Death to Israël, death to America. Toegegeven, het zijn niet de meest originele one-liners die mij al ter ore kwamen, literair stelt het weinig voor, maar puttend uit mijn beperkte scholing in de kunst van het demonstreren, een opleiding die ik volgde in Leuven en die daar bij mijn weten nog steeds loopt met optie rechtse rakker, linkse rat en flik, meen ik te kunnen zeggen dat ook bij het collectief brallend door de straten jakkeren het de intentie is die telt. Het gaat er vooral om dat je het meent, wil ik maar zeggen . En ze zagen er best overtuigend uit, de honderdduizend Irakezen die met boze blikken in de ogen de gevaren van de Bagdadse straat trotseerden om hun hart te luchten, apathisch waren ze allerminst. Hier en daar toch een verdwaalde poëet die het niveau wat op wou krikken. "Allah, Allah, give victory to Hassan Nasrallah", een verdienstelijke poging tot rijm, al vraag ik mij af of het volgens de regels van de Islam wel toegelaten is de naam van een sterveling te laten rijmen op het opperwezen. Hassan Nasrallah is de Secretaris-Generaal van de Hezbollah partij in Libanon, of zoals men in Amerika zegt, de leider van een terroristische groepering. Vandaar dat ik er geen snars van snap. Bush heeft het voortdurend over de "War on terror". Terrorist hier, terrorist daar, terroristen overal. Hij zendt zijn leger naar de verste uithoeken van de wereld om het kwaad er onder te krijgen, geen moeite is hem te veel. Dus settlen zijn jongens zich in Irak klaar om de strijd met de terroristen aan te binden en zie, ze vallen met hun kont in de boter. Honderdduizend zelfverklaarde terroristen wandelen doodleuk voorbij hun kanonsloop en wat doen ze ? Niks, helemaal niks. Tja, als ze het zo aanpakken, kan hij nog eeuwen duren, die oorlog tegen het terrorisme . . .
Ik weet nog hoe gij hier binnen kwam, als naakte aap, een walm van rottend vlees uit uw bek, slijm stortend uit al uw lichaamsopeningen. Op uw achterste poten lopen, dat vermocht gij, meer niet. Maar ambitieus, Lucifer was er niks tegen. Gij wilde uw kandidatuur stellen voor de functie van conservator van mijn natuurpark. Ik kan het u nu wel vertellen, gij waart de eerste gegadigde, de enige ook, dat bleek al snel. De rest van de schepselen had het te druk met paren, eten en gegeten worden. Aanvankelijk walgde ik van het vooruitzicht mijn schepping achter te laten in de handen van zulk een schrijnend misbaksel. Ge waart niet sterk, ge waart niet snel, lelijk waart ge wel, lelijk als de nacht. Is dat nu alles ? Heb ik hiervoor het licht bedacht ? Om zulk een gedrocht in het zonnetje te zetten ? Wekenlang werd ik verteerd door existentiële angsten en twijfels. De tijd, nog zo'n probeersel van me. Ik beklaag me nog steeds de dag dat ik daarmee begonnen ben. Het zij zo, je kan de tijd niet terugdraaien. Dat ge de job uiteindelijk toch gekregen hebt, dat dankt ge slechts aan één ding : mijn verveling ! Het is mijn zwak punt, vergeef me, zelfs ik heb recht op een onvolkomenheid. Miljarden jaren had ik al zitten staren naar dat experiment van me. Elke dag dezelfde show, geboren worden, leven, sterven. Ik was dringend aan wat anders toe. Maar dan moest ik eerst wel een schepsel vinden dat voor mij op de winkel zou passen. De wens werd vader van de gedachte. Het idee dat ge het gaandeweg wel zou leren, dat de evolutie van u een beter mens zou maken. Het heeft er nooit in gezeten, dat besef ik nu ten volle. Ambitie alleen volstaat niet voor het bestieren van een wereld. Ik heb nog geprobeerd wat bij te sturen, u een vademecum te bezorgen, vertelsels met een moraal, tien simpele voorschriften. Ge leest de letters, de boodschap heeft nooit uw hart bereikt. Ge moet u daarom niet schuldig voelen, de mislukking kan enkel mij verweten worden. Ge moogt van het water niet verwachten dat het tegen de bergen op stroomt. Voor al de last die ik u bezorgd heb, vraag ik u vergiffenis. Om u verder leed te besparen ontsla ik u bij deze van alle plichten jegens mij. De administratieve formaliteiten zullen verder afgehandeld worden door de heer H.G, bij wie u tevens uw überich kunt inleveren. U moogt beschikken.
Uw liefhebbende,
doG
P.S: Mocht het u interesseren. Voor uw opvolging hebben wij beroep gedaan op een professioneel selectiebureau. Na een wetenschappelijk verantwoorde procedure, bestaande uit een functieanalyse, een daarop geënte batterij psychometrische tests en drie selectierondes met diepteinterviews vonden zij de ideale kandidaat om u te vervangen. Vanaf volgende maandag neemt de meelworm uw plaats in. Benieuwd hoe dat uitpakt.
U bent het wellicht met me eens. Sommige zaken blijven beter onuitgesproken. Ik wou dat Shakira er ook zo over dacht. Nu zal ik ermee moeten leren leven. Waarmee ? Met het beeld van een Colombiaanse schone die naakt door de vertrekken van haar villa dartelt, daarmee. Dat naaktlopen schijnt namelijk haar favoriete tijdverdrijf te zijn als ze thuis is. Ik verwijt het meisje niks. Mocht ik zelf zo'n goddelijk lichaam bewonen, ik zou wellicht hetzelfde doen. Het is haar loslippigheid waar ik het moeilijk mee heb. Waarom moest ze haar zinnenprikkelende huiselijke routine aan de wereld kenbaar maken ? Beseft ze dan niet, welk een ravage dit idee kan aanrichten in een mannelijk brein ? Als zoutzuur brandde het tafereel zich een weg naar mijn occipitale cortex. Het is op momenten als deze dat ik mij mijn levendige fantasie beklaag. Ik zie haar zo voor mij, huppelend rond haar salontafel, hinkelend naar de koelkast, ice-tea, ijsblokjes, knabbelend aan een watermeloen. En dat alles terwijl ze onafgebroken met haar kont rinkelt. Zeg nu zelf, dat kan toch nooit gezond zijn voor een man. En alsof haar uitspraken nog niet opruiend genoeg waren betrekt ze er ook nog het oude testament bij. Als ze zo in haar blote velletje door het huis flaneert voelt ze zich net als Eva in het paradijs verkondigt Colombia's op één na populairste exportproduct. Wel, ik loop plots over van begrip voor die arme Adam. Mocht Shakira het mij op dit moment vragen, ik brak vanavond nog in bij de Carrefour hier in de buurt, om er op de afdeling groenten en fruit de ganse appelenvoorraad te plunderen. Ja, zo zot kunnen ze je krijgen, die vrouwmensen. Met hun olijfgroene ogen, hun pruilende kersenmondje , hun appeltjes of peertjes, hun ... Weet je wat ik denk ? Ze doen het om ons te pesten !
In Uruzgan sprak men al weken over niks anders meer, ganse grotten gonsden ervan: de kezen zouden komen. Vandaag was het dan zover. Taskforce Uruzgan ging officieel van start. Gedurende twee jaar krijgen 1400 Nederlandse militairen de gelegenheid om de centraal gelegen Afghaanse provincie 'weder op te bouwen'. Om dat slappe objectief toch nog enigszins van een militair vernislaagje te voorzien werd het uitgezonden contingent bouwvakkers gekruid met de volgende hebbedingetjes: 6 Apache gevechtshelicopters, 6 F16 's, 23 pantservoertuigen van het type Bushmaster, 25 pantserrupsvoertuigen type YPR-765 , 31 pantserwielvoertuigen type Patria en nog wat ander klein grut. Uruzgan zal als een phoenix uit de as verrijzen of ertoe herleid worden, beide opties blijven open. De missie was amper een paar uur oud of de vijand kreeg al een eerste klap te verwerken, een psychologische opdoffer van een zwaar kaliber. Het gekozen wapen: Het groene boekje ! Vanaf vandaag wordt de nieuwe spelling van kracht en wat blijkt. Taliban wordt, tenzij aan het begin van een zin, voortaan met een kleine letter geschreven. Welk een zinnenprikkelende subtiliteit, geen respect voor de langbaardige terroristenvriendjes van Osama, that's the spirit, dutchies ... Dutchies, excuus. Een harde tijd breekt aan voor de taliban, zoveel is duidelijk. Een onvoorwaardelijke capitulatie lijkt me hun enige kans. Zoniet lopen zij het risico bij de volgende uitgave rigoureus van de 'Woordenlijst Nederlandse Taal' geschrapt te worden. Dood door ontkenning, sterker gif bestaat er niet. U begrijpt het al, de aanpak van onze zuiderburen charmeert mij enorm en ze lijkt mij minstens even efficiënt als het Hitler-snorretjes en rotte tanden tekenen op de wanted-posters van de terroristen top-10, ookal omdat eliteterroristen -de saboteurs - meestal al voorzien zijn van een forse moustache en zij zich bovendien, wellicht uit anti-Amerikaans sentiment, zelden met een tandpasta-glimlach laten kieken. Leve het woord dus als speerpunt in de oorlog tegen het terrorisme. Het is goedkoop, het reist met de snelheid van het licht en je kan er alle kanten mee uit. Neem nou dat gedoe met de Hezbollah in Libanon. Appeltje eitje lijkt me dat. Fase 1, Hezbollah verliest zijn hoofdletter. Ja, ik weet het, die kerels zijn bijzonder fanatiek. Wel, wat dacht je van fase 2 : hezbollahaha ? En als ze dan nog steeds niet door de knieën gaan Hezbollahahahahahahahahahaha. Een zelfde lot staat de Palestijnse Hamas te wachten. Eerst 'hamas', dan "hahahamas" en mochten ze daarna -ik kan het me haast niet voorstellen- nog steeds volharden in de recalcitrantie, geen genade met het zootje, schrappen dat woord ! Tot slot nog deze aansporing aan het adres van de heer Mahmoud Ahmadinejad : Inbinden en graag vandaag nog of wij spellen Iran voortaan weer als vanouds : P-E-R-Z-I-Ë ! Zo, die zal aankomen.
Als u op dit moment nog naarstig doende bent uw belastingsformulier in te vullen, dan bent u te laat. Klokslag twaalf had uw envelop in de brievenbus van uw belastingskantoor moeten liggen. Nou, ja, ik denk niet dat er op die twaalfde klokslag één of ander palletje automatisch de klep van de bus heeft vergrendeld. Het is de bus van de belastingsdienst, weet u, niet de koets van Assepoester. Als je schuldbekentenis jegens de Belgische staat arriveert voor de haan morgenvroeg drie keer heeft gekraaid zal het wel los lopen, tenzij u voor die tijd evenveel keren het bestaan van uw buitenlandse rekening geloochend hebt, natuurlijk. U had ook voor Tax-On-Web kunnen kiezen Dat had u een ritje bespaard. Maar u deed het niet. Net als de overgrote meerderheid van belastingsplichtigen koos u voor de traditionele bruine envelop met venster. Begrijpelijk, aangezien u wellicht al jaren vertrouwd bent met deze gang van zaken. Kiezen voor de electronische aangifte zou u bovendien geen cent opbrengen. Integendeel, eerst mag u dokken voor uw electronische identiteitskaart en belangrijker, daarna moet u nog maar afwachten of u uit de voeten kan met die tax-on-web site. Voor de particulier biedt de electronische aangifte daarom nauwelijks voordelen. Het zijn vooral boekhouders en belastingsspecialisten die er wel bij varen. De voornaamste begunstigde echter, dat lijdt geen twijfel, dat is de fiscus zelf. Iedere financiële biecht die zich electronisch aandient spaart de staat een druppel zweet. En kijk, dat vind ik nou persoonlijk een uiterst onwenselijke evolutie. Waarom zouden wij het onze tollenaren makkelijk moeten maken ? Is het voor ons dan een pretje, om vakje voor vakje mee te werken aan onze eigen aderlating ? Nee toch, een calvarietocht is het, die jaarlijkse zelfkastijding. Wel, gedeelde smart is halve smart, luidt het spreekwoord. Als ik moet lijden, dan gun ik de ambtenaar met genoegen zijn part. Nu heeft men de nieuwe belastingsbrieven zo aangepast, dat een electronisch oog ze makkelijk lezen kan. Sneu vind ik dat. Gelukkig werken die electronische kijkers nog verre van perfect. Bij twijfel komt er alsnog een levende ziel aan te pas. Hebt u ook een balpen voor speciale gelegenheden ? Zo een goedkope druiper waarmee men de mensen naar het hoofd gooit tijdens verkiezingscampagnes. Prima schrijfgerei voor een belastingsbrief, me dunkt. Combineer vernoemde inktsproeier met een koninklijke tremor type Albert II, u weet wel, de beving die optreedt wanneer u op het punt staat iets gewichtigs te presteren, zoals het bestijgen van een troon of voor ons simpele stervelingen, het invullen van een belastingsbrief, en uw aangifte verwordt geheid tot een vlekkerig vod. En vlekkerige vodden, daar houden computers niet van, vodden, dat blijft tot nader order mensenwerk, ambtenarenwerk ... Fijn, nou ben ik weer helemaal in balans.
Ik droeg nog nooit een naveltruitje. Met mijn man zijn heeft dat niks te maken. Eerder met mijn totaal gebrek aan creativiteit op vestimentair gebied. Het kan mij nauwelijks wat schelen wat er rond mijn lijf fladdert. Als het mij afdoende wapent tegen de heersende metereologische omstandigheden dan mag het wat mij betreft al blijven zitten. Wat betreft het effect van mijn uitdossing op de rest van de mensheid houd ik er enkele éénvoudige basisregels op na. Zo zal ik meteen van plunje veranderen als ik merk dat mijn verschijning baby's aan het huilen brengt. Ook het veelvuldig bovenhalen van een zonnebril pleeg ik als negatief advies te interpreteren. Verder hoed ik mij er vanzelfsprekend voor met mijn kledij de pestilentie of andere gruwelijke plagen te verspreiden. Meer heb ik niet aan kledingsaxioma's. Voor zover ik het kan beoordelen staat niets dus het bij tijd en wijlen dragen van een naveltruitje in de weg. Dat je mij nooit genaveltruid zal aantreffen, daaraan ligt een veel banaler gegeven ten gronde. Het kledingsstuk in kwestie behoort niet tot mijn garderobe. En na wat ik vandaag gelezen heb prijs ik mij gelukkig. Want wat blijkt: Vrouwen doen aan navelstaren, niet naar hun eigen navel wel te verstaan; naar de navel van de man. Dat wist ik niet. Het was mij voorheen volstrekt onbekend dat vrouwen navels kunnen lezen. Een man met ontblote navel is voor een vrouw een open boek. Een boek dat zo de kast weer in gaat als er pluis in de navel zit. Want mannen met pluis in de navel zijn niet pluis, aldus de navel-leer. Ik heb meteen mijn navel aan een grondig onderzoek onderworpen. Twee donkerblauwe flufjes zuiver katoen, dat las ik op het etiket van mijn t-shirt, zonder twijfel de oorzaak van de verontreiniging. Ik dacht eerst nog , ik laat ze lekker zitten daar, ik zou niet willen dat mijn navel de andere sexe op een dwaalspoor brengt. Tot een duiveltje mij wist om te praten. Zijn argument: Vrouwen zijn net mensen, en mensen willen bedrogen worden. Wel, hij is proper nu.
Zonder immatriculatie, zonder zwarte doos aan boord, snorde jij gespeend van gratie, door 't openstaande raam naar binnen.
Wellicht door mannenzweet verleid, wou jij mijn walmend lijf beminnen, tot jouw spijt, jouw grote spijt. Ik was niet in voor een romance, je zoemen bracht me niet in trance, je drie maal duizend droeve ogen lieten mij gans onbewogen.
Je drong fel aan, werd onbesuisd, hebt eens te veel mijn pad gekruist, 'k heb je vrijage ruw verstoord, je wellust dreef me tot een moord, nou zijn je zinnen van de baan.
Het rommelt boven dit sluimerdorp tussen Aarschot en Geel. Dra zal het onweer hier losbarsten, lopen de kelders vol, waaien de pannen van de daken, hebben we wat anders om over te klagen. Gedaan met hittegolven. Laat het vuurwerk maar beginnen. Ik heb me alvast een plekje geboekt op de eerste rij. Terrasje, ijsgekoelde vruchtenthee, een krakende transistor. Moeder, daarom leven wij. Van de bliksem hoef ik niks te vrezen. Bliksems zijn ongeleide projectielen. Donar rommelt maar wat aan. Vergeleken bij zijn gehamer lijkt zelfs een Katyusha-raket een precisiewapen. Ik prijs me dus gelukkig met dit nakende onweer. Honderdduizenden Libanezen zouden wat graag met mij van plaats ruilen. Helaas, dit terras is te klein. Even kijken hoe de zaken er voor staan, daar in Libanon. El Mundo bericht dat Hezbollah een nieuw type raket heeft ingezet, de Jaibar 1, met een bereik van 50 kilometer en 100 kilo explosieven aan boord. Een nieuwe stap in de escalatie, al blijft het klein bier vergeleken bij de vuurkracht van de Israëlische luchtmacht. Die dropt met haar F16's bommen van één ton op de Sjiitische wijken van Beiroet. Libanon zit in de greep van een machtstrijd tussen de coalitie USA-Israël en de as Syrië-Iran. De coalitie toont zijn vlijmscherpe tanden, de as schiet gaatjes in het emaille. Van een tandpasta-lach is al lang geen sprake meer. George Bush stottert iets over een "cessation of hostilities". Hoe symbolisch, hij kan het woord 'cessation' amper over zijn lippen krijgen. En dan verklaart hij profetisch :
"This is a moment of intense conflict in the Middle East. Yet our aim is to turn it into a moment of opportunity and a chance for broader change in the region."
Wie vanavond zin had in een portie onverteerbare ellende kon daarvoor terecht op kanaal II . Daar speelde de film "Heaven and earth" van Oliver Stone. De film vertelt het levensverhaal van Le Ly Hayslip een Vietnamese vrouw die de speelbal wordt van de Vietnam-oorlog. Le Ly wordt gemarteld door het Zuid-Vietnamese leger , verkracht door de Vietcong en ze huwt een Amerikaanse sergeant die haar jaren later opbiecht een door Uncle Sam betaalde moordmachine te zijn. Zoals u merkt, niet bepaald een opbeurende prent. Het verhaal is amper twintig minuten bezig wanneer Le Ly wordt gearresteerd op verdenking van lidmaatschap van de Vietcong. Het verhoor verloopt uiterst hardhandig, haar ondervrager slaat haar tot bloedens toe en bedreigt haar met allerlei gruwelijke folteringen als ze blijft weigeren mee te werken. Op dat ogenblik verstoort een vervelende jingle mijn 'suspension of disbelief'. Tijd voor de commerciële boodschappen. Mijn ongeloof is groot. In het televisie-universum bestaat er geen continuiteit, de hele televisie-realiteit is een aanéénschakeling van volstrekt van elkaar geïsoleerde beeldfragmenten. Nog versuft van de harde oorlogsbeelden krijg ik de eerste commercial voor de kiezen. Vraag me niet welk product hij aanprijst, door de plotse overgang zijn mijn hersenen nog niet ontvankelijk voor banaliteit,in mijn oren zindert evenwel de navrante soundtrack van het onding: "Girls just wanna have fun !". Een vrouw wordt tot moes geslagen. Ach, "Girls just wanna have fun". Televisie kent verleden noch toekomst. De ideale kijker is een Korsakov-patiënt. Een geheugen loopt maar wat in de weg en zadelt je op met allerlei bittere associaties. Hadden de beulen van Vietnam ook al iets als Swiffer-doekjes ? Dronken zij Martini om hun geweten te sussen als hun drukke dagtaak van bloed en terreur erop zat ? Of namen ze hun toevlucht tot Neurofen 400 ? Bezorgde hun bezwaarde geweten hen soms roos ? En vooral, hoe hielden ze het destijds toch uit in dat bloedhete Vietnam zonder het drie keer langere wc-blokje 'Harpic Max'. Televisiekijken is een kwestie van snel vergeten.
De maanden met een 'r', zo heb ik het ooit geleerd. Mosselen hebben een 'r' nodig. Volslagen onzin natuurlijk. Het bewijs van de ongerijmdheid van deze volkswijsheid : Ga naar uw favoriete zoekmachine en geef 'Chinese mosselen' op als zoekterm. U ziet het, ze bestaan dus wel degelijk. En het is algemeen bekend dat Chinezen niet in staat zijn woorden met een 'r' uit te spreken, inclusief de namen van maanden. Quod erat demonstrandum, beste lezer. De waarheid is dat je tegenwoordig het hele jaar door mosselen kan schrokken. De beestjes leggen desnoods duizenden kilometers af voor een éénmalig bezoek aan uw bord. Ook de mossel globaliseert. Maar waarom eigenlijk ? Waarom volstaan de acht r-maanden niet om onze honger te stillen. Als de r-regel nu onthouding betrof, ja, dan zou hij het leven van menigeen behoorlijk vergallen, daar kan ik nog inkomen, maar die vier maandjes zonder het favoriete schaaldier, die moeten toch te overbruggen zijn. We zijn het als verwende consumenten onderhand gewoon dat zowat elk denkbaar natuurproduct op ieder moment van het jaar in de rekken van de supermarkt ligt. Die luxe heeft zijn prijs. Want wie een product buiten het normale seizoen op de markt wil brengen kan daartoe op twee manieren te werk gaan. Of hij schept een kunstmatig seizoen, bijvoorbeeld in serres of onder plastic, of hij achtervolgt de seizoenen over het aardoppervlak. Waar hij ook voor kiest, het zal hem altijd een heleboel energie kosten. Die energie, voornamelijk in de vorm van gas en aardolie halen we voor een belangrijk deel uit het Midden-Oosten. Daar wordt het voor ons uit de grond gepompt en reist het via tankers en pijpleidingen naar het rijke Westen. Zodat wij er onze serres mee kunnen stoken en er onze appels mee kunnen laten overkomen uit Nieuw-Zeeland. Af en toe gaat er wel eens wat mis met het energietransport. Dan ontploft er een gasleiding of lijdt er een tanker schipbreuk. En als die tanker op dat moment toevallig net langs een mosselbank voer, ja, dan krijgen de diertjes een gratis smeerbeurt. Ach, erg is dat niet, de wereld is groot, er zijn nog plekjes zat waar nog nooit een tanker is gestrand. En mocht het ooit toch zo ver komen dat ook de laatste der mosselanen het loodje legt, dan vindt u vast wel een andere lekkernij om uw tong te strelen. Of zoals Marie-Antoinette het zou hebben verwoord : Le peuple manque des moules ! Eh bien quil mange des crevettes !
Als het geen verjaardag is, dan is het Sinterklaas, en als het geen Sinterklaas is dan is het Kerstmis, kermis, nieuwjaar of een goed rapport. Cadeautjes, cadeautjes, cadeautjes ! Je vraagt je af waar het jonge volkje zijn buit blijft stockeren. Geen wonder dat je overal langs de Vlaamse wegen zulke kasten van huizen vindt. Het zijn de magazijnen van onze jeugd. Europa heeft een een wijn- en een melkplas, een boter- een vleesberg . Wel ik zeg u, voeg daar gerust een speelgoedberg aan toe. Een gigantische kakafonie van Game Boys, X-boxen, trampolines, furby's, inline skates en electronisch boerende baby's dreigt de Vlaamse woonsten te verstikken. Vlaanderen lijdt aan Toyitis, een indigestie op basis van flashy plastiek en silicium. Wil je als kind tegenwoordig elk stuk speelgoed in je bezit tenminste eens per jaar door je handen laten gaan, dan vergt dat een secure planning. Krijg het er maar tussen, tussen de zwemles en de gitaarles, de verjaardagsfeestjes en de uitstapjes naar de kinderboerderij. Stress, stress, stress. De jeugd is te beklagen. Wat hadden wij het toch makkelijk vroeger. Drie keer per jaar één of twee stuks, daar moest je het mee stellen. En dat lukte wonderwel. Want wat we niet kregen, dat maakten we zelf. Een electrisch scootertje, geen probleem, een boek speelkaarten en de wasknijpers van moeder en onze fietsen snorden de hele buurt op stelten. Weer geen klimrek gekregen voor je verjaardag, ach, even verderop stonden tientallen forse sparren paraat om onze circusdromen waar te maken. We klommen naar de top en wiegden de stam tot hij kraakte. Vallen hoorde erbij, armen en benen zaten voortdurend onder de schrammen, het lot was me gunstig, ik zit hier nog steeds. Wat was jong zijn toen goedkoop. Nu goed, het leven werd rijker, de kinderen moesten wel volgen. Ze zitten gevangen te midden hun pretarsenaal. Buiten komen kan enkel nog onder toezicht. Je weet nooit of er geen pervert op de loer ligt. Wanneer zag u laatst een kind naar het topje van een spar klimmen , een spar, geen klimmuur ? Wie vandaag een kind in een boom aantreft, belt geheid de brandweer.
We zouden volleyballen. Met z'n vijven. Drie generaties van de partij. Zoiets is altijd een feest. Voor de oudjes, voor de jonge spruiten. De tussenliggende generatie heeft er een harde dobber aan. Want late dertigers moeten zich nog steeds bewijzen. Het staat een late dertiger niet vrij zomaar wat in het wilde weg te meppen. Lukraak meppen , dat is seniorengedrag. Eens je de zestig nadert kan je ongestraft een gat in de lucht mokeren. Eens drie maal twintig in zicht geldt zulks immers als hoogst amusant. De lachsalvo's kletsen je om de oren. Amai, mijn prothese, oei mijn rug, oma, reik me mijn stok 's. Opa schuifelt theatraal naar de achterlijn. De kleinkinderen lusten er pap van. Een interactie die de hilariteit tot ongekende hoogten verheft. Een latente flatulentie ruikt zijn kans en synchroniseert zich treffend met opa's smashes. Oma slaagt er nauwelijks nog in haar plas op te houden. Kortom, de avond kan niet meer stuk. Niet zo voor late dertigers. Die kunnen zich geen uitschuivers permitteren. Wat voor jong en oud een onschuldig vertier is, krijgt voor hen het karakter van een familiale autokeuring. Is oompje nog kwiek ? Loopt hij nog achter de moeilijke ballen ? Hoeveel sleet zit er al op zijn motor ? Dus span je elke spiervezel in je lijf. Je stormt naar het net en smasht alsof je leven er van afhangt. Met ogenschijnlijk gemak demonstreer je je uitgebreide bagage aan technieken. Onderhands opvangen, bovenhands voorzetten, een hoge sprong en een keiharde smash. Je duikt naar de onmogelijkste ballen, rolt vlotjes door over de schouder en komt pijlsnel weer overeind om meteen terug je positie in te nemen. Je hijgen probeer je te onderdrukken ookal verlangt je tong vurig naar een sessie buitenboord. Het is me weer eens gelukt. Ik voelde elke ruggenwervel maar kraken deed ik niet. Vandaag toch niet, want eens komt de dag, dat het koordje knapt, dat je overjaarse jeugd eindigt met een gescheurde gewrichtsband en een brace. Dat is voor later. Eerst moet ik deze nacht overleven. Ik smeer me in met een halve tube Flexium gel en hoop op het beste. Waar lag ook weer dat telefoonnummer van die orthopeed ....
Hoe mals spoelt de regen dit bloedhete lijf, een zegen van vocht na het vuur, met de donder die mompelt als een kijfgrage deukhoed, met de wasem van tocht die mij dompelt, in geluk, puur geluk, in geen vers ooit gevat, met geen duizend romans te verhalen, want dit koeltemoment, na een hels zonnebad is mij meer waard dan duizenden gralen.
Libanon is geen ontwikkelingsland. Het heeft dus absoluut geen behoefte aan de honderdduizend Vlaamse euromunten die Geert Bourgeois hun richting uit wil sturen. Als Libanon geneesmiddelen nodig heeft, dan is het perfect in staat om die uit de eigen portemonnee te betalen. Je moet de Libanezen dan wel de kans geven om te gaan shoppen, natuurlijk. En dat valt niet mee wanneer je wegennet tot een maanlandschap herschapen wordt en je zeehavens bij voortduring onder vuur liggen. Die honderdduizend euro, daar zullen ze trouwens niet ver mee komen. Bourgeois beseft dat, hij spreekt zelf van "een druppel op een hete plaat". Tja, als het dat maar was, meneer de minister, als het slechts een kwestie van afkoelen was dan zou uw initiatief nog het predikaat 'verdienstelijk' verdienen. Als u wat meer tijd had om achter het fornuis te staan, dan zou u weten dat het afkoelen van kookplaten een stuk makkelijker gaat met de knop op nul. Zolang Israël vuurtje stook speelt met de Libanese infrastructuur baart uw oefening in naastenliefde dus enkel stoom. Stoom afblazen, excellentie, zo duid ik uw vrijgevigheid. De psychologische druk moest van uw schedelpan. Het valt vast niet mee om elke dag op het journaal te volgen hoe een militair lilliputterlandje naar de filistijnen wordt gebombardeerd terwijl het 'bevriende' Europa lijdzaam toekijkt. Uw aalmoes is een goedkope aflaat, meneer de minister, uw zonde : passiviteit. Eens deze cynische episode achter de rug, zal Europa zich een humanitair gezicht aanmeten door met bakken geld over de brug te komen. Wie zal er echter nog willen investeren in een land dat op gelijk welk moment in de toekomst opnieuw het slachtoffer kan worden van de grillen van zijn getergde buurman. Overheden hebben er geen moeite mee om puin te subsidiëren als ze daarmee hun imago kunnen opsmukken. Een private investeerder wil toch vooral dat zijn investering geld opbrengt en liefst nog morgen als dat kan. Je moet al behoorlijk risicogeil zijn om vandaag nog geld in de Libanese economie te pompen. Want voorlopig zal dat geldgepomp enkel tot doel hebben niet te verzuipen. Net zoals die honderdduizend van Bourgeois. Goed voor minstens honderdduizend. Doekjes voor het bloeden !
Ik denk niet dat onze vorst zelf zijn speeches schrijft. Anders had hij zich wel rekenschap gegeven van het ironische karakter van zijn pleidooi voor meer talenkennis. Of zou hij, die toch bekend staat als niet gespeend van enige humor, wel degelijk het komische van zijn geijver hebben ingezien en zag ik zonet take 13 van zijn 21-juli toespraak, de eerste waarin hij zijn gezicht in de plooi kon houden. Want vlekkeloos kun je de royale beheersing van het Nederlands bezwaarlijk noemen. Zelfs bij het aflezen van de autocue laat hij meer dan eens een steekje vallen. Als pikantste verspreking zou ik de zo aangeprezen 'tallenkennis' willen nomineren. En dan te denken dat Albert nog één van de beteren van het koninklijke klasje is. Onze king to be belooft nauwelijks beterschap, om van Paola nog maar te zwijgen. Ik vrees dat de Nederlandstalige instructies bij een Taiwanese ladyshave het kwa verstaanbaarheid winnen van de dietse smalltalk-capaciteiten van onze koningin. Zij hoeft dus ook al niet te solliciteren naar één van die vele oninvulbare vacatures waarover haar echtgenoot het had. Wat een geluk dat kennis van het Nederlands niet vereist is voor de functie van vorstin. Dat is toch meer iets voor volksere professies als bediende of buschauffeur. Nederlandsonkundigheid loopt als een rode draad of zo u wil een file rouge doorheen de geschiedenis van onze dynastie. Toen Leopold I op 17 juli 1831 voet aan wal zette op Belgisch grondgebied koos hij daarvoor La Panne en niet de Panne, geloof me. Ik denk niet dat daar in meer dan 175 jaar veel verandering is in gekomen. Dat de koninklijke familie zich tegenwoordig frekwent met Nederlandstalige klanken in de kijker speelt lijkt mij vooral een kwestie van zorgvuldig gerepeteerde lipservice, meer niet. Een werkelijk spontane conversatie in de taal van de meerderheid van de Belgen zit er voorlopig niet in. Aan een gebrek aan studiefaciliteiten zal dat zeker niet liggen. Een paar miljoentjes meer of minder om onze koninklijke familie te scholen in de taal van Vondel, die kunnen er wat mij betreft wel af. En het is ook wel vaker geprobeerd. Alleen, ze kiezen hun studielocaties zo beroerd. Welk genie komt op het idee Paola naar Spa te sturen voor een taalbad. Spa, u weet wel, van het bronwater, dat pareltje in de Ardennen. Het woord 'taalbad' suggereert toch een onderdompeling, nietwaar, nou vertel me eens, wie gaat er nu op retraite naar Parijs om Mandarijns te leren ? Onze koningin zal zich ongetwijfeld goed geamuseerd hebben daar in de Ardennen. Maar kwa onderdompeling koos ze helaas voor Spa blauw. Want veel sprankel heb ik in haar Nederlands nog nooit kunnen ontwaren. Dus als onze vorst zich werkelijk zorgen maakt om de gebrekkige talenkennis van zijn onderdanen, dan heb ik voor hem slechts één advies, dat hij indien nodig mag vertalen bij middel van zijn dictionaire Engels-Frans. Lead by example !
Er schuilt geen macht in een maillot, trappen doen alleen de benen, een wielerwet voor iedereen, Amerikanen, Duitsers, Denen, het geel, dat krijg je niet cadeau, er schuilt geen kracht in een maillot.
't Lijkt lekker bollen in het geel, fietsen tussen erehagen, fans die je op handen dragen, de halve wereld wil je kussen.
Dan plots loopt de machine vast, blijkt zo'n trui een loden last, je vroeg je lijf één trap te veel, je dromen kunnen in de kast en weg is je supportersschare, ook dat kan rondegeel je baren.
Een mens zou denken dat het 1706 was, maar nee hoor, we schrijven vandaag wel degelijk 18 juli 2006. En toch vinden we het nog steeds nodig burgers in de adelstand te verheffen. De lijst van uitverkorenen werd vandaag bekendgemaakt door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Zo zullen ondermeer Willy De Clerck en zijn eega Fernande Fazzi weldra een blauw-bloed-transfusie ondergaan. Ik wil nog best geloven dat beiden de Belgische staat uitstekende diensten hebben bewezen. Dat de staat tegenover hen zijn erkentelijkheid wil betonen, daar zie ik überhaupt geen graten in, maar waarom zou men zijn toevlucht moeten nemen tot het uitdelen van adellijke titels ? Er moeten toch andere manieren te vinden zijn om verdienstelijke burgers in de bloemetjes te zetten. Artikel 10 van de Belgische grondwet stelt: "Er is in de staat geen onderscheid van standen. De Belgen zijn gelijk voor de wet". Wel, als u een beter voorbeeld vindt van geinstitutionaliseerde ongelijkheid tussen landgenoten dan de adelstand, dan moet u het mij komen vertellen. De hoogste eer die dit land zijn inwoners kan verstrekken berust dus op een volledige veronachtzaming van zijn grondbeginselen ! Typisch Belgische logica misschien. Of zit er een andere logica verborgen achter de jaarlijkse titelregen ? Zou het kunnen dat het de oude erfadel vooral te doen is om het verdedigen van zijn eigen winkel dan wel de belangen van ons landje ? Door het adopteren van succesvolle 'commoners' ontkrachten zij bijvoorbeeld de stelling dat zij tot een elitair en hermetisch afgesloten clubje behoren. Zelfs een man van het volk als Eddy Merckx kan het tot baron schoppen, als dat niet democratisch is ....Ook deelt de oude adel in de glans die afstraalt van de edellieden, die hun titel niet in de schoot geworpen kregen. De verworven adel in zijn nederige rol van blazoenoppoetser, dus. Eens de fine fleur van onze maatschappij geadeld door het leven gaat, krijgt de erfadel ook makkelijker toegang tot deze meestal invloedrijke individuen en wordt het dus simpeler om hen voor hun kar, excuseer me, hun koets te spannen. Zeker als de neofiet zoals vaak slecht ridder is of baron en jij als graaf, markies of hertog je op je hogere rang kan beroepen. De topjob, de koningstitel, blijft trouwens exclusief een kwestie van de juiste broek !
Echt iets voor Murat Kaplan om zich te gaan verschuilen in een Brico. Waar zou een handige harry als hij zich beter thuis voelen dan temidden het doe-het-zelf gebeuren ... In één moeite kon hij ook even nagaan hoeveel je tegenwoordig moet neertellen voor een degelijke ijzerzaag Als Belgiës ongekroonde ontsnappingskoning word je verondersteld van dat soort zaken op de hoogte te blijven. De politie heeft de bewuste vestiging in Waver omsingeld en daarna doorzocht. Dit alles zonder het minste resultaat, enfin, 't is te zeggen, van Kaplan niet het minste spoor, maar naar het schijnt is aspirant-inspecteur Willekens er pardoes op de thermostatische douchemengkraan gestoten waar hij al maanden naar op zoek was. Gelukkig had hij zijn klantenkaart op zak. Toch één politieman die met een voldaan gevoel naar huis kon, vanavond. Tja, het is geen makkie om een kerel voor alle klusjes als Kaplan terug te vinden in een ijzerwinkel. Zo iemand verdwijnt als een kameleon in de achtergrond in zo'n Brico-biotoop. Ik zou zoiets niet moeten proberen. Drop mij in een doe-het-zelf zaak en ik pas in het plaatje als een pogoënde Massai krijger tussen een kleuterklasje pygmeeën. Geef mij maar een openbare bibliotheek om in te verdwijnen of een internationaal congres over tweetaligheid bij ééncelligen. Twee minuten concentratie en ik versmelt met het decor. Tot mijn maag begint te knorren evenwel, dan moet ik zoals iedere andere sterveling op zoek naar een frietkot of een goed gevulde koelkast. En aangezien dat even goed opgaat voor gangstermagen, zal ook Kaplan weldra zijn schuiloord moeten verlaten. Want van muurtegels, douchekoppen en compressoren kan een mens niet leven. Maar het zijn wel uitstekende ingrediënten voor een ontsnappingsplan, eerste categorie. Ik zie het zo voor mij. Kaplan, naarstig aan het werk in het magazijn van de Brico. Laspost in de aanslag, hamerend, solderend, schroevendraaier achter het oor en om zijn middel een gereedschapsgordel, een koning waardig. MacGuyver en het voltallige A-team in één mannenlijf. Om dan morgen nog één keer uit te breken, spectaculair en onvergetelijk, met op de achtergrond, schallend uit de luidsprekers van een uit lompen en ijzerdraad geknutselde pa-installatie, de soundtrack van het A-team: Taa tara taaa, ra taa taaa, tara tara ta taaa, taa te rata taaa .... I love it when a plan comes together !