Guy Verhofstadt beweert dat hij België 200 000 banen schonk. Hij mag
dat beweren, ik zie niet in op welke wijze ik zijn stelling zou kunnen
verifiëren. De oppositie zal wellicht tegenwerpen dat we die groei van
de werkgelegenheid danken aan de opleving van de economie. Waarop
Verhofstadt ongetwijfeld vinnig zal repliceren. De verkiezingen komen
eraan, ieder heeft zijn statistieken paraat. De burger wordt overspoeld
door een golf van propaganda, komt nog twee maal ademhappend boven,
waarna hij zich gedwee naar de bodem laat zakken. Waar VTM en
consoorten hem opwachten met uitermate boeiend entertainment. De burger
is moe, meneer Verhofstadt, moe en murw van het harde werken. Van het
harder en harder werken voor een steeds minder zekere job. Verbaast het
u dan, dat hij geen zin meer heeft in politiek ? En u wou nog meer werk
creëren ... Ik weet dat u het goed bedoelt, premier, maar, werk is er
genoeg ! Wat de burger nodig heeft is rust ! Zodat er weer ruimte
onstaat in zijn hoofd om na te denken over het algemeen belang. Over
welke richting we uit moeten. Al meer dan 25 jaar nu wordt het
politieke debat gedomineerd door het vraagstuk van de werkloosheid. Dat
heeft geleid tot een bewustzijnsvernauwende verwisseling van middel en
doel. Niet de creatie van jobs maar het bevorderen van de welvaart en
het welzijn van de burgers van dit land, dat is de ultieme taak van
onze overheid, daarop moet u uw inspanningen richten. Dat de staat niet
over de almacht beschikt om iedere individuele burger gelukkig te
maken, dat staat buiten kijf. Gelukkig worden is voor een stuk een
persoonlijke opdracht. Een opdracht waarvan de slaagkansen echter sterk
beïnvloed worden door de socio-economische context. Ware liberalen
geloven niet dat de overheid banen schept. Wel kan de overheid voor
gunstige voorwaarden zorgen waaronder de economie kan floreren. Waarom
zou deze stelling dan niet opgaan voor 'geluk' ? Vandaag moeten we
echter vaststellen dat de fixatie op werkgelegenheid het geluk van
menig burger in de weg staat. Of dacht u dat werknemers gelukkiger
worden van nachtarbeid, van steeds wisselende werkroosters, van
tijdelijke banen, van werken op zondag ? Geloof me, enkele
uitzonderingen niet te na gesproken, prefereren uw potentiële kiezers
een rigide, vaste baan van maandag tot vrijdag, negen tot vijf, zodat
er volop tijd overblijft voor partner, kinderen en vrienden. Zet u zich
daar eens voor in. Stel je voor dat het lukt. Deze kiezer, alvast, zou
het sterk waarderen.
De president van de Verenigde Staten is een stijfkop. Hij wil en zal
zijn oorlog winnen. Hij gelooft dat dat nog kan, meer nog, hij weet dat
het zal gebeuren. Want God is met hem. En met een opperwezen als
rugdekking denk je niet aan opgeven. Zeker niet nu de allerhoogste hem
zijn eerste apostel zond : Generaal Petraeus, de Amerikaanse nummer één
in Irak. De man heeft er nog alle vertrouwen in. Sinds de invoering van
het nieuwe veiligheidsplan in Bagdad is het intersektarisch geweld
gevoelig afgenomen. Daarmee doelt de generaal op de daling van het
aantal burgerslachtoffers door Soennitische en Shiitische
moordcommando's. En gelijk heeft hij. Alleen gaat hij wat makkelijk
voorbij aan die andere statistiek: de statistiek van het aantal
overlijdens ten gevolge van autobommen. Die vertelt een gans ander
verhaal. Ach, wat doet het er ook toe. Bush is een 'true believer'. Hij
gelooft in zijn heilige missie: Het midden-oosten zuiveren van het
kwaad en in één moeite de bevoorrading van 's werelds grootste
petroleumjunkie veilig stellen. Dat de duivel dat niet zomaar zou laten
gebeuren, daar had hij zich wel aan verwacht. Als in een wijwatervat
verweert hij zich. Satan sponsort een mannetje in Venezuela, gewoon om
George te sarren. Satan graaft grotten voor Osama Bin Laden, zodat die
onvindbaar blijft, en nu hij merkt dat hij Bush niet klein krijgt met
getreiter, probeert hij hem te verzoeken met een wortel. Een wortel van
126 miljard dollar. Zoveel poen hebben die verduivelde Democraten
ervoor over om de Amerikaanse jongens weer thuis te krijgen. 'Nee',
zegt Bush,'Wij blijven, tot de klus geklaard is.' Even St-Juttemis
opzoeken in mijn agenda.
Hoe ik groef en groef, de lagen pelde, dieper daalde, in het smeer, nergens trof ik elfjes aan, of roze olifantjes. Geen glinstering, geen toverkol, geen festival van suikergoed. De panda was op wintersport, de knuffels hadden look gesmuld, en Woekie Poekie zag zijn vrouw met Bibi copuleren.
"We zullen met zijn allen langer moeten gaan werken, zoveel is
duidelijk", zo begon nieuwslezer Wim De Vilder vanavond een item over
de kwaliteit van jobs. Want aangezien dat langer doorwerken
onontkoombaar is, kunnen we er maar beter voor zorgen dat we plezier
hebben in ons werk, zo filosofeerde De Vilder voor journaal-kijkend
Vlaanderen. Waar is toch de tijd gebleven toen journalisten nog geacht
werden de wereld met een kritische blik te beschouwen ... 't Is niet
omdat men de burgers keer op keer in de oren blaast dat zij een
vroegtijdige pensionering mogen vergeten, dat dat ook de waarheid is.
Immers, waarom zouden wij de werkkracht van al die oudjes vandoen
hebben ? Sinds de tweede wereldoorlog zijn er nauwelijks jaren geweest
waarin het Belgisch BNP is gedaald. Dat betekent dus dat wij, kleine
Belgjes, gedurende bijna heel die periode elk jaar weer meer
produceerden. En dat wisten wij mooi te combineren met de uitbouw van
een dure verzorgingsstaat, werkduurverkorting, meer vakantiedagen en
vervroegde pensionering. Hoe hebben wij dat toen toch klaargespeeld ?
Werd ons land toen bestuurd door een uitzonderlijke generatie
economische genieën ? Helemaal niet, ware het genieën geweest, dan
zaten we nu niet met onze nog steeds fikse staatsschuld opgescheept.
Het verschil met vroeger zit 'm in de verdeling van het profijt van de
Belgische werklust. Sinds de jaren tachtig gaat er stelselmatig minder
van die buit naar de werknemer. Het aandeel van lonen in het bruto
nationaal inkomen daalt, ten voordele van het inkomen uit kapitaal. De
meerproductie te danken aan technologische progressie - denk aan
computers, robots, telecommunicatie - komt vooral aan de
kapitaalverstrekkers ten goede. Meer nog, de techniek zorgt voor
werkloosheid en zet het inkomen van de werknemers wereldwijd onder
druk. Ik weet, het klinkt niet erg vernieuwend, maar de cijfers tonen
het onomstotelijk aan : de rijken worden rijker, de armen armer. En al
moet het woord 'arm' in onze nationale context relatief begrepen
worden, één zaak is helder als pompwater. Wie aan het loon komt van de
werknemer, graait uit de pensioenkas.