Alledaagse ontmoetingen met mensen door mijn beroep, gewezen tramchauffeur, nu begeleider op de bus en tram, geven aanleiding tot het schrijven van deze blog.
15-12-2007
den tram, terug eerste dag
De eerste dag na een vakantieperiode. Het is koud, om op de tram te zitten, heel koud. Er is natuurlijk wel verwarming, maar zo'n voertuig is een trekgat, synoniem voor tochtopening... Goed aangekleed dus, want geteisterd door een verkoudheid, kan ik er maar beter zorg voor dragen niet ziek te worden. 'k Heb zelfs m'n zwaar botinnen aan, want koude voeten, staat dan weer synoniem voor 'slecht humeur' en daar schiet ook niemand mee op. Komt het door die botinnen? Of door die vakantiedagen? Ik heb het echte tramgevoel, het pedaalgevoel niet tijdens m'n eerste rit. Da's normaal, denk ik eerst, maar het duurt langer dan normaal. Enfin, toch maar blijven bollen natuurlijk, maar toch al wat voorzichtiger. Trouwens, ik begin tijdens het spitsuur, dat zegt genoeg.
Ik kom aan de eindhalte en eventjes verder moet ik nogal scherp naar rechts draaien. Dat is hartje stad en nu met de kerstmarkt is het daar druk. Voetgangers nemen de stad over en met het motto 'samen sterk' nemen ze bezit van rijweg en al wat plat is om maar in grote getale over te kunnen stappen, op zoek naar wat lekkers of wat moois. Ik zie bij het naderen van die bocht een auto redelijk slecht en volkomen in fout geparkeerd staan. Dàt... is normaal. Snel bereken ik of ik mijn bocht wel of niet kan nemen zonder brokstukken. Redelijk gerust richt ik m'n ogen al snel verder op de gevaarlijke voetgangers die niet beseffen dat een tramvoertuig helemaal niet gauw tot stilstand kan komen. Alhoewel zij midden op de tramsporen wandelen, net achter een bocht... Gevaarlijke dommerikken!!! Ik bevind me in de bocht en gong nog omdat 'men' me niet gezien heeft!?!?!? Ik hoor een luide knal... Binnensmonds vloekend stop ik, midden in die bocht dus... 'k Doe de voordeur open en kijk even of ik die auto dan toch geraakt heb. Een voetganger roept me toe, hij komt van de andere kant aangewandeld. Ge hebt 'm geraakt hoor! Jaaaa... ik heb de koffer zien toevallen, ge hebt hem dus geraakt!!! Doeme doeme doeme toch hé... Ik ga kijken en ja, de koffer is wel toe, maar waar is de schade? En... tjiens, maar als ik die wagen geraakt heb, moet ik die wel hard geraakt hebben... en ik heb niks gevoeld? De wagen staat namelijk een 10 à 15 cm van de tram verwijderd. Jamaar, zegt die lekkere... die kofferdeur zal verder uitsteken hé... Maar aan die kofferdeur is niks te merken, ook niet aan de tram. Ondertussen komen twee agenten die ook de luide knal hoorden en ook veronderstelden dat ik hem had geraakt ter hulp. Zij onderzoeken het boeltje mee, terwijl ik afreageer: da's nu es altijd hetzelfde hé... opletten geblazen voor mensen die als ge zelfs stilstaat onder uwen tram zouden lopen, en terwijl moeten wij ogen op ons gat hebben voor die automobilisten die denken overal te mogen parkeren. Den baas geeft 'ons' alleen maar naar ons voeten... geen compassie, we moeten het allemaal maar zien en voorkomen... ik krijg het ervan op m'n seskes hé...!!! De agenten hun stille blik, zegt me genoeg... R u s t i g a d e m e n d u s...
Zij stellen vast: ik heb die auto absoluut niet geraakt. Die koffer is toegevallen, dat was dus die knal. De bestuurder komt er net aan op dat moment en mag met hen mee, wat meer uitleg geven, terwijl ze een boekje boven halen...
Er is dikwijls een groot verschil van passagiers, naargelang de tramlijn ('t zal met bussen ook wel zo zijn) die je neemt, of in mijn geval rijdt...
De lijnen waar veel werkvolk, of mensen die misschien iets minder hoog op de sociale ladder staan, nemen, daar rij ik wel graag mee. Ik noem dat kermistrammekes. Vanwege het vele lawaai, oftewel aangenaam, soms ook wat minder... Enfin, als het aangenaam is, stoort het me zeker niet. De tram is redelijk volzet, maar er kan nog wel iemand bij. Aan de halte staat een koppel te wachten, zowel 'vol' in afmetingen als in de mond. Ik kan Aantwaarps, geen probleem, maar niet zoals deze mensen... Zo plat als wat roepen ze mekaar toe, nog op het perron alvorens op te stappen. In eerste instantie vrees ik, dat ze ruzie met mekaar hebben. Ze stappen vooraan op en er is oogcontact, dus groet ik hen, net zoals een ander. Ik krijg nen alloo, vriendelijk terug. Maar de één verwijt de ander dat ie wat sneller moet opstappen en niet in die deuropening moet blijven staan. Een lijfgeurtje vleugt me strelend langs de neus. Wat er trouwens ook wel voor zorgt, dat ze snel genoeg meer ruimte hebben. Na een tijdje, is het duidelijk dat dit koppel een normale conversatie heeft. Maar... ze hebben blijkbaar de aandacht getrokken van nogal wat tramreizigers. Het wordt redelijk stil op het voertuig. Maar zij tweetjes merken het niet. Het leuke is, dat ik de conversatie nu wel heel goed kan volgen. Het gaat dus echt met vloeken en scheldnamen naar mekaar zwieren of het hun liefste deugd is. Hij is zijn bril vergeten... ergens... en beklaagt zich, dat ie niets ziet. Zij antwoordt dat 'em mor nie zoe achterlek' had moeten zijn en 'as g'oep oe bakkes gaa, dan moete da mor wete'... maar, dat ze daarvoor niet terug gaan.... Wat denkt hij wel zeg...! Hij mompelt mokkend wat. De mensen hebben zoveel respect voor dit paar dat ze al snel een zitplaats mogen bemachtigen, halverwege het voertuig. Wat me niet weerhoud nog steeds goed te verstaan wat de conversatie biedt. Af en toe zie ik mensen via m'n binnenspiegel oogcontact zoeken met me, met vragende ogen, maar ik knipoog hen toe. Ze converseren over dingen die ze onderweg zien, vitrinnekes, iemand met ne lelijke frak, of nen otto die gevaarlijk doet... Plat, luid, én tja... ook lachwekkend. Iedereen luistert zowat mee. Als ze eindelijk uitstappen, is het nog eventjes stil... Men bekomt, zoals dat heet... En weer eventjes later, hoor ik terug het ouwe getrouwe geroezemoes, terwijl ik goed gemutst verder rij.
'k Ga echt niet beweren dat ik van zatlappen -is dronkaards een mooier woord?- hou, maar sommigen kunnen toch leuk uit de hoek komen. Zoals de volgende situatie. Hij, een ruige bink met de nodige tattoo's, piercings en wreed onverzorgd heel lang haar. Onder andere omstandigheden denk ik dat hij wel eens een knappe bink zou kunnen zijn. Hij stapt dus op en vraagt me aarzelend, heel aarzelend en zoekend naar z'n woorden, doordrongen van een vreselijke bierwalm of ik euhhh, daarre... wil stoppen. Verdorie, hoe heet het nu ook weer? Ik stel vragen, want hij komt er echt niet uit. Na een tijdje blijkt hij niet meer te weten waar hij woont. Ik moet een beetje lachen, niet minachtend bedoeld, maar de manier waarop dit gesprek gaat, is lachwekkend... sorry hoor... Hij vertelt me plots boedserieus dat dàt niet om te lachen is. Ikke dus, probeer me te herstellen want met bierconsumenten weet je maar nooit. Uiteindelijk geeft hij z'n identiteitskaart, maar tewijl ik aan't rijden ben, moet ik daar z'n adres van aflezen en ik zie het dus niet staan. Ook niet achteraan... Rare boel, bedenk ik me... Wel zit er een papiertje aan vastgeniet, nee, niet genoten. Een papiertje met het adres van de politie in de Haantjeslei. Dus vraag ik hem of hij daar in de straat of omgeving woont. Verontwaardigd antwoordt hij me 'natuurlijk niet'. En zonder verpinken zegt hij me z'n adres... Ahaaa... nu weet ik tenminste meer... en hij blijkbaar ook. Maar ik kan hem niet helpen omdat ik in een totaal andere richting rij. Dus, geef ik hem de raad om de volgende halte af te stappen en daar te blijven wachten op tram 24 of 12. Hij weer verontwaardigd omdat ik hem niet naar huis breng... Want hij heeft toch betaald? Hemel en aarde verzet ik om hem aan z'n gegist verstand te brengen dat hij als hij op mijn trammeke blijft, niet thuis kan geraken. De lijn waarop ik rij, komt daar immers niet, hij kan eventueel mee tot de eindhalte om dan terug te draaien, en dan nog zou hij moeten overstappen... Plots heeft ie een 'klik' en vind hij het heel lief dat ik hem dat allemaal zeg en heet ik 'behulpzaam'. Wel moet ik hem nog tot driemaal herhalen welke tram hij nu moet nemen en waar...
Dan krijg ik groen, dus rij ik verder... Ik hoop dat hij goed is thuis geraakt, die lieve, stoere, stinkende, zatte man...
Een memorabele datum: vrijdag 18 juni 2004! Dit wil zeggen dat Antwerpen normaal gezien gisteren de op- en afritten van de ring rond Antwerpen zou afgesloten hebben. Wegens de voorziene werken. Doch, dit is vooralsnog niet door gegaan door een tegenslag eerder deze week met de kabels die voor het regelen van de verkeerslichten en de nodige seinen doorgeven aan de verkeerstoren, dienen. Zij werden namelijk doorgeknipt, werd vermeld op het nieuws. Tja, dat wil dus zeggen dat er nu nog geen verkeerschaos zou mogen zijn, toch niet vanwege het afsnijden van de toegangswegen naar de ring. Het tegendeel was echter waar vandaag. Chaos alom... Mensen die niet tijdig op het werk geraakten. Gewoon omdat het té druk was en we niet konden verder rijden. Eens het ochtendprobleempje was opgelost, hadden we 's middags ook weer terug van Jan... Nadat een jonge kerel tegen een voorbijrijdende ambulance -die een tram voorstak aan de halte Gemeentestraat- was gelopen, die jongen werd door die ambulance tegen de stilstaande tram gecatapulteerd en moest ter plaatse gereanimeerd worden. Natuurlijk hadden we daardoor nog meer oponthoud en het tramvervoer was gewoon een ramp. Toch heb ik weinig klagende mensen gehad op mijn voertuig. Misschien omdat ze wel merkten hoe druk het was, misschien omdat men zich al wel een beetje heeft voorbereid op de komende chaos die ons in Antwerpen te wachten staat... Alleszins kan ik zeggen dat ikzelf reed met 40 minuten vertraging en vrij kort bij mijn voorganger reed. Dus die had waarschijnlijk bijna een uur vertraging. Verkorte ritten waren uit den boze. Maar petje af voor de controleurs, want ze hebben er wel voor gezorgd dat ik geen overuren heb moeten maken. Ze hebbem me verkorte ritten laten maken tot ik "mooi" op tijd kon stoppen. Dankjewel, bazen, controleurs!!! Na een dagje hartvreterij was dit nog een einde in majeur. Ik was bekaf!
Heel warm weer en een dagje rijden op lijn 10. Een lijntje dat ik graag doe trouwens. Ik was prima op tijd om te starten, ik kon nog een babbeltje slaan met m'n voormaat. Heerlijk op zo'n gemoedelijke manier een werkdagje te starten. Toen het eenmaal tijd was om te vertrekken, deed ik dat rustig genietend. Ik was helemaal nog niet ver gevorderd, toen ik mijn voormaat in zicht kreeg. Wat bleek, het trammeke voor hem had serieuze problemen. Hij geraakte noch voor- noch achteruit. Oké, wachten geblazen dan maar, tot een controleur zou komen helpen. 't Was zo'n mooi weer! De aangekomen (niet in gewicht) controleurs probeerden te helpen. Uiteindelijk heeft mijn voormaat die kapotte tram dan moeten opduwen tot aan de Stenen brug. Dat gaat natuurlijk langzaam, dus biebieke daar heel rustig achter gegleden. Uiteraard was ik daardoor veel te laat, dus mocht ik een verkorte rit maken naar Centraal Station. Geen probleem, de mensen geïnformeerd en de nodige 'wispelturige' wissels gelegd. Goed gezweet, want het was heel mooi weer! Aan het eindpunt in Deurne gekomen was ik wreed content, want ik was net op tijd... goed dus.
Terug vertrokken zonder problemen en met vriendelijke mensen aan de Melkmarkt aangekomen, dus welgezind weergekeerd naar Deurne. Trammeke 24 reed voor mij tot aan de afslag Stenen brug, daar stond ie stil. Ikke maar goed afstand gehouden en blijven wachten. Ik zag hem achteruit manoeuvreren en kreeg dan door dat hij wel achter- maar niet vooruit kon rijden. Raar kwieten hoor, die trammekes... Maar ja, 't was toch zo'n mooi weer! Tja, mijn tram liep leeg, waarmee ik wil zeggen dat de mensen afstapten. Enkelen onder hen waren toch behoorlijk ontevreden, dus heb ik hen wijselijk naar ons hoofdkantoor verwezen. De controleurs kwamen ter plekke en constateerden na verloop van tijd, dat ook dit voertuig niet meer vooruit te krijgen was. Dus mocht deze keer ik die tram opduwen. We bevonden ons natuurlijk net bij de Stenen brug dus heeft dit niet zo lang geduurd, maar er stond toch al een deftig rijtje trams en bussen aan te schuiven. Voor ik terug 'in exploitaite' was, want ik moest een heel stuk achteruit manoeuvreren met behulp van de controleur, was ik natuurlijk veel te laat. Dus, mocht ik weer een verkorte rit maken naar Centraal Station. De mensen uitleggen dat ze aan de Ommeganckstraat moesten uitstappen. De ontevredenen tevreden proberen te stellen of op z'n minst de kerk in 't midden proberen te houden. Weer wissels leggen, daar die -net als de trams- blijkbaar ook wisten van de warmte, want het was toch zo'n mooi weer.
Verder heb ik de dag normaal rijdend mogen doorbrengen. Ik had later nog een pauze van 3 kwartier en daar heb ik echt van genoten. Een collega zat in de zon en ik ben er heel tevreden -in de zon- bij gaan staan keuvelen. Want, het was toch zo'n mooi weer!
Ik reed op lijn 12. 'k Had deze keer zelf de eer aan deze annekdote, wat eigenlijk niet om over te bluffen is, maar ze mag wel tellen...
Ik had enkele dagen tevoren gereden op lijn 24, deze lijn loopt deels over lijn 12. Geen enkel probleem, alleen moet men met de wissels goed opletten dat die juist liggen naargelang de lijn die je rijdt. Ik had waarschijnlijk een kink in mijn hersenpan, want op gegeven crusiaal moment meende ik op lijn 24 te rijden, wat dus niet zo was. Je kan niet echt stellen dat ik verward of verstrooid was, want ik was zeker van mijn zaak. Ik kwam aan de halte Centraal Station en daar moet lijn 12 naar rechts draaien, terwijl 24 rechtdoor gaat. De wissel sprong goed, naar rechts dus. Maar ik dacht; tjiens, die wissel springt, al goed dat ik het merk. Ik stapte uit om die verdomde wissel terug te leggen, goed voor 24 dus. Niks ergs gebeurd, 'k had het immers tijdig opgemerkt. Ik kreeg groen en reed rechtdoor. Nota bene, mijn voertuig was zo goed als volzet wat de zitplaatsen betreft. Toen ik haast aan de volgende halte ter hoogte van de Ommeganckstraat was, kreeg ik een déclick... Ik riep gewoon tegen mezelf: Doeme... ik ben verkeerd!!! Waarna ik achter me een vrouw hoorde murmelen; ahhh... ik dacht al...
Verder niemand die iets zei, van al die mensen op het voertuig. Daar kan ik nog steeds niet bij. Langs de andere kant bekeken, hebben die mensen waarschijnlijk gedacht dat ik via een andere weg om één of andere gegronde reden naar het sportpaleis zou rijden. Het eerste dat ik deed was halt houden aan deze halte. Heel duidelijk mijn verontschuldigingen aanbiedend zei ik dat ik een grove fout had gemaakt. Ook lichtte ik de mensen in die dringend naar het sportpaleis, of die richting uit wilden, hoe ze daar best konden geraken. Daarna riep ik de dispatching op met dezelfde uitleg. Een beetje verontwaardigd vroeg deze brave man of ik geen hommeles had op het voertuig, na zo'n fout. Maar nee, dat heb ik helemaal niet gehad. Ik vertelde hem wel, dat ik de klanten eerst en vooral had ingelicht en me verontschuldigd. Ik moest gaan keren aan de Stenen brug. Dus liet ik de mensen overstappen aan de Kerkstraat zodat ze daar met bus23 sneller naar Deurne zouden kunnen. Verder heb ik nog een zeer aangenaam gesprek gehad met de dispatcher, die dat blijkbaar ook redelijk amusant vond en me bleef onderhouden op een ludieke manier. Hij zei me onder andere ook dat ik hiervoor een berisping zou krijgen, dat komt dan in ons dossier van stouterik. En ik kon hem dan weer geen ongelijk geven natuurlijk. Het gesprek duurde lang en was zeer aangenaam ook al ging het over iets onaangenaams.
Uiteindelijk heb ik geen terechtwijzing gehad, maar ik ben wel zo slim geweest om zelf eerst een geschreven verslag met m'n verontschuldigingen naar den bureau te sturen...
's Avonds had hij dienst. Mijn jonge collega, nog maar net in dienst. Hij moest met z'n trammeke lijn 12 langs wat men toch wel tot hiertoe een achterbuurt kan noemen. Ook al doen nogal wat mensen er veel aan om de situatie in sommige wijken te verbeteren, sommige buurten stralen 's avonds het sein 'gevaar' uit. Hij naderde een halte en hoorde een luide knal. Hij stopte omdat hij dacht dat er iets ernstigs aan de hand was met z'n voertuig. Hij had er geen idee van wat er kon gebeurd zijn. Met de tram was alles best in orde, er mankeerde niks aan. Op zeker moment keek hij op en zag een man in mekaar zakken tegen een gevel, niet ver van hem verwijderd. Aan de gevel was veel bloed zichtbaar, daar waar die man had gestaan. Na een verdwaasd moment, realiseerde mijn collega zich dat deze man was neergeschoten. Dat hij daar haast getuige van was geweest. Hij heeft het nodige ondernomen, alarm geslagen via dispatching dus. In zo'n situatie moeten wij ter plaatse blijven tot de hulp en ordediensten aanwezig zijn. Dat gold dus ook voor hem. Je maakt het niet zomaar mee, het doet dus wel wat me je. Maar toen de verklaringen waren afgenomen, mocht deze jonge collega zijn dienst verder zetten. Ook hij heeft mogen ervaren wat het is dat 'knoppeke' op nul te moeten zetten en verantwoord verder te rijden.
Ikzelf was hier niet de chauffeur, maar eingelijk doet dit niet veel terzake. Er was nogal wat volk op de tram aanwezig, wat niet weinig voorkomt tegenwoordig. Een vrouw stapte achteraan op, in gezelscdhap van 2... pitbull terriërs. In principe mogen mensen met een hond wel op de tram, maar dan in de eerste plaats wanneer het niet druk is en natuurlijk wordt er ook verwacht, dat deze dieren kort bij hun baasje blijven (aan de leiband dus)
De vrouw in kwestie kwam in aanvaring met andere passagiers, wat ik me zeer goed kan inbeelden in zo'n situatie. Het verbaal gemeen is opgelopen en de dame vond het dan maar nodig om één van haar lieve beestjes op haar confrater af te sturen. Deze persoon werd toch wel toegetakeld op een zodanige manier, dat die verzorging nodig had. Politie erbij en ambulance erbij. Veel oponthoud en zeurende mensen ... en de chauffeur mocht nadien terug de 'knop' op nul zetten en verder rijden.
Lekker aan't rijden... Alles verloopt goed... Veel volk op de weg en in de tram, maar alles gaat zoals het hoort. Een duitstalige man vraagt me waar hij bus 23 kan nemen. We bevinden ons op dat moment aan de Stenen brug en we rijden richting Antwerpen. Ik vertrouw de man toe dat ik hem zal verwittigen ter hoogte van de Kerkstraat, waar ie kan overstappen op deze buslijn. Hij zet zich min of meer achter mijn chauffeurspost, zie ik. Goed zo, dan hoef ik hem seffes niet te zoeken, wanneer ik mijn belofte wil waarmaken. Het wordt drukker... en drukker... Er stapt echt veel volk op. Tot tweemaal toe moet ik de mensen aanzetten om door te schuiven, daar ik anders mensen moet laten staan aan de halte. Het loopt lekker, want iedereen schuift gewillig verder door in het voertuig. Tot ik merk dat mijn duitstalige vriend ook mee is doorgeschoven. Ik zie hem niet meer, maar ga ervan uit dat hij tussen de vele anderen, meer achteraan mijn trammeke staat.
Bij het naderen van de Kerkstraat is het dus maar beter om met de intercom te verwittigen dat hij hier kan overstappen op buslijn 23. Rustig zeg ik door dat telefoontje dat hij hier kan afstappen enz... enz... Het gevolg... Iedereen onderbreekt min of meer z'n conversatie, het wordt stiller in het voertuig en men hoort het woord overstappen... De helft van de passagiers stapt af. Ik kan m'n ogen haast niet geloven. Ik wil natuurlijk ook wel zeggen dat er niks mis is, maar die uitleg kan ik toch niet helemaal gaan doen door die intercom.
Het is zo raar, dat mensen met een kettingreactie kunnen reageren. Terwijl ik me zit af te vragen of ik dat nu zo slecht verwoord had, is er dan toch eindelijk één iemand die me komt vragen wat er scheelt. Nog steeds zijn mensen uit het voertuig aan't stappen, niet beseffende dat dit maar een boodschap voor één individue was. Ik leg op z'n minst uit dat ze gerust terug kunnen opstappen, want dat ik gewoonweg iemand verwittigde waar hij z'n bus kon nemen.
Wanneer ik alles nog eens gereconstrueerd heb in m'n hoofd, ben ik toch wel zeker dat ik duidelijk heb gezegd, dat je hier kàn afstappen als je de buslijn 23 wil nemen.
Uiteindelijk moet ik er wel om lachen, ook al is mijn tram onnodig zo goed als leeggelopen... Ach, 't is zaterdag, de mensen hebben toch wat meer tijd.
Dagelijks een goei portie gezonde nieuwsmeldingen is nodig om op de hoogte te blijven van het reilen en zeilen van zowel je directe omgeving als het wereldgebeuren. We nemen het meestal als vanzelfsprekend aan, dat wat op een serieuze manier in het nieuws wordt gezegd en geschreven, ook wel correct is. Roddelpers is dan weer wat anders, daar worden uitspraken verdraaid en artikels bijgespekt om de verkoop van het blad te vrijwaren van dieptepunten, of de concurrentie voor te zijn. Verkoopscijfers moeten worden gehaald! Who cares about the rest!?
Gisteren gebeurde er een tragisch accident waarbij een bejaarde vrouw in verwarde toestand onder een tram is gelopen. De chauffeur kon onmogelijk tijdig tot stilstand komen. Als men de chauffeur in de pers op deze manier al gratie verleent, wil dat al heel wat zeggen. Meestal wordt tram- of buschauffeur in de pers met de vinger gewezen. Ook al is dat maar al te dikwijls veel te voorbarig. Soms nemen persjournalisten het veroordelingsheft in eigen handen. Nou ja, iedereen weet het wel, als je kijkt hoe pers in sommige kranten onze politici manipuleert en, dus nog meer, de bevolking.
Om terug te komen op het ongeval van gisteren...
Rond de middag hoorde ik op het VRT-nieuws vertellen over dit jammerlijk, vreselijk ongeval. Men vertelde erbij dat de vrouw naar het ziekenhuis was vervoerd en een tijdje later bleek bezweken aan haar verwondingen. Erg, zeer erg dus. Familieleden van de vrouw alsook de chauffeur... ik zou niet graag in hun schoenen staan. Ze is dood.
's Avonds keek ik naar het nieuws op ATV (voor de niet -ingewijden, de Antwerpse tv-zender) Waar men vertelde dat de vrouw naar het ziekenhuis werd vervoerd. Dat haar verwondingen niet té ernstig bleken, maar, dat ze nadien in een kritieke toestand is veranderd. Men zei duidelijk dat de vrouw in kritieke toestand in het hospitaal ligt.
Ik stel me voor, dat ik als chauffeur zeker en vast het nieuws zou willen volgen, want, ik zou echt wel willen weten of die vrouw het er levend van af brengt alsook hoe ze verder door het leven zal gaan. Als je dan 's middags hoort dat ze dood is, is dat een keiharde slag om te verwerken. Maar als dan 's avonds blijkt dat ze toch nog leeft, niettegenstaand men niet kan verzekeren dat ze er door zal komen... Vraag ik me toch af, wat dàt met me zou doen? Ik zou waarschijnlijk met de daver op het lijf hopen voor haar. Niet kunnen slapen, zeker en vast niet, en heel erg hopen.
Ik ben de chauffeur niet. Ik kan het vanuit een andere hoek bekijken. Ik vraag me af, hoe die zich moet voelen als morgen deze vrouw weer dood blijkt te zijn...
De pers deed haar verrijzen, ik hoop maar dat ze met het volgende nieuws, nog meer aan de beterhand zal zijn!
Zij reed mee in de late avonduurtjes. De laatste tram van die bepaalde lijn, die binnen reed. Toen ze opstapte, kocht ze een biljet. Ik dacht bij mezelf, toen ik haar eventjes aankeek, bij het overhandigen van het biljet, dat zij het eerste meisje was dat ik mooi vond met haar piercing...
Ze ging zitten en reed mee tot bijna aan de loods. Ze was stil, vriendelijk, beleefd. Niks op aan te merken.
Ik reed binnen, mijn late shift zat er op...
Enkele dagen later contacteerde de politie me. Ik moest iemand identificeren aan de hand van een foto. Verder kreeg ik geen informatie. De brave wetshandhavers waren bereid het me zo makkelijk mogelijk te maken. Ze gingen naar m'n werk komen, de loods in Hoboken, waar ik hen zou opwachten. En dat gebeurde ook op het afgesproken moment.
Ze lieten me een foto zien van het meisje van die bewuste avond, alleen op stap. Vreemd, maar ik herkende haar door die piercing. Dat zei ik hen. Waarop ze reageerden, dat die inderdaad zeer specifiek was bij haar. Ik antwoordde een reeks vragen. De mannen waren ook zeer beleefd en niet te autoriteir... Daarom ook vroeg ik hen wat haar was overkomen, omdat ze er op één van de foto's waar ik haar voluit op zag, gehavend uit zag. De heren vertelden me dat ze na het afstappen, wat verderop was aangerand... Verkrachting met geweld...
Het is een hele tijd geleden... Nu schrijf ik het pas in m'n blog... Maar nog steeds doet het raar. Ik voelde me op dat moment deels verantwoordelijk. Alhoewel, dat larie is... Maar toch... het bleef hangen...
Nu, veel later, denk ik er soms aan terug. Ik heb haar nooit meer ontmoet of zelfs van verre gezien, maar hoop ten stelligste dat ze de kerel hebben kunnen vatten en dat zij het verwerkt heeft.
Eventjes na de middag, moet ik buiten rijden met een gekoppeld stel. Bij het nazicht in de loods, stel ik vast dat het voertuig een heuse poetsbeurt heeft ondergaan. De boel ligt er ferm nat bij... Maar 't zal wel drogen zeker.
De chauffeurspost is nog natter weliswaar... Ik merk dat de kast met zekeringen ook nat is. Terwijl ik plaats neem op een... je raadt het... natte chauffeurszetel -bweikes, hoe onaangenaam- denk ik bij mezelf dat men hier er met de spuit is tegenaan gegaan waarschijnlijk. Ook overweeg ik, met de weinige technische kennis die ik heb, dat het toch niet jedàt moet zijn, een voertuig te moeten besturen waarvan de zekeringkast nat is...
Maar, wie ben ik? De boel lijkt het te doen, dus, starten maar die boel... Want ik heb nog net één minuut voor ik mooi op tijd kan vertrekken. Straks zijn de scholen uit, mensen willen huiswaarts keren van hun werkdag en ik mag hen niet laten wachten.
Ik kom aan 't Zuid en er begint een foutmelding te pinken. Ik onderzoek de boel, maar kan nog rijden. Dus rij ik verder, terwijl ik probeer na te gaan wat er scheelt. Er rijden nog twee trams achter me en ik wil het verkeer in de Brederodestraat niet ophouden. Aan elke halte, aan elk licht, probeer ik wat uit in de mate van het mogelijke... Ik voel aan dat het niet pluis is, maar vind niks en de tram blijft het gewoon doen...
Aangekomen op de Amerikalei, waar er nog volop werken aan de gang zijn, hoor ik een enorme knal. Ik zie dat er vrachtwagens aan de werken staan en denk dat ze wel erg luidruchtig lossen en laden... Tot een passagier me toeroept dat het gekoppelde stel vol rook zit... Ik kijk via m'n binnenspiegel en ja hoor... vol blauwe rook... Ik zet direct alle deuren open en zie nog een vrouw naar buiten lopen. Ook de mensen van m'n eerste voertuig verlaten de tram ongerust. Het water in de zekeringenkast heeft z'n werk goed gedaan dus... Daar staan we dus met z'n allen. Onderaan de tram is een dikke plaat met schroeven van vijf centimeter doorsnee gewoon kapot gesprongen. De plaat hangt nog half aan de onderkant van het voertuig.
Controleurs zijn op dat gebied onze engelen in nood... Met twee krijgen ze die plaat wel degelijk los. Onder begeleiding van de controlewagens met zwaailichten, rij ik aan 10km/u verder tot aan de Stenen Brug. Daar kan het voertuig opzij gezet worden.
De 'engelen in nood' brengen me terug naar de loods in Hoboken om met een droog voertuig dàt te doen wat huiswaartskerenden van me verwachten...
Een kamjon komende van rechs heeft natuurlek geen voorang op een spoorvoertuig. Maar tzat er wel bijna tegen. Nét een groot aksident ontweken of een fitser denkt het heft in handen te nemen en net voor het spoorvoertuig naar rechs af te zwaajen... Gelukeg werken de remmen van da spoorvoertuig goed en tussen ons gezecht en gezwegen, mag da chofeurke tellen in de goeje zin van twoord. Een uurtje tevoren is langszij de baan een fitser onder een awtoo belant en da zach er absoluut ni goed uit. Polis en ambulans ware de boel aan t organiseren om die fitser zo snel mogelek uit da verkeer en in et ospitael te krijge. Oopelek loopt et voor em goed af.
Na de vele dwarsliggers op de weg, dagt et chofeurke dat iedereen een wetstrijt ad aangegaan om zo roekeloos mogentlek te rijen vandaach. Maar op zeeker moment is er een pasagier naar voren geckome om chofeurke een goed gevoel te geven. Een hoop komplimentsches, die chofeurke ni oo serejeus neemt én een fooi. "Maar das ni nodeg meneer, ik eb een loon" "Nix van, nemt da maar aan, want da doe mij een pleizier" Okee dan maar ee... als get dan tog laat ligge, steek ik et wech en drink strax een koffeke... Eel voorzigtich rijt chofeurke verder om maer geen aksidenten te emme, want de voetgangers doen mee aan die gevaerleke wetstrijt...
Ijndelek tuis... Moe want et was een lange dach, sgrijft chofeurke in zn dagboek dat em blij is dat die dach voorbij is.
De spellingsfouten... die zien we voor een keertje over het hoofd.
Lang Leve De Drank!!! Heffen Dat Glas!!! Proost Koning Alcohol!!!
Doorzakken... het zou leuk zijn, naar het schijnt. Zelf ben ik een haast-geheel-onthouder, maar ik gun ieder zijn pretje(s). Toch, als je 's morgens vroeg door de straten kuiert in de stad, komen ze boven. Net als 'creepys', durven ze, bij het ontwaarden van het nieuwe dagleven het wagen terug uit de kroeg te sluipen, denkend dat niemand hen opmerkt. Ze hebben de eerste openbaar vervoertuigen zien passeren en denken dat ze ongezien ergens zullen geraken. Waar, weten ze niet meer. Ergens waar ze hun roes kunnen uitslapen, waar ze kunnen uitdeinen. Boeren en winden latend, kwijlend snurkend... ergens... maar dàt hoort niet in de kroeg. Ze zwijmelen de straat op en zien geen hindernissen, dus nemen er ook geen. Ze gaan rechtdoor, ontwijken niks, gewoon rechtdoor. En ja hoor, het is echt zo, niemand ziet hen, maar... zij zien alles, niets dus. Ze vertoeven als het ware als hoogverhevenen in de straten. Tot dan plots een vehicel komt aangereden. Da's voor de dronkaards een manier om dààr te geraken, waar ook weer... enfin... dààr. De camioneur in kwestie neemt geen passagiers mee, zeker niet zij die zijn gaan passagieren. Hij toetert boos, vuist in de lucht, neemt een gevaarlijke bocht rond de verheven straatloper-van-het-moment en maakt dat ie uit de voeten is.
Het openbaar vervoer zou ik nu kunnen promoten, want dàt is dé mogelijkheid bij uitstek voor het groepje alcholverbruikende nachtbrakers. Het openbaar vervoer stopt wel, want, mensen willen naar hun werk. Ze moeten op tijd komen, het openbaar vervoer talmt en selecteert dus niet, maar laat iedereen toe. Verheven kwakken ze neer en voor hun billen de zetel raken, zijn de ogen toe. Uitstappen doen ze niet, ze liggen, hangen, steunen, en zijn aanwezig.
Uiteindelijk komt het openbaar vervoertuig terug op de plaats waar de groep dronkendromende slaperds is opgestapt en wordt één hunners wakker. Hij roept de anderen, maakt hen wakker, schudt hen over en weer. En... ze stappen af.
Ze gaan binnen in de kroeg, waar ze eerder buiten kwamen.
Proost!
- Dat kost dan 1,50 meneer. De man geeft een muntstuk van 2. Geen probleem natuurlijk want 50 cent weergeven kan niet moeilijk zijn. Eens effe kijken... 50 cent, dat zijn 10 stukjes van 5, of 5 van 10, of 50 van 1, of 25 van 2, of 1 van 50, of 2 van 20 en 1 van 10, of 2 van 20 en 10 van 1, of 2 van 20 en 5 van 2 of 1 van 20 en 3 van 10. En nog mogelijkheden... Maar geen van deze opties worden genomen door de weergever. Deze opteert voor 2 muntstukjes van 20 en 2 van 5 cent.
Ik begrijp dat de eventuele lezer, dit alles behalve aangenaam lezen vindt.
Om te typen valt het ook niet mee, al die cijferkes. Het liefst typ ik die voluit, maar dan wordt het helemaal onhandig lezen, dus dacht ik te doen wat je als resultaat leest en/of ziet staan.
Terug naar de story...
De man kijkt verontwaardigd naar de 'vier' muntstukjes in z'n hand en zegt met luide stem:
- wat is hier de bedoeling van? - wablieft meneer? - ewel, wat is de bedoeling van dat geld? Fronsend en helemaal niet bij, vraagt de weergever nogmaals: - pardon, meneer? is er wat mis? - luister eens hier hé. Ik mag nooit betalen met die bruine rommel, maar ik moet het wel aanpakken als gij mij dat geeft?!?!?!
De weergever vind dit wel leutig. Iemand die zich opboeit omdat hij niet één maar wel vier muntstukjes krijgt. Lollig, echt waar, en dat om half vijf in de ochtend. Jeekes toch, die gaat nog een leuke dag krijgen, bedenkt de gever zich amusant. Hij houdt het bij de gedachte, maar luidop zegt hij: - zegt u nu dat u mij niet met nikkel mag betalen? heeft u dat echt bij mij voor gehad? -nee, niet bij jou, maar wel bij je collega, antwoordt hij, toch wel overheerlijk eerlijk. Dus de gever weer: - meneer, ik heb zeshonderd collega's in deze stad (gokje hoor, dat kan er ferm nevens zijn). Nu gaat u me toch niet vertellen dat ik verantwoordelijk ben voor allemaal!?!?!? - nee... natuurlijk niet.
Hij neemt het geld aan en verlaat met een glimlach de plaats van het onheil.
oefffff!!!
Een ochtendhumeur, duurt dat lang? Vraag ik me af... Normaal gezien heb ik daar geen last van, maar heel af en toe, durft dat duiveltje me wel eens aan m'n oren trekken, menend dat het hoog tijd wordt dat ik me nog eens heerlijk humeurig gedraag. Nou, niemand heeft er last van want ik ben alleen thuis. Dus lekker vies kijken, knorren, zagen tegen de muren of het scherm en vooral niet eten. Eten is uit den boze met een ochtendhumeur, ook niet drinken. Ramadan op zelfbepalend niveau moet kunnen. De zon heeft daar niks mee te maken bij mij. God of ander gespuis dat me tracht onder zijn knoefter te nemen ook niet, alhoewel... Vooral dat 'ander' zou -nu ik er eventjes bij stil sta- toch wel wat mee in de pap te brokken kunnen hebben.
Antwerpen boven zou ik moeten roepen, maar antwerpen is helemaal niet boven. Antwerpen moet wat doen aan 'zijn' gedrag. Ik zou moeten schrijven, 'haar' gedrag, want voor zover ik leerde op school, is 'stad' vrouwelijk. Maar het zijn wel de heren die dégoutant kunnen doen op straat en oooo zo stoer met hun middenvinger omhoog de wereld verkondigen dat ze het gevoel hebben onder hun duiven te zijn geschoten. Frans spreken ze niet hoor, want dan ben je als belg te partijdig en al zeker als vlaming. O jee... nee, geen frans, want die verdomde walen hangen het uit. Engels, jaaa, dàt kunnen ze. Twee woorden, hoor je de ganse dag als je in antwerpen over de straten probeert te kuieren. 'Fuck you' ofte 'fuk joe'!!!
Toch wel een goei zaak dat ik karakter heb en nooit dadelijk doe wat me wordt opgedragen, want anders had ik gisteren heel wat werk gehad. Telkens heb ik zin om te antwoorden: fuck me, fuck you, fuck all together, laat ons met z'n allen lekker fucken!!! Wijs hou ik me gedeisd, want iemand moet de slimste wezen hé... Dàt is dan de antwerpse vrouw. Die laat die haantjesgedragtonende ondermaatsbreinwerkende driftkikkers zich opblazen om dan toch maar het leven verder te zetten in de richting die ze reeds had ingeslagen.
Soms denk ik dan bij mezelf: steek gewoon je vijf vingers in de lucht. Da's eentje voor elke dag, laat ze maar vijf dagen aan een stuk fucken. Die betreurenswaardige uitgelijperde leeghoofden zijn zo druk in de weer met zichzelf op te peppen, dat ze de intelligente gebarenboodschap van mijnentwege niet door hebben en worden dan als het effe kan, nog bozer omdat ze denken dat ik wuif. Wuiven asjeblieft... ik zal mij es gaan bezighouden met wuiven... lachen ja... lachen doe ik, ik lach hen weg en dat helpt. Voor eventjes... Als het teveel was, als het potje wat is overgelopen, heb ik de dag nadien soms een slecht humeur als ik opsta.
- Meneer, mag ik u wat vragen? - Jazeker... - Ooohh, euhh... sorry hoor, ik had het niet gezien... mevrouw. - Da's niet erg. (glimlachend) - Ooohh, maar dat vind ik echt wel erg hoor, ik had beter moeten zien. Ik wilde u echt niet kwetsen hoor.
Lachend: - Juist daarom is het niet erg. - Gohh, en je bent dan nog zo'n fijntje...
Et voilà, ik kan er weeral tegen. M'n dag is weeral gemaakt. Eventjes later... - Excuseer mevrouw, maar slaat u hier linksaf? - Jazeker hoor mevrouw. Als u goed kijkt, ziet u dat er rechts geen sporen liggen. Vandaag heb ik besloten om het toch maar veilig te houden. We gaan links dus. En dan heb ik het niet over politiek hé...
De dame in kwestie kan gelukkig de grap wel smaken en tovert een smakelijke lach op haar gezicht.
Uiteraard is de dag nog niet om, acht uren zijn acht uren, dus doorgegaan.
- Mevrouw... mag ik wat vragen? - Tuurlijk, gaat u uw gang.
- Stopt u aan de vierde halte? Nou, is dàt een strikvraag? Denk ik bij mezelf. Ik taxeer de persoon eventjes snel, maar die heeft geen spotlichtjes in de ogen. Nee, eerder vraagtekens. Dus gaat mijn antwoord: - Als u belt, stop ik daar hoor.
Met een glimlach die de duivel zelfs zou doen smelten op mijn gezicht. Weer verder, bij het opstappen: - Gohh, da's hoog...
Kreunend, krakend zichzelf ophijsend met als hijshulptoestel de deurleuning, krucht de zeventiger de tram op. Aan deze halte gebeurt het regelmatig dat de derde leeftijders mekaar in massa steunen en hijsen. Het valt me op dat veel dames last hebben om het voertuig op te geraken. De heren, welwillend als ze zijn, duwen hen dan onder hun achterste omhoog. Meestal volgt daar het nodige gegiechel bij. Op zo'n moment lijken ze net bakvissen. De ambiance is dan verzekerd mét de nodige commentaren.
Niemand klaagt over de inkomprijs van mijn rijdend theater. De act is niet verzekerd. De act is nooit hetzelfde.
De act is het leven.
Beginnend om 16.30u, weet ik dat ik start tijdens de spitsuren. Rechtdoor de stad, weet ik dat het een rush is. Toch, de chaos mocht gisteren echt wel weer tellen. De collega waarvan ik de tram overnam, stond bijna te daveren van de stress, want hij had zus oponthoud gehad, zo, tegenslag gehad. Hij was eerder al 20' te laat geweest aan de eindhalte en toen had de controledienst hem door een verkorte rit te laten rijden terug op de juiste tijd gezet. Nu zat hij weer een kwartier te laat en ik begin mijn dienst tijdens een spits. Dat volop beseffende, maak ik me beslist niet druk. Ik laat me niet doen, en doe gewoon mijn ding. Kan ik niet rijden, dan moet ik maar wachten met iedereen op of af mijn tram... De controleur deed echt wel zijn best om alles recht te trekken en de passagiers zo snel mogelijk op hun plaats van bestemming te krijgen, zodat iedereen tevreden zou zijn.
Even later op de avond stapte er een tiepetje, euhhh... tiep op in een soort zelfgecreëerde kilt. Een heel ruw type, met z'n haar opzij kort en in het midden hoog opgemaakt. Ik hoop dat het geen tattoo was, maar zijn voorhoofd vertoonde een grote witte geschilderde of getattoode vlek. Hij straalde op het eerste gezicht agressie uit. Hij zette zich achteraan en begon een discussie met een Marokkaans uitziende man, die gelukkig maar, kalm bleef. Ik hoorde hem bezig, hoewel hij achteraan zat, over 'jullie doen het zelf allemaal naar de kloten' en 'ik wil wel gaan werken, maar ik mag niet' en ' 't is altijd 't zelfde met jullie'... Met een pijp in de hand, maar ik hield hem in't oog -hij rookte duidelijk niet- gebaarde hij zeer theatraal om zijn woorden de nodige kracht bij te zetten. Wat voor stiekem gemor en verdoken lachjes zorgde bij de andere passagiers.
Weer later stapte er een dronken eenzaat op, met aan dezelfde opstapplaats een zestal jonge studentes met veel leute. Het regende op dat moment pijpenstelen. Toen de dames eenmaal op het voertuig waren, zei eentje van hen: 'Bel, bel, want we moeten er al af'. Dat ergerde mijn dronken eenzaat zodanig dat hij tegen hen begon te roepen van: 'Hollandse trutten, die haltes zijn zo kort bijeen... maar de madammen kunnen niet stappen zeker!!!' Het kakelende groepje stopte gelijk met hun gegiechel en gebla. Je kon even een speld horen vallen. Weer ene die ik in't oog hield dus. Maar ik ben er zeker van dat ze zich nog goed geamuseerd hebben gisteravond, tussen alle doopwillige studenten die in de stad rondhingen.
Deze dronken eenzaat heb ik gisteren welgeteld zes verschillende malen op mijn tram zien stappen. Moet ik daar nu wat bij denken??? Of... vergeef het hem heer, hij wist niet wat hij deed!?
Daarna heb ik nog een konijntje doodgereden... ik moest... ik kon niet anders... En dan heb ik het niet over een niet onder controle te houden dwang van me. Nee, ik vertraagde, maar kon daar niet stoppen... En dat dan nog op de Singel rond Antwerpen... Stom, achterlijk konijn, nu heb ik je dood op mijn geweten, omdat jij -die daar niks te zoeken had- daar zonodig je oriëntatie moest kwijtspelen tussen auto's, bussen en trams. Hopelijk kom je in de konijnenhemel en krijg je daar bioworteltjes die smelten op je konijnentongetje.
Weer wat later, toen ik vertrok aan de eindhalte, kon ik na 20m gebold te zijn al niet meer verder. Er zijn daar werken aan de trambedding en er ontbreekt nog een stuk beton, dus er is een diepte van een twintigtal centimeter, waar je met de auto maar beter niet in bolt. Toch, door het slechte zicht met die regen, had een dame dat wel kunnen flikken. De as van de wagen gebroken, die mooi op het spoor stond, met het voorwiel net over het 'gat'. De dame verontschuldigde zich, een heer probeerde haar te helpen, en ik, ik constateerde en riep via de radiofonie hulp in. Mijn collega, kwam na een tijdje ook ter plaatse en had nog een vijftal stadswachten op zijn voertuig. Er was nog een vriendelijke en behulpzame man komen aanrijden. Heel die kliek heeft die auto verzet. Prachtig gewoon!!! Ik heb die mensen allemaal heerlijk bedankt, ik wilde graag een 'gongconcert' geven zei ik, maar het kon niet vanwege het late uur, het was bijna middernacht.
De dispatching gaf me een hoeraatje omdat ik goed had gewerkt, terwijl ik enkel heb toegekeken en al die lieve mannen de krachtpatserij deden, waarvoor ik hen heel erg bedank.
De laatste rit was rustig, ik kreeg nog éénmaal de dronken eenzaat op het voertuig. Net als om te zeggen, 'Vergeet me niet hé...'
Wees daar maar zeker van...
Soms is het fantastisch voor het rode licht te staan. Ik zal het nog niet voor de laatste maal geschreven hebben. Dàn heb ik immers echt tijd om te zien... en te genieten.
De boel is afgesloten wegens 'werken'.
Hekken zijn als blokkendooselementen in betonnen blokken geplaatst. De bedoeling is dat deze zijdelings aaneensluiten. Telkens is er een opening van een tiental cm., wat geen probleem mag zijn. Het is immers zeer duidelijk... Er staan hekken naast mekaar, de plaats tussen al die hekken is één grote modderpoel... Dus... welke gek gaat zich daar nu door wagen, zonder rubber laarzen en een oliejekker?
Geen probleem, gekken genoeg. Zelf een opgetut koppel. Hij in een pracht van een duffelcoat (nou, die moet duur gekost hebben), zijn schitterende zwarte krokodillenlederen schoenen maken een perfect geheel met zijn kostuum dat te voorschijn komt als zijn jas even open valt. Zij, opgemaakt, een (echte of namaak? ) bontjas, hoge hakken en passend tasje, haren net gecoiffeerd. Kortom, in extase kan je niet wegkijken van hen, ze komen immers zo uit een modeblad gestapt.
Maar... ze zijn vreselijk ongeduldig én nog vreselijker dom (denk ik). Ze namen net het besluit niet om te gaan, rond de hekken, zoals de signaalborden (die er hier echt wel voor het nut staan) te volgen. Ze besloten tussendoor te gaan, da's sneller. Tja... misschien heeft meneer of madam wel pijn aan de voetjes door het nieuwe schoeisel...
Hij gaat een stap voor haar en houdt haar hand vast. Hij zegt en wijst waar ze haar lieve, snoezelige voetjes moet zetten. Hij is bezorgt om haar en probeert haar mee in evenwicht te houden. Hij is zo lief... domlief! Zij is heel volgzaam en luistert aandachtig naar zijn richtlijnen. Zij doet alle moeite van de wereld die ook te volgen. Zij is zo braaf... dombraaf!
Bijna aan het einde van de modderpoel gekomen, zie je hen al blazen van opluchting. Net iets te vroeg... Haar voet slaat om. Hij kan haar niet houden... Ze valt, maar wil niet vallen en trekt dus harder aan zijn verondersteld sterke arm. Hij verliest zijn evenwicht...
Het mooie paartje was mooi. (verleden tijd) Het mooie paartje is vies. (tegenwoordige tijd)
De dame is nog niet hoogbejaard, want dat ben je pas als je kromgebogen met een stokske nog moeilijk kan stappen. Zolang je rechtop loopt ben je bejaard... vanaf een bepaalde leeftijd dan hé...
Zij was dus helemaal niet hoogbejaard, maar had toch de gezegende leeftijd van tegen de tachtig. We waren in gesprek. Best leuk hoor... mensen van een oudere generatie hun visie is soms toch zo verschillend van de onze, snotneuzen...
Er waren wegenwerken aan de gang... tja, sorry hoor, maar het was weer eens in Antwerpen hé. Het was bijna zomer en best mooi weer. Heerlijk warm, met een briesje. De mannen aan het werk, zweetten natuurlijk door hun noeste arbeid, waarvoor ik trouwens enorm veel bewondering heb. Zij hebben heel zwaar werk en staan daar de hele dag gebogen. Petje af!!!
Enkelen onder hen had hun bovenlichaam ontbloot om al wat te bruinen, of gewoon omdat ze het te warm hadden. Natuurlijk waren daar kerels bij die mochten gezien worden... natuurlijk... én we keken dus hé.... hoe gaat dat, ge kent dat wel hé. We keken, maar zeiden eerst niks. Na een poosje voelden we mee met hen, voor het zware werk en de dorst die ze wellicht zouden hebben. Eigenlijk keek de dame veel intenser dan ik meende. Tenslotte zei ze me: goed kijken naar het menu. 't Is niet omdat ge op dieet staat, dat ge't menu niet moogt bezien hé!
Ik ben annemie
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is tramchauffeur/begeleider De Lijn Antwerpen.
Ik ben geboren op 16/07/1958 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek: wat gitaar betokkelen - lezen - leven!!!.