Niets is dommer dan goed zijn. Neem nu mij vanavond. In zeven haasten
bij de geldboer binnen. En wat tref ik daar aan ? Een toetende automaat
! Jawel, beste lezer. Stond daar één Alex en een in alle staten
verkerende geldspuwer. Een verstrooide klant had zijn bankkaart
vergeten. Wat doe ik ? Ik denk. Moet je nooit doen, denken. In
combinatie met een onsje goedheid gaat je kop daar lelijk van gisten.
En dan neem je verkeerde beslissingen. Zoals ik vanavond bij de
geldboer. De mens nam het over van de machine. Als klanten kaarten
achterlaten geraakt zo'n automaat lelijk in paniek. Wij mensen staan
daar boven, zo dacht ik toch. Soms ben je beter af als machine. Want,
wat moest ik nu aanvangen met die bankkaart ? Het kantoor was gesloten.
En nergens in de automatenruimte vond ik ook maar de minste instructie
over 'wat te doen als je een bankkaart vindt'. Ach, natuurlijk, er
staat een naam op zo'n kaart. 'Geerts Wilfried ', een aanknopingspunt,
how hard can it be, niet ? Nou, harder dan je denkt. Wel twintig Geerts
' Wilfrieds hier in België. En ik had ze allemaal gevonden. Ik kon die
G.W.'s toch niet allemaal gaan lastig vallen, alleen maar vanwege die
ene naamgenoot die even onoplettend was geweest. Hé, kijk nu, twee G.W.
's, woonachtig in W. , het dorp van mijn toetende automaat. Dat kon
nauwelijks toeval zijn.
Toeval neigt er naar zich op de meest ongepaste momenten van zijn slechtste kant te laten zien.
Ook
nu weer stak het zijn lelijke kop op: Jawel, u spreekt met Wilfried
Geerts, en nee ik heb mijn bankkaart niet verloren. Ik ben niet eens
bij bank F. Ik bleef zielig achter, met in mijn hand, de bankkaart van
Wilfried Geerts. Dan maar de klantendienst van F. gebeld. Die zouden
mij vast kunnen helpen. Helaas, alle medewerkers van F. waren reeds in
gesprek. Of ik later eens terug wou bellen. Ondertussen bekroop mij een
ongemakkelijk gevoel. Was ik nu een dief ? Had ik dan niet in mijn
bezit, de bankkaart van een mij totaal onbekend man, een kerel die op
dit eigenste moment misschien met de politie aan het bellen was om de
diefstal van zijn plastieken betaalwonder te rapporteren ?
Overduidelijk dat ik mij in een zeer penibele toestand bevond. Ik
diende onmiddellijk de politie te contacteren om hen te overtuigen van
mijn te goeder trouw zijn. 101 bellen leek me wat al te kras.
Uiteindelijk was er niets ernstigs aan de hand. Na een minuutje
googelen vond ik drie telefoonnummers voor mijn politiezone. Geen van
de drie brachten mij echter in contact met een man in uniform. De
politie sliep. Als ze morgen uitgeslapen zijn, in alle vroegte, dan
mogen ze mij komen halen. Ik zal me niet verzetten tegen mijn
arrestatie. Want ik ben totaal onschuldig.En u bent mijn getuige !
't Is even wennen in 't begin, een scherpe pijn, een emmer bloed, gereutel en een gore kuch maar plof toch maar die punt erin, het resultaat oogt beregoed, die dolk staat prachtig in mijn rug.
Zoiets, dat vergeet je niet, geloof me vrij, dra welt dat op, als tranen van een oud verdriet, de klanken van een kinderlied, de bloesems van die dag in mei toen hij jou kuste, en jij zijn tong niet lustte.
Je zal weer snel als vroeger zijn, als vroeger maar dan trager, wat minder fel, wat minder mager, met her en der een scheutje pijn.
't Is zeker dat de tijd verteert, maar hoe de slinger ook probeert, één drang kan zijn tand niet deren, ons verlangen naar begeren.
Marcel
Vanthilt verwoordde het zo krachtig in de jaren tachtig: "Jij verbruikt
te veel stroom." Vandaag zou hij een engelstalige versie van dit nummer
moeten uitbrengen , speciaal voor milieuprofeet en oscar-winnaar Al
Gore. Want wat lees ik vandaag op dat world wide web van mij : "Al Gore
is een energiegrootverbruiker en hypocriet." Al Gore, ooit nog
vice-president van de VS, de man die onze planeet poogt te behoeden
voor een overdosis CO2, jaagt zelf jaarlijks tonnen van dat spul de
atmosfeer in. Zijn energieverbruik is meer dan tien keer hoger dan dat
van het gemiddeld gezinnetje in Nashville Tenessee. En dan te weten dat
zo'n Nashvilliaans gezin nog altijd vier maal meer stroom tapt dan een
doorsnee Belgisch gezin. Het geeft een nuchter mens te denken.
Alleszins mijn voorhoofdsrimpels deden hun stinkende best. "Lead by
example, nooit van gehoord, Al ?", gonsde het achter mijn fronzen.
Anderen zullen wellicht nog scherper reageren. Als die Gore-familie
niet eens de moeite doet om naar hun eigen evangelie te leven, waarom
zou ik dat dan moeten doen ? En dat is nu net wat het 'Tennessee Center
for Policy Research' (TCPR), bron van de beschuldigingen aan het adres
van Gore, beoogt. Het TCPR is een conservatieve denktank van mensen die
menen dat het wel meevalt met de opwarming van onze aarde. Tegenwoordig
valt deze opinie nog nauwelijks te verkopen. Vandaar hun nieuwe
tactiek: De boodschapper in diskrediet brengen. De methode werkt,
anders zou men ze niet hanteren. Maar niet bij u ! Want uw hoofd blijft
lekker koel bij deze opwarmingsdiscussie. Wat kan het u schelen wat
voor een levensstijl Al Gore er op na houdt. Heeft de man gelijk, daar
gaat het u om ! Als conservatieve denktankers goede argumenten hebben
om het verhaal van Al Gore in twijfel te trekken, wel ik zou zeggen,
voor de draad ermee ! Een hele wereld van klimaatwetenschappers zal
zich met graagte op hun feitenmateriaal storten. Maar ik verwacht niet
dat ze veel interesse zullen tonen voor de elektriciteitsfaktuur van
een gewezen vice-president van de Verenigde Staten. Diens hoge
elektriciteitsrekening wijkt wellicht weinig af van deze van andere
vermogende Amerikanen met een kast van een huis en een verwarmd
zwembad, zij het conservatieve aardolieminnaars of progressieve
zonne-energiefanaten. Dus "foei, foei, foei, meneer de vice-president"
maar kunnen we het vanaf nu weer hebben over de kern van de zaak ?
Wat te
doen met Flahaut ? Weet u het ? We kunnen toch niet blijven
regionaliseren. Een land met twee onverzoenbare visies op buitenlands
beleid verliest al gauw zijn bestaansrecht. De minister van Defensie
gedraagt zich alsof hij ook Buitenlandse Zaken in zijn portefeuille
heeft. Maar wij hadden al een minister van Buitenlandse Zaken: Een man
met een blauwe pet op die De Gucht heet. En die heeft gans andere
ideeën over de Belgische politiek jegens Congo. 'Voorzichtigheid' lijkt
zijn boodschap: Goed, Congo heeft zijn eerste stapjes gezet richting
democratie. Het land organiseerde presidentsverkiezingen, niet
foutloos, maar wie maalt daar om, alle begin is moeilijk. Het resultaat
van de verkiezingen leidde bovendien niet tot het uitbreken van een
burgeroorlog. Voor het eerst in jaren kan de Congolese bevolking dromen
van een betere toekomst. So far so good. Maar niets garandeert dat die
droom ook uit zal komen. Heeft Kabila werkelijk zulk een democratische
inborst ? Voor wie de verkiezingen wint en zo de macht in handen krijgt
is het makkelijk de democraat uit te hangen. Hij - want het zijn o zo
zelden vrouwen - heeft de touwtjes in handen, en it's good to be the
king. Maar hoe zal Kabila reageren als hij in de toekomst de macht uit
handen zal moeten geven ? Omdat het volk hem beu wordt , of omdat de
wet het aantal ambstermijnen limiteert. Zal hij dan even veel respect
betonen voor de democratische rechtsstaat ? Of zal hij zich ontpoppen
als de nieuwe Mobutu ? Met een vrolijk hoedje op zijn schedel,
huizenhoge portretten van hem in de straten van Kinshasa en een
Belgisch eredoctoraat onder de arm. Hoe schoon voor het imago van ons
landje ... De Vlaamse kranten schieten in een kramp, de Waalse pers
geeuwt verveeld. Kan iemand even langs het frietkot voor een flinke
portie Belgisch buitenlands beleid a.u.b. ? En de stip van minister
Flahaut kan maar beter een tijdje niet meer op het radarscherm
verschijnen.
Oud is al jaren niet meer in. Ik vertel u vast geen nieuws. Wat grijs
is, is versleten. Niet meer mee, incompatibel. Alleen de combinatie oud
en zeldzaam ligt nog goed in de markt. Dat noemen wij dan antiek. Aan
oude mensen echter geen gebrek. De wereld wordt almaar tandenlozer, nog
een jaar of dertig en ook ik zal op mijn tandvlees zitten. Mijn
tandarts denkt, dat haalt ie nooit ...
Al
die kunstgebitten, die moeten op tijd en stond in een potje worden
gedeponeerd. Tabletje Steradent erbij en de volgende morgen weer in de
mond van de rechtmatige eigenaar. Ik weet het, het klinkt cliché maar
ik zal zeker niet de enige zijn die een droefniswekkend beeld heeft van
het rusthuis. Een kolonie met twee soorten bewoners. Een traag volkje,
ruim in de meerderheid, dat zijn dagen slijt met slappe koffie slurpen,
uit het raam staren, slurpen, staren, vragen naar de vergeten weg en
snurken en daarrond circulerend een ijverig clubje werkmieren dat dat
gestaar, geslurp, gedool en gesnurk in goede banen moet leiden. Niks
geen bedrijfswagen, snoepreisjes naar de Azoren, perspectieven op een
leidinggevende project management functie. Wel een zere rug, afstomping
en een salaris waarvan de gemiddelde woestijnbestendige koe zich
schuddebuikend tot dromedaris transformeert. Inderdaad, de jeugd staat
niet te trappelen om een carrière als verpleegkundige in het rusthuis.
Wat wil je ? Het rusthuis heeft niks blits. Bejaarden hebben niks
dynamisch. En geld valt er niet te rapen.
Wat zegt u ?
Verplegen is een roeping ? Die lokroep die u opving moet een echo zijn
uit een ver verleden. Uit een tijd voor het 'beyond ideology'-tijdperk.
Toen idealen nog van tel waren. Ze zijn er nog wel, de idealisten, maar
daar krijg je je vacatures al lang niet meer mee opgevuld.
Wat
nu gedaan ? Ik zie slechts twee mogelijkheden. Ofwel kies je ervoor je
personeel beter te betalen, als je maar genoeg betaalt, dan vind je
altijd wel kandidaten. Dat gaat ons vanzelfsprekend handen vol geld
kosten en het is zeer de vraag of wij dat voor onze oudjes over hebben.
Dan maar oplossing twee: We dwingen werklozen een baan in het rusthuis
te accepteren. Het rusthuis als oord van dwangarbeid. Mooi, het effect
dat zoiets zal hebben op het nu al zo fijne imago van de sector. O, u
bent humorist. U wou de maatschappij veranderen.
Wat hebben wij gelachen, en honderd meter verderop lag een man op sterven.
Niet onze schuld.
Gewoon het lot, het ongeluk, bij ons geluk.
Alsof ons vieren in de waagschaal met lijden moest gecompenseerd. Vier geuten vrolijkheid, één dosis rigor mortis.
We hebben nog een glas gedronken, en zalig in het pluche verzonken schonken wij meer aandacht aan het vonken van het vuur, dan aan het doodsuur van een onfortuinlijk man.
Of de wereld mij nog zou kunnen gebruiken. Daar draaide alles om
vandaag. Ter beoordeling verliet ik in alle vroegte de stille Kempen om
mij naar het trotse Gent, onomstreden baken van Vlaamse bedrijvigheid,
te begeven. Langs het slapende Olen, over het gonzende Antwerpen met
zijn wirwar van beton en zijn Kennedytunnel, tot bij het bedrijvenpark
waar ik verwacht werd. Verwacht maar niet welkom geheten. Alle
parkeerplaatsen bestemd voor bezoekers van bedrijf E bleken reeds
bezet. Nu ben ik de domste niet. Mij moet je die personeelsmanagers
niet leren kennen. Met hun doos vol lepe truken. Camera's zijn
spotgoedkoop, de dag van vandaag. Ik zou me niet laten kennen. Mijn
problem solving capabilities zouden daarbinnen van het scherm spatten.
Ik stalde mijn vehikel op een bezoekersplaats van naburig bedrijf A.
Weten die A'ers veel wat voor wagen hun gasten besturen. Tenzij ook zij
zich van camera's bedienen ... Wat mij noopte tot een schijnbezoek.
Even de lobby van A binnenwandelen. Daar vanop een afstand
vertrouwensvol de juffrouw aan de balie toelachen. Dan een
o-ik-ben-wat-in-mijn-auto-vergeten-gebaar ten tonele gebracht en weer
naar buiten. Niemand die er op toeziet dat vertrekkende bezoekers zich
ook werkelijk uit de voeten maken. De toekijkende jury kan niet anders
dan genoten hebben van mijn kundig manoeuvre. Doch mijn test was nog
niet volbracht. Hun afwezigheid op het afgesproken punt van treffen
sprak boekdelen. Men laat het subject wachten, sudderen en kijkt wat er
gebeurt. Het past in zulke situaties zich rustig schoon niet
onbetrokken te tonen. Men noteert dan: Subject is zichtbaar gemotiveerd
maar behoudt de controle. Zeker niet gaan ijsberen. Ik zag een stoel,
de enige in de gang, en nam deze in gebruik. Een vrouw kwam langs en
vroeg me of ik op de dokter wachtte. Die stoel fungeerde als wachtkamer
voor de bedrijfsarts wiens kabinet zich recht tegenover mijn
gezetenheid bevond. Ik moet er behoorlijk flets uitgezien hebben, zo
rondom negenen ... Mijn jury kwam tevoorschijn. Ik mocht hen volgen. Er
werd mij koffie aangeboden. Zij kliefden mij, doorboorden mij en
sloegen mij aan spaanders. Te vroeg gepiekt. Helaas.
Hebt u mij gemist ? Ja, dat hebt u vast. Tuurlijk hebt u mij gemist.
Nu, ik zal het u niet verhullen, ik u ook . Ik wat minder u dan u mij,
veronderstel ik, maar dat hoeft u niet te verdrieten, dat is heel
normaal. Want terwijl ik dag na dag de spots op mij gericht weet, kijkt
u toe vanuit het donker, daar waar voor mij het zwarte gat ligt. Geen
echt zwart gat, natuurlijk. Ware zwarte gaten werken als vergeetputten.
Alles wat erin terecht komt kent zijn toekomst in de dieperik. In
tegenstelling tot u, die er, na het consumeren van mijn stukjes, nog
steeds in slaagt monter uw persoonlijk leven te hervatten. Met niets
dan pretlichtjes in de ogen, ik gun ze u trouwens van harte. Soms zie
ik ze fonkelen, die lichtjes. Meest gebeurt dat wanneer mijn scherm op
zwart springt omdat het mijn dagdromerijen niet langer van stroom wil
voorzien. Dan zie ik sterretjes en denk aan u. Namen noemen hoeft hier
niet, u weet wel dat ik het over u heb. U, wiens namen mij als als
Gheorghe Zamfir in de oren klinken. Omdat u mij telkens weer weet te
verrassen met interessante standpunten, originele perspectieven of
loftuitingen zonder gelijke. Vooral u heb ik gemist. Gisteren nog. Het
moet zowat 7 uur geweest zijn toen ik mij rusteloos afvroeg : Hoe zou
het met Raf zijn ? Hij zal zich toch geen zorgen maken omwille van mijn
onaangekondigde afwezigheid. Ben ik niet onaanvaardbaar egoïstisch
bezig, ik die nu al meer dan 48 uur grenzenloos geniet van
voortreffelijk vrouwelijk gezelschap. Ik laat mij volop verwennen,
kusje hier, snoepje daar en Raf, die arme man, die moet het maar
uitzoeken. Geen sms-je, geen e-mailbericht. Wat moet die kerel nu wel
denken. Hoe onattent van mij. Ik moet het snel weer goedmaken.
Misschien met een blogje over sanitair. Daar houdt hij zo van. Ja, dat
heeft hij nog van mij tegoed. U leest het. Ik denk aan u.
Onder, dan weer boven water, snakkend. Beetje losser, beetje strakker, bange rimpels van verlangen. Wie de vis is, wie de vlotter. Waar is boven, wat is nat ? Wie wordt waar naartoe getrokken ? Lichte deining, zware snokken, harde dobber, tobber.
Het Groene Boekje neemt mijn twijfels weg. 't is wel degelijk munitie.
En niet, menutie,minitie of minutie, die mij tot zo-even alle drie nog
even plausibel leken. Ik heb de schrijfwijze nochtans al vaker
opgezocht. Ze blijft niet hangen. Gelukkig wijzen de schrijfwijzen van
de Nederlandse Taalunie mij de weg. Zelfs in zaken van geweld vertrouw
ik op hun onfeilbaarheid. Ik ben niet de enige die het moeilijk heeft
met de spelling van het wapenende woord. Zelfs volksvertegenwoordigers
lijken kwetsbaar op dit vlak. Tijdens het vragenuurtje van de federale
kamer vlogen de 'minuties' en 'menuties' mij om de oren. En andere
parlementairen spraken het woord zo onduidelijk uit dat in mij het
vermoeden opwelde, dat zij op die manier hun eigen twijfel wilden
maskeren. Een beetje zoals kinderen die in dictees hun d's van een
extra streepje voorzien in de hoop dat de onderwijzer de
onduidelijkheid in hun voordeel zal interpreteren. De
volksvertegenwoordigers stelden vragen aan de minister van Binnenlandse
Zaken. Over de tonnen door burgers ingeleverde munitie die maar niet
wegraken uit de politiebureaus. Er schijnt een probleem te zijn met de
vernietiging. Nu geef ik onmiddellijk toe, ik ben een complete leek op
dit gebied maar ... munitie .... vernietigen .... waar schuilt hier de
moeilijkheid ? Ik ging er altijd van uit dat munitie niets liever deed
dan in rook opgaan. Een tik op de hoed en daar gaat de kogel, zo had ik
de edele kunst van het schieten begrepen. Elk explosief materiaal
vertoont een aangeboren neiging tot autodestructief gedrag. Een lichte
aansporing volstaat. Een aspirant zelfmoordenaar heeft genoeg aan een
stuk touw, explosieven schreeuwen om ontsteking. En daarvoor dient een
Duitse firma aangezocht ? Een referentie op dit domein, dat lijdt geen
twijfel. Tiens, hoe zouden die Duitse experten dat aanpakken ? Vast
heel anders dan ik suggereer. Worden de kogels individueel op betere
gedachten gebracht ? Bekeerd tot het pacifisme ? Krijgen ze
documentaires te zien met gruwelijke beelden van oorlogsslachtoffers of
kijken ze klassikaal naar de begrafenis van een meisje van 2 dat op
straat werd neergekogeld ? Ach, 't zijn Duitsers, dus ze zullen hun
werk wel 'Gründlich machen'. En toch, Duitsers, die de kogels van ons
cadeau krijgen, ergens in mijn achterhoofd zorgt het nog steeds voor
kortsluiting. Gelukkig steekt er geen gram kruit in mijn hersenpan.
Onlangs contacteerde u één van onze diensten en wij bevestigen hierbij uw aanvraag. Onderstaand vindt u een overzicht van de belangrijkste elementen van uw aanvraag.
betreft: -Uw abonnement op de dienst "Belnakom Firing Solution"
blablabla blablabla
Uw eerste factuur zal een gedetailleerd overzicht bevatten.
Indien
er sprake is van een misverstand of indien u nog verdere vragen hebt,
dan kan u ons altijd contacteren op het gratis nummer (0800) XY ABC
Vriendelijke groeten,
Uw klantendienst.
Consternatie !
Gesprek:
- Welkom bij de Belnakom klantendienst. - Indien u abonnee wilt worden bij Belnakom, druk dan 1 - Indien u informatie wenst over producten of diensten van Belnakom, druk dan 2 - Contacteert u ons om een andere reden, druk dan 3 - 3 ! - Indien u vragen hebt over uw factuur, druk dan 1 - Indien u een storing wil melden, druk dan 2 - Contacteert u ons om een andere reden, druk dan 3 - 3 ! - Goeiemorgen, Benny Bellemans, assistant supervisor client management, met wat kan ik u van dienst zijn ? - Goeiemorgen, meneer Bellemans, u spreekt met Benoit Buelens. Ik bel u, want ik zit met een probleempje. - Daarvoor zit ik hier, meneer Buelens, zegt u het maar. - Wel, ik krijg hier vanmorgen een brief over een abonnement voor de dienst 'Belnakom Firing Solution'. - Dat is inderdaad een dienst van onze firma, meneer. Hebt u een klacht over deze dienst ? -
Welnee. Uw brief suggereert dat ik een abonnement op die dienst zou
hebben aangevraagd. Maar dat heb ik nooit gedaan. Ik zou niet eens
weten wat voor dienst dat is. - Wel, meneer, dat kan ik u heel
eenvoudig uitleggen. 'Belnakom Firing Solution' garandeert de abonnee
een geheel verzorgde executie per vuurpeloton uitgevoerd door een
kwintet gecertificeerde scherpschutters. U hoeft zich nergens om te
bekommeren. Wij staan in voor de hele organisatie: Schutters, munitie,
blinddoek, laatste sigaret of alcoholische consumptie,
overlijdensattest en overbrenging naar een door u gekozen mortuarium
binnen een straal van 30 kilometer. En dit alles leveren wij u
gegarandeerd binnen de 48 uur na aanvraag. - Maar ik heb dat nooit aangevraagd ! -
Ah, ik zie uw probleem. En u bent daar zeker van ? Ik kijk het even na
voor u ... Een aanvraag op uw naam bevindt zich wel degelijk in ons
systeem, meneer. Zou het niet kunnen dat iemand anders de aanvraag
heeft gedaan ? Uw vrouw misschien, of één van uw kinderen ? Dat gebeurt
vaak. - Ik heb geen kinderen. En mijn vrouw is verleden maand gestorven aan kanker. -
Gecondoleerd, meneer Buelens. Tja, in dat geval denk ik dat we iedere
betrokkenheid van uw vrouw wel kunnen uitsluiten. De aanvraag stamt van
13 februari ... Een inwonende oma of opa misschien ? - Neen, ik woon
alleen. Enfin, dat doet niet ter zake. Punt is: Ik moet die dienst van
u niet. Schrap mij maar uit uw systeem ... - Ik begrijp u volkomen
meneer Buelens. De methode bevalt u niet. Geen erg, in dat geval kan ik
u misschien interesseren voor de dienst 'Belnakom Dangling Solution',
een exclusieve dood door ophanging, het touw is van zuiver natuurlijke
hennep, de galg van inlandse eik, of misschien voelt u meer voor onze
dienst 'Belnakom Electric Solution', bij de mensen beter bekend als
'dood door stoelgang'. Beide diensten uiteraard met dezelfde aandacht
voor detail en volledigheid. Ik ben gemachtigd u zonder bijkomende
kosten te muteren, met een simpele muisklik fiks ik u een ander
slotakkoord. U moet zich overigens wel haasten, want ik zie dat uw
aanvraag reeds dateert van ... - Excuseer me, er wordt aangebeld. Ik ga even kijken, blijft u aan de lijn aub, ik ben zo terug. (een minuut verstrijkt) (twee minuten) (vijf) - Hallo ? Bent u daar nog ? Hallo ? Meneer Buelens ? ... Meneer Buelens ?
Yves Leterme zit met een probleem. Hij wil premier worden maar mag het
nog niet zeggen. Want de goede huisvader van Vlaanderen heeft zich
tragisch vastgeluld. Als Vlaams minister-president wou hij immers zo
graag een ploeg die de volledige rit zou uitdoen. Bijgevolg kan hij het
absoluut niet maken om zelf zomaar zijn post te verlaten. Een kapitein
verandert toch ook niet van schip voor zijn vaartuig veilig aan de kaai
ligt. Neen, afgeladen karrenvrachten doorslaggevende argumenten zal het
vergen om Yves om te krijgen. Ze zullen hem moeten smeken, er zal
stevig op hem moeten worden ingepraat. Een batterij grijze eminenties
wordt in stelling gebracht om de op handen zijnde overtuigingsstrijd te
voeren. Maar pas na massale oproepen vanuit de zo gewaardeerde basis
zal Yves ten langen leste door de knieën gaan, zal hij zwichten, zal
hij zich bereid tonen zich op te offeren voor het vaderland. Zo kan hij
zo lang mogelijk zijn imago van goede bestuurder op de kiezer
projecteren. Zolang hij echter nog niet officieel in de running is voor
het premierschap moet hij wel andere manieren verzinnen om in beeld te
blijven. Niet alleen als meesterlijk opperboekhouder van Vlaanderen,
ook als inspirator. Vanuit de Vlaamse regering hoeft hij daarvoor
natuurlijk op niet al te veel steun meer te rekenen. De
coalitiepartners van de CD & V zouden wel gek wezen om toe te staan
dat Leterme zijn ambt zou benutten om zich te profileren als bezieler
van het Vlaamse volk. Als de minister-president vanuit zijn
CD&V-hart wil spreken, dan doet hij dat maar in zijn vrije tijd zou
het snel klinken. Wel, Leterme is hen voor geweest. Hij is mens
geworden. Mens onder de mensen. En als mens maakt hij zich zorgen.
"Na het zinloze geweld van de laatste maanden is het tijd voor een kentering"
"We moeten werk maken van een warme samenleving. Alle ideeën zijn daarbij welkom."
Yves.Leterme@skynet.be
als ideeënbus ! Wat een geniale vondst. Geef ze wielen en ga ermee
toeren door Vlaanderen. Paars pak vast uw biezen. Busje komt zo !
Kijk, een dag kan je nog vergeten, een dag is zo voorbij. Eén keertje
niet op de kalender kijken 's morgens en je hebt het al zitten. Een
hele week van krommenaas gebaren, dat is een ander verhaal, dat ruikt
naar moedwil. Ze worden steeds slimmer, de middenstanders. Vroeger kon
een vent al eens een jaartje overslaan. Dat leverde hem dan een dag
mokken op van zijn vrouw of vriendin. En die ene dag meer, ach, wat
betekent dat uiteindelijk op een jaar ... Vandaag kan je je nergens
meer achter verschuilen. Ze hebben de V-dag gerekt tot hij een week
was, de commercanten.
Eeuwen stond ik aan de zijlijn. Kon ik
meewarig het hoofd schudden. Om die arme halve trouwboeken, de radeloze
minnaars, de door winkelwandelstraten dolende aspirant-lovers. Wat een
leger losers, zeg. Die tijd ligt nu achter me. Ik heb me ook een
lidkaart aangeschaft. En met die lidkaart kwam een aandrang tot dolen,
een onrust die gevoed wordt door de media.
- Dag twee van de week en je hebt nog geen cadeautje, Alex ! - Waarom zou ik ? Ze heeft lak aan V - Ja, dat zeggen ze dan ... - Hoe bedoel je ? -
Jezus, waar maken ze nog klunzen zoals jij ? Tref jij het, zeg, dat ik
veroordeeld ben levenslang rond te hotsen in die echoput tussen jouw
oren. Je weet toch hoe 'de vrouwen' zijn ! - euh schoon,lief, zacht ... lief ? -
Idioot ! Vrouwen weten niet wat ze willen. Ze zeggen A, ze bedoelen B.
Je zegt eerste straat links, ze draaien een boerenerf op. Je mag ze
nooit hun zin geven. Onthoud dat ! Alle vrouwen zijn Bulgaren. Ze
schudden van nee, maar denken: "ja, gaarne ..." - Dus jij denkt dat ze wel wat verwacht ? - Het zou me plezieren als je mij met u zou aanspreken. Kwestie van de verhoudingen helder te stellen. - Dus u denkt dat ze ... - Hebben koeien tepels ? - < domme stilte > -
Vier stuks, jij, dank zij mij, aan het complete vacuüm, ontstolen
leeghoofd ! Tuurlijk verwacht ze een teken van jouw L. En zet jouw
beruchte G maar even op non-actief, want dit geschenk zal de verdere
loop van je leven bepalen. - Duizendmaal dank voor uw exquis advies, uwe hoogheid, maar, als ik u vragen mag: "Waaraan had u dan gedacht, qua ... " -
Nee, dat mag jij niet, nitwit. Triviale kwesties als deze behoren tot
het terrein van de tactiek. En daar kan ik mijn genialiteit niet aan
verspillen. Kruip achter dat aftandse rekenbeest van je en google je
een schijn van vrouwenkennis. Afijn, doe wat je wil maar vooral, los
het zelf op. Ik houd me enkel bezig met de grote lijnen. Met de
strategie. Zo, genoeg gratis advies verstrekt voor een goede wijl. Ik
mag erop rekenen dat je mij verder niet meer stoort de komende weken ?
Tenzij het strategische beslissingen betreft, vanzelfsprekend. Dan mag
je mij aanspreken ? Met u ! En vergeet niet vooraf te bellen !
Nu zijt wellekome, bij de VLD, al komt gij van de rooie,of van de sjeeveepee, want wij zijn nu open , kom ga met ons in zee, toch minstens tot in juni, dan stemt gij ons tevree.
Guyrieleis
Kiezers van dit landje, wit of antraciet, de blauwen zijn herboren, Dedecker is gewied. t Is nog niet te late, de folders liggen klaar, dat 'open' zal ons redden, zo sprak de Gentenaar.
Guyrieleis
Met anderen aan de touwtjes, gaat België naar de maan, vervlogen zijn uw centjes, verschwunden is uw baan. De CO2 zal stijgen, het land zal barsten gaan, uw kroost zal honger lijden, de wereld zal vergaan.
Er staat een sneeuwman voor de deur. Nou ja, man is een groot woord. 't
Is een knaap die zijn borst vooruit steekt. Waarschijnlijk omdat hij
zijn kop al kwijt is. Die heeft hij na amper vier uur zweten al aan de
zon moeten prijsgeven. Dus met zijn hersens hoeft hij niet meer te
pronken. Dan maar zijn stoere torso in de strijd gegooid. Zo van, kijk
allen naar mij sneeuwvrouwen der Kempen, aanschouw dit ijs geworden
monument der onverzettelijkheid, Zie hoe van ontzag de sneeuw wegsmelt
rondom mijn voeten. Hoor het 'oe' en 'ooo' dat opstijgt uit de kelen
van duizenden ontdooiende groene baksprietjes.Kom tot mij.
Stilte.
Er
gaat een nacht voorbij. De tweede dag. Nog steeds geen sneeuwvrouw te
bekennen. Het deert hem niet. Hij droomt. De vrouwen zullen komen.
Niet in te te tomen, de hitsige stromen, de dichte drommen droomvrouwen, ze stremmen de spits, zijn ster hen tot gids, hun stemmen verstommen, ze willen hem trouwen, maar hij wil veel liever zijn vrijheid behou'en, van blomme tot blomme hij lust wel wat wits.
Dag
drie. Uit het lood geslagen. Ze willen me niet. Verdomme. Mijn borst
helt naar rechts. Wie ben ik ? Wat ben ik ? Twee wakke bollen schepijs
zonder hoorn. Dra ben ik ijswater. En dan weg. De zoete rivier. Het
zout van de zee. Niets blijft van mij dan de herinnering aan niets.
Wc's met
vermaler werken op 220 V éénfasig. Wist u dat ? Ik dus niet. En met
deze nieuwe kennis gewapend kijk ik niet meteen vrolijker tegen het
leven aan. Voortaan zal ik mij nog behoedzamer op onbekende
toiletpotten begeven. Hoor ik daar het zachte zoemen van een
elektromotor ? Waar bevindt zich de bron van dit geluid ? Mag mijn
argwaan overboord bij het ontwaren van een ventilator ? Of word ik
omtrent de trigger van mijn wantrouwen in het ongewisse gelaten ? Hoe
zacht zoemt zo'n vermaler trouwens ? Ik mag er toch wel van uitgaan dat
die dingen geluid produceren ? Mijn hemel, wie weet hoe vaak heb ik me
argeloos neergeploft pal boven zo'n walgelijk misplaatste blender. De
risico's die ik liep. We moeten allemaal een gordel om, zelfs voor die
anderhalve kilometer naar de krantenwinkel. Maar even later riskeren
wij ons onderstel als wij ons met het aangeschafte dagblad niets
vermoedend terugtrekken op het kleinste kamertje. Dit alles zonder
aanvullende verzekering.
Mijn stoelgang behoeft geen
gehaktmolen ! Niet dat er überhaupt niets op aan te merken valt,
overigens, dat zult u mij nooit horen beweren. En ik hoop dat u mij
niet zal nopen uitspraken omtrent de volmaaktheid van uw ontlasting te
logenstraffen. Niemands excrementen zijn vlekkeloos, laten wij hierover
met elkander tot overéénstemming komen. Soms zijn ze zacht en schoon
geproportioneerd, andere dagen robuust, parelsnoerig, ja, soms ronduit
hardnekkig maar van graniet heb ik ze nog nooit geweten. Gun ze enkele
minuutjes weken en ze smelten als onwelriekende sneeuwvlokken onder een
februarizonnetje. Ik zie geen enkele reden waarom ik mij zou moeten
blootstellen aan het risico op elektrocutie - één- of meerfasig - of de
ravage teweeggebracht door een losgeschoten propeller die zich een weg
zoekt naar mijn onderbuik. Ban de elektrische stoelgang ! Wie Scudslost
reist voortaan maar met een Patriot-systeem op zak. Wie beton stort
dient zich in de toekomst met een pneumatische drilboor op pad te
begeven. Ons aller veiligheid primeert op de onbuigzaamheid van
enkelingen. Europa, voel u met aandrang geroepen. Stel mij snel op mijn
gemak.
En of er gezongen werd op de bus. Wij vrolijke reizigers leken wel een
transgenerationeel clubje vrolijke vrienden, olijk kwelend onderweg
naar een reünie met Nonkel Bob. Hoe betreurenswaardig dat ik geen
gitaar bij de hand had, of een kampvuur. Hartverwarmend was ze, mijn
terugreis naar het kil-Kempisch boerengat dat nog steeds mijn bed
herbergt. De bus vergastte ons op een schizofreen microklimaat. Guur en
vochtig telkens een aardling het nodig vond ons levenslustige
gezelschap te vervoegen, composthoop-zwoel als een vlaag aircogenoegen
je kant uit woei. Ja, woei ! Kwa inlevingsvermogen gooide het
nadrukkelijk aanwezige verwarmingssysteem geen al te hoge ogen, maar op
zijn vervoeging van het sterke werkwoord viel geen sodemieter aan te
merken. Vol was de bus, de hele onbekende bende was weer van de partij.
Aan mijn rechterzij, een duidelijk geval van Esmeralda. Ze droeg het
soort winterjas dat ik zou kunnen dragen. In minder tolerante landen
komt zoiets je op levenslang te staan. Esmeralda voelde zich meteen
thuis in ons midden. Nog geen minuut rustte haar kont of ze had haar
man al te pakken, gsm-matig, u kent dat. Dat ze het 'kots-muug' was.
Dat het altijd hetzelfde was met hem. Dat hij een echte klootzak was.
Ja aan zijn staat van klootzak-zijn zat geen greintje fake. De hele bus
mocht het weten. Dank je, Esmeralda. En laten we nu vervolgen met een
montere vertolking van 'Komt toch eens kijken'. Ja, ook jij, vriend
Rudy. Laat je niet weerhouden door de aan je bek ontsnappende walmen
van tandrot en Karlsquell. Het openbaar vervoer is er voor alle Belgen.
En voor allochtonen die zich legaal op het grondgebied bevinden, voeg
ik hier volledigheidshalve aan toe. Illegalen dienen zich van
busgebruik te onthouden. Nou ja, als ze blijven rechtstaan vind ik het
ook al goed. Tenzij het oude vrouwtjes zijn, die bied ik graag mijn
zitje aan. Voor oude meneertjes geldt trouwens hetzelfde. Geen sexisme
ten opzichte van illegalen, je moet in dat soort zaken de uiterste
correctheid betrachten. En kijk, de jeugd van tegenwoordig is ook
present. Eén mannelijk specimen legt de laatste hand aan een puik
staaltje kalligrafie. "Alle grieten zijn kutwijven". Hoe opmerkzaam en
dit op een zo jeugdige leeftijd. Nog is alle hoop niet verloren.