Rome kent geen erbarmen. Wielgus kon niet aanblijven. Een priester die
communisten helpt, dat is vloeken in de kerk. Johannes-Paulus II zou
zijn geronnen bloed ontstold weten alvorens zich om te draaien in zijn
tombe. De kerk dient nu éénmaal geen atheïsten. Zij bestrijdt ze met
het heiligste vuur. Marx zei van het geloof dat dit het opium van het
volk was. Of dat in onze tijden nog opgaat voor de Katholieke kerk,
daar kan men over redetwisten. Maar dat zij zich geroepen voelt ieder
collectivistisch syndroom met een nijlpaardendosis arsenicum te
behandelen, dat staat als een paal boven water. Ergo exit,
aartsbisschop Stanislaw Wielgus, spijt of niet. Vreemd, die
rechtlijnigheid. Heeft de Katholieke Kerk de voeling met het verleden
dan verloren ? Is er geen plaats meer voor berouwvolle zondaars aan de
top van dit instituut ? Deze onverzoenlijkheid valt moeilijk te rijmen
met het Hitler-jugend verleden van de huidige kerkvorst. Hij kon niet
anders zegt u ... Misschien. Van heldenmoed gaf hij zeker geen blijk.
Net zoals de nu ex-aartsbisschop van Warschau, Stanislaw Wielgus.
Beiden bezweken onder de druk van een totalitair regime. Ze zwommen met
de stroom mee en vaarden daar wel bij. Velen die zich koener toonden
moesten hun keuzes met de dood bekopen. Een weinig wenselijke uitkomst,
natuurlijk, voor mannen met ambitie , mannen die paus willen worden, of
aartsbisschop. Het opvallende verschil: Wielgus stak de communisten een
handje toe, Ratzinger vocht voor Nazi-Duitsland. Dat Rome uiterst recht
prefereert boven uiterst links heeft het in Latijns-Amerika ten
overvloede bewezen. Nu, ja, wie zegt dat enkel mannen met maagdelijke
kerfstokken goede kerkleiders kunnen worden ... De geschiedenis van het
christendom suggereert het tegendeel. Het heeft wel vaker gerecruteerd
in verdachte, enigszins aangebrande kringen. Was de evangelist Matteüs
niet een tollenaar, een gehate ambtenaar die de belastingen moest
binnenrijven voor Herodes Antipas, de tetrarch van Galilea die Johannes
De Doper liet onthoofden ? Ter informatie, zijn vader, Herodes I, had
zo omstreeks de allereerste kerstdag nog opdracht gegeven tot een
massale kindermoord in Bethlehem, in de hoop de nieuwgeboren heiland
van het leven te beroven. U ziet, Matteüs heulde aanvankelijk ook met
de vijand. Op die evangelisten is wel meer aan te merken. Wie de
openbaring van Johannes leest, die waant zicht ogenblikkelijk in een
scène uit die film van Coppola, die prent met die vreemde visioenen,
een resultaat van uitgebreid drugsgebruik. Hoe heette die ook alweer ?
Juist ja, Apocalyps now. Die Johannes zeg, wat snoof die man ? Geen
obstakel voor een carrière als evangelist in het vroege christendom. En
wat te zeggen van Saulus, die zijn carrière startte als
christen-vervolger. Tot hij van zijn paard donderde getroffen door die
bliksem van een heilige geest. Kwatongen beweren trouwens dat zijn
bekering tot Paulus slechts een handig manoeuvre was om hem toe te
laten te spioneren voor de Romeinen. Wat me herinnert aan die kwestie
met die Poolse aartsbisschop, hoe heette die man ook alweer ?
Ik spreek met velletjes, fladderend aan mijn lippen. Nog even zijn ze
deel van mij, die flinters, vormen we samen die rare vogel, die vreemde
snoeshaan, die zoeker, die vinder. Splinters van huid, door de wind op
mij gewonnen, dat zijn zij. Ik tast ze af met mijn wijsvinger, scheur
de dorste met mijn nagels, keur ze, schiet ze weg. Onhygiënisch ?
Wellicht. Ik voed de huismijt. Kost en inwoon, meer vraagt die niet.
Heeft de huismijt lippen ? Wie voedt zich met haar velletjes ? Niemand
die zich daarom bekommert. Ik lik mijn lippen. Minuscule wondjes
spannen samen tot een pijnscheut, zeuren om verlichting. Ik licht
kranten, speur in lades, leg me plat op de vloer, vloek. Waar ligt dat
ding, die vetcylinder, mijn toeverlaat in lipverschralende tijden ?
Daar staat hij, stompe stalagmiet te wezen naast de koker keukenpapier,
open en bloot ... mannenogen ! Labello, lipcare. For men ! Niet enkel
voor mietjes, dus. Een lippenbalsem voor echte mannen, neutraal van
geur, verhuld in een donkerblauwe huls. Designers-kletskoek ! Echte
mannen smeren niet, die spotten met de elementen, plassen tegen de
poolwind in. Echte mannen ijsberen, kweken korsten en verbijten de
pijn. Stinken doen ze ook, die stoere beren, van zweet, van etter, van
niet te harden winden, van veel te lang gedragen ondergoed, van kots en
schimmels, van eigen lof. Ik ben een jongen van middelbare leeftijd,
een brave burgerbeer. Als mijn vel me wil verlaten, dan help ik het een
handje. Mijn snot snuit ik in een vod, mijn fluimen spuw ik in de
wasbak, kraantje open, de riool in. Ik ben een duo domme lippen, op
zoek naar zalving en verzoening.
Meester, maak mij marktconform. Vorm mijn wezen naar haar norm. Granuleer en extrudeer mij, nivelleer, standaardiseer mij, wil mijn brein pasteuriseren, ga u gang, want ik verlang, dat ZIJ mij vlot kan absorberen. Bak mij, maal mij en verschraal mij, 'k zal mij geen moment verweren.
Grote M gij, hoogste stem, gij, boven alle bloed verheven motor van ons waarste streven, laat mij in uw teken leven, leid mij naar uw hoogste doel u mag mijn ego kanonneren, u mag mijn vrije es frustreren, u mag mijn uberich bezweren, maar sluit mij op uw stelsel aan, ik ben uw trouwste volgeling, uw megafan, uw slaafse maan. O, wat zijt gij gigacool ! rule M, RULE !
Ik bekijk zijn palmares. Dat van Eddy, u weet wel, de kannibaal. 't Is
een erelijst om van te duizelen. Vijf keer de Ronde van Frankrijk, drie
keer wereldkampioen, het werelduurrecord, liefst zeven maal Milaan-San
Remo. Eddy was een fenomeen begin jaren zeventig. Iedereen wou een
'Eddy' zijn, nou ja, toch velen. Helaas, veranderen van naam zo ergens
halverwege je leven, dat gaat zo maar niet. Tussen droom en daad staan
nu éénmaal wetten in de weg en praktische bezwaren. Maar als je
toevallig net een kleine op de wereld had gezet, wat lette je dan ? De
Eddy's gingen vlot van de hand bij de burgerlijke stand die jaren,
dixit Alex, daar hoef ik echt geen team statistici op te zetten. Een
ouder kan wel wensen tot hij een ons weegt, koersen blijft een kwestie
van stoempen, van een klinkende naam op je identiteitskaart rijd je
geen sikkepit sneller de Mont Ventoux op. Kortom, Eddy heten helpt geen
barst. Zo nu en dan ja, dan zie je er ééntje schitteren, dan springt er
ééntje over twee meter zesendertig, of -met megafantastisch succes- uit
een vliegmachien. En dan is er inderdaad nog die wereldkampioen
driebanden die zowel familie- als voornaam met de grootste wielrenner
aller tijden deelt. Puur toeval. Deze Eddy's vormen de uitzonderingen.
Zij bevestigen de regel: Eddy's zijn net mensen. Met de zelfde wensen,
dezelfde streken en vooral veel middelmatigheid. Kleine Eddy's worden
groot en vanalles. Eddy V.C. heeft een advocatenkantoor, Eddy H. doet
in begrafenissen, Eddy V.D verdient zijn boterham met 'Algemene
Schrijnwerken'. En daar is niks mee. De wereld kan niet zonder doorsnee
mensen. Wie zou er anders naar de koers komen kijken ? Nee, namen zijn
nietszeggend. Ik zou ze de kost niet willen geven, de Jésussen, die
je liever figuurlijk dan letterlijk een oor aannaaien. En als je als
Adolf geboren wordt, wat in de toekomst weer kan in Duitsland, dan hoef
je echt niet uit te groeien tot een volkerenmoordenaar. Tuurlijk, als
je als kind ter wereld komt in een neo-Nazi-gezinnetje en je ouders
noemen je Adolf uit 'sympathie' , dan moet je al over krachtige genen
beschikken wil je opgroeien tot een ruimdenkend mens. Maar dat heeft
niks met voornamen vandoen en alles met je opvoeding. Toch blijft het
spoken door de geesten: Nomen est omen, de naam is een voorteken. Wie
slim is en van goede wil weet dat en verzet zich tegen zijn
vooroordelen. Kwaadwillige slimmeriken gebruiken het als wapen. Barack
Obama, de rijzende ster van de Democraten in de VS kan er van
meespreken. Hij wordt door haatdragende Republikeinen voortdurend via
zijn tweede voornaam aangepakt. Barack Hussein Obama heet hij volledig.
Kan iemand alvast een galg bestellen ?
Gij zijt allen seksmaniakken, allemaal behalve gij, maar al de rest, gij zijt verpest, gij piekt als ik mijn peil laat zakken, maar geen seconde blijft gij plakken, als ik u politiek serveer, nostalgie, astronomie, of als ik iel filosofeer, maar als ik seksen suggereer, dan zijt gij al verlustigaards, er als de heetste kippen bij, ja, daarom zet ik u te kakken, want gij zijt allen seksmaniakken allemaal behalve gij.
Welkom Roemarije. Welkom in dit nieuwste jaar. Welkom in je nieuwe
huis. Kom toch verder, blijf niet zo bleu op de drempel staan, kom
binnen. Dit huis is warm en knus, we houden van verwennen hier. Zoek
een plekje voor je jas en zet je.Nee, je hoeft je schoenen niet aan te
houden in de zetel, schop maar uit die lasten, doe maar net als thuis.
Het valt op, hé, het is een beetje een zootje hier. Misschien had je
gedacht, daar bij Euh, daar laten ze de euhro's rollen, daar loopt
alles vast op rolletjes. Nou, je kan wel merken van niet. We zijn een
grote familie, en we leven, wij vieren, volop ! Met dit als resultaat.
Eén grote gezellige bende. Wil je wat snoepen, iets drinken misschien ?
We hebben vanalles in huis. Wat zou je zeggen van een heerlijk plakje
Franse kaas, extra gerijpt ? Die combineert ongetwijfeld excellent met
die boterham die ik speciaal voor je liet dehydrateren. Amai, 'k
exploreer hier mijn koelkast en tref er een uitstekende Moezel.
Duitsland en Frankrijk verenigd onder één dak, bestaat er een sterker
symbool voor ons verbond ? Zullen we uit één glas drinken, ten teken
van onze lotsverbondenheid ? Ja ? Op je gezondheid, op een snotvrij
jaar. Nee, je hoeft niets in het glas te laten. Drink maar ad fundum.
Vandaag is jouw dag. Nog een glaasje ? Tuurlijk mag jij nog een glas.
Graag zelfs. Zo, drink maar jongen. Nog een paar neuten en je bent
klaar voor de les. Zal ik je al een voorproefje geven ? Gewoon, om er
een beetje in te komen ... Goed, ontspan je. Kijk goed naar mijn lippen
en herhaal. 'Mijn eerste les Latijn': unus duo tres quattuor quinque.
mmm ....je moet echt beter naar me luisteren. Doe het nog eens, en let
vooral op je 'quinque' .... Ok, nu nog een paar keer, die 'quinque'
afzonderlijk ... Nou zeg, diamantus incomptus, diamantus
incomptissimus. Als jij je best doet dan zal je hier snel aarden. Ik
zal alleszins met plezier aan je schaven ... en vijlen, veel vijlen.
Later echter. Bekom nu maar een beetje. Wen. Later tellen we verder. En
weet, ons wachten vele obstakels, je zal fouten maken ... en fouten.
Dat mag. We zullen ze met de mantel der liefde bedekken, ze afzoenen.