Zonder immatriculatie, zonder zwarte doos aan boord, snorde jij gespeend van gratie, door 't openstaande raam naar binnen.
Wellicht door mannenzweet verleid, wou jij mijn walmend lijf beminnen, tot jouw spijt, jouw grote spijt. Ik was niet in voor een romance, je zoemen bracht me niet in trance, je drie maal duizend droeve ogen lieten mij gans onbewogen.
Je drong fel aan, werd onbesuisd, hebt eens te veel mijn pad gekruist, 'k heb je vrijage ruw verstoord, je wellust dreef me tot een moord, nou zijn je zinnen van de baan.
Het rommelt boven dit sluimerdorp tussen Aarschot en Geel. Dra zal het onweer hier losbarsten, lopen de kelders vol, waaien de pannen van de daken, hebben we wat anders om over te klagen. Gedaan met hittegolven. Laat het vuurwerk maar beginnen. Ik heb me alvast een plekje geboekt op de eerste rij. Terrasje, ijsgekoelde vruchtenthee, een krakende transistor. Moeder, daarom leven wij. Van de bliksem hoef ik niks te vrezen. Bliksems zijn ongeleide projectielen. Donar rommelt maar wat aan. Vergeleken bij zijn gehamer lijkt zelfs een Katyusha-raket een precisiewapen. Ik prijs me dus gelukkig met dit nakende onweer. Honderdduizenden Libanezen zouden wat graag met mij van plaats ruilen. Helaas, dit terras is te klein. Even kijken hoe de zaken er voor staan, daar in Libanon. El Mundo bericht dat Hezbollah een nieuw type raket heeft ingezet, de Jaibar 1, met een bereik van 50 kilometer en 100 kilo explosieven aan boord. Een nieuwe stap in de escalatie, al blijft het klein bier vergeleken bij de vuurkracht van de Israëlische luchtmacht. Die dropt met haar F16's bommen van één ton op de Sjiitische wijken van Beiroet. Libanon zit in de greep van een machtstrijd tussen de coalitie USA-Israël en de as Syrië-Iran. De coalitie toont zijn vlijmscherpe tanden, de as schiet gaatjes in het emaille. Van een tandpasta-lach is al lang geen sprake meer. George Bush stottert iets over een "cessation of hostilities". Hoe symbolisch, hij kan het woord 'cessation' amper over zijn lippen krijgen. En dan verklaart hij profetisch :
"This is a moment of intense conflict in the Middle East. Yet our aim is to turn it into a moment of opportunity and a chance for broader change in the region."
Wie vanavond zin had in een portie onverteerbare ellende kon daarvoor terecht op kanaal II . Daar speelde de film "Heaven and earth" van Oliver Stone. De film vertelt het levensverhaal van Le Ly Hayslip een Vietnamese vrouw die de speelbal wordt van de Vietnam-oorlog. Le Ly wordt gemarteld door het Zuid-Vietnamese leger , verkracht door de Vietcong en ze huwt een Amerikaanse sergeant die haar jaren later opbiecht een door Uncle Sam betaalde moordmachine te zijn. Zoals u merkt, niet bepaald een opbeurende prent. Het verhaal is amper twintig minuten bezig wanneer Le Ly wordt gearresteerd op verdenking van lidmaatschap van de Vietcong. Het verhoor verloopt uiterst hardhandig, haar ondervrager slaat haar tot bloedens toe en bedreigt haar met allerlei gruwelijke folteringen als ze blijft weigeren mee te werken. Op dat ogenblik verstoort een vervelende jingle mijn 'suspension of disbelief'. Tijd voor de commerciële boodschappen. Mijn ongeloof is groot. In het televisie-universum bestaat er geen continuiteit, de hele televisie-realiteit is een aanéénschakeling van volstrekt van elkaar geïsoleerde beeldfragmenten. Nog versuft van de harde oorlogsbeelden krijg ik de eerste commercial voor de kiezen. Vraag me niet welk product hij aanprijst, door de plotse overgang zijn mijn hersenen nog niet ontvankelijk voor banaliteit,in mijn oren zindert evenwel de navrante soundtrack van het onding: "Girls just wanna have fun !". Een vrouw wordt tot moes geslagen. Ach, "Girls just wanna have fun". Televisie kent verleden noch toekomst. De ideale kijker is een Korsakov-patiënt. Een geheugen loopt maar wat in de weg en zadelt je op met allerlei bittere associaties. Hadden de beulen van Vietnam ook al iets als Swiffer-doekjes ? Dronken zij Martini om hun geweten te sussen als hun drukke dagtaak van bloed en terreur erop zat ? Of namen ze hun toevlucht tot Neurofen 400 ? Bezorgde hun bezwaarde geweten hen soms roos ? En vooral, hoe hielden ze het destijds toch uit in dat bloedhete Vietnam zonder het drie keer langere wc-blokje 'Harpic Max'. Televisiekijken is een kwestie van snel vergeten.
De maanden met een 'r', zo heb ik het ooit geleerd. Mosselen hebben een 'r' nodig. Volslagen onzin natuurlijk. Het bewijs van de ongerijmdheid van deze volkswijsheid : Ga naar uw favoriete zoekmachine en geef 'Chinese mosselen' op als zoekterm. U ziet het, ze bestaan dus wel degelijk. En het is algemeen bekend dat Chinezen niet in staat zijn woorden met een 'r' uit te spreken, inclusief de namen van maanden. Quod erat demonstrandum, beste lezer. De waarheid is dat je tegenwoordig het hele jaar door mosselen kan schrokken. De beestjes leggen desnoods duizenden kilometers af voor een éénmalig bezoek aan uw bord. Ook de mossel globaliseert. Maar waarom eigenlijk ? Waarom volstaan de acht r-maanden niet om onze honger te stillen. Als de r-regel nu onthouding betrof, ja, dan zou hij het leven van menigeen behoorlijk vergallen, daar kan ik nog inkomen, maar die vier maandjes zonder het favoriete schaaldier, die moeten toch te overbruggen zijn. We zijn het als verwende consumenten onderhand gewoon dat zowat elk denkbaar natuurproduct op ieder moment van het jaar in de rekken van de supermarkt ligt. Die luxe heeft zijn prijs. Want wie een product buiten het normale seizoen op de markt wil brengen kan daartoe op twee manieren te werk gaan. Of hij schept een kunstmatig seizoen, bijvoorbeeld in serres of onder plastic, of hij achtervolgt de seizoenen over het aardoppervlak. Waar hij ook voor kiest, het zal hem altijd een heleboel energie kosten. Die energie, voornamelijk in de vorm van gas en aardolie halen we voor een belangrijk deel uit het Midden-Oosten. Daar wordt het voor ons uit de grond gepompt en reist het via tankers en pijpleidingen naar het rijke Westen. Zodat wij er onze serres mee kunnen stoken en er onze appels mee kunnen laten overkomen uit Nieuw-Zeeland. Af en toe gaat er wel eens wat mis met het energietransport. Dan ontploft er een gasleiding of lijdt er een tanker schipbreuk. En als die tanker op dat moment toevallig net langs een mosselbank voer, ja, dan krijgen de diertjes een gratis smeerbeurt. Ach, erg is dat niet, de wereld is groot, er zijn nog plekjes zat waar nog nooit een tanker is gestrand. En mocht het ooit toch zo ver komen dat ook de laatste der mosselanen het loodje legt, dan vindt u vast wel een andere lekkernij om uw tong te strelen. Of zoals Marie-Antoinette het zou hebben verwoord : Le peuple manque des moules ! Eh bien quil mange des crevettes !
Als het geen verjaardag is, dan is het Sinterklaas, en als het geen Sinterklaas is dan is het Kerstmis, kermis, nieuwjaar of een goed rapport. Cadeautjes, cadeautjes, cadeautjes ! Je vraagt je af waar het jonge volkje zijn buit blijft stockeren. Geen wonder dat je overal langs de Vlaamse wegen zulke kasten van huizen vindt. Het zijn de magazijnen van onze jeugd. Europa heeft een een wijn- en een melkplas, een boter- een vleesberg . Wel ik zeg u, voeg daar gerust een speelgoedberg aan toe. Een gigantische kakafonie van Game Boys, X-boxen, trampolines, furby's, inline skates en electronisch boerende baby's dreigt de Vlaamse woonsten te verstikken. Vlaanderen lijdt aan Toyitis, een indigestie op basis van flashy plastiek en silicium. Wil je als kind tegenwoordig elk stuk speelgoed in je bezit tenminste eens per jaar door je handen laten gaan, dan vergt dat een secure planning. Krijg het er maar tussen, tussen de zwemles en de gitaarles, de verjaardagsfeestjes en de uitstapjes naar de kinderboerderij. Stress, stress, stress. De jeugd is te beklagen. Wat hadden wij het toch makkelijk vroeger. Drie keer per jaar één of twee stuks, daar moest je het mee stellen. En dat lukte wonderwel. Want wat we niet kregen, dat maakten we zelf. Een electrisch scootertje, geen probleem, een boek speelkaarten en de wasknijpers van moeder en onze fietsen snorden de hele buurt op stelten. Weer geen klimrek gekregen voor je verjaardag, ach, even verderop stonden tientallen forse sparren paraat om onze circusdromen waar te maken. We klommen naar de top en wiegden de stam tot hij kraakte. Vallen hoorde erbij, armen en benen zaten voortdurend onder de schrammen, het lot was me gunstig, ik zit hier nog steeds. Wat was jong zijn toen goedkoop. Nu goed, het leven werd rijker, de kinderen moesten wel volgen. Ze zitten gevangen te midden hun pretarsenaal. Buiten komen kan enkel nog onder toezicht. Je weet nooit of er geen pervert op de loer ligt. Wanneer zag u laatst een kind naar het topje van een spar klimmen , een spar, geen klimmuur ? Wie vandaag een kind in een boom aantreft, belt geheid de brandweer.
We zouden volleyballen. Met z'n vijven. Drie generaties van de partij. Zoiets is altijd een feest. Voor de oudjes, voor de jonge spruiten. De tussenliggende generatie heeft er een harde dobber aan. Want late dertigers moeten zich nog steeds bewijzen. Het staat een late dertiger niet vrij zomaar wat in het wilde weg te meppen. Lukraak meppen , dat is seniorengedrag. Eens je de zestig nadert kan je ongestraft een gat in de lucht mokeren. Eens drie maal twintig in zicht geldt zulks immers als hoogst amusant. De lachsalvo's kletsen je om de oren. Amai, mijn prothese, oei mijn rug, oma, reik me mijn stok 's. Opa schuifelt theatraal naar de achterlijn. De kleinkinderen lusten er pap van. Een interactie die de hilariteit tot ongekende hoogten verheft. Een latente flatulentie ruikt zijn kans en synchroniseert zich treffend met opa's smashes. Oma slaagt er nauwelijks nog in haar plas op te houden. Kortom, de avond kan niet meer stuk. Niet zo voor late dertigers. Die kunnen zich geen uitschuivers permitteren. Wat voor jong en oud een onschuldig vertier is, krijgt voor hen het karakter van een familiale autokeuring. Is oompje nog kwiek ? Loopt hij nog achter de moeilijke ballen ? Hoeveel sleet zit er al op zijn motor ? Dus span je elke spiervezel in je lijf. Je stormt naar het net en smasht alsof je leven er van afhangt. Met ogenschijnlijk gemak demonstreer je je uitgebreide bagage aan technieken. Onderhands opvangen, bovenhands voorzetten, een hoge sprong en een keiharde smash. Je duikt naar de onmogelijkste ballen, rolt vlotjes door over de schouder en komt pijlsnel weer overeind om meteen terug je positie in te nemen. Je hijgen probeer je te onderdrukken ookal verlangt je tong vurig naar een sessie buitenboord. Het is me weer eens gelukt. Ik voelde elke ruggenwervel maar kraken deed ik niet. Vandaag toch niet, want eens komt de dag, dat het koordje knapt, dat je overjaarse jeugd eindigt met een gescheurde gewrichtsband en een brace. Dat is voor later. Eerst moet ik deze nacht overleven. Ik smeer me in met een halve tube Flexium gel en hoop op het beste. Waar lag ook weer dat telefoonnummer van die orthopeed ....