De wereld is zo schoon. Die van buiten dan. Hier binnen heerst de troosteloosheid van trage klokken. We sjokken door de gangen van ons gewatteerde kerkercomplex, ik en mijn maatje, geile Cois. Volgende week wordt hij vijftig, Frans. Laatst vroeg ik 'm nog wat hij wou voor z'n verjaardag. Over zijn antwoord laat ik u in het ongewisse, het lijkt me beter zo. Zedenfeiten, daarom zit hij hier. De man toont zich te graag. Hij is er jarenlang mee weggekomen. Tot zijn lid een trauma schroeide in het netvlies van een passerend schoolmeisjescollectief. Toen pikte de rechter het niet langer. En zond hem hier naartoe. Om er in het belang van de maatschappij iedere kiem van pedofiele neiging uit te therapeutiseren. Ik ben zo niet, riep Cois nog toen hij werd weggeleid. Hij is zo niet, hij discrimineert niet op basis van leeftijd, zo luidt zijn verweer. We zullen hem hier niet snel uitwuiven, vermoed ik. Niet met zijn attitude. Cois participeert slechts lijfelijk aan zijn behandeling. Zo kom je hier niet buiten. Zeker niet na ons laatste groepsgesprek.
We waren met zijn vijven, vier gekken en een therapeut: Eva en Erwin, beide doorgedreven zot, Cois en ik en Hilde om ons te genezen. Erwin voerde het woord, dat is Erwins visie op groepsgesprekken. Ik hield mij onledig met instemmend knikken en volg-mimiek, ik wil hier wel zo snel mogelijk buiten ... Cois zat wat aan zijn broek te plukken. Eva las: La Libre Belgique. Ze doet aan talen. Af en toe kleurde ze een passage groen met haar fluostift. Tussen het knikken en het mimespel door probeerde ik mee te lezen. Zowat halverwege onze sessie 'Erwin-lult-de-rapen-gaar' gebeurde het. Eva stokte, haar blik gericht op haar recents geschapen groenvlak. Ik focuste en las.
"Yves Leterme s'est irrité de son absence à une réunion impromptue, convoquée à la dernière minute par SMS pour jeudi matin."
"Frans speelt met het geslacht !", riep Eva plots. En Cois zat aan zijn broek te plukken ...
Dat gaat hem minstens twee maanden extra opleveren, de sukkel. 't Is rot voor Cois, want ze houden zo van de buitenlucht. Hij en zijn houweel.
Ik weet niet wat de man behelsde. Uren bleef hij doorgaan. "Marliese ! Marliese !", galmde het door de nachtelijke gangen van dit dwazenhotel. Ze hebben hem de mond gesnoerd. Maar zijn ijselijk geschreeuw hield mijn geest gegijzeld. I went to the doctor and he gave me something to sleep ...