Morgen vieren we de val van Bagdad. Al voor de vierde keer doen we dat.
Het wordt stilaan een traditie. U zal weer dezelfde beelden zien. Tanks
in de straten van de Iraakse hoofdstad, juichende, want bevrijde Iraki
's en een standbeeld van Saddam Hussein dat - hoe profetisch toch- een
strop rond de nek krijgt en enigzins lullig net niet ter aarde stort.
Wellicht wordt u eveneens getrakteerd op de u welbekende beelden van
gigantische vazen die door feestende inboorlingen als aandenken aan de
omwenteling worden verzameld. Ach, hoe onschuldig was die tijd van
toen. Toen, toen de shiieten en soennieten mekaar nog niet naar het
leven stonden. Toen , toen zovele naar het buitenland gevluchte Iraki
's nog plannen smeedden om naar het vaderland terug te keren. Toen,
toen velen nog de illusie koesterden dat 'democratie' een product was
dat je manu militari kon importeren. Nu, bijna vier jaar later staat
Irak aan de rand van de afgrond. Amerika is bezig met zijn offensief
van de wanhoop. Bagdad first, lijkt het devies. Eerst de hoofdstad
terug in handen krijgen en daarna de rest van het land. Uit wat ons
dagelijks aan nieuws bereikt over gruwelijke aanslagen,
folterpraktijken en executies door doodseskaders, kan je bezwaarlijk
afleiden dat deze operaties erg succesvol zijn. Hoogstens is er sprake
van een gedeeltelijke verschuiving van het geweld. In Diwaniyah, een
stad met meer dan 400 000 inwoners leveren Amerikaanse troepen strijd
met het Mahdi leger van Moqtada al-Sadr. Fallujah lijkt drie jaar na
zijn bevrijding nog steeds niet veilig. De voorbije maand verloren 81
Amerikaanse soldaten het leven, meer dan 300 werden er zwaar gewond.
Moqtada al-Sadr, de leider van een politieke partij met meer dan tien
procent van de zetels in het parlement , riep vandaag zijn volgelingen
op om hun aanvallen voortaan te concentreren op de westerse bezetter.
Morgen zullen zijn aanhangers hun macht etaleren tijdens een
demonstratie in de ,voor de shiieten, heilige stad, Najaf.
Waarschijnlijk hebt u op maandag een vrije dag. Zet uw tv-toestel op
CNN of BBC World, met een beetje geluk zit u op de eerste rij als het
uit de hand loopt. Hebt u iets om over te praten als u aan het eind van
de dag een biertje gaat drinken. De heer is verrezen, en Irak wordt
gekruisigd. Geloofd zij de zoon van god, dat hij mij gerieft door ieder
jaar op een andere dag te verrijzen. Het ketterse Pasen hoort vrolijk
te wezen.
Wie houdt van rechte lijnen, van strakke pennestreken, van zonder omhaal aderlaten, van stuurs vooruit, niet omgekeken, die komt hier tot zijn recht.
Treed toe, gij edel hard gelaat, gij die van harten stenen bakt, gij die de bard zijn knoken knakt, gij van zoethout pijlen snijder, de weke massa snakt naar u, gij leider van dit brosse land.
Wee de door jeuk geplaagde filosoof. Hij ziet zich overwonnen door een
banaliteit. Terwijl er van filosofen verwacht mag worden dat zij hun
aandacht reserveren voor essentialia als de vraag waartoe de mens dient
te streven. Dat, eeuwen van overpeinzingen ten spijt, er nog steeds
geen overeenstemming bestaat omtrent de ware opdracht van de mens,dat
mogen wij de jeuk ten kwade duiden. Jeuk verbreekt de concentratie en
verdeelde aandacht resulteert in fragmentarisch inzicht. Sommigen
zouden kunnen opwerpen dat ik de zaken overdrijf, dat ik het effect van
kriebels op het filosofisch bedrijf overschat. Wat dan te denken van
factoren als diarree, honger, wespen, loslopende honden, zeurende
kinderen, de dood of overrompeling door Germaanse horden ? Hoe groot is
niet hun verstorend potentieel voor de praktijk van de wijsbegeerte ?
Laten wij bij wijze van oefening de aangevoerde elementen van de
gewaardeerde critici aan een nadere inspectie onderwerpen.
Dat
episodes van veelvuldig waterig ontlasten niet van aard zijn te
inspireren tot wijsgerige doorbraken, dat leidt geen twijfel. Evenzeer
staat het vast dat slechts een relatief beperkte fractie van de
mensheid levenslang met deze condititie te kampen heeft. Daarenboven is
mij geen enkel statistisch onderzoek bekend dat wijst op een positieve
correlatie tussen frekwentie van diarree en de neiging tot filosoferen.
Over
honger als sta in de weg voor de filosofie kan ik kort zijn: Eten helpt
enorm. Diegenen die op regelmatige basis voedsel moeten ontberen hebben
doorgaans weinig behoefte aan filosoferen. Hun antwoord op de vraag
waartoe de mens dient te streven leidt dan ook steevast tot met
calorieën doorspekte antwoorden. Ik beklaag hun lot oprecht.
Het
irritante gedrag van wespen, voornamelijk gesteld tijdens nazomerdagen,
is genoegzaam bekend. De geroutineerde filosoof verliest geen tijd met
vallen plaatsen of wespen meppen. Hij overwint zijn zucht naar
buitenlucht en trekt zich terug in zijn studeerkamer, een actie die hem
tevens vrijwaart van confrontaties met loslopende honden.
Kinderen
hebben het recht te zeuren. Dat hoeven ze echter niet in uw buurt te
doen. Loop hard weg als ze aanstalten maken. Op nazomerse dagen en/of
bij het aanhoren van geblaf bij voorkeur in de richting van uw
studeerkamer. Laat kinderen nooit uw studeerkamer betreden.
Dan
is er de dood, het onafwendbare eindstation van eenieders leven. Van
aspirant-filosofen mag verondersteld worden dat ze beseffen dat alle
gefilosofeer voor dit tragische tijdstip dient plaats te vinden.
Tot
slot de mogelijkheid dat het vaderland van de filosoof overrompeld
wordt door Germaanse horden. Eens Germaanse horden de smaak van het
overrompelen te pakken hebben kan niets of niemand ze nog stuiten. De
in zo 'n land vertoevende filosofen maken zich daarom beter zo snel
mogelijk uit de voeten. Iedere vorm van verzet zou nutteloos blijken en
hen bovendien afhouden van hun voorname opdracht, zijnde, het
filosoferen.
U merkt het. Geen van de door mijn virtuele critici
gesuggereerde factoren staan op structurele en permanente wijze de
uitoefening van de wijsbegeerte in de weg. Hooguit zijn het tijdelijke
obstakels die de onaangenaam verraste reiziger tot extra kilometers
verplichten. Aan jeuk echter, valt niet te ontkomen. Ontvlucht de
Germaanse horden, sluit u op in uw studeerkamer, jaren voor uw dood,
ver van zeurende kinderen, wespen en loslopende honden. Doe dit alles
met een volle maag en constateer dit trieste feit met mij: De kriebel
overwint. Altijd.
Vroeger werden wij allen geacht heren te zijn in het verkeer. Ja,
zelfs vrouwen dienden zich heerlijk te gedragen. We weten allemaal wat
die aanpak ons heeft opgebracht. Tijd dus om iets anders te proberen
meenden de 'Responsible Young Drivers' en ze lanceerden een "Nationale
Dag van de Hoffelijkheid". Geen afzonderlijke Vlaamse, Waalse en
Brusselse, neen één nationale ! Ik veronderstel dat men problemen op de
Brusselse ring wil vermijden. Het zou immers nogal een zootje worden
mochten enkel de Vlamingen zich vandaag van het middelvinger opsteken
onthouden. Een welgemeende middelvinger dient volgens de vigerende
omgangsvormen immers op spiegelende wijze beantwoord te worden. Mensen
zonder middelvinger kunnen terugvallen op de gebalde vuist. Mensen die
het zonder vuisten moeten stellen kunnen volstaan met helder
gearticuleerde standaardscheldwoorden als klootzakske, asshole, kust
men kl ..., enfin, we kennen allen het bloemrijke repertoire. Hoe u ook
repliceert op de u toegezonden verwensingen, de kern van uw aandeel in
deze interactie bestaat erin dat u kennis geeft van ontvangst en de
initiator met gestes of klanken van minstens evenwaardig insultatief
niveau bejegent. Wie afwijkt van deze ongeschreven regel riskeert
hiermee zijn opponent in een staat van opperste verwarring achter te
laten. Wat zoiets in volle spits teweeg kan brengen, dat lezen we
dagelijks in de krant. Mensen verliezen het hoofd alsmede de macht over
het stuur. En u staat een uur in de file, uw kinderen komen te laat
voor de muziekschool, uw partner klaagt over een schrijnend gebrek aan
aandacht. Dat hebt u dan te danken aan die ene witte ridder die het wel
een aardig ideetje vond om de medeweggebruiker met een glimlach
tegemoet te treden. Niet toevallig waren het de Responsible Young
Drivers die zich bewust werden van het immer aanwezige gevaar van zulke
ongecoördineerde oprispingen van ridderlijkheid. Vandaar hun
lovenswaardig initiatief. Vandaag geven we de goedzakken ruim baan. De
volle 24 uren. Laat u maar eens goed gaan, watjes, geitenwollen sokken
en zebrapadrespecterende mietjes. Spui uw welwillendheid, vermoei u,
strooi al uw goedheid uit over het beton. Dan bent u morgen weer de
oude en van harte welkom tussen de normale weggebruikers.
Ze hadden hem Zoef moeten dopen. 574,8 kilometer per uur, amai mijn
overjas. Zag u hem ook voorbijflitsen, vanavond op het journaal ? Nooit
eerder reed een trein zo snel. Toegegeven, de Japanners hebben hun
JR-Maglev, maar die maakt zoals de naam al suggereert gebruik van
magnetische levitatie met andere woorden, hij vliegt, een ronduit
belachelijke wijze van voortbeweging voor iets dat zich trein noemt.
Het Franse volk mag zich dus met recht op de borst kloppen: het snelste
treinvolk, dat zijn zij. Alleen, wat koop je ervoor ? De Fransman zal
er geen minuut minder door in de file staan. Vervoer via
hogesnelheidstreinen vertegenwoordigt een minuscule fractie van de
totale mobiliteit. Zo is dat in Frankrijk, zo is dat ook in België.
Iedere werkdag tuffen tienduizenden forenzen over de Brusselse ring.
Niet aan 574, niet aan 120 km per uur, ze loven de heer al als ze
twintig gemiddeld halen. De TGV is een ingenieuze oplossing voor een
nauwelijks bestaand probleem. Voor het prangende vraagstuk van het
woon-werk verkeer brengt hij niet het minste soelaas. In tegendeel, hij
zet de mensen op het verkeerde been, door ze voor te spiegelen dat
mobiliteit een kwestie is van technologie. En zo sukkelen we immer
verder, aan een slakkengangetje, de verkeerde kant uit, leggen we een
extra strook beton, en bouwen we nieuwe kantoorblokken aan de randen
van de stad. In plaats van daar waar de meesten van ons ze veel liever
zouden willen: in de tuin van de buren !
Zeg me waar mag ik je bijten vannacht, mijn liefste, geef een teentje aan mij. Ik zal je zachtjes kauwen vannacht, mijn liefste, en schenk je kusjes erbij.
'k pluk een stukje snoep, van je blote poep, 'k ben weg, want jouw suikergoed, smaakt veel zoeter dan, klontjes en honing en bergen van rijstebrij.
Zeg me, waar mag ik je drinken vanmorgen, mijn liefste, spaar een drupje voor mij. We zullen op de liefde klinken, mijn liefste, we worden dronken en vrij.
Mmm, ik vreet je op, met huid en haar, als ontbijt, je hebt een toetje klaar, je zou niet dulden dat, jouw hondje maar één secondje honger lijdt.
Zeg me, hoe kan ik je zinnen vervullen , mijn liefste, spel je dromen voor mij, zucht ze, kreun ze, kerf ze, gebied ze, mijn liefste, zucht ze, kreun ze, kerf ze, gebied ze, mijn liefste, bijt ze, bid ze, brand ze, gebied ze, mijn liefste klei mij.