Met mijn mond vol tanden stond ik, ik die doorgaans toch niet om woorden verlegen zit. Maar wat voor boeiende conversatie kon ik haar nou bieden vergeleken met wat mijn voorganger te vertellen had. Tien minuten lang had hij haar onderhouden, de volledige tijdspanne die zij nodig had voor zijn bestelling van 4 frieten, drie met mayonaise apart , één zonder , drie curryworst speciaal , één saté en een portie spagetti bolognaise.We waren gelijktijdig de parking van de frietbarak opgedraaid maar handige harry was zo slim geweest zijn stalen ros vlakbij de deur te stallen met als gevolg dat mijn kleine met andalouse de loef werd afgestoken door een naar Belgische normen nog vrij uitgebalanceerd familiediner. Ze kenden mekaar, de juffrouw van het frietkraam en Harry. Hij bestelde en begon aan zijn verhaal. Over hun gemeenschappelijke kennis die was gevallen voor een zwartje. Of ze de uitnodiging voor het trouwfeest al had ontvangen. Die had ze. Ja, dat zou wat worden, dat huwelijk met die negerin. Zestig kilo rijst had de bruidegom moeten bestellen. Dat moest nogal een familie zijn, die van de bruid, want haar toekomstige die kon met zijn verwanten dit frietkraam nog niet vullen. Ze zouden met bussen overkomen van Parijs. En natuurlijk de obligate grap, het zou er zwart zien van het volk ... Zo bleef hij maar doorgaan, de details werden steeds smeuiger en zij had er best lol in. Ik stond er een beetje onwennig bij. Veinzen dat ik niks van hun gesprek kon verstaan zou belachelijk wezen. Hij stond geen 2 meter van mij vandaan en fluisteren stond duidelijk niet in zijn woordenboek. Toch deinsde ik er ook voor terug om me met een leukigheid in het gesprek te mengen. Je weet hoe dat gaat, zij mogen hun vriend door het slijk halen dat het een lieve lust is maar suggereer zelf wat en het kot is te klein, zeker een frietkot. Dus hield ik me maar gedeisd en bestudeerde met gespeelde interesse de affiches die je op dit soort lokaties pleegt aan te treffen. Zoals die van Jack Van Herck , motocrosser, 250 cc , wiens kas zou worden gespijsd door middel van een bieravond en zijn collega Steve Lambrechts , 500 cc , die iets soortgelijks beoogde via een barbecue. Zo kwam ik ook aan de weet dat weldra een 'trekkertje trek' -evenement mijn anders zo rustige dorp zou teisteren. Voor wie niet thuis is in het rijke culturele plattelandsleven, 'trekkertje trek' heeft niks te maken met één of ander onanisch groepsgebeuren maar alles met een agrarisch onderonsje waarbij de oerkracht van tractoren de hoofdrol speelt. En toen was ik aan de beurt, ik met mijn onozele kleine met andalouse. Veel tijd had ik dus niet vol te praten. Maar meer dan " één kleine met andalouse" kwam er niet over mijn lippen. Het bleef stil terwijl zij zich aan mijn avondmaal wijdde. Ze heeft een leuke lach, dacht ik, terwijl mijn ogen afzakten naar haar knappe, zij het ietwat korte benen. Haar zwarte rok tot boven de knie deed me even wegdromen. Foei, vieze man, nam mijn geweten de touwtjes onverbiddelijk terug in handen en uit boetedoening richtte ik mijn blik extra hoog naar de potjes, beertjes en andere prullaria die boven de toog hingen. Ik betaalde gepast. Ik een 'alsjeblieft', zij een 'dankuwel en tot ziens'. Verder geen woord. Volgende keer bereid ik wat voor.
Als ik een walvis was, dan luisterde ik dezer dagen aandachtig naar het journaal. Ik weet niet hoe het gesteld is met de radio-ontvangst onder water, maar ik veronderstel pover en wellicht ook daarom komen de beesten zo nu en dan eens naar de oppervlakte. Daar komen ze te weten wat die landdieren op twee poten met hen van plan zijn. Als het aan Japan lag, dan kregen zij nog vandaag een harpoen in hun schedelpan, zoveel is duidelijk. Japan lijdt namelijk onder een accuut tekort aan wetenschappelijk verantwoord walvisvlees. De aanpak van de Japanse wetenschappers is zowel simpel als doeltreffend. Om walvissen beter te leren kennen schiet je ze een explosieve lading in het hoofd en dan observeer je hoe ze daarop reageren. Het lijkt inderdaad wat primitief, maar het is nu éénmaal geen makkie om elektroden aan te brengen op de kop van zo een zwemmende mastodont. Tot nu toe heeft het neurologisch onderzoek nog maar weinig opgeleverd. De dosering van de explosieve hersenstimulatie staat nog niet op punt. Met als resultaat, een trieste reeks overlijdens van proefdieren. Het zou in zo'n geval werkelijk zonde zijn om de overleden waterreuzen tot een zeemansgraf te veroordelen, menen de Japanse vorsers. Dan ware zijn offer immers totaal tevergeefs geweest. Het getuigt van meer respect voor het dier om zijn vlees niet zomaar verloren te laten gaan. De uitvaart wordt daarom doorgaans verzorgd door Japanse restaurants ... Waarom Japanners zo tuk zijn op walvisvlees daar kan ik enkel naar gissen. Geloven ze misschien dat ze door het verorberen van deze intelligente zoogdieren hun eigen IQ kunnen opkrikken ? Nee, dat schijnt mij een uiterst domme redenering, niet strokend met het beeld van de pientere Jap. Of eten ze 'groot' als compensatie voor hun eigen pocket-formaat ? Zo van, wie is nou de grootste vis ? Wie zal het zeggen ....
Ik ben geen man voor een maatpak. Steek me in zo 'n dwangbuis en ik word een ander mens, een wandelend en pratend kostuum word ik dan. U noemt het een gebrek, ik noem het Alex. Een baas die van mij verlangt dat ik elke dag keurig gedast op kantoor verschijn zal niet lang mijn werkgever blijven. Niet dat ik het de man kwalijk zou nemen. Een bedrijf kan heel aanvaardbare motieven hebben om strikte kledingsvoorschriften te hanteren. Alleen, ik zou er mij ongelukkig bij voelen en een werknemer die zich niet goed in zijn textiel voelt levert meestal pover werk. Dus ik vertrek. Ik zou ook heel anders kunnen reageren. Ik zou moord en brand kunnen schreeuwen over zoveel onrecht mij aangedaan, een advokaat in de arm nemen en deze voor een rechtbank laten betogen dat het dragen van vrijetijdskledij ,altijd en overal, een essentieel element vormt van mijn levensvisie. De rechter zou een glimlach wellicht slechts met moeite kunnen onderdrukken. Als ik echter zou kunnen aantonen dat mijn filosofische inzichten gestoeld zijn op één of ander door goddelijke inspiratie tot stand gekomen boekwerk dan ligt de zaak meteen heel anders. Vraag me niet waarom dat zo is, mij blijft het een raadsel. Als een vrouw er via studie van de Koran van overtuigd raakt dat ze reeds haar hele leven in haar slipje over straat loopt dan begrijp ik dat zij de nood voelt om daar wat aan te doen. Mij lijkt het een geval van ingebeelde naaktheid, een soort 'De kleren van de keizer' in negatief, maar ik respecteer haar gevoelens. Wanneer deze vrouw echter kiest voor een baan als receptioniste dan dient zij te beseffen dat zij in haar functie niet zichzelf representeert maar veeleer het bedrijf waarvoor zij werkt. Als dat bedrijf geen religieus karakter heeft lijkt het mij perfect aanvaardbaar dat van de receptioniste gevraagd wordt dat zij geen uitgesproken religieuze tekens draagt. Overigens kan dat bedrijf niet zomaar gelijk welke kledingsvoorschriften invoeren. De maatschappij steekt daar een stokje voor. Zo kan een baas niet eisen dat een receptioniste topless de bezoekers ontvangt en de naturiste die daar misschien geen enkel bezwaar tegen zou hebben heeft evenmin het recht om die bezoekers in verlegenheid te brengen. Wanneer onze receptioniste na het volbrengen van haar dagtaak naar huis terugkeert is zij verlost van haar representatieve rol. Dat betekent echter niet dat vanaf dat moment haar religieus geïnspireerde zienswijze zwaarder weegt dan het gewogen gemiddelde van deze van de gemeenschap waarin zij leeft. Als deze gemeenschap het dragen van een hoofddoek accepteert maar de burka afwijst, bijvoorbeeld omdat de mensen deze als bedreigend ervaren, dan getuigt het van een gebrek aan respect voor die samenleving desondanks een burka te dragen. We zouden het toch ook niet aanvaarden als alle naturisten vanaf morgen hun visie op kledij zouden doordrukken en met z'n allen poedelnaakt over straat zouden flaneren. En gelukkig maar, want geen moslima zou zich nog op straat durven te begeven.
Ik hoef geen halfleeg glas om de weemoed in mij te laten wellen. Mijn kantelpunt ligt niet halverwege. Ik observeer hoe de barman het door mij bestelde pintje tapt. Het bier rijst schuimend in het glas. Kort geluk. Kort, want dra gaat de tapkraan dicht en rest mij slechts de troosteloze aftocht naar de bodem. Zelfs al bracht ik het glas nooit aan mijn lippen, het schuim smelt weg, het gerstenat verschraalt.
Laten wij bidden:
Volheid is de boodschapper van een nakende leegte. Elke geboorte is een voorspel op de dood. Vriendschap zaait het zaad van pijn en verlies. Liefde is een lied met een hatelijk refrein. Geef mij niets en niets zal ik verliezen.
26 seconden, dat is de lichtwinst die ons morgen nog gegund is. Het grote lentegewin ligt achter ons. Nog enkele dagen en de zonnetap gaat toe. Daarna korten onvermijdelijk de dagen. Een hele jaarhelft lang. Ik vul mijn glas en verjaag het spook van de duisternis met gulzige slokken rode wijn.
Laten we eens lekker wild speculeren. In de Vlaamse pers schijnt dat tegenwoordig mode te zijn, dus wat staat ons bloggers anders te doen dan braafjes de profs te volgen, nietwaar ? Stel je een puisterig studentje voor. Omdat de pukkel een naam moet hebben, doop ik hem Koen. Koen studeert Politieke en Sociale Wetenschappen zo ergens eind jaren zeventig van de vorige eeuw. Koen heeft een zwak voor meisjes, op zich is daar niks mis mee, dat overkomt de besten onder ons, maar helaas voor hem vallen de meisjes niet in dichte drommen voor zijn charmes. Met name langbenige knappe brunettes en linkse studentes blijken uiterst resistent tegen zijn sex-appeal. En dat is erg sneu voor onze jongeling, want de schoonste aller studentinnen, het voorwerp van zijn begeerte, dat ik hier voor het gemak even Freya zal noemen, is een bruinharige schoonheid van een meter tachtig, waarvan minstens de helft stelten, en ze loopt over van rode politieke passie. Overmand door testosteron ondergaat Koen een politieke blitsmetamorfose. Hij verdiept zich in Mao's rode boekje en Marx'Das Kapital, deelt pamfletten uit op straat, neemt deel aan betogingen en discuteert tot in de late uurtjes over het nakende einde van het verderfelijke kapitalisme. Alleen maar om haar voor zich te winnen. En zie, het lijkt te lukken. Ze raakt geïnteresseerd in de jongen achter de puistjes, laat hem toe in haar vriendenkring, ze zien mekaar nu bijna dagelijks en regelmatig gaan ze samen op café. En daar loopt het fout. Verdoofd door een overdaad aan alcohol verliest hij even zijn masker en vervalt in een uiterst rechts discours. De schellen vallen van Freya's ogen. De rode prins blijkt in werkelijkheid een donkerbruine pad. Geen blik gunt zij hem nog. Hij probeert het nog met gedichtjes, serenades, openlijke mea culpa's. Het mag allemaal niet baten. Hij heeft ze nooit gehad en is ze reeds voor altijd kwijt, zijn Freya. Koen is deze slag nooit te boven gekomen. Uit verbittering trouwt hij een korte blonde en verklaart de oorlog aan alle rijzige brunettes. Laat je behandelen, Koen !
De Vlaamse werkgeversorganisatie VOKA luidt de alarmklok. Ons land lijdt aan electriciteitsarmoede. Een euvel dat volgens VOKA tot langdurige stroomstoringen zou kunnen leiden. Met andere woorden, als er niet snel wordt ingegrepen zitten we straks met z'n allen in het donker. Een doemscenario waarmee VOKA de kleine Belg de daver op het lijf wil jagen. Stel je voor dat we straks de finale van het WK voetbal zouden moeten missen, wat een hels vooruitzicht ! Om u te vrijwaren van dit onheil heeft VOKA voor u reeds een oplossing bedacht en het is er één van een ontroerende éénvoud : België moet meer stroom produceren. We moeten dus dringend nieuwe electriciteitscentrales bouwen. Telkens als ik VOKA hoor ijveren voor de belangen van de kleine man, word ik een beetje warm van binnen, zij het niet uit sympathie, dat verzeker ik u. Als kleine man kan het mij bitter weinig schelen of electriciteit geproduceerd wordt in België of daarbuiten. Als mijn koelkast maar blijft draaien, zodat ik een frisse pint kan nuttigen terwijl ik de scheids uitscheld voor tautologisch blinde mol, rotte vis of een kruising van beiden. De stroom die mijn koelkast verbruikt kan tegenwoordig van overal binnen de EU komen. Of het nu met Nederlandse, Duitse of Franse prik gekoeld is, aan mijn pintje zal ik het niet proeven. De mensen van VOKA daarentegen hebben beter getrainde smaakpapillen. Zij verkiezen Belgische stroom. En nog het liefst van al, tricolore atoomstroom. Vreemd, men zou toch verwachten dat de vrije-markt-denkers wel heil zouden zien in wat concurrentie uit het buitenland. Volgens VOKA's eigen cijfers voert België slechts 10 procent van zijn electriciteit in en toch blijkt dit voor de organisatie al van het goede teveel. Als het van de werkgeversorganisatie afhangt wordt België weer volledig zelfvoorzienend. Terug naar af dus. Vanwaar deze conservatieve reactie ? Vreest de Belgische industrie misschien dat zij een marktconforme prijs zal moeten betalen voor de geïmporteerde electriciteit, dat ze, als het roer niet snel om gaat, niet langer hun eigen goedkope kilowatturen gesubsidieerd zullen zien door de Belgische gezinnen ? Is het dat waar de industriëlen 's nachts wakker van liggen ? Het idee, in de toekomst gewoon wat minder energie te gebruiken, wordt in werkgeverskringen steevast weggelachen. Ondernemers zijn nu éénmaal van nature groeidenkers. Met bezuinigen op de energiefactuur kan je ook maar weinig centjes verdienen. Daarvoor is energie nog steeds te goedkoop. Wie zijn kosten werkelijk wil reduceren, snijdt in het vlees en schrapt banen !
Eindelijk is de koelte hier. Nog net op tijd om te voorkomen dat mijn tot een prutje gesmolten hersenen er langs mijn oren zouden uitfloepen. Het ware moeilijk bloggen geweest, zo zonder schedelinhoud. Al was dat u misschien uitstekend bevallen, zo een dagje Alex-vrij, misschien dacht uw gaar gekookte brein vanmorgen bij het ontwaken : Hopelijk houdt die Alex vandaag voor één keer zijn snavel. Ik ga er dan voor het gemak even van uit dat ook u, dierbare lezer, zich in België bevindt en niet bijvoorbeeld op de Mc Murdo basis op Antarctica. Mocht ik mij in dezen vergissen, gelieve mij dan een kiekje te sturen van uzelf omringd door een schare keizerspinguins. U bent toch naar mijn blogstek gekomen, waarvoor dank. Alleen, ik heb u niets te vertellen. Ach ik zou u kunnen onderhouden over het uiterst vermakelijke bezoekje dat 's werelds beroemdste Texaan vandaag bracht aan Irak. Dat zou ik, maar ik doe het niet, ik zou me er enkel vreselijk in opwinden en daar krijgt een mens het meestal warm van, iets wat ik momenteel kan missen als de pest. Als Bush op schoolreis wil, dan doet hij maar, het is er bovendien het moment voor. En dan was er ook nog dat miljoen dat opdook in een kringloopwinkel in Mortsel. Wel, ik heb mijn sokken zojuist nog eens nageteld en ze zaten er nog allemaal in, mijn miljoenen. Wat mij betreft dus niks aan de hand. Indien u trouwens zelf nog wat tweedehands geld zou liggen hebben, dat u toch niet meer gebruikt, en u bent op zoek naar een nuttige bestemming, stuur het dan gerust op naar deze arme sterveling. ik zal het voor u met veel plezier terug in omloop brengen ... Tot morgen, beste lezers.
Queen sixty one, en ik mocht lezen, een droomexcuus, voor deze man, om zich prinselijk te laven, aan jouw nobele Vogezen, Dione.
Ik las en las en las opnieuw, jouw welgevormde weelde, terwijl jij tussenstanden kweelde, versprong mijn blik, van links naar rechts, van recht naar links, jij las de standen als een sfinx, en ik met licht versnelde rikketik, ik vernam een zoet verhaal.
Vanmorgen viel mijn luie oog op een artikel over zogenaamde "sleeper cells", kleine in kunstmatige coma verkerende gezelschappen met terroristisch oogmerk die, ééns wakker gekust door Osama Bin Laden, in explosieve ééndagsvliegjes veranderen. Honderden van die cellen zouden zich ophouden in ons vrije Westen. Dat gegeven zette mij aan het denken Als het Westen werkelijk zo vergeven is van terroristisch gespuis, waarom merk ik daar dan zo weinig van ? De aanslagen van Al Qaeda in Europa zijn op één hand te tellen. Madrid, Londen, ... kijk ik houd nog drie vingers over. Ik vraag u: "Wat doen die sleepers eigenlijk jaar in, jaar uit ?" Juist, ja, ze slapen, aan dat antwoord had ik mij mogen verwachten. Sta me toe mijn vraag te herformuleren. Waarom schieten ze niet wakker ? Afghanistan is een Navo-speeltuin. Irak krioelt van de verdorven westerlingen. Me dunkt dat dat voldoende azijn zou moeten zijn om elke rechtgeaarde moslim-terrorist het schuim op de bek te toveren. Maar er gebeurt nauwelijks wat. De slapende honden maffen onverstoord verder. Hoe houdt Osama zijn 'bijters' koest ? Hier wens ik voor eventuele meelezende terroristen even te beklemtonen dat het woord 'honden' hier louter overdrachtelijk begrepen dient te worden. Ik ben er me ten volle van bewust dat de hond in uw geloof als onrein te boek staat, ik wil dan ook geen enkele verwantschap tussen moslim en hond suggereren. Verschoning vraag ik ook aan de hondenliefhebbers, die zich storen aan mijn gebruik van de term 'bijters' in juxtapositie met hun trouwe viervoetige vrienden. Verre van mij om te beweren dat alle honden bijters zijn, mijn 'bijters' heeft enkel betrekking op ontaarde terroristische moslimstrijders en dan nog, zoals ik eerder al verklaarde, louter in overdrachtelijke zin. Tot zover dit intermezzo. Vraag was dus, hoe Al Qaeda het klaarspeelt om zijn vurige strijders, ondanks alle provocaties, keurig in toom te houden. Ik moet toegeven dat de oplossing van dit raadsel mij niet meteen te binnen schoot. Tot ik vannavond met mijn mond vol tandpasta voor de spiegel stond. Toen werd me alles plots helder. Welke terrorist praat nooit zijn mond voorbij ? Welke terrorist valt nooit op tussen de brave burgers ? Welke terrorist windt zich niet op over een aan gruzelementen gebombardeerde moskee ? Antwoord: De man in de spiegel. De terrorist die van zichzelf niet eens weet dat hij er één is. Ineens vielen alle puzzelstukken op hun plek. Waarom ik me al maanden totaal uitgeput voelde. Wat de oorzaak was van al mijn blauwe plekken en mijn verstuikte kleine teen. En waarom ik bij het zien van George Bush telkens een slechte smaak in mijn mond krijg. Men had mij gerecruteerd. Hoe, daar ben ik nog niet helemaal uit. Ik vermoed via subliminale boodschappen op radio en televisie of één of andere islamitische vorm van hypnose. Als ik mij 's morgens zo onuitgeslapen voel dan komt dat doordat ik mijn nachten doorbreng in een Al Qaeda-trainingskamp hier in de buurt. Goed gezien toch van de Al Qaeda-strategen. Want wie verwacht zich nu aan een terroristenkamp in onze kontreien .... En de NAVO maar zoeken in Afghanistan. Terwijl de terroristen hier in Vlaanderen wellicht voor het oprapen liggen. Alhoewel ik mij ten volle bewust ben van mijn beklagenswaardige positie berust ik in mijn lot, want ik besef maar al te goed dat het terroristische kwaad mij in zijn macht heeft. Eens zal de dag aanbreken dat een gecodeerde boodschap van hogerhand mij bereikt. Dan zal ik als een zombie dit huis verlaten. Ik zal het zandpad volgen tot aan de rand van het bos en dan vanaf de vierde boom van links twaalf stappen in de richting van Mekka afpassen. Daar ligt mijn gepersonaliseerde explosievengordel begraven. Dan zal ik me naar mijn 'target' begeven. Het benieuwt me erg wat dat zou kunnen zijn. Het Amerikaans Theater, het Navo-hoofdkwartier in Evere, het Berlaymont gebouw of wellicht toch Coiffeur Jos die baarden scheert ....
Ik zou mijn mond kunnen houden, ja, ik besef maar al te goed welk een plezier ik sommigen onder u daarmee zou doen. U, dames en heren die mijn betogen slechts matig op prijs stellen. Die mij een zwetser vinden en een zondagsdichter, die mijn geblog laken als zijnde verspilde bandbreedte. U zou ik kunnen verblijden met stilte, met bladwit zonder ophouden. Ik moet u teleurstellen. Voorlopig komt aan uw lijden geen eind. U zal me nog een tijdje in uw midden moeten dulden. Ik ben me terdege bewust van de droefnis die deze mare in uw hart moet teweegbrengen. Ook ikzelf immers lijdt somtijds onder mijn wezen, stoor me aan mijn donkere denkwerk of het vacuum waarin ik mijn woorden spui. Dan zie ik mezelf in het ijle zweven, verstoken van enig raamwerk, een korreltje zand op zoek naar een strand om in te verdwijnen. Dan denk ik aan de zee, aan de vloed die zandkastelen overspoelt en het eb dat ons enige stonden later smalend toont wat er rest van onze dromen. Daar wordt een mens niet vrolijk van. Wat zou het makkelijk zijn, verzeild in zulke gemoedstoestand, om er het bijltje bij neer te leggen en het bloghuis langs de achterdeur te verlaten. Dat zou mijn goed recht zijn, want ik ben een vrij man en in dezen dus geen mens tot iets verplicht. Toch weiger ik deze route te kiezen. Omdat het een vlucht-weg is, geen reis-doel. Liever loop ik met een schepje en een emmer kind te wezen voor de golven. Ik bouw zandkastelen van letterbrij en gun de vloed wat hij niet laten kan.
Breng mij het hoofd van die Al-Zarqawi. Zo moet het ongeveer geklonken hebben toen Bush, gezeten achter zijn bureau in het oval office, zijn generaals in Irak toesprak. De Amerikaanse president is een naïeve ziel. Hij meent dat het kwaad een gezicht heeft. Liefst nog ééntje met van die misdadige trekken uit de boeken van Cesare Lombroso. Dat helpt bij het jagen. Want de wereld verbeteren, dat doe je door op slechterikken te schieten. Bush ziet zichzelf als een verbeterde versie van Batman, met het Midden-Oosten als zijn Gotham City en gemeneriken als Bin Laden, Saddam en Al-Zarqawi in de rol van Joker. De enige die echter voor joker dreigt te staan is de president zelf. Want daar ligt hij nu, voor zijn voeten, die lelijke kop van Zarqawi, rijp voor de vitrinekast. Daar kan hij dan mee pronken als zijn jagersvrienden in het witte huis op de koffie komen. Meer zal hij er echter niet aan hebben. Want nu de leider van Al Qaeda in Irak het loodje heeft gelegd en zijn martelaarschap hem een ster heeft opgeleverd in de terroristische Walk of Fame, zal zijn opvolging snel geregeld zijn. Bovendien zal de heldendood van Zarqawi zeer nuttig blijken bij het recruteren van nieuwe mujahiddin. Bij Al Qaeda sterven de generaals duidelijk niet in hun bed, daar strijden ze nog aan de zijde van de simpele soldaat en ze delen zijn smartelijk lot. Zo zal Zarqawi's droeve einde verkocht worden aan toekomstige kandidaten voor de heilige oorlog. Met als resultaat een nieuwe golf van zelfmoordenaars die in Irak en daarbuiten hun dodelijke opdracht zullen vervullen. Niet dat Irak Al Qaeda vandoen heeft om leeg te bloeden. Integendeel, sinds de 'Coalition of the willing" tweestromenland met hun bezoek vereerde is het land nooit zo bloedarmoedig geweest als vandaag. Dagelijks duiken er tientallen lijken op. In Baghdad worden Sunni's verjaagd uit Sjiietische wijken en vice versa. De intelligentsia verlaat ondertussen het land. En het Amerikaanse leger telt lijken, van uitgeschakelde rebellen wel te verstaan, de burgerslachtoffers van hun drieste optreden - bij de aanval op Zarqawi zou een vrouw samen met haar kind zijn omgekomen- komen zelden in hun statistieken terecht. Wanneer zullen onze vrienden van over de plas nou eindelijk eens leren dat wie het geweld uit de wereld wil wieden er verstandig aan doet het zelf niet eerst te zaaien.
Het gaat slecht met mijn computer. Ik zie zijn toekomst somber in. Het beestje heeft dan ook zijn leeftijd niet mee. Hij stamt nog van de vorige eeuw. Voor computers is dat oud, zeg maar gerust stokoud. Je hoort soms beweren dat één hondenjaar gelijk staat aan zeven mensenjaren, wel voor computers geldt ook iets dergelijks. Met dit verschil dat één computerjaar wel een dozijn mensenjaren waard is. Bijgevolg zit ik hier op een knar van 72 te tokkelen. Dat wil zo'n oudje je nog wel eens kwalijk nemen. Ouden van dagen zijn namelijk nogal op hun rust gesteld. Het liefst zou mijn pc zich de hele dag met een screensaver entertainen of op het gemakje een kaartje leggen. Dat was wel anders vroeger. Ik herinner me nog hoe hij hier arriveerde ergens medio 1999. Met een blank zieltje, maar o zo leergierig. Alle zachte waren die ik hem toestopte verslond hij met een enorme gretigheid. Nooit verslikte hij zich, nooit lag een pakket hem op de maag. Zijn werkkracht kende geen grenzen. Maar met de jaren zag ik zijn krachten afnemen. Het kostte hem steeds meer moeite 's morgens uit zijn diepe slaap te ontwaken. Puffend en krakend kwam hij overeind. Pas na een minuut of vier reutelen en hoesten was hij dan aanspreekbaar. De nieuwste ontwikkelingen op soft-en hardware gebied konden hem nog maar matig boeien. Digitale camera's zinden hem niet en als ik met een dvd op de proppen kwam dan begon hij steevast te zeuren over de goeie ouwe tijd van de cd-roms en de analoge modems. Uit eerbied voor zijn grijze haren duldde ik zijn fatal exceptions, zijn slome reacties en zijn allergie voor alles wat nieuwerwets is. Ik stelde mijn verwachtingen neerwaarts bij en vond lapmiddeltjes voor zijn ouderdomskwalen. Tot hij vandaag plots hevig de bibber kreeg. Zo erg dat ik er zelf zeeziek van dreig te worden. Ik kan me er maar beter mee verzoenen. Ooit komt er einde aan onze tijd tezamen en die ooit komt nu razendsnel dichterbij, want de vervaldatum van mijn rekenmakker ligt al jaren achter ons.
Zag u ooit al een koe een sliding maken ? Tuurlijk niet. Koeien zijn niet gek. Slidings maken, dat is iets voor voetballers. En als er één diersoort is waarmee geen enkele koe geassocieerd wil worden, dan is het wel de 'homo footballistus'. Spreek uw favoriete koe dus dezer dagen vooral niet over het aanstaande wereldkampioenschap in Duitsland want daar draaien haar vier magen tegelijk van om. Omdat voetbal oorlog is, een oorlog tegen de herkauwers. Het klinkt wat overdreven maar vraag het een koe en ze zal het beamen. Voetbal is een spel van runderhaters, sadisten in short die puur voor de sport wat kriskras door een weide gaan ploegen. Met noppen onder hun hoeven zodat de grasmat het bij elke actie lekker hard te verduren krijgt. "Wat een zonde van al dat heerlijke vreten ", loeien de koeien meewarig in koor. Ook de liefde van de koe gaat immers door de maag. Al wie hun roet in het eten strooit moet het derhalve ontgelden. Vooral het beeld van een stadion tot de nok gevuld met feestende supporters vervult hen met afgrijzen. Het is voor een koe hoegenaamd niet te bevatten wat er zo vermakelijk kan zijn aan de verspilling van 70 are sappige sprieten. Doodziek worden ze ervan. Wie voetbalt neemt bella lelijk te grazen. Door haar ogen bekeken is voetbal je reinste diefstal van weidegrond. Vul een voetbalstadion met runderen -echte, niet die onbeschofte leeghoofden die de koe een slechte naam bezorgen- en het enige dat je nog horen zal is boe-geroep !
U zal het ondertussen ook al wel door hebben. De Duivel had voor vandaag geen bijzondere plannen. 06/06/2006 werd een dag zoals alle anderen. En dat kwam heus niet omdat er her en der bidmarathons werden georganiseerd om de kwade krachten te bedwingen , nee hoor, dat was verspilde godsvrucht. Het was al evenmin omdat de duivel niet zou bestaan, want dat doet hij namelijk wel. Ik kan het weten, want ik heb hem gezien. Ik ontmoette hem op een wielercriterium ergens midden augustus van het jaar 1981. Hij stond naast me naar de koershelden te kijken die in mijn geboortedorp 80 rondjes rond de kerk reden. De duivel interesseert zich al decennia voor de wielersport. Met zijn intriges, zijn verkochte ritzeges en zijn dopinggebruik vindt hij er een uitgelezen speelterrein. U zal zeggen, ja, dat zal wel, de duivel die naar de koers komt kijken. Ik antwoord u, is dat dan zo vreemd, de koning komt toch ook naar de Ronde Van Vlaanderen. Met dit verschil dat onze vorst geen worst van wielrennen kent en daarom steeds een soort fietsenfluisteraar naast zich weet, die hem vertelt hoe hij zich tijdens zo'n Vlaams volksfeest moet gedragen. De Duivel moet je niks leren over de koers. Die onweerstaanbare drang om via het gebruik van ongeoorloofde middelen de concurrentie te beduvelen, waar denk je dat die vandaan komt ? Of wat dacht u van de professionele kwakken die tijdens de voorbereiding van een sprint veelvuldig worden uitgedeeld. Dat komt allemaal uit zijn diabolische brein. Net als het verkopen van een sprint. Want wat is dat anders dan het verpatsen van je zuivere sportzieltje aan Satan ? Het zijn natuurlijk maar kleine dingetjes, spielerei van een gevallen engel die er even tussenuit wil. Mijn slecht karakter moet hem die dag zijn opgevallen, mogelijk omdat ik zo gemeen moest lachen toen Van Roosbroek zijn broek scheurde omdat hij een schuiver maakte over het beton, misschien ook omdat ik de renner daarna bij elke passage een "Rijden, Roosreet !" naar het hoofd slingerde. Een kind dat zulks vandaag de dag nog waagt, krijgt de volgende dag Rilatine tussen zijn boterhammen, maar in die tijd kon dat. Enfin, hij, de duivel dus, vroeg mij om voor hem te komen werken. En ik, dommerik par excellence, vond zijn bod te laag. Hij zou het me tegenwoordig geen twee keer moeten vragen. Helaas, ik ben veranderd, manieren gekregen, zelfs een geweten en ik twijfel er dus aan of hij tegenwoordig nog wat met mij zou kunnen aanvangen ... Wat dan wel de reden is waarom de Duivel zich vandaag koest hield ? Wel, heel simpel, de duivel gelooft niet in al dat numerologisch gegoochel, en al zeker niet als het gebaseerd is op een tijdsrekening die geijkt is op de geboortedag van het zoontje van zijn grootste concurrent. Als el diabolo een grote slag wil slaan dan laat hij zich niet leiden door de kalender. Die vrijheid heb je als je de baas bent van een toponderneming als de hel. Die 666, daar veegt hij schoon zijn voeten aan !
Wat is het zalig om te wonen, hier binnenin jouw hoofd, waar je geen andere man laat komen, want dat heb je zo beloofd. Ik zie de wereld door je ogen, ik proef je passie bij de bron, ik voel je vrees om op te drogen, en je verlangen naar de zon.
Ik ben in je, waar je ook bent, op elk moment, ben ik in je .... Ik ben in je, en zolang als ik jou zin, blijf ik in je ...
Ik hoor het krijsen van de kraaien, ze spreken schande over ons, je laat ze uit je wezen waaien, we zakken weg in het warme dons. Ik schrijf me in voor al jouw dromen, en speel de nar voor jou vannacht, ik laat m'n liefde voor je stromen, wat had je anders dan verwacht.
Ik ben in je, waar je ook bent, op elk moment, ben ik in je .... Ik ben in je, en zolang als ik jou zin, blijf ik in je ...
Bedankt, reclamemensen van Carrefour, voor uw duidelijke informatie. Had die "niet gevuld" er niet bijgestaan in uw reclameblaadje, dan was het nooit in me opgekomen dat u uw zwembaden leeg verkocht, zonder de honderden liters kraantjeswater, de strandbal en het modelgezinnetje, stoere papa, sexy mama en twee leuke kindjes, één van elke kunne. Ik stond net op het punt naar één van uw vestigingen te vertrekken om me daar het aantrekkelijke pakket aan te schaffen. Die papa zou ik onderweg naar huis wel aan een éénzame vrouw cadeau doen. Nou, u hebt me voor een enorme flater behoed, waarvoor nogmaals dank. Het heeft me wel aan het denken gezet. Zo kwam ik op pagina 21 van uw blad een bijzonder fraaie combinatie van beugelbeha, slip en meisje tegen. Moet ik nu begrijpen dat ook deze schone niet in de door u voorgestelde deal vervat zit ? Wat spijtig. Persoonlijk voel ik weinig voor een beugelbeha, maar ja, als ik een kokosnoot koop begin ik toch ook niet op de bast te knagen, dus wie maalt daar om. Tja, ik dacht al, dat is wel erg goedkoop. Het voorstel paste nochtans erg goed bij uw slagzin "Rode kaart aan het dure leven" . . .
Eigenlijk vind ik liedjeswedstrijden belachelijk. Of een liedje raakt me, of het laat me onberoerd, muzikaal ben ik een simpele ziel. De liedjes die ik vrijdagavond te horen kreeg op TV1 lieten me geen van allen koud. Ik heb dus niet gestemd. In tegenstelling tot de duizenden Vlamingen die blijkbaar wel de gave bezitten om appels met citroenen te vergelijken. Zij verkozen "Laat ons een bloem" van de onfortuinlijke Louis Neefs tot 'Beste Nederlandstalige nummer allertijden', lichtelijk overdreven lijkt me dat maar soit, ook dit kind moet een naam hebben en de kans dat één of andere middeleeuwse troubadour alsnog een klacht indient lijkt me uiterst gering. Ikzelf leg me graag neer bij het verdict van het Vlaamse publiek, alleen, ik vraag me af hoe diep die luisteraar nu werkelijk doordrongen is van de tekst. Als je het lied zo op de eerste plaats ziet prijken zou je de indruk kunnen krijgen dat het Vlaamse volk bestaat uit idealistische groen-denkers. Aan de samenstelling van onze parlementen is dat nochtans geenszins te merken. De partij die zich bij uitstek profileert als groen heeft zelfs niet één schamele vertegenwoordiger in de federale kamer van volksvertegenwoordigers. De Vlaming neuriet schone liedjes tot aan het stemlokaal en daarna gaat hij over tot de orde van de dag. Dan werpt het chequeboek en de bankrekening toch net iets meer gewicht in de schaal dan zijn groene-liedjes-hart. Eens de stemplicht volbracht mag Louis weer ons hart verblijden, we springen onze wagen in, zetten de cd-speler loeihard en protesteren vrolijk mee, liefst tegen 100 km per uur, met een tank vol mazout over kilometers zwart asfalt en grijs beton. Dat 'zand op de stranden vervuild door mazout' ligt daar ook een beetje voor ons. 'De vis in de zeeën vergiftigd, gestorven' kan voor ons geen bolletjes kleuren, de Waalse paling die niet meer te vreten is koos ook nooit voor een bad van dioxine en pcb's. Het schoonste lied mag dan al van Louis Neefs zijn, de grootste hit blijft vooralsnog de ballade van de portemonnee.
Oorlog maakt het beest in ons wakker. Moet het nog gezegd worden. Mij in elk geval niet. Mij vielen de schellen niet van de ogen na het uitbreken van het Abu-Ghraib schandaal. En de verhalen over wraakacties op onschuldige Irakese families verbazen mij evenmin. Oorlog maakt meer kapot dan je lief is. Ook je gevoel voor goed en kwaad. Want je ethiek moet toch al behoorlijk aan diggelen liggen voor je onschuldige vrouwen en kindjes een kogel door het hoofd jaagt. Verstandsverbijstering, blinde woede nadat je je vriend zag uiteengereten worden door een bom, mais oui, mon général, ik ken het liedje. De strofes worden geschreven sinds het eerste uur van de mensheid. Het moordtuig wisselt, de oorlogskreten klonken al in elke wereldtaal. Maar het refrein verandert nooit en wordt gezongen in de universele taal van tranen, geweeklaag en ellende. Oorlog is een lelijk ding. Je kan het fleurig verpakken, je kan de burger proberen te strikken met een laagje vernis en een aroma van meiklokjes. Het is camouflage. Het geweld gaat er niet minder van stinken en dat dunne laagje lak heeft nog nooit een granaatscherf gestopt. Wreedheid en terreur horen bij oorlog als Adam bij Eva. Du moment dat het woord moord plaats moet ruimen voor termen als uitschakelen of neutraliseren gaat het geweten onverbiddelijk op een laag pitje branden. De mens aan de andere kant van de geweerloop wordt een vijand zonder gezicht, zijn vrouw en kroost 'collateral damage'. Elke oorlog verwekt zijn eigen My Lai, zijn Shabra en Shatila, zijn Wounded Knee. Gruweldaden als deze afdoen als geïsoleerde grillen van flippende soldaten is het licht van de zon ontkennen. Iedere soldaat wordt klaargestoomd om op commando zijn inwendige barrière tegen het doden van zijn medemens te doorbreken. Een soldaat die niet doden kan is ballast op het slagveld. Het bevel over te gaan tot de slachtpartij moet zwaarder wegen dan het zeurende geweten van de mens in uniform. Ook de duistere kant van de mens echter heeft een stem in het kapittel, een schreeuwertje dat zich van een megafoon bedient en bij iedere gelegenheid oproept tot vergelding en bloedvergieten. En als je geweten dan voldoende afgebot is .... Wie oorlog voert verbreekt het zegel van de doos van Pandora en kan zich aan razernij verwachten. Combineer die met een geladen machinepistool en het bloed stroomt al snel door de straten. Als u zoals ik af en toe wat uit moet razen, dan doet u dat best in een wapenvrije omgeving. En richt uw woede op de ware vijand. Want als er al nood is aan razen, dan is het toch wel tegen het huidige denken in oorlogstermen. Rage against the war-machine !
Als een vorst uit hengelen gaat dan bijten ze meteen, ganse scholen grage grietjes zwermen om hem heen. Zelfs de diepst gevroren visjes, smelten voor de vorst, hij vangt het neusje van de zalm en drukt het aan zijn borst.
De goesting groeit, de lusten laaien, als vorsten met hun scepter zwaaien
O, wat is de passie groot aan boord van sires vissersboot, haar vinnig deinen op zijn schoot krijgt meer dan slechts de kroon ontbloot. Het bootje raakt geheel op drift, van lekker diertjes gulle gift het wurmpje laait en ' t duurt niet lang, of haantje kraait van sturm und drang.
De koning pleegt vaak raak te richten als gage voor zijn dure plichten.
De vader van het vaderland verlangt naar verse vis, want bij gebrek aan onderkant, is het leven één gemis. Hij strooit royaal zijn lokaas rond, en gooit zijn netten uit, straks smult hij weer zijn buikje rond met een miss in zijn kajuit.
Dat promiscue spelevaren zal majesteit nog zorgen baren.
la,la,la,la,la,la,la .... (solo)
Leve de koning, van dit land van melk en honing ! (het volk) Leve de vissen, k' zou ze niet meer kunnen missen ! (de vorst)
Je stem klinkt warmer in de nacht, je huid gloeit zoeter zonder licht, je handen banen zich gericht, een weg naar waar je wordt verwacht, en spellen zin-in-jou in braille. Ik lees verlangen in je taille en vlecht mijn vingers door je haar, we vloeien over in elkaar en we zijn thuis.