Het is me toch wat met dat songfestival. Hoe kan een mens nu uit zulk een bont allegaartje een weloverwogen keuze maken. Een rapper, een metal zanger, een Spaanse schone, als het nu nog het begin was van een mop, tot daar toe, maar nee, het zijn stuk voor stuk wanna-be Sandra Kims. Dat is dan ook zowat het enige dat ze gemeenschappelijk hebben. Stel je voor dat er morgen een race zou georganiseerd worden op het circuit van Zolder en aan de start verschijnen achtereenvolgens een Lamborghini Diablo, een Nissan Micra, een Brabants trekpaard en twee blowende Rasta Fari's op een versleten tandem, dan zou iedereen zich toch een breuk lachen. Niets daarvan bij Eurosong 2006, daar vergelijkt men zonder problemen appelen met peren en slaagt er ondertussen nog eens in het kaf van het koren te scheiden. Bij zulk een absurde taak hoort een al even absurde methode. Men neme een lastig karakter, een lesbische bosnimf, een schijnbaar eeuwig krimpende presentator en een Ierse bard en laat deze uitgebreid orakelen. Daarmee werpt de borderline-populatie van het Europubliek zijn gewicht in de schaal. Veel te veel gewicht natuurlijk, het is een wetenschappelijk omomstootbaar feit dat de hoofdmoot der Europeanen ze wel goed op een rijtje hebben in hun bovenkamer. Daarom wordt ook u om uw mening gevraagd. De Donna luisteraar, de Radio 2 fanaat, de TV1 kijker, ja zelfs de heren en dames van de schrijvende pers mogen zich over de prangende vraag buigen welke artiest de kleuren van ons land best kan vertegenwoordigen in Athene. Met als resultaat, vanzelfsprekend een winnaar die noch vis noch vlees is, een Lamborghini chassis met een Micra motor afwisselend bestuurd door 2 rasta fari's met oogkleppen op. Probeer zo maar eens te winnen !
"Branden als een Deense ambassade." Die uitdrukking zou ik graag opgenomen zien in de volgende editie van de dikke Van Dale. Ok, het is nog wat vroeg, tot nu toe zijn er nog maar twee gebouwen afgefikt, maar ik heb zoveel vertrouwen in de brandstichtende capaciteiten van het zootje ongeregeld dat zich als religieuze hooligans op Deense eigendommen stort, dat ik vermoed dat dit slechts het begin is van een vurige soap. Als wij nu allemaal vanaf morgen de voorgestelde uitdrukking bezigen bij iedere uitslaande brand dan zal de redactie van Van Dale snel door de knieën gaan. En worden de huidige wantoestanden deel van ons Nederlands taalerfgoed. Vanzelfsprekend verdient het gezegde een vermelding onder het lemma 'branden' en 'ambassade'. Persoonlijk echter ben ik er voorstander van de uitdrukking ook in de vertaalwoordenboeken Nederlands-Arabisch op te nemen, nog het liefst onder het lemma 'een'. Eens je als uitdrukking in een woordenboek terechtkomt geraak je er niet zo makkelijk meer uit. Iedere journalist op zoek naar pittige uitdrukkingen neemt bij gebrek aan inspiratie zijn toevlucht tot de dictionaire en brandjes zijn vaste kost in Vlaamse kranten. Ik geloof dat 'in lichterlaaie' zijn beste tijd wel gehad heeft, "Binnen de kortste tijd stond de schuur in lichterlaaie" wordt dan "Binnen de kortste tijd brandde de schuur als een Deense ambassade". Bekt best lekker, niet ? Ik zie het zo voor me, we schrijven 2030, in Antwerpen zit een moeder van Marokkaanse origine met haar negenjarig zoontje Ali aan de keukentafel. Ali leest de krant, want dat is goed voor zijn woordenschat heeft zijn 'meester' hem gezegd.
Ali: mama ? mama: ja , jongen ? Ali: mama, wat is een ambassade ? mama: een ambassade ... wel, dat is een soort huis met allemaal mensen erin die hun land in het buitenland vertegenwoordigen. Marokko heeft bijvoorbeeld een ambassade in Brussel die Marokko in België vertegenwoordigt. Ali: Dan begrijp ik het niet . . . mama: wat dan jongen ? Ali: Mama, hier staat: het huis brandde als een Deense ambassade, wat bedoelen ze daarmee, mama ? mama: Dat het in lichterlaaie stond, jongen. Ali: Ja, maar, dat staat er niet, er staat : als een Deense ambassade. mama: lees nu maar verder jongen ... Ali: maar mama, waarom een Deense ambassade, en niet een Marokkaanse of een Chinese ? mama: ach jongen toch . . . Ali: branden Deense ambassades dan harder dan Marokkaanse mama . . .?
Ik mag niet klagen over mijn gezondheid. Af en toe een griepje en elke winter een stevige verkoudheid, erger bleef me tot dusver bespaard. Ziekenhuizen ken ik enkel als bezoeker. Hopelijk blijft dat nog jaren zo. Maar mocht ik ooit wat ernstigs mankeren dan gaat mijn voorkeur uit naar een knappe brunette, ongeveer één meter zeventig met een warme stem, indien mogelijk met een limburgse tongval. Als verpleegster bedoel ik. Wie echter zo kieskeurig is, schijnt jaren op voorhand te moeten reserveren en zelfs dan nog geeft men geen garanties, heb ik van horen zeggen. Ziekenhuizen zitten immers ernstig om verpleegsters verlegen. Met allerlei speciale voordelen proberen ze mekaar personeel af te snoepen. Vandaag nog organiseerde het AZ van Jette een jobbeurs op zoek naar zeventig verpleegkundigen. In de magere economische tijden waarin we nog steeds vertoeven, zeker op het vlak van werkgelegenheid, vallen dit soort berichten enorm op. Hoe kan het toch dat er nog steeds niet genoeg mensen gevonden worden om deze jobs in te vullen ? Zijn de Vlaamse werklozen dan werkelijk lui ? Herschool je tot verpleger en je bent verzekerd van vast werk, dat lijkt de boodschap. De waarheid is, zoals zo vaak, een stuk complexer. Het probleem wordt namelijk van de verkeerde zijde benaderd, 't is te zeggen langs de voorkant. Het ontbreekt de hogescholen immers niet aan studenten verpleegkunde, aan idealistische jongeren die zich willen inzetten voor hun zieke medemens is er voorlopig geen gebrek. Het probleem situeert zich aan de achterkant. De ziekenhuizen hebben te kampen met een niet aflatende uitstroom van witte kielen. Elk jaar geeft tien procent van de verpleegkundigen er de brui aan, met als resultaat een gemiddelde loopbaan van ongeveer tien jaar. De verpleegkundigen zijn de straaljagerpiloten van de gezondheidszorg. Dag na dag, moeten ze presteren onder druk. Zowel fysiek als psychisch is verplegen een harde stiel, waar men dat begrip zachte sector vandaan haalt heb ik nooit begrepen. Tel daarbij het werken in shifts, inclusief de nacht, het werken op zon- en feestdagen, een gesel voor een acceptabel familieleven, en je begint te begrijpen waarom deze mensen vaak zo snel zijn opgebrand. De jobbeurs in Jette richtte zich op afgestudeerden en laatste jaars. Voor hen, nog steeds overwegend meisjes, is het reeds te laat, zij hebben reeds voor het vak van verpleegkundige gekozen. Ik wens ze alle succes. Inderdaad, zij zullen het niet moeilijk hebben een baan te vinden, wat niet vanzelfsprekend is vandaag de dag. Toch zou ik de jeugd afraden zich door deze rooskleurige vooruitzichten te laten beïnvloeden bij hun beroepskeuze. Tot voor een paar jaren kloeg men steen en been over het tekort aan leraren, en wat te zeggen van de oneindige vraag naar IT-ers die ooit werd voorspeld . . . Op de arbeidsmarkt kan alles snel veranderen. De gezondheidszorg bestaat bij de gratie van de overheid. Vergrijzing of niet, als de staat het geld niet heeft voor meer ziekenhuisbedden, dan komen die bedden er niet, zo simpel is dat. Dus, als een meid van 18 mij morgen recht in de ogen kijkt en me om een studieadvies verzoekt " dan zal mijn antwoord zeker niet "verpleegkunde" luiden, tenzij het een brunette betreft van 1 meter zeventig met een limburgse tongval , maar dat is een privékwestie.
Balkenende. Van de naam alleen al krijg ik het zuur. Politiek kan grijs zijn, maar dit is de kleurloosheid ten top. Elk volk krijgt de leiders die het verdient, luidt het bekende aforisme. Ik waag het te betwijfelen. Zelfs voor de Nederlanders is deze straf te zwaar. Eén en slechts één man draagt de verantwoordelijk voor het kabinet Balkenende. Zijn naam: Volkert van der G. De moordenaar van Pim Fortuyn veroorzaakte met zijn misdaad de ernstigste politieke instabiliteit in de recente geschiedenis van Nederland. En daar was plots Jan-Peter Balkenende, een oncharismatische, grauwe droogstoppel zonder weerga, net wat de bange Hollanders toen dachten nodig te hebben. Links kreeg de schuld van al wat verkeerd ging in Nederland -de vele vette jaren onder de kabinetten Kok bleek iedereen al weer vergeten - en verhuisde naar de oppositie. Rechts greep de macht. Met allerlei schone beloften konden de Christen Democraten en de Liberalen het zieltogende D66 verleiden om hen aan een meerderheid te helpen. Sindsdien wordt met D66 gesold dat het om te huilen is. De gekozen burgemeester, een D66 eis is er nog steeds niet, met het referendum vlot het ook al niet. Onderwijl voerde het kabinet allerlei harde rechtse hervormingen door, die door het ooit als 'progressief' bestempelde D66 aan een meerderheid in het parlement werden geholpen. Het kabinet Balkenende heeft de mond vol over "eigen verantwoordelijkheid", eigen verantwoordelijkheid voor de werklozen, eigen verantwoordelijkheid voor de werkonbekwamen . . . Maar als het Afghanistan betreft dan vervalt die eigen verantwoordelijkheid. Dan zijn het niet de Afghanen zelf die hun problemen moeten oplossen. Neen dat zullen 'onze jongens' van de luchtmobiele brigade wel even fiksen. D66 vond het idee maar niks. Ze dreigden met een regeringscrisis. Want in de provincie Uruzgan waar Balkenende zijn militairen naartoe wou sturen zouden de Nederlanders helemaal niet aan de aan het Nederlandse volk voorgespiegelde heropbouw toekomen, aldus D66. Uruzgan is het thuisland van de Taliban, een onherbergzaam gebied waar de Amerikanen een keiharde strijd voeren tegen de volgelingen van Mullah Omar. D66 vreest dat de Afghanen niet het verschil zullen zien tussen de deuren intrappende Yanks en de scholen bouwende Nederlanders. D66 werd genegeerd. De PVDA hielp het kabinet aan een wisselmeerderheid. D66 blijft in het kabinet alsof er niks gebeurd is, doodsbang als ze zijn voor het oordeel van de kiezer. Om het Nederlandse volk te overtuigen van de noodzaak van de 'vredesmissie' werd het overspoeld met idealistische argumenten voor de missie in Uruzgan. Men zou er de democratie gaan vestigen , scholen bouwen en wat blijkbaar als summum van humanitaire verwezenlijking wordt gezien, men zou ervoor zorgen dat de meisjes naar school zouden kunnen gaan. Hallo, meneer Balkenende, heeft u zich al eens de vraag gesteld of de Afghaanse bevolking dat wel wil ? Zitten deze mensen wel te wachten op democratie ? Zijn scholen wel hun grootste bekommernis ? Op basis van wat ik gehoord en gelezen heb over Uruzgan weet ik wel zeker dat vaders daar hun dochters niet willen zien vertrekken naar een school. Je kan een volk niet opleggen wat het absoluut niet wil, hoe goedbedoeld ook. De Nederlanders zullen zich in Uruzgan niet bemoeien met de papaverteelt, dit om te vermijden dat er conflicten ontstaan met de lokale bevolking, maar ze zullen er wel over berichten aan de Afghaanse regering, die wel de opiumproductie bestrijdt. Denkt men in Den Haag nou werkelijk dat Afghanen achterlijk zijn ? Nederland is geliefd in Washington, alleszins meer geliefd dan ons landje. Voor die goede relaties zijn ze bereid zware offers te brengen. Zeer zware offers. Bloedoffers. Arm Nederland . . .
Het is nu tien jaar later. Ik zit aan tafel met twee van haar achterkleinkinderen. Het is Lichtmis en we eten pannekoeken. Tien jaar na die dag. Toen de telefoon rinkelde en de gespannen stem van mijn oom aan de andere kant me zei 'dat het niet goed ging met oma en dat mijn vader zo snel mogelijk naar het bejaardentehuis moest komen.' Een mens wordt geboren als een verzameling scherven en lijmt zich een weg door het leven. Op zoek naar het beeld dat hij in zichzelf vermoedt. De meeste dagen heeft dat plakwerk meer weg van een geklieder met splinters dan het samenstellen van een kleurrijk mozaïek. Die dag was geen splinterdag. Die dag, aan de telefoon met mijn oom, toen ik zei: "Ze is dood, hé." "Ja", zei hij, "ze is dood." Verder herinner ik me niks meer van het gesprek. Waarom zou ik ? Alles was gezegd. Er was geen weg terug. Niet voor haar, niet voor mij. Het laatste restje kind in mij is toen met haar gestorven. Nog vijftien minuten zou het duren, vooraleer mijn vader thuiskwam van zijn werk. Vijftien minuten, zolang nog zou mijn vader zoon zijn. Om daarna, voor altijd alleen achter te blijven. Hoe dood je iemands moeder ? Hoe dwingt een mens zich om een ander zoveel leed te berokkenen ? Ik weet niet hoe, ik weet niet met welke woorden, maar ik heb het gezegd. Mijn stem zal voor altijd zijn bitterste herinnering vertolken, in door mij vergeten woorden. Ze was een lieve oma, een ouderwetse oma, die taarten bakte en pannekoeken, die haar kleinkinderen voorzag van stapels handgebreide sokken, sjaals en truien. Het was een oma die zich, wanneer ze uit dansen ging, beperkte tot één enkel glaasje citroenlimonade om dan de rest van de avond haar handtas vol te proppen met kauwgom, zakjes chips en chocoladerepen, die ze de volgende dag als manna over haar kleinkinderen liet nederdalen. Zulk een oma had ik. Ik heb nog een oma. Die moet ik snel eens opzoeken.
We love you, Ye, Ye, Ye. We love you, Ye, Ye, Ye. We love you, Ye, Ye, Ye.
Ik vind Chinezen tof, en vooral dan Zheyun Ye, die speelt nooit op de bof, want zijn vriendjes helpen mee. Van in Timboektoe, tot op de toppen van Tibet Zelfs bij de Zoeloes wordt er op La Louvière gewed !
Hij geeft een match cadeau, geen haan die er naar kraait, en gokt op de Toto, waarna hij centjes graait. Van in Timboektoe, tot op de toppen van Tibet. Zelfs bij de Zoeloes wordt er op La Louvière gewed !
We love you, Ye, Ye, Ye. We love you, Ye, Ye, Ye.
Toen kwam de arm der wet, en 't voetbal was gered.
Een tijdje ging het goed, maar jij ging wat te ver. Nou wacht je de petoet, en daalt ze weer, je ster. Van in Timboektoe, tot op de toppen van Tibet. Zelfs bij de Zoeloes wordt er op La Louvière gewed !
We love you, Ye, Ye, Ye ! We love you, Ye, Ye, Ye !
Toen kwam de arm der wet, en 't voetbal was gered. Toen kwam de arm der wet, en 't voetbal was gered. Toen kwam de arm der wet, en 't voetbal was gered.
Die arme Denen toch. Ze geraken hun melk niet meer kwijt, omdat de moslimwereld van zijn melk is. Bron van alle commotie zijn een dozijn cartoons gepubliceerd in een krantje in Denemarken, spotprenten waarin de draak wordt gestoken met de profeet Mohammed. Het zal een tiental dagen geleden geweest zijn dat ik voor het eerst wat las over deze affaire, in Extrabladet.dk, een Deense internetkrant die -dat zeg ik voor de ware liefhebber- haar sterkste artikels op bladzijde 9 publiceert onder de rubriek "side 9 pigen". Het verhaal leek me toen nog te dun om er in een blogje aandacht aan te besteden. Het ging uiteindelijk maar om twaalf krabbels uit het land van Hans Christian Andersen. Een griezelig sprookje dat zoals alle sprookjes goed zou aflopen, zo dacht ik. Waren het nu illustraties geweest bij een vernieuwde Deense catechismus of de bijbel, dan had ik me wel vragen gesteld, maar de 'Jyllands-Posten' ? In een ver verleden heb ik me eens doorheen de Koran geworsteld en ik herinner me nog goed hoe ik vaak grote ogen trok bij de liefdeloze taal waarmee andersgelovigen daarin bejegend werden. Daar kon ik echt niet mee lachen. Toch trok ik de straat niet op om er de Saoedi-Arabische vlag te verbranden. Ik kon het 'relativeren', een woord waarvoor in toekomstige Arabische woordenboeken wat mij betreft gerust een volledige pagina mag worden uitgetrokken, alsook voor het Arabische equivalent van ons gezegde 'iets met een korreltje zout nemen'. Gelukkig vertoeven er op onze planeet ook een heleboel Moslims die wel kunnen relativeren, zoals die man uit 'Man bijt hond' die zich beperkte tot een "Ik vind dat niet grappig" maar duidelijk niet van plan was om er verder nog een seconde van zijn kostbare tijd aan te verspillen. De enkele cartoons die ik zelf gezien heb vond ik van een pover niveau. Maar ik verdedig desalniettemin het recht van de auteur om ze te tekenen en ze te publiceren. Ook een humorist zonder inspiratie mag zich beroepen op de vrijheid van pers en meningsuiting, net als de 'pigen van side 9' in extrabladet.dk, overigens. Van een even bedenkelijk niveau vond ik het verbranden van de Deense vlag door protesterende moslims. Daarmee beledigen en intimideren zij het Deense volk, gewone mensen zoals u en ik die met de zaak bijzonder weinig te maken hebben. Waarom eist de moslimwereld geen recht op antwoord in de 'Jyllands-Posten' ? Ik kan me moeilijk voorstellen dat de redactie van die krant dat zou weigeren. Voor alle duidelijkheid, ik gun de boze moslim zijn vlagverbranding. Dat hij in dit geval zijn pijlen de verkeerde richting uit schiet neem ik op de koop toe. De vrijheid van meningsuiting is een zwaargewicht onder de principes van de democratie. Onze democratie en die van de Denen. Met het democratisch gehalte van vele Moslimlanden is het veel minder goed gesteld. Laten we een gedachtenexperiment uitvoeren. Stel: Alex schaft zich morgen een Belgische vlag aan en steekt die voor het oog van zijn buren in de fik. Wat zou er gebeuren, denkt u ? Misschien belt er iemand de brandweer. Hier en daar iemand die met de wijsvinger tegen de slaap tikt, een commentaar genre "Ik vond het altijd al een rare, maar nu denk ik dat er echt een paar los zitten in zijn bovenkamer" . . . En wat zou er gebeuren met een moslim in Saoedi-Arabië of de Palestijnse autonome gebieden als die hetzelfde deed ? Ik zou zeggen, don't try this at home, dear Ali, want wat u ook van mij moge denken. Ik houd van u !
Gestadig vordert mijn herstel. Niet van één of andere levensbedreigende ziekte, hoor. Door een verkoudheid met extreem hoog octaangehalte draaide ik de laatste dagen op een lager toerental. Het verkoudheids-virus kan bij mij ondertussen op een behoorlijke dosis respect rekenen. Maar sinds deze morgen heeft het een onomkeerbare terugtocht ingezet. Ieder uur voel ik de weerstand van de microscopische booswichtjes verzwakken. In mijn keel worden de laatste veldslagen geleverd. De uitslag, die staat nu al vast. Mijn tenger lijf zal triomferen. Ik zeg, mijn lijf, want zelf voelde ik me volledig buiten spel gezet. Twee dagen lang beperkte mijn bijdrage tot de defensie zich ertoe de catering voor mijn persoonlijk legertje te verzorgen. Eten en blijven eten, schreeuwden mijn troepen me voortdurend toe. En dat heb ik gedaan: veel suikers en veel vetten. Mijn verstand zei: 'hou er mee op, je vreet je nog ziek', mijn lijf brulde: 'dat ben je al sukkel, kom op met die troep'. Omdat ik ervan uitga dat je een ziekte niet kan wegredeneren, heb ik mijn verstand op nul gezet en mijn troepen hun troep gegeven. Verder werd me door de arrogante stafchef van mijn leger opgedragen zo weinig mogelijk in de weg te lopen. "Het bestrijden van verkoudheden is mannenwerk, niks voor geciviliseerde burgerwatjes zoals jij", ik zweer je, dat waren zijn exacte woorden. Ik heb me dan maar bij de zaken neergelegd en me tegen de gruwelen van het slagveld gewapend met een combinatie van poedertjes en pastilles. Twee dagen kwakkelen herinnerden me eraan welk een zegen een goede gezondheid toch is. Dus geniet ik nu volop van mijn progressie. Van het herontdekte aroma van groentesoep, van het azuur van de hemel dat gisteren nog blauw leek. Ik krijg weer zin om dingen te doen. Ik ga buiten een luchtje scheppen om wat van dat ongefilterd fijn stof in mijn longen te pompen. Ik zet me achter de piano en probeer enkele akkoorden. Mijn kop weet dat het vals moet klinken, maar mijn gemoed hoort een onvervalste Steiner. Ik waag me aan 'Ring of fire' van Johnny Cash. Wat klinkt die aftandse tingeltangel heerlijk. Een traan glijdt vanuit mijn ooghoek langs mijn neus tot aan mijn bovenlip. Geen traan van ontroering maar een restant van mijn zieltogende ziekte. Ik lik hem op en proef het zout. Zelfs een traan kan mij vandaag gelukkig maken.
Decennia reeds is onze overheid in de weer om de strijd tegen de sigaret te winnen. Via allerlei wegen. De bevolking werd bestookt met anti-rook campagnes, de prijs van tabakswaren werd herhaaldelijk verhoogd, er kwam een rookverbod in openbare ruimtes dat dit jaar nog werd uitgebreid naar de werkplek. Een goede zaak, vind ik dat. Zou het dan niet spijtig zijn mochten we binnenkort moeten vaststellen dat al deze inspanningen een maat voor niets waren ? Dat het helemaal niks meer uitmaakt of je je longen vult met sigarettenrook dan wel met Vlaamse atmosfeer. Fijn stof noemen ze het op het weerbericht. Fijn ! En wat doen we ertegen ? "Mensen met gevoelige longen worden aangeraden geen zware inspanningen te leveren !" Het zijn de slachtoffers die zich maar moeten aanpassen. Is het trouwens niet veelzeggend hoe gewoon dit soort adviezen tegenwoordig klinken ? De omringende bezoedeling komt tot ons vermomd als metereologisch gegeven. Alsof het allemaal deel uitmaakt van het wisselvallige Belgische klimaat. Statistieken worden het, de ene dag wat hoger, de andere dag wat lager, net als de beurskoersen. Alleen kosten deze statistieken mensenlevens. En probeer maar eens af te kicken van het ademhalen. Over een cold turkey gesproken . . . Net een week geleden werd in Brussel het autosalon afgesloten. Ook dit jaar klonken er allerlei mooie verhalen over schone auto's rijdend op biobrandstoffen -waarom niet meteen macro-biotische brandstoffen, denk ik dan - of waterstofcellen. De burger werd er in slaap gewiegd, zodat hij met een onbezwaard geweten de volgende dag weer de baan op ging. Ga er dus maar van uit dat het fijn stof voorlopig niet uit de lucht is. De rekening wordt overigens niet door alle burgers in dezelfde mate betaald. Hij wordt fijntjes doorgeschoven naar de zieken, zwakkeren en de ouderen. Een beperkte, weinig attractieve groep die vaak niet stemt en buiten beeld sterft. En dus verwacht ik me niet aan een regeringsmededeling met een aankondiging van doortastende maatregelen om te garanderen dat onze lucht de moeite van het ademhalen waard blijft. Eerder nog zie ik de overheid ons allerlei nuttige ademhalingstips geven, of gratis stofmaskers uitdelen. Dat zijn immers positieve maatregelen, de overheid geeft je wat cadeau. En wij als burgers zullen wellicht ook gevraagd worden om ons steentje bij te dragen, via een spetterende benefietshow ten voordele van de CARA-patienten. U ziet het, alles is haarfijn geregeld.
"En als we nu eens iets deden met BV's ", dat moet zowat de meest gehoorde opmerking zijn in televisie-middens. Want programmamakers weten het. Bekende Vlamingen trekken volk. En aangezien zij afgerekend worden op hun kijkcijfers is de rekening snel gemaakt. Waarom wij zo graag naar bekende Vlamingen kijken, daarover tast ik in het duister. Je zou kunnen betogen dat de kijkers gecharmeerd zijn van hun uitzonderlijke talenten. Dat verklaart echter niet waarom de BV's zich voor de camera zo vaak bezig houden met allerlei activiteiten die hen bepaald niet op het lijf geschreven zijn. Waarom mengen politici zich in kwissen ? Waarom voelen foto-modellen zich geroepen om hun publiek geweld aan te doen middels hun stembanden ? Waarom vindt een voetballer het raadzaam om zijn danskunsten voor heel Vlaanderen ten tonele te brengen ? De BV's zelf zullen meestal riposteren met een "ze hebben het mij gevraagd", een mager argument vind ik, mij word ook wel eens wat gevraagd, of ik mijn geld zou willen storten op deze of gene rekening bijvoorbeeld. Voor deze situaties levert onze taal een helder en bondig instrument: Het woord 'Nee'. Voor BV's ligt dat blijkbaar anders. Die kan je de gekste dingen laten doen. Een aantal jaren geleden lieten enkelen zich zelfs opsluiten in een huis om zich daar 24/7 door het Vlaamse publiek te laten begapen. Big Brother Vips, weet u nog ? Pure tijdverspilling was het. Als Big Brother al enige reden van bestaan heeft is het zijn onbetwistbare bijdrage tot de democratisering van het BV-schap. De BV werd in het BB-concept teruggebracht tot zijn simpelste vorm. BV's zijn leuke poppetjes om naar te kijken. Talenten zitten enkel in de weg. Hoe meer talenten je hebt, des te beperkter zijn jouw mogelijkheden op televisioneel gebied. Enkel leeghoofden met een hoge aaibaarheidsfactor zijn daarom universeel inzetbaar. Geloof me, een lobotomie en een abonnement op de plastische chirurg en zelfs ik sta volgend jaar in de boekskes.
Het zag erg groen vandaag in de Palestijnse gebieden. Hamas was er aan het feest. Het Westen beschouwt Hamas als een terroristische organisatie. Daarmee vallen ze dus officieel in dezelfde categorie als Al Qaeda. En deze terroristen hebben sinds vandaag dus de touwtjes in handen in de Palestijnse gebieden. Wat nu ? "Is het vredesproces nu dood ?", stelt men zich de vraag in allerlei nieuwsprogramma's. Zat daar dan nog leven in, denk ik bij mezelf. Ook voor vandaag al lag het vredesproces op apegapen. Vergeleken bij de gezondheidstoestand van de vredesonderhandelingen stelt zelfs Ariel Sharons diepe coma nauwelijks wat voor. Gisteren besloot het Palestijnse volk dan om de stekker er uit te trekken. Ze hadden schoon genoeg van al dat gepalaver. Want wat had hen dat uiteindelijk opgeleverd ? Israëlische soldaten, die naar vrije wil hun zogenaamd autonome gebieden binnenvielen en het ene na het andere huis platwalsden. Wekenlang omsingelden ze zelfs het hoofdkwartier van hun charismatische leider Yasser Arafat. Kan je een volk dieper beledigen ? In de Verenigde Staten zat men ondertussen met ongeduld te wachten op het ogenblik dat de PLO-leider het tijdelijke met het eeuwige zou verruilen. De Verenigde Staten eisten ook dat er vrije presidents- en parlementsverkiezingen zouden komen. Wel, ze kregen hun zin. Het volk heeft gesproken en de wereld zit met de gebakken peren. Israël krijgt te maken met een bewind dat zich als doel stelt dat land van de kaart te vegen. Daarmee zitten ze op één lijn met dat andere land dat de laatste tijd met pittige one-liners in het nieuws komt. Juist, ja, Iran. Is het niet ontroerend welke boeiende ontwikkelingen zich in het Midden-Oosten voltrekken sinds ene George Bush zich daar met de zaken ging bemoeien. Irak staat op de rand van een burgeroorlog. Syrië en Iran vormen gezamenlijk front tegen de dreiging van een Westerse invasie. Libanon destabiliseert na jaren van moeizaam herstel. Saoedi-Arabië werd Iraks hofleverancier van suicidale Jihadi's. En nu deze verpletterende zege van Hamas. Toen de Verenigde staten in 2001 het Afghaanse regime de oorlog verklaarden, gebeurde dat enkel omdat de Taliban weigerden Al Qaeda aan hen uit te leveren. Peanuts vergeleken bij de situatie in de Palestijnse gebieden, dus. Daar grijpt een terreurbeweging feitelijk de macht. Waarop wacht je nog George ?
Ik zit weer in de kou. Nog maar net twee minuten geleden sloot ik de deur nog en nu staat ze alweer wagenwijd open. Poes wil wat van me, en dan is ze erg standvastig. Eerst veins ik dat ik ze niet zie. Zinloos natuurlijk. Met een paar welgemikte sprongen zit ze op mijn bureau en beneemt me het zicht op mijn monitor. Nu kan ik haar niet langer negeren. Even nadenken, haar met water aangelengde papje heeft ze al gehad, haar blikje van het betere merk kattenvoer heeft ze ook al achter de kiezen. Zou ze dan weten dat er nog wat restjes spek in de koelkast liggen ? Ik sta op en volg haar tot aan de keukendeur. Daar wacht ze op me. Ik mag als eerste de keuken binnen. Slimme poes, ze vreest natuurlijk dat ik haar een poets zal bakken, dat ik haar zou laten voorgaan om dan de deur achter haar te sluiten. Die valkuil heeft ze knap vermeden. Haar droogvoer staat nog onaangeroerd in de hoek. Dat spaart ze als noodrantsoen. Met een weekhartig mensenexemplaar in de buurt moet er meer te rapen zijn. Even mijn klaaglijkste miauw ten berde brengen, denkt ze. Ik ga terstond door de knieën. "Jij wil spek, jij krijgt spek", spreek ik haar sussend toe. Terwijl poes zich tegoed doet aan haar zoute lekkernij loop ik terug naar mijn computer. Ik sluit de deur, tegen beter weten in, want je kan er donder op zeggen dat mijn kleine dwingeland zich binnen vijf minuten opnieuw zal melden, ook deze keer, zonder de deur achter zich te sluiten. Om nog een dessertje te versieren, omdat ze een luchtje wil gaan scheppen of gewoon omdat ze deuren hinderlijke obstakels vindt. Want voor poes mag het elke dag wel opendeur-dag zijn. Die aversie voor deuren delen katten met kinderen. Ook zij bezigen met passie de opendeur-politiek. Kinderen beschouwen deuren als hinderlijke sta-in-de-wegs die hen tijdens het vrolijk door het huis zoeven de weg versperren. Deuren zijn dingen om open te zetten. Kinderen zijn niet gek. Waarom zou je een deur achter je sluiten, ze staan je straks toch maar in de weg. Open moeten ze, al was het maar uit solidariteit met andere kinderen die mogelijk nog volgen. En zo lopen wij de hele tijd achter die lieverdjes aan. Het doet me denken aan die song van Boudewijn de Groot: Achter iedere deur die ik opendoe , doe jij een andere deur weer dicht, alleen werkt het in dit geval net andersom. Kinderluikjes, misschien zit daar wel wat in, zoiets als het kattenluikje in de keukendeur maar dan in elke binnendeur, zodat alles wat zich beneden de metergrens bevindt op volle snelheid door het huis kan hollen. Vandaag nog een patentaanvraag indienen, Alex !
Ach, wat is nu 100 miljoen , moeten de toplui van de Belgische petroleumsector gedacht hebben.We zullen ons goed hart eens tonen, binnen een paar maand krijgen we onze centjes toch terug op onze rekening gestort. En we komen voor één keer eens positief in het nieuws. Voor een gewone sterveling lijkt 100 miljoen vanzelfsprekend een gigantisch bedrag, maar dat is het allerminst. Sinds kort ligt dat bedrag zelfs binnen ieders bereik. Een tiental dagen geleden, kon je het immers nog winnen als je je geluk waagde met euro millions. Onze regering zal er dus echt zijn broek niet aan scheuren. Freya's rokje daarentegen zou wel eens bijzonder rafelig uit de huidige politieke schermutselingen te voorschijn kunnen komen. Enige parlementsleden uit de rangen van de CD&V dromen er immers al maanden van om de minister met de billen bloot te zien gaan om haar dan met hun beste catechismus in lederen kaft te kastijden: "Gij zult niet liegen, gij zult niet liegen !", streng in de leer als ze zijn. Maar dit geheel ter zijde. Die honderd miljoen, daar had ik het over. Als je voor ogen houdt dat BP in 2004 nog een winstcijfer realiseerde van meer dan 12 miljard euro, dan begrijp je dat de petroleumbazen van die lening aan de Belgische staat echt geen moment wakker hebben gelegen. Tot de minister teveel liet uitschijnen dat die lening eigenlijk een bijdrage was van de sector. Toen zette die sector meteen de puntjes op de i. En de puntjes in het contract vertellen mij dat Freya in slechte papieren zit. Ik bespeur nergens wat in de overeenkomst waarmee ze druk kan uitoefenen tijdens de onderhandelingen waar zij het steeds over heeft. Tenzij ze de sector weet te verleiden met een politieke suikerspin natuurlijk, maar zo blijven wij betalen. Want betalen zullen we, voor onze eigen brandstofkorting ! Of we dat nu rechtstreeks aan de pomp doen of niet, maakt op het eind van de rit nauwelijks wat uit. Misschien moeten wij als consumenten de politici eens tonen hoe het moet. Als we vanaf morgen een extra trui aantrekken en de thermostaat een graad of twee lager draaien, dan levert ons dat per inwoner makkelijk 10 euro op. Zo halen wij op sluwe wijze toch nog de bijdrage van de Belgische petroleumsector binnen. Wat ik dan met mijn 10 euro ga aanvangen ? Daar moet ik niet lang over piekeren . . . Euro millions spelen, natuurlijk.
"Ik ben versleten", zei ze. Ze is versleten, 22 jaar en ze is al versleten. Wel Kim, dan heb ik slecht nieuws voor je. Als het van onze regering afhangt zal jij nog een veertigtal jaartjes aan de slag moeten blijven. Geen paniek, er bestaan ook veteranen-toernooien. Ik zag ze onlangs nog aan het werk, de sterren van weleer. Mc Enroe, Connors, Noah, Wilander en het moet gezegd, ze speelden nog een pittig partijtje tennis. De grote vetpot zal het wel niet zijn, maar je hebt toch wat om handen. Of had je eerder een carrière als co-presentator van tenniswedstrijden in gedachten ? Houd er dan wel rekening mee dat Sabine Appelmans zich al behoorlijk heeft ingewerkt bij de VRT. Die zal je dus wel even moeten afserveren. Ach, ja, jij vindt je pensioen wellicht niet zo belangrijk, jij hebt je schaapjes immers al lang op het droge. Excuseer me, soms vergeet ik dat dat voor gefortuneerde Belgen anders ligt. En inderdaad, het klopt dat jij ondertussen al heel wat jaartjes meedraait. Maar dat kunnen wel meer sporters zeggen. Denk maar aan onze judoka's of onze zwemmers. Fred Deburghgraeve veroverde voor ons landje een gouden medaille op de Olympische Spelen van Atlanta en schonk ons nog een wereldrecord als toetje. Toch moest Fred na zijn sportcarrière op zoek naar een ordinaire job. Gouden Fred werd schoenenverkoper. De man die al die jaren zijn schoeisel uitschopte als hij ging werken, verpopte zich en begon een tweede leven als een Vlaamse Al Bundy. Jou gun ik absoluut een beter lot, Kim, en ik kan me er dus best mee verzoenen dat je over een jaar je racket aan de wilgen hangt en voor de rest van je leven van je prijzengeld gaat genieten. Spijtig alleen dat door jouw succes zovele gewone stervelingen de weg naar de kinesist zullen bewandelen. Je bent immers een rondhossende reclame voor sport, en tennis in het bijzonder. Duizenden Vlaamse meisjes dromen er van om in jouw voetsporen te treden. Op de Vlaamse tennisbanen regent het tegenwoordig grand écarts. Imitatie is de hoogste vorm van bewondering. Natuurlijk zal het slechts een enkeling lukken om met tennis een behoorlijke boterham te verdienen. De rest mag splitten en sliden tot ze een ons wegen, hen wacht een lange loopbaan als, ik noem maar wat, bediende of schoenenverkoper. Dan is het wel fijn als je skelet het niet laat afweten. Maar wat hoor ik jouw nu zeggen ? "Topsport is ongezond." Dat zeg je rijkelijk laat. Een hele generatie tienermeisjes loopt al jaren het risico doormidden te scheuren en nu kom jij met deze bekentenis voor de dag. Als ik in jouw gesponsorde schoenen stond, zou ik me daar behoorlijk schuldig over voelen. Alle reden dus om je ereschuld ten op zichte van de toekomstige kreupele werknemers af te lossen. Hoe je dat moet aanpakken ? Wel, dat is simpel. Laat gewoon horen wat je voelt. Dus denk eraan, in de toekomst: Doet je rug pijn als je serveert, schreeuw het van de daken, Kim ! Bij elke spreidstand wil ik je voortaan horen kreunen als werd een honderjarige eik door een gigantische bijl in tweeën gespleten. Het zou ook ontradend werken mocht je je in het openbaar wat vaker met krukken vertonen. Doe het, Kim, alsjeblieft, doe het voor de Vlaamse jeugd.
Gegroet, beste lezer. U bent het ondertussen vast al gewoon dat ik u bestook met mijn eigen groot gelijk. Daarom zou ik vandaag de rollen eens willen omkeren. Met andere woorden: Mag ik 'u' vandaag eens een vraag stellen ? Vindt u dat goed ? Ok, zet u maar schrap dan, hier komt ze:
Stel, u bent de leider van een onmetelijk groot land dat ooit het centrum was van een wereldrijk. Een rijk dat uit mekaar viel omdat het economisch niet langer kon wedijveren met zijn grootste concurrent. Allerlei nu onafhankelijke staten die vroeger naar je pijpen dansten varen ondertussen hun eigen koers. Voor de bescherming van hun recent verworven autonomie gaan ze aankloppen bij jouw vroegere vijand. Stel, u bent zo'n leider. Na vele donkere jaren krabbelt uw land langzaam overeind, want het beschikt over een belangrijke troef, enorme aardgasreserves met name, in een wereld met een onstilbare honger naar energie, in die mate zelfs dat hier en daar al wordt gesproken over een nakende energiecrisis. Dan wordt het winter, echt winter. De vorst houdt een groot deel van de wereld in zijn greep. Ook jouw vroegere marionnetten scharen zich rond de kachel. Je winkeltje draait goed. Te goed, zelfs. Men vraagt je meer gas dan je kan leveren. De volgende keuze dringt zich op.
A) U besluit minder aardgas te leveren aan uw rijkste klanten. Aangezien zij u de vandaag zeer hoge marktprijs zouden betalen ziet u hierdoor een berg geld aan uw neus voorbijgaan.
B) U hebt als machthebber suicidale neigingen en besluit uw eigen bevolking aan een diepvrieskuur te onderwerpen.
C) U leest in de situatie een unieke gelegenheid om enkele afvallige staten, die voor hun energievoorziening nog steeds totaal op u zijn aangewezen, een lesje te leren, eentje dat hen er pijnlijk aan herinnert, wie hun 's winters warme voeten bezorgt. Met enig geluk gaat de bevolking er aan twijfelen of die nieuwe politieke koers van hun leiders wel zo'n goed idee was. Deze optie heeft echter ook zijn minpunten. U heeft langlopende leveringscontracten met deze landen. Indien u deze niet nakomt, zou men u van contractbreuk kunnen beschuldigen. Bovendien kan de wereld u verwijten dat u energie als wapen hanteert om zo druk uit te oefenen op soeverreine staten.
D) U brandt 101 kaarsjes in de kathedraal van Moskou en bidt tot de almachtige opdat hij enkele explosieven tot ontploffing zou brengen onder welgekozen strategische pijpleidingen. Dat zou u een ijzersterk excuus verschaffen om de gasleveringen naar uw verloren zonen tijdelijk op te schorten. Het vrijgekomen debiet kan u goed gebruiken om te voorkomen dat uw eigen onderdanen in de kou komen te zitten. Wat er daarna nog overblijft kan u voor klinkende munt verkopen aan u meer gefortuneerde klanten. De extra winst die u hierdoor opstrijkt compenseert ruimschoots de herstellingskosten van de ontplofte gasleidingen.
Wat zou u doen ? (*)
(*) ga er voor het gemak even van uit dat het begrip 'geweten' u onbekend is.
Rechter: Mr Frisia, eerwaarde heer Munte beweert dat hij u, nu bijna twee jaar geleden, 1500 euro geleend heeft voor een goed doel, geld dat u hem nooit heeft terugbetaald. In uw laatste correspondentie met eerwaarde heer Munte, stelt u hem voor het bedrag terug te betalen in het hiernamaals. Ik neem aan dat dat een grapje was. Maar laten we beginnen bij het begin. Dat goede doel, waarvan sprake, mag ik u vragen wat dat goede doel dan wel was ?
Beschuldigde: Jawel, edelachtbare, ziet u, ik had het geld dringend nodig voor een borstlifting. Niet voor mijn profijt, echter edelachtbare, ik deed het voor mijn vrouw.
Rechter: Hoor ik dat nu goed ? Hebt u misbruik gemaakt van de vrijgevigheid van deze diepgelovige geestelijke om de boezem van uw vrouw te laten verfraaien ? Dat lijkt me toch allesbehalve een levensnoodzakelijke chirurgische ingreep. Wat hebt u daarop te zeggen ?
Beschuldigde: Ach edelachtbare, probeert u toch mijn situatie te begrijpen. Mijn vrouw wordt al wat ouder, en dan eist de zwaartekracht haar tol. En ze heeft zulke mooie lingerie, hele kasten vol, een fortuin heeft het mij gekost. Maar wat heeft ze aan die dingen, met haar borsten op halfzes. Dus u begrijpt . . .
Rechter: Ik begrijp er helemaal niks van. Niemand verplicht u zich in de schulden te steken om uw vrouw van exclusief ondergoed te voorzien en . . .
Beschuldigde: Ach, edelachtbare, als ik u even mag onderbreken, maar dan hebt u mijn echtgenote nog niet gezien, het is een beauty ... werkelijk grote klasse meneer, zulk een dame kan zich toch onmogelijk in zo'n goedkoop warenhuissetje vertonen.
Rechter: Meneer Frisia, hoor ik u nu vertellen dat u het slachtoffer bent van het feit dat u een dure vrouw te onderhouden heeft ? Spijt me, maar u zal met wat beters voor de dag moeten komen . . . Voor zover ik weet, en neemt u van mij aan, ik ken de wet, is in dit land de keuze van een huwelijkspartner vrij. U had even goed een bescheidener vrouw kunnen huwen.
Beschuldigde: Was het maar zo, edelachtbare, was het maar zo, maar dat kan ik mij toch niet veroorloven, edelachtbare, niet met een Lamborghini . Zulk een wagen smeekt om een bloedmooie vrouw, edelachtbare. Stel u eens voor dat ik met een doordeweeks mokkel aan mijn zijde door de binnenstad zou bollen. Heel Italië zou me vervloeken.
Rechter: Maar u bent hier niet in Italië, meneer Frisia, u bent hier in België. En die Lamborghini, ik zie echt niet waarom u niet zonder zou kunnen.
Beschuldigde: Edelachtbare, mijn oprit heeft mij miljoenen gekost. U begrijpt toch ook dat het een doodzonde zou zijn om daar een inspiratieloos confectiewagentje op te stationeren . . .
Rechter: Maar u . . .
Beschuldigde: Ik begrijp wat u wil zeggen, edelachtbare, maar die oprit was echt pure noodzaak. Ziet u. Twintig jaar heb ik geploeterd, dagen, nachten, overuren geen bezwaar. Zondagen, feestdagen. Mijn rug heb ik er voor opgeofferd. Maar het is het waard geweest. Mijn villa, edelachtbare, het is de mooiste van de streek en voor elke steen ervan heb ik gezwoegd. Maar zo'n kasteeltje daar kan je natuurlijk niet zomaar een rechte streep asfalt voor trekken . . .
Een kerel met een roze hoed, een freule rijk aan decolleté, wat start mijn weekend weeral goed, holadijoo, holadijee.
Gogo girls op een pied d' estale, drie meisjes met een microfoon, de stemmen vals, hun lijven schoon, een lauw orkest, wat loos gelal. Het scherm vult zich met pret-bevelen, er wordt geschud met lichaamsdelen, de strijd der sexen op toneel, verpakt als kleuterklasgekweel, het imitatie-artistiek, van een vervallen pretfabriek, een doorgeroeste lolmachine, bouwt klanken zonder proteïne. De fun van funerarium is haar instrumentarium.
Een mens zit vol gebreken. Te veel om op te noemen in mijn geval. Af en toe zit me dat behoorlijk dwars. Daarom besloot ik vandaag wat te doen aan mijn gebrekkige kennis van het Deens. U vraagt zich nu wellicht af, waarom juist Deens. Is je Servokroatisch dan van een hoogstaander niveau ? Daar hebt u een punt, ook mijn Servokroatisch laat behoorlijk te wensen over, maar een mens moet toch ergens beginnen dus waarom niet met Deens, dacht ik. Dat lijkt me een verfrissende keuze. Een vrije keuze. Want de meeste talen worden je toch min of meer opgedrongen. Frans omdat je anders geen brave patriot bent, Engels om de Amerikanen de weg te wijzen als ze nog eens een land willen plat bombarderen, Duits om de Wehrmacht te begroeten als die nog eens komt bivakkeren en Spaans omdat die taal in Zuid-Amerika sinds Columbus de boventoon voert. Onze keuze voor deze talen is vooral gebaseerd op economische argumenten. Niet toevallig hoor je de laatste tijd af en toe de kreet dat onze kinderen dringend Chinees moeten leren, geen geringe opdracht, me dunkt, ookal omdat Chinees niet bestaat (men bedoelt Mandarijn). Zijn talen echter werkelijk interessanter, omdat meer en/of rijkere mensen ze spreken ? Verdienen deze talen onze interesse wel ? Spaans domineert Zuid-Amerika omdat de oorspronkelijke bevolkingen, die ook al een taaltje verzonnen hadden, manu militari werden onderworpen. De verspreiding van het Engels gebeurde evenmin met zachte hand. Het Brits imperium en later de Europese kolonisatoren van Noord-Amerika klaarden die klus. De Indianen zijn de komst van de witte man nooit te boven gekomen. Frankrijk lijfde het grootste deel van Afrika in en leerde de negertjes Frans. Ze moesten de bevelen van hun chefs toch begrijpen . . . Daarbij vergeleken waren de Deense Vikings koorknaapjes. Bovendien hebben ze het plunderen van onze contreien als nationale sport al lang afgeschaft. De moderne Deen is een beschaafde Europeaan, houdt van voetbal, ijshockey en, dat weet ik sinds vandaag, spreekt een uiterst pittig maar volstrekt onverstaanbaar taaltje. Zelfs een op het net ontdekte stoomcursus bracht me niet veel verder. De Deense schone die ik, dat zal je altijd zien, vandaag of morgen tegen het lijf loop zal ik dus noodgedwongen in het Engels moeten verleiden. Tenzij ze me, "Hvordan gaar det ?", 'Hoe gaat het' vraagt. Dan antwoord ik vals bescheiden: "gammel men sund", oud maar gezond. En maar hopen dat ze daarvoor smelt. Ach ...misschien had ik me toch beter op het Servokroatisch gestort.
What's in a name ? Nou, weinig of niets als die Alex Oom of Jos Palmans is. Is hij daarentegen Rembrandt dan betekent dat een verschil van dag en nacht. De directeur van het Deense Nationale Museum sprong dus zeker een gat in de lucht toen bleek dat zijn museum er twee Rembrandts op vooruit was gegaan. En dat had hem geen duit gekost. De schilderijen lagen immers al decennia in de kelders van zijn museum. Ze droegen wel de signatuur van de meester maar experten hadden geoordeeld dat het om kopieën ging, werken van Rembrandts minder geniale leerlingen. Maar omdat 2006 uitgeroepen werd tot Rembrandt-jaar besloot de museumdirecteur de 'kelderstukken' opnieuw te laten onderzoeken. Nu wil ik best aanvaarden dat de experten deze keer tot een andere conclusie kwamen. Tegenwoordig beschikt men in de kunstwereld over nieuwe technieken om schilderijen hun diepste geheimen te ontfutselen. Waar ik me echter bijzonder over verbaas, is het feit dat de kunstwerken door deze revelaties een geheel andere status verkregen. Plots verdienen ze een plekje in het museum. Het ene moment sta je als doek nog in het voorgeborchte van de hel, het volgende ogenblik rijdt men je door de grote poort de hemel binnen, dat alles dankzij een gewijzigd label. Knapper zullen de schilderijen er echt niet op geworden zijn. Vroeger vond men de penseelstreek te ruw voor een meesterwerk, wel, daar verandert dat Rembrandt-label toch geen sikkepit aan. Mocht Rembrandt nog rondlopen vandaag, hij zou waarschijnlijk niet eens met die misbaksels op de foto willen. Spijtig genoeg ligt de man al eeuwen onder de zoden wat de kunstwereld toelaat zijn artistieke citroenen tot de laatste druppel uit te persen. Rembrandt is wat je tegenwoordig een A-merk zou noemen. Daar wil je als consument blijkbaar automatisch wat meer voor neertellen. Ook op het vlak van de schone kunsten hebben mensen nood aan helden. Onaantastbare referentiepunten voor goede smaak. De gedachte dat zo'n halfgod op een blauwe maandag mogelijks een misbaksel op de wereld zou kunnen zetten, wordt door de dwepers onmiddelijk naar de diepste regionen van hun onderbewuste verdrongen. Alles wat het kunstidool heeft aangeraakt krijgt meteen een gouden randje. Zelfs een onder invloed van een 20 karaats kater bijééngebibberd verfwerk wordt tot uitzonderlijke kunst verheven. Ach, het gaat met kunst al net zo als met die porseleinen pispot. Op zich, een lelijk ding met een barst erin. Tot blijkt dat Sissi er haar dubbelmonarchische pipi in plaste. Want Sisi' s keizerinnenurine, dat is geen kattepis.