Er zat een pukkel op haar appendix en nu is hij weg. Uitgeknepen. Tien
dagen heeft hij mogen rijpen. De patient heeft de weg naar het herstel
ingezet. Het schouwspel dat zich de laatste tien dagen heeft afgespeeld
binnen het kartel CD&V/N-VA verdient een top-10 notering in het
lijstje wansmakelijkste politieke vertoningen uit de Vlaamse naoorlogse
geschiedenis. Velen zullen zich in de handen gewreven hebben
gisteravond. Jean-Marie Dedecker uitgespuwd door de N-VA, jochei,
jochei ! Wel, dat ze feesten zonder mij. Ik dans niet op het lijf van
een judoka die bloedend op de tatami ligt. Ik ben geen fan van JMD,
maar dit had hij niet verdient ... want dit verdient niemand. De
CD&V en N-VA hebben voor heel Vlaanderen aangetoond welk een
extreme laagtes politiek kan bereiken. Nog een centimeter dieper en ze
waren bij onze tegenvoeters in Nieuw-Zeeland weer boven gekomen. Heren
en dames politici van de N-VA, dit kan dus echt niet ! Eerst een
politieke vedette met veel fanfare inhalen om hem tien dagen later
alweer af te serveren, dat is effenaf goor. Waar zit jullie fatsoen ?
Want zo wilde N-VA zich toch profileren, als het fatsoenlijk Vlaams
nationalistisch alternatief ... Proficiat zeg, die goede manieren van
jullie, die weten jullie subliem te verbergen. Bart De Wever gaf er
gisteren een geniale draai aan ... aan zijn draai. Alleen zonder
Dedecker zou de N-VA aan de onderhandelingstafel zitten als zich een
nieuwe ronde in de staatshervorming aandient. En dat is nodig als je op
dat proces wil wegen. Met andere woorden, schaf de oppositiepartijen
maar af want ze doen er toch niet toe. Ooit van de Volksunie gehoord,
Bart ? Hoeveel jaren is die partij aan de macht geweest ? Hoe denkt u
trouwens ooit nog op de onderhandelingen te wegen, nu uw partij zo
duidelijk bij de pluimgewichten werd ingedeeld. Even blazen en Barts
bekje wijst opnieuw de gewenste richting aan. Bart De Wever, een
Vlaamse leeuw ... Laat me niet lachen. Bart De Wever is de windhaan op
de kerktorenspits van de CD&V. Hij mag dan al De Wever heten, een
Pieter de Coninck is hij zeker niet. O, wat zal Di Rupo sidderen en
beven.
De donkerste dagen worden steeds
lichter. Zo anders dan toen ik een kind was. Ik herinner me nog de
avondlijke ritten huiswaarts, hoe ik, dromerig, vanop de achterbank de
straten langs me heen zag schuiven. De huizen, grauwe schimmen, met
her en der een flauwig schijnsel dat van onder de gordijnen het koude
winterzwart verkende. Een schemer, geel van peertjes, en ergens in de
hoek een bonte mist van kerstboomlicht. Hoe anders ogen straten nu. De
huizen baden in het licht. Koopman Xmas heeft de tuin gekaapt. Alles
moet stralen: de stalletjes, de sparren, de sleeën, de rendieren en
Santa. De kassa viert kerst. Licht is luxe, licht is overvloed, 'lux'
is fun. Vooral buiten, om drie uur 's nachts, als baken voor zatte Jan
wanneer die over de weg laveert op terugweg van een avondje
pintelieren. Binnen doven wij de lampen en we knuffelen bij het
gefonkel van kaarslicht. Als licht een pretartikel wordt, confetti om
de nacht mee op te fleuren, als we nog het allerliefst schitteren voor
een lege zaal, tja, wat zeur je dan ? Wat heb je dan te mekkeren over
de Vlaming die niet moet weten van kortingsbonnen voor spaarlampen.
Sparen is versterven. Sparen is sober. Sober is somber, somber als
omber. Sparen is wel honderd verschillende dingen maar fun is sparen
zeker niet. Van sparen gaat het geld niet rollen. Sparen leidt tot
crisisjaren. Dus waarom zouden we ...
Ze deed mij binnen zonder bellen, zonder Chanellen, zonder jarretellen.
Ik buiten zinnen, begon te spinnen, niet van te winnen, kreeg tien tellen.
Buiten in het malse gras, languit in een regenplas, verend op een oud matras, alsof de jeugd nog in ons was.
Eens wijl wij zo het hooglied zongen, klapten plots mijn beide longen, en van mijn nakend eind doordrongen, heeft mijn zaad uw ei besprongen, en het tot klonerij gedwongen, nu rest van mij slechts stof en as en jij blijft achter met de jongen.
Wanneer ik voor het laatst een mier zag, ik zou het bij god niet weten.
Ik peil nu al een tiental minuten mijn geheugen op zoek naar een
herinnering tot wier totstandkoming één of meerdere mieren hebben
bijgedragen, evenwel zonder resultaat. Ik weet dat ze bestaan, 'k heb
zelfs een behoorlijk beeld van hun anatomie. Ik ben vertrouwd met de
onaangename aspecten van hun zuur. Maar als u mij op de man af zou
vragen te verhalen over mijn recentste treffen met een individu van
deze diersoort, ik zou u enkel stilte kunnen bieden. Mijn ratio
suggereert me niet al te ver in het verleden te duiken. Mieren zijn
niet bepaald zeldzame beesten. Daarmee bedoel ik dan de mier in het
algemeen, want er bestaan wel degelijk met uitsterven bedreigde
miersoorten. In het geval van de ruige gaststeekmier verwondert mij dat
geen zier. Met zo'n reputatie hoef je ook niet op een van staatswege
gesubsidieerd reservaatje te rekenen. Deze zijsprong enkel om
mierenneukers het gras voor de voeten weg te maaien. Vergeet de ruige
gaststeekmier en andere miervariëteiten die eveneens in de nesten
zitten, mijn stelling omtrent de omvang van de mierenpopulatie betrof
wel degelijk het gehele mierencollectief. Tientallen miljarden mieren
kruipen er rond op deze planeet en ik kan me geen enkel exemplaar voor
de geest halen. Zeker nu de winter erg lang uitblijft moet ik zeer
recent nog enkelen het pad gekruist hebben. Probleem is natuurlijk, je
ziet ze zo makkelijk over het hoofd, die ijverige beestjes. Kinderen
zouden het je zo kunnen zeggen, wanneer ze laatst een mier zagen,
vraagt u het maar. En niet omdat kinderen lager bij de grond vertoeven.
Wel omdat zij hun blik op de grond gericht houden. Want op de grond
krioelt het van de interessante spullen. Een zeldzame knikker, een
halve euro, een smeulende sigarettenpeuk, mieren ... Wij volwassenen
hebben geleerd strak voor ons uit te kijken. Daar recht voor ons, daar
ligt de toekomst, met grote schreden eropaf ! Geen tijd voor
pietluttigheden die er niet toe doen. Wat zou het als een buslading
bejaarde bosmieren ons voor de voeten wil lopen. Er is mij geen enkel
geval bekend waar een bosmier het struikelblok vormde voor een
carrière. Negeren dus, die troep. Tot ze op een heerlijke zomerdag met
zijn allen uw picknick komen vergallen. Dan krijgen ze opeens wel uw
gehele aandacht, negatieve aandacht dat wel, maar aandacht niettemin.
Onze eigen domme schuld. Jaren van emotionele verwaarlozing, dat blijft
nooit zonder gevolgen. Mierenbeetjes zijn zure kreetjes, kreetjes om
aandacht, aandacht en liefde !
Al
een tijdje nu kom ik hier regelmatig uw blogske lezen. En allez, ik ga
er geen doekskes om winden, ik ben er toch niet helemaal content van.
Versta me niet verkeerd, hé, ge zult mij niet horen zeggen dat het
slecht is maar er kan toch nog 't één en 't ander aan verbeterd worden.
Daarbij, gij zult zelf toch ook al gemerkt hebben dat de mensen niet
zot staan van uwe lektuur. 't Is daarom dat 'k dacht, ik ga die jongen
eens wat tips aan d' hand doen, want 't is toch triestig als ge ziet
hoeveel moeite dat die doet, en dat die daar dan zo weinig uit haalt.
Om te beginnen, Alex, stopt is met die verskes, jongen. Daar zitten de
mensen echt niet op te wachten, vertrouwt mij. Als de mensen iets
willen horen à la krinkelende winkelende waterdingske, dan pakken ze
hun Guido Gezelle wel uit de kast en neemt nu van mij gerust aan, gij
zijt gene Guido, en ook gene Gezelle. Daarbij, als ik die flauwe
romantische zever van u lees - want tussen ons gezegd en gezwegen, voor
de sex moet ge hier ook niet komen hé - dan denk ik bij mijn eigen,
Alex, jongen, gij moet dringend 's wat meer buiten komen. Een beetje
frisse lucht, dat zou u goed doen, me dunkt. En dan wordt ge misschien
ook gelijk wat vrolijker, want lachen, dat is er bij u ook niet al te
dikwijls bij, hé. Ja, zo wat de gewone man uitlachen, dat kunt gij wel.
Maar een echte gezonde lach, zo één waardat ge, als ge niet oppast, een
ei in uw onderbroek van legt, dat is u de laatste jaren niet te vaak
overkomen, denk ik. 't Is daarom dat 'k zeg. Komt eens wat meer buiten,
jongen, onder de mensen, de natuur in. Steekt wat meer tijd in sport,
in plaats van in al die politiek van u. Daar moet ge nu toch niet van
verschieten dat ge daar depressief van wordt. Iedereen wordt daar
depressief van. Dat willen de mensen toch niet lezen, Alex. Sport, dat
willen de mensen lezen, voetbal of wielrennen. Hebt gij toevallig gene
coureur in uw familie zitten, of een kleine die wat voetbalt ? Wel
schrijft daar eens iets over. Ge zult zien, die mayonaise zal wel
pakken. 't Is te zeggen, als ge het een beetje luchtig weet te brengen,
natuurlijk. Een beetje luchtiger als tot hiertoe, als 't kan. Want,
Alex, jongen, als ik dat soms nog maar bezie, die artikelkes van u, dan
is mijn goesting al voorbij. Klein letterkes, ofwel van die hele
lelijke lettertypes van de jaren stillekes. Groot moeten ze zijn, die
letters van u. Ge moet gene schrik hebben, dat gaat u gene frank meer
kosten. En wisselt een beetje af, 's maandags Arial, dinsdags Verdana,
's woensdags Bodoni ... Ge moet ook een beetje aandacht besteden aan
het uitzicht, Alex. Het oog wilt ook wat, aan een verstandige mens als
gij zou ik dat toch niet moeten uitleggen. En nog zoiets, de uitvinding
van de fotografie, die is ook helemaal aan u voorbijgegaan zeker.
Steekt toch eens wat fotokes in uw blogske, manneke. Dat maakt het wat
persoonlijker, zo slaagt ge een band naar de lezer. Hebt gij geen
dwergkonijn, poezen of andere huisdieren die geen slijm afgeven als ge
ze pakt ? Anders genoeg harige beesten te vinden op 't internet ...
Veel tijd kost dat nu toch niet. Een foto van uw eigen smoelwerk zouden
de mensen ook appreciëren denk ik. Bon, ge zult wel goeie redenen
hebben om ons daar niet mee lastig te vallen zeker ... En nog een
laatste dingske. Het oor, Alex, het oor mag ook verwend worden. Niks te
zwaar natuurlijk, de mensen hebben al miserie genoeg aan hun kop. Iets
swingend, iets dat ze kunnen meezingen, iets van Helmut of van Dana,
zoiets. Of zoekt iets dat bij de tijd van 't jaar past, wat dacht ge
van een schoon kerstmuziekske. Kijkt maar eens rond, het stikt ervan op
't internet en 't is allemaal gratis. Enfin, het zijn maar klein
dingskes, maar ge zult zien, ge zult er uw profijt mee doen.
Succes ermee,
Jos
Tot daar Jos' schrijven. Bent u het eens met Jos of ziet u het anders ? Laat het me weten.
Het gaat niet best met Pinochet. Nu ja, de mens was al een tijdje tot
op de draad versleten. Als ik me hem voor de geest probeer te halen zie
ik meestal een grijsaard in een rolstoel of een bompa met een
wandelstok. Vooral op vreemde grond leken zijn benen hem voortdurend in
de steek te laten. Waarschijnlijk een gevolg van de stress. Want de
laatste tien jaar kon Pinochet nauwelijks nog een voet buiten zijn
vaderland zetten zonder het risico te lopen dat er een arrestatiebevel
tegen hem werd uitgevaardigd. Spanje probeerde hem in '98 nog
uitgeleverd te krijgen door het Verenigd Koninkrijk terwijl hij in
Londen herstelde van een rugoperatie. Zijn status van gewezen
staatsthoofd leek hem daar aanvankelijk voor te behoeden. Aanvankelijk,
want in mei '99 zette het hooggerechtshof toch het licht op groen voor
zijn uitlevering. Een besluit met een nefast effect op de broze
gezondheid van de arme ex-dictator. Er was opeens vanalles aan de hand
met zijn geheugen, kortom het was not done deze zieke mens voor de
rechter te laten verschijnen. Gevolg: op 4 maart 2000 keert de
sukkelaar naar zijn heimat terug en, kan je een betere reclame
verzinnen voor de gezonde Chileense lucht, eens thuis veert de krasse
knar fluks uit zijn rolstoel op en begroet de oude vrienden die hem op
de tarmac hebben opgewacht. Ondertussen zijn we bijna zeven jaar
verder. De tienduizenden slachtoffers van de folterpraktijken
kenmerkend voor zijn schrikbewind bleven op hun honger. De
tienduizenden familieleden van hen die spoorloos verdwenen zullen de
junta-leider nooit terecht zien staan. En dan, een tiental dagen
geleden stuurt Pinochet deze verklaring de wereld in :
"Today,
near the end of my days, I want to say that I harbour no rancour
against anybody, that I love my fatherland above all. ... I take
political responsibility for everything that was done."
Bitter,
waarlijk bitter. Wat een zondebesef ... De geschiedenis zal een hard
oordeel vellen over deze man. Niet minder hard, het verdict voor de
vele westerse landen die hem ongemoeid zijn gang lieten gaan ...
Begrijpt maa naa ni verkiërd, meniër, ik hem niks tegen die biësjes, au
contraire, ik zien ze geire die veugelkes, doëdgeire, vroag et mor on
ons Marea. Mo veu doar naa elke muind draa euro's veur op toafel te
smaten, da goa nei toch e bitje vaar vinne kik. Otaandelek, woaveu zoa
die biësjes da noadig hemme. Heire ga owet al is zoëne veugel zien
binne komen ba den bakker of de charcutier ? Die biësjes vinne oemes
hun ete boate. In de natuur ! En veu de rest langs de raaboan. En on
ons getwië hemme ze goe ete, za. Da mag gelaak wa zaan, nen afgekloven
appel of kruimels van e koekske, alles smaaten welle uit den ottomobil.
De veugelkes kunne der mo goe mee zaan, zei ons Marea altaa. Over 't
lest nog iëne tege de veuroat van manen otto gevlogen, verdoeme. Ik kon
weeral nor Car Glass. Da mutte hette biëste zaan, zeg ! Naa, 't was gen
dram zalle, 't was zoë liëlaak zwet biëst, zoanne laakepikker. Ne krowa
! Zjust goe. Mor denkt mor nie da ge dan mut kome kloage baa die manne
za. De Veugelbeschaarming, lot maa nie lachen, meniër. En doaveu zoa
kik dan elke muind draa euro mutten dokken. Om maanen otto te loaten
massacreren deur zoën liëlaak zwet geval, of veur maa graszoad te
loaten oepfrette deur een bende graze mussen as ik just mane nieve
gazon gezoat hem. As da naa de kolibribeschaarming was, nen
aasveugelambulans of veu maan poart een valkparkietenklinikske. Da zen
tenminste nog faarm biësjes. Mor efkes draa euro in 't bakske van de
"veugelbeschaarming", hela, die mannen zwaanzen zeker. Wie wet koape ze
der gemengd zoad van veu de doave van 't stad. Kunne die nog miër hun
gevoeg komen doen op 't dak van maan veranda. Let oat zeg. Ze konne der
beiter cartouches hoagel van koëpe, maa gedacht. Mo doar hedde gaa
hiëlemoa genne zeg over hé, wat die manne mee aa geld dun. Pinte pakke,
nor de maskes, en as er dan nog wa klaan geld overschiet, zoad veu die
smeirige doave. Ik zalle kik zuilf wel de veugelkes beschaarmen. Ik hem
hie toch al een voederplank stoan in maanen hof, alliën veur schoën
veugelkes hé, de rest schiet ik er af mee maan luitjesgeweir. Awel, ik
moak er een voederbaank van ! Ik zalle kik is geregeld maan klaan geld
uit maan tessen hoalen en dat allemoal tussen de kruimelkes leggen. En
as er hie owet nen aasvogel op het roam tikt met 10 cent in zane
snoavel, awel dië kregt van maa direct ne frisko, garantie !