Klotekaas ! Mijn knie heeft kuren, m'n nek zit op slot en m'n hoofd pruttelt als een ongesteld rioolputje.En nu gaat ook die klotekaas nog moeilijk doen. Veel vraag ik nochtans niet. Gewoon, één dun plakje op mijn boterham. Maar telkens ik de kaasplak bij de lurven denk te hebben breekt hij bij één van zijn gaten af en blijf ik achter met een onooglijk restje tussen duim en wijsvinger. Als een hagedis die om aan zijn belager te ontsnappen een stuk van zijn staart opoffert blijft mijn beleg mij ontglippen. Tergend traag vul ik mijn boterham met een mozaïek van kaasscherven. Altijd ellende met die kaas, mompel ik. Ik vervloek hem. De kaas geeft geen kick. De kaas zwijgt. Is het u al opgevallen hoe zwijgzaam kaas kan zijn , hoe kaas je straal negeert al scheld je hem de huid vol ? Geef mij maar een kaas die terugvecht, geef mij maar kaas die van zich afbijt, die mij uitmaakt voor rotte vis. Maar zo is kaas niet. Zelfs geen geërgerde blik wordt mij gegund. Enkel stilte.Stilte, de gifstigste vorm van ruzie maken. Denk maar niet dat je me zo klein zal krijgen, kutkaas. Jij bent niet de enige hier die zwijgen kan, van zwijgen heb ook ik kaas gegeten. Ik pers mijn lippen op mekaar en werk verder aan mijn kaaspuzzel. Wat denkt die kaas wel. Mij behandelen alsof ik niet besta, alsof ik lucht ben voor hem. Het zal zijn beste dag niet zijn. Al moet ik er mijn zaterdagavond voor opofferen, al kost het mij een constipatie van hier tot in Tokyo, hij zal er aan geloven. Met mosterd zal ik hem besmeren, echte mosterd, Dijon, niet van dat flauw spul. En daarna mag hij op excursie naar mijn maag. Eens hij dobbert in een badje van gal en maagzuur zal hij wel anders piepen. En is mijn honger naar zoute wraak gestild.
Belgen hebben een baksteen in hun maag, het zit in onze genen en dat is altijd zo geweest. Zelfs in de bloeitijd van het oud-testamentische Babylon stond ons land al bekend als de bakermat van de bouwkunst. Toen Nimrod, in die jaren burgemeester van Babel, op een blauwe maandag het vermetele plan opvatte om een World Trade Centre avant la lettre neer te poten in zijn stad, wist hij dus meteen waar hij zijn Bob de Bouwers moest halen. Wij Belgen kenden onze stiel, we werkten hard en we waren niet duur, kortom, we waren de Polen van de oudheid. Zoals iedere bijbelvaste lezer zou moeten weten draaide Nimrods torendroom uit op een compleet fiasco. Halverwege de bouw bleek plots dat hij vergeten was het hemelse gezag om een bouwvergunning te verzoeken. Slopen die boel, bulderde een toen nog niet door mildheid aangetaste God. En als sadistisch extraatje verzon hij de babelse spraakverwarring die wij vandaag 'talen' noemen. Maar voor een plantrekker eerste categorie uit het toen nog zompige Broeksele was dat blijkbaar nog niet erg genoeg. Hij vond het nodig om de schepper te affronteren met een staaltje van de vermaarde Belgische sjoemelmentaliteit. "Kunnen we niet iets regelen", probeerde hij. Iets regelen ... met God. Doodzonde ! En daarom zitten wij nu opgescheept met maar liefst drie officiële landstalen. Ok, ok, misschien bent u vertrouwd met een lichtelijk afwijkende versie van onze vaderlandse geschiedenis maar het resultaat blijft hetzelfde. België is een Babel in Madurodamformaat, compleet met barsten en afbrokkelende muren. Als we ons huis alsnog willen behoeden voor de totale ineenstorting dan moeten we dringend op zoek naar een eerste klas metselspecie. België heeft een taal nodig, één taal. Zodat de landgenoten elkaar weer begrijpen. Maar probeer maar eens een taal te vinden die voor alle gemeenschappen aanvaardbaar is. Engels zou zeker op het njet van Di Rupo stuiten, trouwens een Waals Engels, à la 'Allo Allo' dat zou al te veel op de Vlaamse lachspieren werken. Spaans, dat lijkt dan weer te veel op Frans zouden wij Vlamingen opwerpen. Duits te veel op Nederlands, aldus het kamp Di Rupo. En Aantwaarps, tja, niettegenstaande zijn onbetwistbare status als wereldtaal vrees ik dat die rauwe tongval enkel op het fiat van de Sinjoren zou kunnen rekenen. Wat we nodig hebben is een simpele taal zonder verleden, een taal waar geen smet of bloed aan kleeft. Eureka ! België moet aan de Volapük ! De kunsttaal Volapük bedoel ik dan, niet de West-Vlaamse variant van het dartsspel. Volapük zal ons herenigen. Leve het Volapük. Leve België. Eendracht maakt macht. Volapük fait la force.
Ze zeggen dat je er last van krijgt aan je rug. Zelf, zou ik het niet weten, de mijne zijn nooit aan een groeispurt toegekomen. Met XY in mijn celkernen zat dat er van bij het begin niet in. Heel anders ging het met de exemplaren van Lara Croft. Die streden onderling om de grootste cylinderinhoud en bezorgden zo de virtuele archeologe van Tomb Raider een absolute sterrenstatus. Met haar geprononceerde prammen werd ze de virtuele splijtzwam van menige beloftevolle relatie. Probeer als huis- tuin- en keukenmeisje maar eens op te tornen tegen een archeologisch onderlegde babe met een supersized decolleté en wonderbenen die zich soepel plooit naar het toetsenbordgetokkel van je levenspartner. Meisjes, treur niet langer. Lara is onder haar zware last bezweken. Na ettelijke jaren 'tomb raiden' heeft de zwaartekracht finaal vat gekregen op de rondborstige heldin. Haar robuuste boezem is niet meer. Digitale chirurgen hebben zich uren uitgesloofd om nog één en ander recht te trekken, maar het was te laat, ze moesten snijden. Ze zal het in de toekomst met een maatje minder moeten doen. Eerst Pamela Anderson en nu moet Lara er aan geloven. Iemand daarboven moet ons haten klinkt het zelfbeklag van de ware Larafiel. Straks verdwijnt La Croft nog onder een burka. Maar omdat ze daar boven maar weinig in de pap te brokken hebben richten de fans hun in gal gedrenkte pijlen op de spelontwikkelaars. Deze zullen het handig moeten spelen als ze aan een rechtszaak willen ontsnappen. Slagen en verwondingen toegebracht aan een videogame-icoon. Hoeveel jaar zou je daar in de Verenigde Staten voor moeten brommen ? De gasten van Eidos hadden het verstandiger moeten aanpakken. Als ze er bij elke nieuwe Tomb Raider episode een procentje hadden afgehaald dan had geen mens daar wat van gemerkt, zo doen onze politici het toch ook als ze in ons vlees willen snijden, een halfje hier, een kwart procentje daar ... Domkoppen ! Zo snijden ze in hun eigen vlees. Of zou er meer achter zitten ? Past de chirurgische ingreep in een uitgekiend marketingplan ? Zijn ze misschien van plan om haar volle proporties als add-on op de markt te brengen ? Je zal het zien. Het zal weer zijn zoals zo vaak voor de kleine man. Het karretje kan hij kopen, maar die vergulde velgen, daar steekt moeder de vrouw een stokje voor.
Haar poëzie album doet de ronde. Ik kan me dus maar beter voorbereiden op de onvermijdelijke vraag. "Nonkel Alex, wil jij iets tekenen in mijn poëzie ?" Een normaal mens zegt daar gewoon ja op en daarmee is de kous af. Was ik maar een normaal mens, normale mensen kunnen tekenen, ik niet. Van zodra deze sterveling een potlood in handen heeft regresseert hij naar het derde kleuterklasje. Kwa tekenkunsten heb ik daar, veel te vroeg in mijn schoolse carrière, het summum van mijn kunnen bereikt. Kleuren, dat lukt me nog wel. Ik blijf steeds keurig binnen de lijntjes. Alleen spijtig dat er in een poëziealbum zo weinig lijntjes te vinden zijn. En perspectief, daar heb ik ook nooit iets van begrepen. Eigenlijk ben ik de laatst overgebleven telg uit de beroemde school van Vlaamse Primitieven, alleen moet deze het zonder enig artistiek talent stellen. Een poëzievervuiler ben ik, een wandelende Rorschachvlekkenmachine. Zo kent zij haar nonkel niet. In haar kleine wereldje ben ik een alleswetende, omnipotente superGod met rimpels. Die komt ze soms van akelig dichtbij bewonderen. Ik geloof dat zij ze beter kent dan ik. Zeg tegen zo'n schatje maar eens nee. Nee, poëzie-albums doe ik niet, want nonkel Alex kan helemaal niet tekenen. Nonkel Alex is een grafische kluns zonder weerga. De schok zou haar groei op slag tot stilstand kunnen brengen. Maar als ik wel een pagina van haar gekoesterde album verknoei dreig ik haar familiegeschiedenis in te gaan als die nonkel wiens kunstwerkjes in niets te onderscheiden waren van het geklieder van een chimpansee met Parkinson. "En dat was nog in de tijd toen chimps nog niet konden praten," hoor ik ze nu al aan haar kinderen vertellen. Als ik nou eens mijn vader wat liet tekenen in mijn plaats. Die heeft een vaste hand, en voor de geestelijke gezondheid van zijn kleinkind is niets hem te veel. Nee, beroerd idee, zulke dingen komen vroeg of laat toch aan het licht ... Ik weet het. Ik huur een spooktekenaar, een jonge onbekende kunstenaar die wat krap bij kas zit. Als wereldleiders hun speeches laten schrijven door ghostwriters waarom zou een nonkel dan zijn poëzie-plichten niet mogen uitbesteden aan een grafisch specialist. Zo kan mijn nichtje in haar eigen tempo wennen aan mijn onvolkomenheden en blijft ook mijn gedachtenis gevrijwaard, tenzij die schnabbelende kunstenaar uiteindelijk de nieuwe Van Gogh wordt, natuurlijk. Dan wordt mijn groot gebrek alsnog wereldnieuws.
Ons Belgisch verkeer heeft af en toe last van zure oprispingen. Logisch als je bedenkt wat ons wegennet dagelijks te slikken krijgt. Een onmiskenbaar bewijs van het feit dat energie nog steeds Goedkoop is. Ik hoor het u denken: Goedkoop ? Waar heeft die Alex het over, ik betaal me blauw aan zijn goedkope energie. Ik begrijp uw reaktie volkomen. De prijzen van olie en gas zijn de laatste jaren inderdaad flink gestegen. Een volle tank kost u nu stukken meer dan voor - ach laten we man en paard maar noemen - het begin van de oorlog in Irak. En omdat u niet gewoon bent zo diep in uw buidel te tasten voor uw mobiliteit vindt u dat duur. U hebt het echter over duur met een kleine 'd'. Ik heb het over 'Duur'. Waarin 'm het verschil zit ? Wel, ik vind dingen 'Duur' als de baten mager zijn in verhouding tot de kosten. Zoals bij zovele dingen in het leven besef je ook van energie pas wat ze waard is als je het een tijdje zonder moet stellen. Als de stroomvoorziening het laat afweten, als je cv-ketel in staking gaat of wanneer je wagen er de brui aan geeft. Met een beetje geluk overkomt het u niet allemaal tegelijkertijd, maar zelfs in dat exceptionele geval zijn het slecht korte pijnprikken die er u even aan herinneren wat de waarde is van energie. De mens heeft niet altijd kunnen beschikken over de ontploffingsmotor en het stopcontact. De pyramiden bijvoorbeeld werden gebouwd met enkel spierkracht en Romeinen die het zich konden veroorloven schaften zich een pakket spierbundels aan, ik heb het over slaven. Slaven waren duur, met grote en kleine 'd'. Toch zal zelfs een sterke slaaf er niet in slagen meer dan enkele uren per dag 200 watt vermogen te leveren. Je moet het zelf als vrij mens maar eens proberen, op zo'n moderne hometrainer in een fitnesscentrum in je buurt. Een gemiddeld gezin verbruikt bijna 10 kilowattuur per dag. Tel maar eens uit hoeveel slavenuurtjes dat zijn. Ons slaafje heet 'Petroleum' en het is zo Goedkoop dat zowat iedere Belg er zich een tiental kan veroorloven ! Niet alleen om zijn woning te laten draaien, ook om voor zijn karretje te spannen. Zo goedkoop is Petroleum dat we als bijen op steroïden voor de productie van eindproducten, onze ingrediënten steeds verder van onze korf gaan zoeken. Het blijkt goedkoper om gelijk waar op onze planeet het goedkoopste aan te schaffen en dat aan te slepen dan het ter plekke aan te maken. Al dat verzamelwerk brengt vanzelfsprekend een enorme verkeersstroom met zich mee, met op knooppunten de onvermijdelijke indigesties. Een wagen zou voor minder zijn gal spuwen ... of zijn fosforzuur.
Blauwen houden van shoppen. Bij uitstek op zondag. Dan verzamelen ze in dichte drommen op parkings van winkelparadijzen. Om er hun SUV's vol te proppen met plasmaschermen. Dat moet het zijn, wat ze denken bij de VLD. Anders kan ik echt niet bevatten waarom de VLD zo tuk is op extra winkelzondagen. De partij beweert dat het de burger is die vraagt om meer winkelen maar ik vrees dat ze enkel blauwe burgers heeft gepeild naar hun verlangens, en dat zijn veel vaker shoppers dan rekkenvullers, daar hoef ik geen tekeningetje bij te maken. Vanuit de rest van de samenleving weerklinkt bitter weinig enthousiasme voor de VLD-aspiraties. Zowel de zelfstandigen als de werknemers voelen niks voor uitbreiding van het aantal winkelzondagen. De eerste groep omdat ze hun nu al zo beperkte vrije tijd nog verder zien afkalven, de tweede, omdat ze vaak vandaag al te leiden hebben onder de verregaande flexibiliteit in de distributiesector. De vrije zondag is voor hen een welgekomen rustpunt na een lange en stresserende werkweek. Tuurlijk zijn er tal van mensen die het 'toppy' vinden om op zondagnamiddag door shoppingcentra te hossen om er hun zuur verdiende centjes te spenderen. Maar waarom zou de rest van de maatschappij zich moeten plooien naar de grillen van de funshoppende winkeltoerist ? Al eeuwen voelen sommige mannen bij tijd en stond een onweerstaanbare drang om in het openbaar hun potlood te venten. Toch is daar tot op vandaag nog niet één uur openingstijd voor uitgetrokken. Met andere woorden, niet alles wat de klant wil, hoeft hij daarom ook te krijgen, tenzij je de burger wil opvoeden tot een jengelende peuter waarmee je onmogelijk voorbij de kassa geraakt zonder zijn favoriet stuk suikergoed op de lopende band te leggen. Het is de taak van politici om het algemeen belang te verdedigen. Dat algemeen belang gaat verder dan de economie. Het behelst ook het sociale leven, dat enorm gebaat is bij een vaste rustdag. Wat éénieder met zijn zondag doet, dat mag hij zelf uitmaken. Zolang hij de anderen hun zondagsrust maar gunt.
Zijn lijf was sterker dan het jouwe, Leif, al wou je geest het niet geloven, die dacht: ik rijd alleen naar boven, ' t was niet je lichaam dat hem loste, je was slechts 'a perfect Hoste'.
Tegen beter weten in, trappend voor je waterkans, in een wervelwindkadans, of zwoegend als een reuzerad, ploegend op het buitenblad, je demarreren had geen zin.
Als ereceremoniemeester, van een bonte Vlaamse stoet, mocht jij het rood tapijt uitrollen, en dan als tweede binnen bollen, al deed je je verdomde best, jij werd winnaar van de rest.
Het was je onvermijdbaar lot, eerste worden achter God.