Ik heb me ook even aan het peinzen gezet en ik ben er al uit. Een half
uurtje breinstormen volstond. Vergeet die vermeende invloed van CO2. De
ware bron van alle ellende is diep in ons gelegen. 't Is de kilte in de
harten van de mensen. "Ach zo", hoor ik u al denken, " Zouden we dan
niet eerder moeten afstevenen op een nieuwe ijstijd, Alex ?" Wel ...
neen ! Functioneerde het klimaat maar zo eenvoudig. Dat had mij een
kleine dertig minuten hersenfoltering bespaard. Doch u hoort mij niet
klagen, mijn hart vertoont nog steeds een zweem van lauwte. Nog net
voldoende zweem om mij tot redding aan te zetten. Voor een ander zou ik
het niet doen. 't Is omdat u het bent, Mensheid. Voor u werp ik graag
mijn licht op deze netelige klimaatkwestie. Vulgariserend, uiteraard,
verre van mij om uw uitpuilende denkagenda te verzwaren, bij uitstek op
een zaterdag.
"De meeste mensen zijn dood !" Goed, u zal ze
zelden ontmoeten, die dode mensen. Om voor de hand liggende redenen
kiezen wij ervoor om onze minder of meer dierbare afgestorvenen uit het
openbare leven te bannen. De methodes zijn bekend: verbranden,
begraven, deconstrueren en bewaren op formol. Een combinatie van
verdwijntrucs die ons beeld op het mensdom gevaarlijk vertekent. Want
neemt u het gerust van mij aan, de doden , ze halen het ruim van de
levenden. En daar schuilt dus het manco in de bestaande
klimaatmodellen. Tekenend voor onze tijd scoren zij een zero op
spiritualiteit. De mens verwordt er tot een louter economisch wezen.
Dode mensen bestaan niet voor onze klimaatwetenschappers. De mens is
echter meer dan enkel sterfelijk lijf. Wij mensen zijn bezielde wezens,
en onze ziel gaat nooit ten onder. Ziedaar de ontbrekende factor in
alle huidige klimaatmodellen: de ziel ! De invloed van de ziel op ons
weer bestaat erin dat hij ergens moet vertoeven. Af en toe gebeurt het
dat een ziel niet weet waarheen. Hij blijft dan dolen, jaagt ons de
stuipen op het lijf. Men spreekt dan van een spook. Spoken zijn
zeldzaam ! Ik bijvoorbeeld, heb er nog nooit één ontmoet. Excuseer mij,
zeer geëerde spoken, maar uw invloed op het klimaat lijkt mij daarom
uiterst gering. U komt niet voor in mijn model. Resten er nog twee
bestemmingen voor kersverse zielen. Hemel en hel. De exacte coördinaten
van de hemel kon nog niemand mij bezorgen. Geen mens zal echter durven
betwisten dat hij zich boven ons bevindt en op zeer geruime afstand van
de aarde. Noch de grootste telescopen op aarde, noch de Hubble
telescoop zijn er ooit in geslaagd een glimp van de hemel op te vangen.
Ergo, het effect van de hemelse activiteit kan vanwege de enorme
afstand niet anders dan verwaarloosbaar zijn. Zo blijft enkel de hel
nog over. Waar die zich bevindt, dat weten we al duizenden jaren. Onder
onze voeten. Daar diep in onze aardbol roostert de duivel de verdorven
zielen. Satan staat erbij te zweten en piekert: "Zoveel slechteriken
daarboven, zoveel kille harten in aantocht. Waar blijf ik met dat
rapaille. Mijn magazijn barst nu al uit zijn voegen." Vindt u het
vreemd dan dat hij zijn grill nu al een graadje hoger draait ...
Ik zocht ze in boeken, mijn woorden, langs randen, in hoeken, tussen krabbels in de marge, tussen de plooien van ezelsoren, en vond niets.
' t was moord ! Ze hebben mijn woorden verdronken, tussen letters, ik zie nog de rimpels in het bladwit, lees de schuld in het cursief, mijn tong werd doorboord, dood zijn ze, mijn woorden, en ik, ik had ze zo lief.
Met ontzetting vernam ik vandaag dat u het recht ontzegd werd op een schone witte huwelijksplechtigheid. Ik had beter verwacht van een stad die zich Sint-Niklaas noemt. Daar zouden ze toch moeten weten dat de negers het best tot hun recht komen als knecht. Op een stadhuis horen ze niet thuis, mijn gedacht. Stel dat die kerel afgaat op het wit kleed van het bruidje. Denk maar niet dat ze daar verzekerd voor zijn. En neem het van mij aan, zo'n zwarte pakt heel slecht op foto. U ziet, mijn sympathie hebt u, meer nog, ik kan u helpen. Ik ben namelijk kapitein ter zee, grote vaart. In deze hoedanigheid is het mij toegestaan man en vrouw in de echt te verbinden. Uiteraard zal ik dat graag voor u doen. Ik zie slechts één probleem. Mijn schip vertrekt nog deze avond naar Hongkong. Dus, als u wil, dan moeten we snel wezen. Gelukkig kost zo'n trouw nauwelijks tijd. Vijf minuutjes volstaan ruimschoots. Om uw onwillige stad lik op stuk te geven had ik gedacht , we doen het gewoon in het stadhuis. Ze zullen nogal ogen trekken. Lang kan ik wel niet blijven, mijn schip, begrijpt u.
Zullen wij mekaar daar treffen dan , in de trouwzaal, straks ? Het is zo gepiept. Om vijf voor acht begin ik eraan, om acht uur bent u man en vrouw !
Een blik zwoele blikken leidt mannen om tuinen, Het betere balkon smeert het heerlijk kanon, Wat weet u over Mieke Debruyne ?
Ik
dus weinig of niets, tenzij dan dat deze vrouw niet 'de slimste mens'
zal worden, althans niet dit jaar. Zoals de meeste mannen wellicht,
ging bij mij even het licht uit telkens deze schone haar eruditie
etaleerde. Helaas leverden deze tijdelijke verdovingen van mijn
verstandelijke vermogens geen energiebesparing op. Wat ik uitspaarde
aan neuronale activiteit betaalde ik terug via een verhoogde hormonale
productie, een durale-zak-balzak-operatie, voor wie het graag plastisch
verwoord ziet. De mannelijke intelligentie wankelt bij het minste
zwoele windje.
Meisjes, vrouwen, slimme blondjes, grijp uw kans, schud die kontjes, breng de heren uit balans, mep ze minzaam in de touwen breek voor uw geslacht een lans, laat hen salivaties brouwen.
De
weg naar de top is geplaveid met eikels van venten. Vrouwen die de
hoogste eretitel ambiëren kennen geen genade. Zijn heerlijke zwakheden
kennen ze wel.
Mijn advies voor het volgende seizoen:
Breng de mannen in extase, hits ze op tot geile bokken, sexy laarsjes, minirokken, een dirty-mannen-mind massage. Verdrijf hun bloed naar lagere oorden, met speelse ambigue woorden, kleur uw lippen vurig rood, kruip bij de vijand op de schoot, hij zal voor u zijn vriend vermoorden. Dan zal u lachen in de lens, als eerste slimste vrouw en mens.
Nee, dat zijn ze niet, en toch weer wel ! Niet, omdat wij homo
sapiensen geen nachtdieren zijn. Als wij ons in het duister buiten
wagen hebben we steevast verlichting bij de hand. De kat hoeft geen
knijpkat mee te zeulen. Aan wat sterrengefonkel of flauw maanlicht
heeft het beestje al genoeg. En is het werkelijk pikkedonker, dan vindt
ze haar weg op de tast. Voor de mensapen koos de evolutie een andere
weg. Net als de meeste andere apen zien ze slecht in het donker. Je kan
als mensaap dus beter geen energie verspillen eens de zon achter de kim
verdwijnt. Mensapen slapen 's nachts ! Wij, naakte mensapen, zijn uilen
. Jawel, uilen zijn wij dus. We denken dat we katten zijn. Hang een
spot boven onze kop en we kunnen op stap, vergeet de zonnewijzer, wij
zijn zoveel wijzer. Meer dan 400 000 Belgen werken 's nachts. Zegt u
gerust: Ze hebben ervoor gekozen. Ik zeg u: Dat deden ze niet.
Tuurlijk, ze bestaan, de nachtraven, de uitzonderingen die de nacht
prefereren als werkterrein. Maar dat zijn er lang geen 400 000, geloof
me. Voor de meesten van ons geldt : Wie vrij kan beslissen ligt voor
twaalven in bed. Zelf ben ik een avondmens. Voor tien uur zal je me
zelden in mijn nest vinden. Toch is ook bij mij het beste eraf eens de
grote wijzer de twaalf nadert. Van kat of kater spelen, daar komen
ongelukken van. Iedereen weet het, niemand doet er wat aan.
Integendeel, de evangelisten van de vrije markt verkondigen het geloof
in de 24-uur economie. In de geglobaliseerde economie doet niemand ooit
het licht uit. Op ieder tijdstip van de dag mag de markt u uw warme
donsdeken van het wakende lijf trekken.
Wie indommelt bevriest. 't Speelt geen rol wat u verkiest. Wie niet volgt, verliest.
Wakkere
mensen houden mensen wakker. Als u ooit in een slaapzaal overnacht
hebt, dan weet u dat. In de economie is dat niet anders. Als
vrachtwagens 's nachts leveren, moeten er magazijniers wakker blijven
om de goederen te ontvangen. En als de goederen toch 's nachts geleverd
worden, waarom ze dan niet meteen gebruiken in het productieproces.
Stockeren kost nu éénmaal geld. En zo gummen wij langzaam het donker
uit, wordt de nacht steeds lichter. De wereldeconomie is een cultureel
gegeven, een kunstgreep. Maar mensen zijn niet van plastiek, ons vlees
en bloed gehoorzaamt oudere wetten, biologische wetten. Wie zijn natuur
verloochent, gaat ten onder.
Ik keek door mijn verrekijkvenster naar een wereld gelikter en frisser, naar een stralend ge-bit, door niets nog besmet, naar tanden zo wit, zo 'n hemels pakket, van heilige grond, van keel en van mond.
Zo veilig, zo kilogezond, zo megalodromen, zo giganteske dollarstromen Aanschouw deze appel, tot wappel verbouwd, byte hier allen in, tot vergeving van uw zonden, nooit meer bedeesd voor gutsende wonden, bijt en blijf mijn volgeling, tot in eeuwigheid gebonden. Ze lonkte en pronkte, zij, gladde slanke sister sisser. Later bleek er geen verwenster.
De Queenslanders moeten aan het riool. Alzo het verdict van Peter
Beattie, premier van de betreffende Australische deelstaat. Door de
aanhoudende droogte in het oosten van Australië daalden de
drinkwaterreserves er naar een alarmerend niveau. Deze ontwikkeling
noopte Beattie tot ingrijpen. Zijn verkiezingsbelofte tot het houden
van een referendum over de aanpak van de drinkwaterproblematiek schoof
hij resoluut opzij. Voortaan zal Queensland zijn burgers laven met
gezuiverd afvalwater. Voor velen wordt dat even slikken. Even, want
natuurlijk zal dat tweedehands water perfect drinkbaar blijken. Water
is water. Of je nu begint met gletsjerijs of pispotnat, aan het eind
van het proces komt er smetteloos H2O uit de kraan. Vers water bestaat
niet, alle water is hopeloos versleten. Het gevaar bestaat dus dat de
Australiërs snel zullen wennen aan het drinken uit het riool. Het
symptoom is bestreden. De zieke hervat zijn gewone leventje. De ware
oorzaak van zijn kwaal wordt ongemoeid gelaten. Die kwaal heet 'TE'.
Aussies, jullie gebruiken te veel stroom. Rivierwater bedoel ik dan,
of, Aussies, jullie zijn met te veel. Dit land is te droog voor twintig
miljoen slurpende mensen. Die randjes eiland waarop jullie vertoeven,
dat zijn strookjes woestijn met amnesie, onthoud dat toch een keer !
Wie zijn leefomgeving uitperst kraakt de natuurlijke kringlopen. Waar
de natuur miljarden jaren perfect in staat was het ge-urineer en
gedefeceer van miljarden beestjes op te vangen zwicht ze thans onder de
menselijke smurrie. En wat doet die mens dan ? Hij kortsluit de cirkel.
Hij creëert een sluipweg die het traject van kont tot mond verkort. Wel
zonde dat deze kunstoplossing hopen energie gaat kosten want
energieverbruik gaat meestal gepaard met CO2-uitstoot. En waar leidt
die CO2 toe ? Inderdaad, volgens de overgrote meerderheid van
klimaatwetenschappers versterkt CO2 in de atmosfeer het broeikaseffect.
Waardoor Australië wellicht nog meer zal opwarmen. De droogte neemt
toe, de Aussies worden nog dorstiger. Need I say more , mister Beattie.