Het moet gezellig toeven zijn onder gelijkgezinden. Tuurlijk, er zijn
verschillen, Jan-Peter zegt 'aardappelen', Yves zegt 'patatten', maar
ach, wat maakt het uit: Christen-Democraten zijn er om mekaar te
helpen. Toen de minister-president van Vlaanderen gisteren een bezoekje
bracht aan zijn Nederlandse collega Balkenende, had hij een cadeautje
meegebracht: Vlaanderen zag af van het wegenvignet. Mooi, die mag JP
alvast op zijn palmares schrijven. Dat er tussen het idee van een
wegenvignet en zijn implementatie wetten en praktische bezwaren in de
weg stonden, dat was algemeen geweten. Dat Yves Leterme daar zonder
verwijlen omomkeerbare conclusies aan zou verbinden, daar waren velen
niet op voorbereid. Onze Waalse vrienden bijvoorbeeld, die het
binnenstromende tolgeld goed zouden kunnen gebruiken. "Daerden et
Antoine se sentent trahis par Leterme", titelt Le Soir. En dan te weten
dat Leterm toch al niet zo 'n geweldig imago heeft in het zuiden des
lands ... Dat de Vlaamse minister-president zich niet eens de moeite
heeft getroost de Waalse en de Brusselse regering op de hoogte te
brengen van zijn voornemen, dat valt hem zonder meer aan te rekenen en
pleit niet voor hem als kandidaat premier van ons land. Dat hij het
niet eens nodig vond om de coalitiepartners in 'zijn' Vlaamse regering
in te lichten, daar zakt pardoes mijn broek van af. En dat is geen
schoon zicht, geloof me vrij. Yves leidt de dans en indien u dat niet
zint, tant pis. Weg zijn de laatste schilfertjes bescheidenheid uit de
beginjaren van de oppositiekuur. Nu Paars 2 allengs op zijn laatste
benen loopt, lijkt het alsof de CVP nooit is weggeweest. Hoe ging dat
liedje ook al weer, toen in de tijd van Dehaene ? "Mooi, 't leven is
mooi, zolang je zonder commentaar kunt regeren." Het spijt me dat ik u moet wekken uit uw schone droom meneer de minister-president: Zelfs de 'politieke' hemel bestaat niet !
Vandaag, 26 maart 2007, ben ik niet vermoord geworden. Enigszins
voorbarig, durf ik reeds van een meevaller te gewagen. Voorbarig, want
strikt beschouwd heeft mijn potentiële moordenaar nog ruim twee uur de
tijd om te doen waarvoor hij gekomen is. Daarna draagt hij
noodgedwongen het stokje over aan mijn potentiële moordenaar van 27
maart 2007. Het zou mij trouwens niets verbazen mocht dat dezelfde
persoon blijken te zijn, het potentiële moordenaarsdom stoort zich aan
wet noch gebod. Persoonlijk vind ik moordenaars die het van
herkansingen moeten hebben, geen knip voor de neus waard. Herkansen
hoort thuis in het hoogspringen. Moord daarentegen, is een hoogte die
in één keer overwonnen moet worden. Alsof mijn potentiële moordenaar
rekening zou houden met mijn gevoeligheden hieromtrent ...
Ik
voel me veilig nu, al ontgaat me het waarom hiervan. Niets belet mijn
potentiële moordenaar mij alsnog van het leven te beroven. Een
professional laat zich niet weerhouden door een éénvoudig yale-slot.
Een vakman met gevoel voor theater zou zich moeiteloos een weg door het
dubbel glas van mijn slaapkamerraam kunnen hameren. Ik zou compleet
weerloos zijn. Toch weiger ik mijn blik op het venster gericht te
houden. Net zo goed zou hij zich langs de slaapkamerdeur toegang tot
zijn slachtoffer kunnen verschaffen. Of door een nog te maken gat in
het dak.
De illustere Richard Feynman stelde dat
" ... the probability of an event is the sum of the probabilities of alternate independent ways for that event to occur. "
Wat
wederom bewijst hoe bitter weinig je hebt aan quantum electrodynamica.
Het is nu twintig voor tien en ik leef nog steeds. Mogelijk tot morgen.
Wie een casino bezoekt houdt van gokken, dat mag geredelijk worden
verondersteld. Dat gokken impliceert een risico. U zet uw geld op
'Manque'. Het balletje komt tot rust op 19. Weg, schoon geld. Nu, niet
gaan huilen. Verlies hoort bij het spel. Meer nog, als de gemeenschap
van gokkers niet op systematische wijze haar centen zou transfereren
naar de kluis van de goktent, dan zou deze bedrijvigheid al lang zijn
uitgestorven. Dat is ze dus niet. Ze floreert, zoals vanmorgen nog werd
aangetoond door vier gemaskerde mannen. Deze heerschappen verkozen hun
wapens in te zetten in de speelhal wat hen de jackpot van 820 000 euro
opleverde. Een ferme terechtwijzing schijnt mij hier op zijn plaats.
"Foei,
stouteriken, collecteren met behulp van een vuurwapen, dat mag helemaal
niet, dat is stelen ! Denk maar niet dat jullie hiermee weg zullen
komen. De politie zit jullie vast al op de hielen. Dra grijpt de arm
der wet jullie bij de kraag. Het zal jullie beste dag niet zijn.
Vandaag of morgen."
Zo, daar zullen ze niet van terug hebben,
gesteld dat ze mijn blogje lezen, een niet onredelijke veronderstelling
nu de heren hun geldzorgen in het verleden wanen en zij er ten onrechte
van uitgaan dat zij zich voortaan full time kunnen wijden aan hun
geestelijke ontwikkeling. Een nobel streven dat zij helaas nog even
zullen moeten uitstellen. Dat geldt dient geretourneerd aan de
rechtmatige eigenaar. Alleen, wie is die rechtmatige eigenaar ? Vond u
het ook zo 'n gigantisch bedrag ? 820 000 euro ! Hebben ze bij Grand
Casino Brussels dan nog nooit gehoord van elektronisch betalen ?
Vanwaar die immense toevloed aan contant ? Als het casino dagelijks
duizend bezoekers over de vloer krijgt, zoals het zelf beweert, dan zou
de gemiddelde bezoeker goed zijn voor een slordige 820 euro opbrengst.
Toch een tikje meer dan Jan met de pet uitgeeft tijdens zijn avondje
stappen. Ze laten hun geld graag rollen de casinogangers. Ik vraag me
af wat zij daar bij te winnen hebben.
Formeel, had de dag had zich volgens plan ontwikkeld. Met een kop, een
middenstuk en een staart. Vormelijk viel er nauwelijks wat op af te
dingen. Dat zijn voorkomen mij desondanks niet vervulde van een
onbedwingbaar enthousiasme, daar lagen andere feiten aan ten grondslag.
Die e-mail om maar een zaak te noemen.
" Geachte heer,
Ik
ben me ten volle bewust van het verraad dat ik op het punt sta jegens
uw persoon te plegen. Onterecht heb ik u de indruk gegeven dat u te
maken had met een vertrouwenswaardig mens . Een gentleman die zijn
woord gestand zou doen, ten allen tijde. Nu zal blijken dat u zich
vergist heeft: Ik moet verzaken aan ons informeel akkoord. De
transactie, inhoudende dat ik u, in ruil voor een ,zij het gebruikt,
evenwel volledig functioneel rijwiel, de som van dertig euro zou
overhandigen, kan helaas geen doorgang vinden. Niet vandaag, noch op
enig tijdstip in een door mij voorstelbare toekomst. Ik bied u hiervoor
mijn oprechte verontschuldigingen aan. Waarmee ik me absoluut niet aan
mijn morele verantwoordelijkheid wil onttrekken. Het leed u aangedaan
is irreparabel. Het lijkt me dan ook niet meer dan logisch dat ik u een
verklaring geef voor mijn verwerpelijk infideel gedrag. Het is mijn
vrouw, een teef, een volbloed takkenwijf, mijnheer. "Gij gaat toch geen
occasie kopen voor uw eigen kind ? Wat voor een vader zijt gij wel ! Is
honderd vijftig euro teveel voor uwen enige zoon ? En wie zegt dat dat
stuk oud ijzer niet in tweeën breekt, net als hij de straat oversteekt
? Wat gaat ge dan doen, als uwen Mark in coma ligt, met tubes in zijn
neus en zo ? Of erger nog, op het kerkhof ! Een occasie, mijn moeder
zaliger moest het horen, het arme mens kreeg een beroerte ! Gij,
ellendig stuk gierigaard !" U begrijpt dat er mij, geconfronteerd met
deze overmacht, niets anders restte dan het breken van mijn belofte.
Waarvoor ik mij dus, ik kan het niet vaak genoeg herhalen, tot op mijn
sterfbed intens doorleefd zal schamen.
Met ootmoedige groet,
Peter Bestaatniet.
Kijk,
dat had hij kunnen schrijven. In dat geval was er geen vuiltje aan de
lucht geweest. De toon is beleefd, de stijl acceptabel en laat ons niet
rond de pot draaien: Zijn uitleg klinkt uitermate plausibel.
Maar neen, dat schreef Peter niet. Die Peter bestaat niet. De echte schreef:
"Sorry we hebben een andere gekozen"
Geen komma, geen stijl, een ondertoon van leedvermaak. Probeer zo 'n dag nog maar eens recht te trekken.
Onze nationale Albert mag zijn reisplannen nog even in de ijskast
stoppen. Kinshasa ligt er dezer dagen enigszins wanordelijk bij:
kogelhulzen en granaatscherven, een staatshoofd kan zich daar lelijk
aan bezeren. Houd er tevens rekening mee dat hij niet meer zo kwiek is,
onze koning. Oorlogstoerisme is en blijft een tijdverdrijf voor jonge
mensen, niet voor zeventigers. Of Congo werkelijk tot de democratieën
mag worden gerekend zal spoedig blijken. Als 'democratie' niet meer
betekent dan de almacht van vijftig procent plus één, dan zal onze
voormalige kolonie snel weer bij af zijn. Joseph Kabila krijgt volop de
kans zijn democratisch gehalte te etaleren. Zal hij zijn politieke
tegenstander de hand reiken, een poging doen om samen met hem uit de
impasse te komen of zweert hij bij de door ABBA vertolkte stelregel,
'the winner takes it all' ? De eerste tekenen voorspellen weinig goeds.
De rechterlijke macht vaardigde al een aanhoudingsbevel uit tegen
Bemba. Zo zou de belangrijkste oppositiefiguur van het politieke toneel
verdwijnen. En ontdaan van oppositie wordt democratie al snel een mager
beestje. Nu geef ik graag toe, die Jean-Pierre Bemba kan je bezwaarlijk
een model-democraat noemen. De Angelsaksische pers bestempelt hem als
'warlord' , een krijgsheer dus. Dat kan best zo wezen. Maar wat dan te
zeggen van het verleden van de zittende president van de Democratische
Republiek Congo. Vocht die dan niet mee aan de zijde van zijn vermoorde
vader ? Dat was toch ook een rebellenbeweging ... Begrijpt u er nog wat
van ? Ondertussen dank ik de heer dat er van dat eredoctoraat voor
Joseph Kabila voorlopig niks in huis komt. Wie weet tot welk een
tiranniek personage deze man zich nog ontwikkelt in de toekomst. Niet
dat zulk een negatieve ontwikkeling een koninklijk bezoek in de weg zou
staan, overigens. Kabila's illustere voorganger Mobutu was een honderd
karaats dictator. Ceausescu was geen haar beter. Boudewijn ging bij
beiden op bezoek. Neen, een vleugje absolutisme, daar maalt het hof
doorgaans niet om. Als het er maar een beetje proper uitziet op straat !
Vul dit vat vol darmen, met kaaskroketten, smoutebollen, met bitter bier en plat plezier vergeet de geest niet uit te hollen. Zaai in mij een waas, van zuivere routine, van fluitend het moeras in lopen, van kieuwen kweken onder water, van later zal ik vrijheid kopen, laat mij het verarmen minnen, doof de waakvlam hier vanbinnen.
Als
u morgen plots een aandrang voelt om uw tante Jeanine of nonkel Fons
met een bezoekje te verblijden, dan bestaat de kans dat dit verlangen u
naar afgelegen oorden drijft. Tante woont in Zillebeke, Nonkel in
Deurne bij Diest, - ja, daar ligt een Deurne - om maar enkele pareltjes
des vaderlands te noemen. U zou dan voor het openbaar vervoer kunnen
kiezen. Dat mag u. Men zou u gek verklaren en wellicht niet geheel
onterecht. Maar van verbieden zou geen sprake zijn. Zo zijn wij hier in
België. Zolang u met uw gekte niemand in gevaar brengt, gaat u
vrijelijk uw gang. Er van uitgaand dat uw gekheid zich statistisch
bekeken eerder op andere domeinen situeert, veronderstel ik dat u het
met mij eens zal zijn dat men er voor trips naar de stille plekjes van
ons landsgedeelte verstandig aan doet een beroep te doen op de
automobiel. Ik weet het, u weet het, onze gemotoriseerde karren
vervuilen als de pest. Toch kunnen we moeilijk zonder. Tenzij u nonkel
en tante liever ziet wegkwijnen en aangezien u geen onmens bent, weiger
ik u van zoiets laags te verdenken. Ookal vanwege Nonkel Fons'
heerlijke collectie 'vanallles' op jenever. En misschien zitten de
spaarcentjes van Tante Jeanine er ook voor iets tussen. Genoeg
daarover, het zijn mijn zaken niet. Waar ik naartoe wou: Openbaar
vervoer is duur ! De trein, de bus, ze moeten aangeschaft worden en
onderhouden. En zonder chauffeur zal u nergens raken, ook die man of
vrouw ziet graag zijn rekening gespijsd. Je kan dus niet verwachten dat
de overheid u op ieder tijdstip van de dag van godvergeten gehucht a
naar negorij b kan vervoeren. Wel mag u van haar verwachten dat zij u
gezwind naar Brussel brengt, met name tijdens de daguren. Dat
honderdduizenden Vlamingen en Walen iedere werkdag naar Brussel reizen
om er hun kost te gaan verdienen, dat zou voor haar immers geen
verrassing meer mogen zijn. Hoe meer pendelaars zich verplaatsen met de
trein, des te lager de CO2 uitstoot. Slotsom: Beste overheid, doe uw
uiterste best om reizen met de trein aantrekkelijk te maken. Wat lees
ik ?
" Pas in 2015 zullen pendelaars sneller met het openbaar
vervoer in de hoofdstad geraken. Het zogenoemde Gewestelijk ExpressNet
(GEN) loopt nog eens een vertraging op van minstens 3 tot 4 jaar."
De
schuld voor de vertraging pendelt heen en weer. De NMBS schuift hem in
de schoenen van het Brussels Gewest. Maar volgens Brussels
staatssecretaris voor Stedebouw Françoise Dupuis ligt de fout bij de
NMBS zelf. Wie ook aan de bron ligt van dit hinderlijke traineren, het
resultaat blijft identiek. De trein maakt een slechte beurt, meer fijn
stof in onze longen, meer CO2 om ons aan op te warmen. Geen vrolijke
tijding als u aan astma lijdt, zoals uw tante Jeanine. En die klonk
verleden jaar al als een fluitketel met een mijnwerkersverleden. Zou ze
u nog wel kennen ? Hoog tijd dat u nog eens langs gaat.
Mijn eerste gedacht: die twee willen te kaap'ren varen , vandaar dat
baardgeweld. Het was een flits, enkele seconden uit het VRT-journaal
van zeven uur. Ik zag twee politieke zwaargewichten in een lichtgewicht
programma. Debby en Nancy, twee heerschappen in vrouwenkleren, waren
er, flink geholpen door een stijgende verkiezingskoorts, in geslaagd
Johan Vande Lanotte en Yves Leterme te strikken. Ik heb de uitzending
van zondagavond gemist en ben daar echt niet rouwig om. Goed, ik mag
dan de context ontberen. En ja, ik vertrouw er blindelings op dat de
twee gasten hun politiek ei kwijt konden ergens temidden de
lachsalvo's. Mag ik er echter op wijzen dat politieke boodschappen
nogal eens de neiging hebben in valse baarden te blijven hangen. Met je
kop op tv komen, voor een zo groot mogelijk publiek, daar lijkt het
allemaal om te draaien. Wie al wat ouder is herinnert zich nog hoeveel
ophef er enige jaren geleden was over politici die hun opwachting
maakten in inhoudsloze amusementsprogramma's. Politici dienden zich in
de toekomst te onthouden van verkleedpartijtjes. Karnavalsmutsen en
clownsattributen brachten het politieke ambt in diskrediet. Het is
triest gesteld met het geheugen van onze politieke boegbeelden. Eerder
zag ik al hoe Johan Vande Lanotte zich liet omscholen tot een soort
varieté-artiest, vreemd, want de man scheen mij toch vrij goed mee te
kunnen in zijn vak. En nu dit: Vader Abraham maal twee. Enkel de
smurfen ontbraken op het appel. Maar ja, dat zijn dan ook blauwe
schepsels. Die staan reeds lang bekend om hun vrolijke inborst. Terwijl
de saaie top-pieten van rood en oranje zich aan een sinterklaasbaard
waagden om zich van hun vrolijkste kant te tonen, vond grote smurf het
de hoogste tijd om eens stevig te vergaderen. Want dit land heeft nood
aan degelijk bestuur. Toch ?
Wel, ik kan niet anders dan toegeven, het verschil met vroeger is
gigantisch. Voorheen sloeg ik steevast een rotfiguur op de dansvloer.
Een harde dobber voor mij, geloof me, want ik dans ontzettend graag.
Maar sinds ik Pantene gebruik hoef ik mij nergens meer voor te schamen.
Sindsdien swing ik de pannen van het dak. En o, wat een verrukkelijke
sensatie is dan keer op keer mijn deel. Zo gans anders voelt thans mijn
haartooi. Alsof mijn frisuur pas dezer dagen waarachtig deel van mij
geworden is. Eindelijk ben ik ten volle meester van mijn lokken. Zwenk
ik mijn hoofd, dan volgen ze. Toegegeven, dat deden ze vroeger ook al,
ze konden moeilijk anders. De meeste zitten nu eenmaal stevig aan mijn
kruin verankerd. Voor Pantene zat er echter bitter weinig lijn in. De
meeste haren deden maar wat. Terwijl de ene haarpijl reeds zijn
inhaalbeweging had ingezet, hing de andere nog wat te lummelen. Pijl X
die zich aanvankelijk links van pijl Y en onder pijl Z bevond, bleek na
enig schuddebollen een nieuwe stek te hebben uitgezocht, u raadt het
al: rechts van Y en boven Z. Niemand kon mij van mijn verwardheid
verlossen. Radeloos werd ik ervan. Tot mijn hartsvriendin mij vertelde
over Pantene. Eerst stond ik vrij kritisch tegenover haar advies. Ik
ben van nature erg nuchter, weet u. Een eenvoudige shampoo zou volstaan
om mijn onwillige hoofdhaar een gevoel voor esthetiek bij te brengen.
Ik kon het moeilijk geloven, deed er zelfs een beetje lacherig over.
Gelukkig hield mijn vriendin vol, ze overhaalde mij om het minstens één
keer te proberen. Zij was het die mij mijn eerste Pantene-ervaring
bezorgde. Nooit zal ik dat ogenblik vergeten. Pas nu besef ik dat dat
ogenblik, het kantelmoment werd van mijn bestaan. In mijn nieuwe leven
leid ik de dans. Ik ben mijn haren eindelijk de baas. Iedere beweging
van mijn hoofd wordt door hen op correcte wijze begeleid. Met de
geijkte hysteresis. Vol van gratie. Dienstbaar. Dank daarvoor, lieve
hartsvriendin van me. Merci, mille fois, Pantene.
Toen het eindelijk mijn beurt was, bleek de voorraad uitgeput. Geen
erg, gezond verstand vind je overal. Neem nu, Jean-Marie Dedecker: Als
u een bezoekje brengt aan de website van zijn politieke partij dan
merkt u meteen waar de man zijn mosterd haalt. Van onder zijn eigen
goed geschudde schedelpan. "Gezond verstand !", leest u onder het
schreeuwerige logo van 'Lijst Dedecker'. Wie het
gezond-verstand-gehalte van de Belgische politiek een boost wil geven
kan rekenen op Jean-Marie. Het van ziekte verstoken redeneervermogen
prijkt op één in de acht punten tellende beginselverklaring van zijn
partij. Het is een lovenswaardige betrachting het bestuur van dit land
bij voorkeur toe te vertrouwen aan individuen die over hun volle
geestelijke capaciteiten beschikken. Dat het steeds wassende volksdeel
dementerenden hierdoor onevenredig vertegenwoord is in 's lands
regeringen en parlementen, dat aanvaard ik gelaten als wissel voor een
verhoogde efficiëntie. Lees dit gerust als een pleidooi voor de
invoering van een attest 'gezond verstand', afgeleverd door een doctor
in de geneeskunde, als toelatingsvoorwaarde voor een politieke functie.
Ach, ik heb het weer niet begrepen. Als Dedecker het over
'gezond verstand' heeft dan heeft hij het over het verstand van de
gewone man, ja zelfs het boerenverstand. Common sense moet dit land
regeren ! Een interessante hypothese, ware het niet dat het zo geroemde
'gezond verstand' niet te vatten lijkt. Alle politieke partijen claimen
het patent. Van uiterst links tot uiterst rechts. Het begrip 'gezond
verstand' is vandaag de dag zo uitgehold dat het moeiteloos dienst kan
doen als echoput. Indien politiek slechts een kwestie zou zijn van het
volgen van je 'gezonde verstand', dan behoefden wij geen democratie.
Onze bevolking van gewone mannen en vrouwen zou ,geconfronteerd met
dezelfde problemen, beroep doend op zijn 'gezond verstand', tot
eensluidende conclusies komen. Verkiezingen zouden totaal overbodig
worden. De minderheid 'gezond verstand ontberenden' zouden immers nooit
de kiesdrempel halen. Eén partij zou volstaan: de partij van de grote
hoop, de Partij van het Gezond Verstand.
Ik kan niet voetballen. Het scoren zit mij echt niet in het bloed. Duid
het mij dus niet ten kwade dat ik mij in een moment van zwakheid niet
kon bedwingen. Want dit was werkelijk een bal voor open doel. Waals
minister van Milieu Benoît Lutgen vond het niet nodig
snelheidsbeperkingen op te leggen in zijn landsgedeelte. De aanpak van
de fijn-stof-problematiek is een werk 'op lange termijn', meent de man.
En daarin kan ik hem niet anders dan volmondig bijtreden. Maar wat hij
daarna aan hersenspinsels produceerde, daar mag ik in betere dagen
graag een wijlen om glimlachen.
"We rekenen op de intelligentie
van de chauffeurs om trager te rijden. De mensen weten dat snel rijden
vervuilend is. De dertig verkeersborden op de Waalse autosnelwegen
herinneren daar ook aan. We denken dat die veelvuldige herinnering zal
volstaan" (bron: www.hln.be)
Ziedaar een minister van het
zuidelijke landsgedeelte die een IQ-test definieert, toegespitst op de
populatie Waalse chauffeurs. Gisteren nog testte VTM de mentale
vermogens van de modale Vlaming, vandaag waren onze zuidelijke
landgenoten aan de beurt. En dan geven we nu het woord aan de dames en
heren van de jury.
"De hoogste waarden fijn stof in de lucht worden inmiddels gemeten in de omgeving van Luik en Charleroi." (bron: Vrtnieuws.Net)
Neen,
Walen zijn niet dom ! Toch niet significant dommer dan wij, Vlamingen.
Maar over hun ministers heb ik soms mijn twijfels. Erop vertrouwen dat
de automobilist uit bezorgdheid om het milieu zijn gaspedaal gaat
sparen, dat getuigt van een meelijwekkend gebrek aan psychologisch
inzicht. De doorsnee automobilist heeft slechts één doel voor ogen: Hoe
raak ik zo snel mogelijk op mijn bestemming ... Wat zich niet zelden
vertaalt in: Verdomme, lome sul in je Fiat Uno. Maak dat je als de
bliksem weer naar jouw rechterrijstrook terugkeert want als ik nog lang
mijn grote lichten in je achteruitkijkspiegel moet flashen dan krijg ik
kramp in mijn linkermiddelvinger. Ik weet, het is geen fijne boodschap
maar neem dit van mij aan: Als het niet moet, dan doet men het niet. En
controleren graag, minister Lutgen. Of dacht u dat de Waal wel zo
intelligent zou zijn, zich aan de 90 km per uur limiet te houden ?
Er zit meer wit besloten in dit vers, meer dan mensenbloed vermoedt, en in dit, en in dit, en in dit wit, alle andere kleuren, alle ziel en zaligheid, alle klanken, alle geuren, en de stille zekerheid, dat wat moet ook zal gebeuren.
En u dacht dat die van Rome allengs aan het eind van zijn Latijn
gekomen was. Vergeet het maar! Zijn brief "Sacramentum Caritatis" was
slechts een voorproefje. De ware revolutie moet nog komen. Via, via en
langs een omwegje kwam ik één en ander te weten.
U weet dat de
kerk aan priesterarmoede lijdt. Met als gevolg dat vele pastoors
tegenwoordig moeten pendelen tussen hun parochies. Toch wil Benedictus
XVI niet weten van een versoepeling van de toelatingscriteria voor het
beroep. Wie het priesterschap ambieert moet een piemel kunnen
voorleggen en wat meer is, de penisbezitter dient plechtig te beloven
dit orgaan enkel aan te wenden als urinegeleider. Want het celibaat
baat het priesterschap, zo meent de paus. In zaken van geloof en zeden
schijnt de paus onfeilbaar te zijn, dus houd ik wat dat betreft
wijselijk mijn mond. Maar dat het celibaat een rem zet op het aantal
roepingen, daar zou ik zo een dure eed op zweren. Dat is, ware ik niet
katholiek, want katholieken, dat weet u, die zweren niet ijdel. Nu is
er op zich geen tekort aan celibatair levende mannen, integendeel,
mannen die steevast door vrouwen gemeden worden, vind je overal. En met
dit statistisch gegeven als vertrekpunt kwam onze kerkvorst tot het
volgende verstrekkende besluit.
Vanaf 8 april 2007, kan iedere
celibatair levende katholieke man gevorderd worden voor de bekleding
van het priesterambt. Wie geen vrouw - echtgenoot of zondig wijf, dat
heeft geen belang - kan voorleggen is dus de pineut.
En zie mij
hier zitten, in mijn trieste staat van vrouwverlatenheid, met minder
dan een maand te gaan. Je kan wel raden dat ik op de shortlist sta. Nog
voor Pinksteren sta ik voor een bende gelovigen te transsubstantiëren.
Nu zijn er best een paar wiens bloed ik zou kunnen drinken. Een zekere
inwoner van het Vaticaan, bijvoorbeeld. Maar dit dient u
overdrachtelijk te begrijpen. Een job waarin van mij verwacht wordt dat
ik om de haverklap het bloed van Jezus Christus naar binnen giet ookal
om diens lichaam door te kunnen slikken, zo'n betrekking zie ik echt
niet zitten. Vleesgeworden godszonen consumeren valt bovendien
onmogelijk te verzoenen met mijn vegetarisch menu. Om van mijn
abominabele beheersing van het Latijn nog maar te zwijgen. Kortom,
vrouw, ontferm u over mij !
Hebt u ook zo met hen te doen ? Bij mij rollen inmiddels de tranen over de wangen. Wat een bitter lot is de Franstaligen in Vlaanderen beschoren. Ze leiden een leven in de schaduw. Enkel in besloten kring durven zij hun moedertaal nog te bezigen. Fluisterend, want je weet maar nooit of er een Vlaming meeluistert bij de deur. Angst voor de terreur van het taalextremisme. Overal heerst de taal der Nederlanden. Bij de bakker, op het gemeentehuis, zelfs de kleuter die toch geen schuld heeft aan zijn anderstalig zijn ontsnapt niet aan de indoctrinatie van het flamingante onderwijs. Het is godgeklaagd, maar wat doe je eraan. Ze zijn met velen, met honderduizenden, de Frans-Vlamingen, die in stilte lijden. En niet omwille van de gewone Vlaming, neen, de brave noorderling die zich dagelijks in het zweet werkt voor zijn huisje, boompje, beestje, hij ligt niet wakker van de staatsstructuur. Hem deert het niet dat een Franstalige Vlaming in zijn moedertaal wordt bediend aan het loket van zijn gemeentehuis. Het is de politieke klasse die voor ellende zorgt. Zelfs tegen de wil van hun kiezers in. Zo blijkt uit een enquête van La Libre Belgique. Een meerderheid van de Vlamingen wil een terugkeer naar een onverdeeld België. O, wat een zoete nostalgische gedachte. Hoe logisch ook dit verlangen van de doorsnee Jan en Pieter. Wie zou niet terug verlangen naar die schone dagen, toen de baas nog een patron was, meneer de juge de rechten van het keuterboerke behartigde en de jongste van de familie mocht gaan studeren aan de université de Louvain. En français, dat spreekt voor zich. Il faut être sérieux. De beoefening van de wetenschap vereist nu eenmaal het gebruik van een cultuurtaal. Ja, dat waren waarlijk schone tijden. Professor Barabas, dat tijdmachien van u, verhuurt gij dat nog ?
Er school belofte in het blauw, die dag in maart, het grijze staartje van de winter leek verdreven, en in het groen hernam het wild zijn zoute leven, zelfs tussen mensen werd er flink op los gepaard. Er school belofte in het blauw, die dag in maart.
Hijgend hotsend in de zon, de lusten lavend bij de bron, alsof er nooit een eind zou komen aan het jagen, de hele wereld werd een bed het lijf een broeierig banket, zolang de lentezon de schranspartij wou schragen, was er geen plaats voor koele honger in de magen.
Maar zie het grijze grijs, het paradijs omarmen, de wolken braken ijs, en mars verliest zijn charme.
Er lag een wensdroom in het blauw verscholen, doch die illusie werd ons gauw ontstolen.
Geef toe, u hebt hem ook gemist. Het leven was niet hetzelfde zonder
hem. Het leek bijna van tel. Alsof er ergens vaag aan de einder iets
van zinvolheid op ons lag te wachten. Een waanidee dat weer voor lange
tijd de kast in kan. Big Brother is terug. Leegte vult beter dan ooit
tevoren. En heeft zoals ieder jaar de gedaante van een mensenmeute
aangenomen. Met veertien zijn ze, de aspirant-bv's van Kanaal 2. Laat
gerust uw laatste zweem van twijfel varen. Vlaanderen barst van het
talent. Maar om dat nu zo plotsklaps op mij, arme kijker, los te laten.
Ik had het gewaardeerd mocht men de dosis geleidelijk hebben opgevoerd.
Welk een toekomst is er voor mij nog weggelegd op deze aarde, nu ik het
voortaan zal moeten opnemen tegen mannen en vrouwen die levende
exemplaren van menige vorm van ongedierte naar binnen spelen als waren
het m&m's. Ik moet dringend mijn verwachtingen bijstellen. Want
vrijpostig binnenshuis circulerende slangen collecteren, dat zie ik ook
al niet zitten. Mijn vervaldatum nadert met rasse schreden, je moet die
dingen onder ogen durven zien. Voorbij zijn de dagen dat ik mij
moeiteloos op een metalen frame zou hijsen om daar gelaten de obligate
stroomstootsequenties af te wachten. Zulk een gedrag past enkel
jongelieden. Vers bloed dat opgewassen is tegen de nieuwe noden van
onze samenleving. Ik verdraag geen schokken meer, ik ben uitgehold en
laat node de tijd los. Mij rest slechts het warme rood van de
avondschemering. Laat mij mijn wijntje, mijn leesbril en mijn blokjes
geitenkaas. Als ik verga dan mag de jeugd mijn wormen.
Soms zie je het bij kettingrokers. Na decennia van nicotineverslaving
winnen ze de strijd van de sigaret. En van de ene dag op de andere
verworden ze tot rabiate tabakinquisiteurs. Van de ene pool naar de
andere, alsof er geen duimbreed tussen zat. Ook gebeurt het dat
goddelozen plotseling het licht zien, dat de here Jezus hun leven
binnenwandelt, of diens moeder of één van die vele andere transcendente
figuren die zich in onze globaliserende samenleving graag aan éénieder
willen voorstellen. 's Maandags komt zo'n ketter nog lazarus de kroeg
uitgekropen, de zaterdag daarna staat hij bij je op de stoep, met een
preek over het einde der tijden en een Wachttoren onder zijn arm. Net
zoiets is Georgië overkomen. Toen het in 2003 na de Rozenrevolutie de
navelstreng met moedertje Rusland doorknipte had het geen vijf minuten
nodig om de nieuw ontstane situtatie te overpeinzen. Luid om zich heen
trompetterend snelde het land het andere kamp tegemoet. Van het magere
oosten naar het rijke westen. Als ware bekeerlingen vervielen de
Georgische bewindslieden meteen in het andere uiterste. Georgië brandt
van verlangen om lid te worden van de Navo. En om te bewijzen hoezeer
het land verknocht is aan de meester aller westerse staten, de VS,
etaleert het zijn opofferingsbereidheid. Georgië stuurt extra troepen
naar Irak. Waar belangrijke Nato-leden als Spanje en Italië hun
aanwezigheid in het tweestromenland tot quasi nul gereduceerd hebben,
ja zelfs Tony Blair spreekt van vertrekken, daar tonen de soldaten van
Saakashvili hun stoere natuur. Zij zullen niet versagen. Eén en ander
maakt meteen duidelijk dat gematigde landen binnen de Navo niet veel
goeds te verwachten hebben van Georgië. En dat is minder dan slim. Want
toen ik laatst op mijn wereldkaart keek lag Washington niet bij Tbilisi
om de hoek. Europa wel.
"Digitale informatie explodeert", zo kopte 'Het Nieuwsblad' vandaag.
Want vorig jaar kwam er maar liefst 161 miljard gigabyte aan digitale
informatie bij. Ik had me toch aan een wat kritischer oordeel verwacht
van mijn gelegenheidskrant. Volgens mij verwart 'Het Nieuwsblad' twee,
ofschoon verwant, evenwel niet synonieme begrippen: data en informatie.
Onze wereld propvol digitale camera's, mp3-spelers en fototoestellen
heeft er inderdaad geen moeite mee de ene na de andere harde schijf tot
de laatste bit te vullen met eentjes en nulletjes. Dat is een mooie
zaak, met name voor de producenten van harde schijven. Want wissen, dat
is uit de mode. Wissen kost immers tijd. Tijd om te beslissen wat de
moeite waard is om te bewaren en wat aan de vergetelheid mag worden
prijsgegeven. En dus laten we onze harde schijven vollopen. Eens vol
schaffen we ons simpelweg een ruimer exemplaar aan. Het wordt dan ook
als maar moeilijker om nog iets terug te vinden op die schijven. Wie
niet durft te wieden, verstikt onder het onkruid.
Informatie
heeft alles met wieden te maken. De camera ziet alles en vergeet niets.
Maar hij heeft er ook geen snars van begrepen. Toen de almachtige Mozes
naar de top van de berg Horeb sommeerde om er zijn morele wetten te
spellen, had zijn dienaar geen laptop bij de hand. Dat hoefde ook niet.
De Joodse god had genoeg aan 120 Hebreeuwse woorden. Twee goed gevulde
stenen tafelen, dat kon nog net. Met meer was Mozes trouwens nooit
levend weer beneden geraakt. Toen Albert Einstein in 1905 zijn speciale
relativiteitstheorie publiceerde had hij daar slechts enkele pagina's
voor nodig. Zijn meest beroemde conclusie E=MC2 schrijf je met vijf
karakters. Orde ontwaren in schijnbare chaos, dat is de boodschap ! De
rest mag je vergeten.
Zag u die babe in boerka met haar bordje passeren ? Ja, hoor, daar gaan
we weer: Rondje elfenveertig in de kamp Taliban-Navo. Ditmaal trekt de
bezoekende partij naar de provincie Helmand. Om er een dam te
bevrijden, ja dat leest u goed, een dam. Want eens die stuwdam weer
voor elektriciteit zal zorgen,hebben de Talibani het serieus vlaggen.
Dan zal het dynamisme weer hoogtij vieren, daar in het schone Helmand.
Dan danst de bevolking van vreugd en plezier bij het schijnsel van hun
elektrische peertjes. En de oogst wordt binnengereden ... De ganse
provincie zal worden ondergedompeld in een hoera-stemming. Stekker in
het stopcontact en weg, die boze Talibani ! 't Is een beetje sneu dat
het ruim vijf jaar geduurd heeft voor de westerse strijdkrachten met
zulk een briljant strijdplan voor de dag kwamen, maar laten we vooral
niet moeilijk doen, als dit werkt dan verdient de Navo meer dan een
bloemetje.
Hé, hé, komt het toch nog allemaal goed in
Afghanistan. Wie had zoiets nog voor mogelijk gehouden ... En dat
terwijl ik stellig de indruk kreeg dat het land schuifelend dezelfde
kant op ging als Irak: Steeds minder stroom in de huizen, steeds meer
spanning in de straten. Ik zal mijn mening drastisch moeten herzien.
'We' gaan winnen ! Al wordt het vast een zege zonder veel glans. Zeker
als je ze vergelijkt met de fabuleuze campagne 1941-1945 van onze grote
bondgenoot, de Verenigde Staten. Dientijds rolden de Amerikanen het
complete Japanse keizerrijk op in minder dan vier jaar. Van Jakarta tot
in Tokyo, een tocht van meer dan 4000 kilometer. Vandaag knokt de Navo
al bijna vijfenhalf jaar voor de controle over een gebied, niet veel
groter dan Frankrijk. Fijn dus, dat de eindoverwinning nu eindelijk in
zicht komt. Nog een jaartje of twee en het werk zit erop. Dan zullen
'onze jongens' ruim zeven jaar rondgehost hebben tussen de bergen en de
papavervelden. Al bij al nog een zeer behoorlijke prestatie. Want toen
de Russen in 1989 naar Moskou weerkeerden - jeetje, wat was dat een
feestje, de bloemen, de lauwerkransen, de erehagen van dankbare
inboorlingen - die heuglijke dag dus, toen hadden ze er tien jaar
oorlogje spelen opzitten. Maar het dient gezegd: De Afghanen kregen er
wel wat voor terug !