie die ik op mijn boterham smeer zijn al even Grieks als de Paus Hindoe is. Grieks is gewoon een label dat doet verkopen. Met Champignons à la Grec tussen je boterham kan je even wegdromen naar diezelfde idyllische eilandjes en feeërieke plekjes die ik in mijn Griekse visioenen zie. Je vraagt je toch af hoe de oude Grieken hun champignons van een lekkere saus voorzagen. Zonder de hulp van een gedoctoreerd team van scheikundigen en bacteriologen. Er zitten nogal wat verdikkingsmiddelen in mijn beleg zie ik. E415,E407,E412,en E410 moeten er allen voor zorgen dat het er een beetje voller uitziet en de E211 houdt de gisten en de bacterieën buiten de deur. Zo krijg je toch een idee van hoe de oorspronkelijke "Champignons à la Grc" er moet hebben uitgezien. Waterig en bedorven ! Zou het daarom zijn dat al die oude Grieken nu dood zijn ?
Er zou een wet moeten bestaan die een limiet stelt aan het aantal oorlogen die men tegelijkertijd in een land mag uitvechten. Dat was het eerste dat in me opkwam toen ik via het zeven uur journaal vernam dat de coalitietroepen in Irak een nieuw offensief hadden ingezet. Ja, zo heel af en toe denk ik spontaan in volzinnen. U zal het toch met me eens zijn dat niemand onderhand nog wijs raakt uit de chaos die tegenwoordig het tweestromenland regeert. Laten we één en ander eens op een rijtje zetten. Telt u gerust met me mee. Er is de oorlog tussen Sunni's, Koerden en Turkmenen met als inzet de oliestad Kirkuk. Daarnaast woedt er een bloedige strijd tussen Sunni 's en Sjiieten. Op de achtergrond suddert ondertussen de strijd tussen de Koerden en Turkije. Zo, dat zijn er al drie. Verder vechten de Jihadi's tegen de coalitietroepen, vechten diezelfde troepen tegen Sunni-rebellen en dan zijn er ook nog groeperingen van Sjiieten die de wapens opnemen tegen de Amerikanen en de Britten. Zes tel ik er. Maar volgens het Witte Huis kan er dus gerust nog ééntje bij. Zeven is immers een heilig getal, lees de bijbel er maar op na. En dat heilig boek levert de laatste jaren bijzonder veel inspiratie in Washington. De zevende oorlog die de VS vandaag ontketende is de oorlog tegen de beeldvorming. Bijna drie jaar na het startschot van Operation Iraqi Freedom stellen de Amerikanen zich namelijk steeds meer vragen over het hoe en het waarom van de oorlog in Irak. Zelfs de vurigste patriotten krijgen allengs in de gaten dat het met dat land van kwaad naar erger gaat. De nieuwe regering komt maar niet uit de startblokken. Het geweld neemt hand over hand toe. De intellectuele en economische elite verlaat het land. Irak ligt op de intensieve en geen mens heeft een therapie paraat. De volgende dagen zullen 1500 soldaten waarvan ongeveer de helft Irakezen een ultieme poging ondernemen om de Amerikanen van het tegendeel te overtuigen. Tweehonderd pantservoertuigen en vijftig vliegtuigen mogen de boel wat opvrolijken. Als op 19 maart de derde verjaardag van het conflict wordt gevierd zullen gevangen genomen rebellen voor de camera paraderen. Het Irakese leger zal bewijzen welk een goed geoliede vechtmachine het al is en de bevolking van Samarra zal haar bevrijders met dankwoorden en loftuitingen overladen en de Amerikanen smeken om toch vooral het land nog niet te verlaten. Daarna is het 'back to reality'.
Wat een gedoe zeg. En dat allemaal om zestigduizend euro. Zestigduizend euro waarmee het Ministerie van Cultuur de Europese honderdtwintigduizend euro kostende promotournee van Kate Ryan gaat sponsoren. Dat is een leuk bedrag als het op je spaarrekening gestort wordt. De mijne zou het in elk geval kunnen gebruiken. Maar vergeleken met de budgetten die soms aan reclamecampagnes worden besteed is het natuurlijk peanuts. Toch spreekt men er in kunstmiddens schande van. Zestigduizend euro spenderen aan een op en top commercieel product, terwijl er zoveel ware kunstenaars op een houtje moeten bijten, de kunstwereld schudt meewarig het hoofd. Of het nou wel of niet verstandig is, die zestigduizend euro te investeren in Kate Ryan, daarover heeft zowat iedereen zijn mening, ik ga u dus niet vermoeien met de mijne. Wel worstel ik met de volgende vraag. Als de platenmaatschappij EMI er werkelijk van overtuigd is dat Kate Ryan, dankzij de voorgestelde campagne, het Eurovisiesongfestival kan winnen, waarom legt ze dan zelf niet die hondertwintigduizend euro op tafel ? Dat geld zouden ze toch makkelijk terugverdienen eens de eurobeer geschoten is. Als een Eurosong-zege niet eens meer goed is voor een meeropbrengst van hondertwintigduizend euro, waar hebben we het dan nog over ? Aangezien de VRT te samen met EMI voor de overige zestigduizend euro zorgen, kan je van de zijde van de platenmaatschappij moelijk van een megainvestering spreken. Waarom durft EMI het niet aan wat meer centjes op hun Kempische dance-merry te verwedden ? Dat sympathieke Bert maar wat graag met zestigduizend euro over de brug komt, daar sta ik geen moment versteld van. Het moet hem als Vlaams nationalist in hart en nieren een doorn in het oog zijn dat Vlaanderen er tot op vandaag nog nooit in geslaagd is de hoofdvogel af te schieten op Europa's populairste liedjesfestival. Damienne vraagt zich wellicht al tijden af waarom hij ieder jaar ergens in mei badend in het zweet naast haar wakker schrikt met steeds diezelfde stamel op zijn lippen: "J' aime ... j' aime la vie." Gekke jongen, van me, sust ze hem dan, dat is toch iets om gelukkig over te zijn . . .
Wat hebben Zweden dat wij niet hebben ? Antwoord: ambitie ! Het lef om hoog in te zetten, om te mikken op wat net niet haalbaar lijkt. Nochtans bestaat het bouwplan van de negen miljoen Agnetha's en Björns uit net dezelfde 46 chromosomen als het onze. Waar ik het over heb ? Wel, over het gedurfde voornemen van de scandinaviërs om voor 2020 te genezen van hun petroleumverslaving. Of ze in hun opzet zullen slagen, dat is nog zeer de vraag, maar ik bewonder hun vermogen om vooruit te denken en lastige uitdagingen aan te gaan. Zo 'n opgave geeft de mensen ook iets positiefs om naar te streven. In een tijd die gedomineerd wordt door oorlogen, sociale onrust en angstgevoelens kunnen we zo'n ideaal best gebruiken. Ook in België. Sprak onze premier in een niet zo ver verleden niet over België als modelstaat. Kijk, hier biedt zich een gelegenheid aan om werkelijk onze rol als gidsland waar te maken. Laten we het duel met die vikings aangaan. Laten we voor onszelf de lat nog een centimetertje hoger leggen en proberen de Zweden net één jaartje voor te zijn. België olievrij in 2019. Daar zouden we hoge ogen kunnen mee gooien. Dan zouden ze in China wel weten in welk land België ligt, zou Urbanus zeggen. Een utopie, zegt u ? Misschien. Maar een goed mens zijn valt ook niet mee en toch blijven de meesten van ons het hun hele leven lang proberen. We kunnen inderdaad niet beschikken over de enorme naaldwouden van Zweden en ook onze mogelijkheden voor de opwekking van electriciteit uit waterkracht zijn beperkt. Anderzijds echter heeft België een veel zachter klimaat. In Zweden kan het 's winters van -25 in het zuiden tot -50 graden in het noorden vriezen. Dat heeft zo zijn gevolgen voor je energieverbruik.Tenzij er bij ons een nieuwe ijstijd voor de deur staat hoeft België daar niet voor te vrezen. België is ook een uiterst compact land. We wonen al naargelang de situatie de ene keer lekker, de andere keer irritant dicht bij mekaar. Grote afstanden moet je in België dus zelden afleggen. Als Agnetha en Björn op familiebezoek gaan zal hun Volvootje heel wat meer kilometers moeten bollen. Wie van Galliväre in het noorden naar Malmö in het zuiden rijdt ziet zijn teller met 1400 kilometer oplopen. Ter vergelijking, 1400 kilometer, dat is ongeveer de afstand Brussel-Porto. Op Terzake zag ik vanavond een item over de oprichting van 'Itenera', de eerste officiële onafhankelijke denktank van België. Zelfs de illustere Mark Eyskens vond de 'Tink Tank' een uitstekend idee. Als deze heren nou eens een potje gingen 'tinken' over een olievrij België. Dat zou mooi wezen, dacht ik nog. Maar toen ik de denktankers daar zag staan, glaasje champagne in de hand, strikje mooi gestreken, zakte de moed me meteen in de schoenen. Fraaie receptie daar bij de thinktank, dat zeker, er werd danig getankt. Als het maar geen drinktank wordt.
Ik weet niet wat het is, maar iets moeten ze toch verkeerd doen in Den Haag. Als hun gasten aan dit tempo blijven sneuvelen zit het Joegoslavië-tribunaal binnen de kortste tijd zonder oorlogsmisdadigers. En het is waar, dat is nog niet zo erg als een café zonder bier, maar het staat toch serieus belachelijk. Op twee weken tijd verliest het tribunaal twee van zijn azen. Op zes maart was er de zelfmoord van Milan Babic, ex-president van de Servische republiek in Kroatië en nu zitten ze daar alweer met een sterfgeval. Eén met een vies reukje. Toch niks bijzonders voor een lijk, zal u zeggen. Klopt, maar deze keer zijn alle ingrediënten aanwezig voor een politieke thriller van formaat. Want één zaak is me ondertussen wel helder. Milosevic stierf niet van de vogelgriep. Waarvan hij dan wel stierf, daar wordt nog over gedebatteerd. Want de diagnose 'hartinfarct' waarmee de artsen van het tribunaal op de proppen kwamen wordt niet klakkeloos door de wereldgemeenschap geaccepteerd. Dat er bij de autopsie op het stoffelijk overschot van Milosevic ook Servische artsen aanwezig waren kan nauwelijks wat van de achterdocht wegnemen. De huidige regering van Servië bevat namelijk maar weinig buddy's meer van de clan Milosevic. Rusland verklaart ondertussen onomwonden dat het land het recht heeft "om geen vertrouwen te hebben in de lijkschouwing van het Joegoslavië-tribunaal" en stuurt een team van artsen naar Nederland om er een onafhankelijk onderzoek op het lichaam van Milosevic te verrichten. Als zij tot een andere conclusie zouden komen, dan komen er geheid vodden van. Want het Rusland van de 21ste eeuw laat niet langer met zich sollen. De conflicten in Bosnië, Kroatië en Kosovo ontsponnen zich allen in het tijdperk Yeltsin, toen de Russische beer nog volop zijn post-communistische kater aan het verwerken was. Dat de grote leider zelf ook één en ander afwist van katers en wat daar aan voorafgaat droeg ook niet echt bij tot Ruslands daadkracht. Maar toen Putin op 31 december 1999 het Kremlin in handen kreeg, waren we getuige van de geboorte van een nieuw Rusland, een sterker Rusland, een Rusland met meer zelfvertrouwen. Een Rusland dat resoluut zijn belangen verdedigt en niet langer het Westen zijn gang laat gaan. De ondergang van Milosevic was een harde klap voor het Kremlin. De verleiding om Milosevic 's dood in duistere omstandigheden te gebruiken om een aantal rekeningen met het Westen te vereffenen moet bijna onweerstaanbaar zijn. Hopelijk wint het gezond verstand het van de revanchegevoelens. En krijgen de heren doctoren een juiste briefing . . .
Mannen zijn grote kinderen. Deze stelling heb ik vandaag weer eens persoonlijk bewezen. Met tweeentwintig ballen en een snookertafel. Die had ik een paar weken geleden ontdekt op een site voor tweedehandsspullen. Mijn bod werd oorspronkelijk categoriek afgewezen. Maar tien dagen later koos de verkoper eieren voor zijn geld en mocht ik het ding alsnog bij hem komen afhalen. En zo bolde ik dus vanmiddag als een 90-jarige hoedendrager, met mijn neus tegen de voorruit, over de ring van Herentals. Met een joekel van een doos in mijn nek. Wist ik meteen waarom dat meubel het huis uit moest. Nog een geluk dat de politie vandaag zondagsdienst draaide of die ongewone belading had mijn koopjesroes nog serieus kunnen verstoren. Maar zoals u merkt ben ik in één stuk thuis geraakt. Na een kwartiertje sleutelen en een paar wel gekozen krachttermen stond de tafel op zijn poten. Tijd om een telefoontje te plegen naar mijn neefje voor wie ik ze had aangeschaft. Of hij eens wou komen kijken naar het nieuwe meubel dat zijn nonkel op de kop getikt had. Nu heeft mijn neef nooit eerder blijk gegeven van enige belangstelling voor huisraad maar als zijn gekke nonkel iets koopt dan is hij er als de kippen bij. De glunder op zijn gezicht was veel meer waard dan de 80 euro die ik voor mijn aanwinst had moeten neertellen.Hij nam amper de tijd om zijn jas op het tapijt neer te ploffen. Wat een prachtige ballen, riep hij vol bewondering. Zijn kleine zus die met haar kin net boven het groene laken uitstak had haar oog laten vallen op de roze. "Ooo, wat een mooie kauwgombal", sprak ze vertederd. "We moeten ze poetsen", besliste haar broer en meteen begon hij aan de grote schoonmaak. Met een kwartier vertraging kwamen we dan toch nog aan snookeren toe. Als Britse profs ijsbeerden we rond de tafel op zoek naar de vrije lijnen en een haalbare hoek. De keus werden gekrijt. Het commentaar mocht er zijn. Alleen onze stoten waren niet van hetzelfde niveau. En toen was het feest voorbij. Want de arme jongen moest nog studeren, vond zijn mama en mama's weten wat belangrijk is. De volgende twee weken had hij immers examens. Negen jaar en al twee weken examens. Waar gaat ons onderwijs naartoe? Zo moest ik noodgedwongen alleen verder. Hoe meer ik balletjes tikte, hoe meer het virus me te pakken kreeg. En met behulp van enkele glaasjes wijn tilde ik mijn spel naar een hoger peil. Nog een jaartje oefenen en ik sta op het World Embassy toernooi, wacht maar. Als ik tegen dan terug nuchter ben ... Ach, zoals ik al zei, mannen zijn grote kinderen, en kinderen mogen dromen. In het kort, mijn zondag was top, hoe was hij voor jou ?