Ik ben Marion
Ik ben een vrouw en woon in (Nederland) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 03/12/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Na 6 jaar een huurcamper en 8 jaar een eigen camper hebben we Amerika en Canada grotendeels gezien. .
We gaan nu de andere continenten verkennen.
Vandaag (zaterdag) weer met de skytrain naar Vancouver
Downtown. Na de koffie een grote wandeling gemaakt van Beach Ave langs de
waterkant naar Pacific Boulevard en via Davie Street (winkels en
eetgelegenheden) terug naar begin van Beach Ave.
Na de lunch een tour met de auto door Stanley Park. Het was
zo druk dat we niet bij de totum palen konden stoppen. Eentje vanuit de auto
kunnen nemen. Bij Prospect Point onder het genot van een ijsje ( het kleinste
ijsje was weer heel groot) de grote cruiseschepen naar Alaska zien vertrekken.
s-Avonds vanaf het balkon genoten van het grote vuurwerk
dat recht voor ons balkon vanaf een ponton werd afgeschoten. Er is ieder jaar
een competitie tussen verschillende landen. Zaterdag was Engeland aan de beurt.
Het vuurwerk werd begeleid door muziek van de James Bond liedjes. Een dik
halfuur de ene vuurbol na de andere. En als je eerste rang mag zitten op de 8e
verdieping onder het genot van een hapje en drankje kan de avond niet meer
stuk. We zijn bij Wim blijven slapen.
Na een wandeling van 20 minuten hebben we de skytrain naar
Vancouver gepakt. Na 45 min. waren we in hartje Vancouver. Schitterend weer,
lekker zonnetje met een klein briesje, ca 25C. De neef van Marion, Wim, pikte ons op van
het station. Gelijk een gezellige wandeling door het centrum gemaakt. Hoewel er
veel mensen rondwandelen, geeft al die drukke een relaxte sfeer.
Tegen lunchtijd zijn we naar zijn appartement gegaan nabij
het centrum. Hij had een heerlijke huzarensalade gemaakt voor de lunch. Vanaf
zijn balkon heb je een mooi uitzicht op English Bay en Stanley Park.
De middag hebben we gebruikt voor een uitgebreide wandeling
door Stanley Park. Na een gezellige chinees en daarna een Häagen Dazs ijs en
de zonsondergang vanaf het balkon zijn we met bus en skytrain teruggegaan naar
Surrey, waar onze camper staat.
Het was een gezellige dag, waarbij we een zomers downtown
Vancouver hebben gezien.
Vandaag naar ons noordelijkste puntje van deze reis gereden.
Eerst een stukje langs de kust. Daar kwamen we een bijzonder Pontiac (ca 1960)
tegen. En toen de grens met Canada over. Er zijn strenge regels wat je wel en
niet Canada mag inbrengen. Op grond daarvan zo ongeveer de koelkast en vriezer
leeggegeten. We hebben een goed kwartier met de camper in line gestaan, toen
een paar vragen van de Canadese douanière en toen stonden we in Canada. Wel een
vraag of we firearms bij ons hebben, maar géén vraag over groente, vlees, vis
of drank.
Omdat we dus ver leeg waren eerst naar Walmart voor de
eerste levensbehoeften. Het prijsniveau is in Canada toch wel een stuk hoger.
Geen wonder dus dat we eerder bij de Walmart aan Amerikaanse kant veel autos
zagen met Canadese nummerplaten. Ook de benzine is in Canada aanzienlijk
duurder (Eur 1,10, in USA Eur 0,75 per liter).
Voor de overnachting hadden we een adres op de
boondockerswelcome-site in Surrey gevonden en met hen eerder ge-emaild. Surrey is
een voorstad van Vancouver. En we kunnen van daaruit na een klein eindje lopen met de Skytrain naar downtown. We werden
allerhartelijkst ontvangen door de gastheer Wayne en dame Petra. Nadat we de
camper op zn plaats hadden gezet, werden we uitgenodigd bij hen in de tuin wat
te komen drinken. Dit soort contacten zijn erg goed voor ons engels.
Vandaag het Hollandse plaatsje Lynden bezocht,dat tegen de
Canadese grens ligt. Ze hebben geprobeerd er een echt Hollands plaatsje van te
maken. De bouwsels waren herkenbaar.
Wat ons in deze staat en de vorige staten opvalt, is dat
erontzettend veel hele grote
bloemenbaskets hangen. Wat een hoofdstraat ontzettend kan opfleuren. En het
zijn geen kleintjes, maar echt weer de Amerikaanse maat. Het plaatsje Lynden
hangt er vol mee. De populatie van Lynden bestaat voor 50% van Nederlandse
afkomst. Wij hebben nog even zoute drop gehaald en postzegels in het
Postkantoor.
Daarna doorgereden naar de laatste camping in Amerika
voordat we 5 dagen naar Vancouver gaan. We zitten 5 minuten lopen van de zee
tussen het vaste land en Vancouver Island, die in verbinding staat met Pacific
Ocean. Vanmiddag was het water nauwelijks te zien, zo ver weg. Na het eten zijn
we teruggegaan en in 3,5 uur tijd stond het water hoog.
Vanochtend afscheid genomen van onze gastheer, waarbij we
een klein pakketje als dank hebben overhandigd. We zijn Anacortes ingereden.
Dit is een plaats met scheepswerven (veel ferryboten) en een grote
olieraffinaderij. Dat is de minder mooie kant. Vanaf de Cap Santé Lookout zagen
we ook de mooiere kanten: zicht over de plaats met jachthaven en aan de andere
kant zicht op de vele eilanden in de omgeving en zicht op Mt. Baker. Helaas was
het in de vroege morgen nog wat mistig.
De plaats heeft nog een oud centrum met leuke winkeltjes. En
met een lekker zonnetje en een briesje van zee (ca 20C) is het daar best aangenaam
vertoeven.
Na de lunch richting onze bestemming voor vandaag gereden:
Bellingham. Op de kaart zagen we weer een stippeltjesweg. Een deel daarvan is
de Chuckanut Drive. Het is een weg die in het begin van de vorige eeuw langs
het water is aangelegd en een onderdeel is van een oude weg die bijna geheel
langs de kust van San Diego (Californie) naar Vancouver (British Columbia)
loopt.Op één van de borden stonden een
paar fotos uit de 20-er jaren. Een bijzonder mooie, rustige weg (vrachtverkeer
verboden) met veel uitsparingen om te stoppen.
Wij zijn gisteren vanaf de camping naar het plaatsje
Burlington gereden. Daar was een Outlet Mall, en gewone Mall. Even lekker
gewinkeld.
Vandaar richting Anacortes. Het plaatsje zegt jullie
waarschijnlijk niets, maar misschien is er iemand die het opzoekt. Het ligt aan
het Puget Sound, op het eiland Fidalgo. Onze overnachtingsplek is bij
Amerikanen aan huis. Wij zijn lid geworden van de Boondock Vereniging
(www.boondockerswelcome.com). Amerikanen, die zelf ook boondocken (vrij kamperen,
zonder verdere faciliteiten), stellen ruimte beschikbaar bij hun huis om daar
je camper voor een paar dagen te parkeren. Vaak met water, elektriciteit en
wifi. Je mag daar dan gratis staan. Via de site leg je vooraf contact met de
aanbieders. Dit is ons tweede (boondock-) adres. Ons eerste adres was een
aantal weken geleden. Dat was een hello goodbye contact. Aardig maar verder
niets. Gisteren kwamen we aan en werden gelijk welkom geheten door de heer en
vrouw des huizes. Carl en Karen. In het water dat aan hun achtertuin ligt,
wordt crab gevangen. Ook door hen en we werden uitgenodigd om crab te komen
eten. Zij de crab en een groentesoort uit eigen tuin, wij een groentesoort van
Walmart en het toetje in de vorm van ijs met slagroom. We hebben lekker buiten
op het terras gezeten met uitzicht op het water en gekletst over van alles.
Onder meer over onze (beider) reis-ervaringen.
Vandaag (maandag) lekker gewandeld en aan het water gezeten.
Daar was te zien: motorbootjes die de kooien van de crab leegmaken,
roeibootjes, springende vissen, duikende ducks, opkomend water, hoogteverschil
van 3 meter,
overvliegende vliegtuigen (naval basis in de buurt). En met moeite 2 bold
eagles! Je verveelt je geen moment. En daarbij een zonnetje, beetje wind en 25
gr. Wat een schitterend leven.
We hebben een campingdag vandaag. De camper krijgt ook een
dagje rust. Sterker nog, we gaan m eens lekker een wasbeurt geven. Op het
prikbord hing een briefje dat je iemand kon bellen om je auto, camper of boot
te laten wassen. Ik vroeg de campingeigenaar of autowassen op de campingis toegestaan. Ze keek bedenkelijk, maar vond
het uiteindelijk goed. Daar komt bij dat we lekker in de schaduw staan, het
vanochtend bewolkt was en (eerst) slechts 16C. Dus lekker aan de slag. Marion de
binnenkant en de was. En ook dit voelt als vakantie. Uiteindelijk 25 gr.C . Ook
dit was weer een heerlijke dag.
Op de fotos onze achterbuurvrouw en achterbuurjongens van de
camping, en een bloemetje van hun weiland.
Vandaag rijden we terug van Oost-Washington naar het
westelijke deel, over de Hwy 20 door de North Cascade en ondermeer door het
North Cascade National Park. Het is vanochtend al weer snel dik over de 30C. Onderweg zien we een wilde
kalkoen lopen met twee kuikens.
Het eerste plaatsje dat we tegenkomen is Winthrop. In dit
dorpje hebben ze bebouwing in de oud-western stijl gehouden. Zoals al deze
themaplaatsen trekt het veel toeristen. Dit plaatsje is erg in trek bij
motorrijders. Op zich een aardig plaatsje, alleen jammer dat iedereen zn auto
direct voor de winkeltjes mag parkeren. Dat maakt het fotograferen wat
lastiger. Er is een bankgebouw met nog een (redelijk) origineel interieur.
In de rivier zagen we een apparaat liggen. Navraag leerde
dat met dat apparaat gemeten wordt hoeveel en welke vissoort in de rivier zwemt
en hoeveel water er door de rivier stroomt.
Na Winthrop gaat de weg snel de bergen in. Bij de Washington
Overloop hebben we een mooi uitzicht op de weg die we even daarvoor hebben
gereden. Het North Cascade Nat. Park heeft veel hoge bergen en
verscheidene gletsjers. Er loopt slechts één weg door een smal deel van het
totale park. De mooiste punten van het park zijn dan ook niet of zeer moeilijk
te bereiken en zeker niet als je geen auto (4x4) of motor ter beschikking hebt.
We hebben een korte wandeling gemaakt en verder vanaf de overlooks het weidse
landschap bekeken.
In Marblemount, net ten westen van het Nat.Park, zijn we op
een (Passport America) camping gaan staan. We hebben voor 2 dagen geboekt.
Vandaag aan oostelijke kant van de the Cascade naar het
noorden gereden. Even voorbij Wenatchee kwamen we bij de Rocky Reach Dam. Deze
dam heeft dezelfde dienst als alle andere dammen in de US, maar deze dam heeft
ook een vistrap. Zoals eerder beschreven wordt het kuit van de zalm diep in het
land achtergelaten. De jonge zalm zwemt weer naar zee en na circa 3-4 jaar
zwemt de zalm weer terug naar het geboortegebied (tegen de stroom op) om zelf
kuit te schieten en daarna te sterven. Door de vele dammen is het terugzwemmen
sterk bemoeilijkt. Veel dammen hebben een vistrap. De vis zwemt in vele
treetjes naar een hoger (water)nivo. Slechts 1 op de 1.000 jonge vissen
volmaakt de totale cyclus. Daartegen over bevat het kuit per vis ook duizenden eitjes.
Bij de dam kon je via een doorkijk de vissen in de trap zien zwemmen.Op het damcomplex was veel tuin aangelegd. In één van de
perken hadden ze de US-vlag uitgebeeld.
Langs de Columbia rivier weer veel hele grote
fruitteeltbedrijven. Heel veel appels en vooral druiven. Maar wij zijn niet zo
van de wijn, dus geen proeverij voor ons.
Chelan is een vakantieplaatsje aan het Chelanmeer. Hier is
veel watersport, zoals op veel van deze Amerikaanse meren.
De bloem is gecultiveerd. Ik heb tot nu toe nog geen grote
wilde zonnebloemen kunnen vinden. Ik blijf ze mooi vinden.
Vandaag begonnen met een stukje onderhoud van de auto, de
olie verversen. Klein half uurtje werk. Toen op pad om propane bij te vullen.
Daarna kon onze route beginnen door The (South) Cascade naar Wenatchee. The Cascade (deel van de Rocky Mountains) is een bergrug die Washington State opdeelt in een westelijk en oostelijk gedeelte. Het westelijke deel is meestal wat koeler en vochtiger (wind en regen van de Pacific Ocean). Het oostelijke deel droger en heter. We rijden naar het oosten, een mooie
route door bossen, langs een riviertje en uiteindelijk door een Beiers plaatsje, genaamd
Leavenworth. We kwamen een muurschildering tegen van St. Christoffel met kindje,
beiden in lederhosen. Moeilijk te nemen foto daar de zon er half opstond. Maar
je kan er toch iets van zien. Een stadje vol met winkeltjes met de wereld aan
prullaria. Leuk om even doorheen te wandelen. We rijden daarna een groot gedeelte
door de Betuwe. Overal fruitbomen. Er staat een mevrouw met een klein stalletje met alleen
kersen. Zo vers hebben we ze nog niet gegeten. Overheerlijke dikke vlezige
kersen. Echt Amerikaans dus.
Het is vandaag weer 38 gr.C. We
wennen er maar niet aan.
Zondag vanuit Mt Rainier vertrokken richting Seattle. Die
dag niet veel bijzonders gedaan, anders dan boodschappen en laundry. Moet ook
weer eens
Maandag naar een outlet in Auburn geweest. Het is eigenlijk
een gewone mall, maar nu met een aantal bekende winkels onder het predikaat
Outlet (oude voorraad voor lagere prijzen). In de 122 winkels heeft Marion het
gigantische bedrag van $32 uitgegeven aan een blouse, 2 paar sokken en een
sjaal.Helaas in deze mall ook de nodige
leegstand.
Vandaag (dinsdag) naar Everett gereden, waar de Boeing fabrieken
staan. We hadden via internet geboekt voor de tour van 14u (1,5 u). Eerst wat
rondgekeken in het ontvangstcentrum en toen na een korte film met de bus naar
de fabrieken. De Boeinghallen zijn de grootste (qua inhoud) van de wereld.
Vanaf de reling op de 4e etage kijk je op de assemblagelijn van de
747. Als je over de reling de hal inkijkt, lijkt de grootte van de hal nogal
mee te vallen. Maar als je realiseert dat er een aantal van die grote vliegtuigen
instaan, moet het wel groot zijn. Voor de assemblage worden grote delen
compleet aangevoerd. Dan wordt zon vliegtuig in een kleine week in elkaar
gezet in de hal. De afwerking van het interieur gebeurt in de buitenlucht. Het totale
vliegtuig bestaat uit zon 6 miljoen onderdelen. Een vliegtuig kost tussen de
200 en 300 miljoen dollars (150-225 mln euro). Daarna naar de hal van de 777 en
787, het nieuwste paradepaardje van Boeing. Helaas mochten we op de tour geen foto/filmtoestel of
telefoontje meenemen voor een fotootje.
Vandaag (zaterdag) op weg naar de uitzichtplek op de
noordflank van Mount Rainier: Sunrise Point. Aan de bergvoet is een first come
first serve camping. Deze camping kun je niet reserveren. Als er een plekje
vrij is dat je aanstaat, vul je een envelopje in en doe je het campinggeld
(hier $12) erin, het aangehechte reçuutje (met o.m. aankomst+vertrekdatum) klip
je aan het paaltje voor je campingplek en deponeer je de envelop in een
brievenbus bij de ingang. Een plek is vrij als er geen geldig reçuutje aan het
paaltje bij de plek hangt. Nu mag je op deze camping alleen staan met tenten en
campers tot max. 27 ft.
De onze is een metertje langer, maar onze plek is daarvoor ruim geschikt. Dus
gewoon gaan staan.
Nu we verzekerd zijn van een slaapplaats, gaan we met de
camper de berg op naar Sunrise Point. Dit ligt op 6.600 ft (2.200m). De
lucht is strak blauw. Heel anders dan gisteren.
Hier hebben we 2 trails (samen 10 km) gelopen met telkens
een mooi zicht op Mt. Rainier en de omgeving en zien we weer veel verschillende
mooie bloemen. We kregen in het Visitor Center een foldertje mee met de
bloemetjes. De meesten die hierop staan hebben we gisteren en vandaag gevonden.
Tijdens een van de trails kwamen we een
meneer tegen die vrijwilliger is in het Mount Rainier Nat. Park. We hebben een
klein halfuurtje met hem staan praten. Met name over the Mountain. In dit
Park alleen al werkten 1804 vrijwilligers in totaal 74.615 uur in het afgelopen
jaar. Hun werk bestaat uit: werken in de visitor centers, bezoekers assisteren
op de trails, het opruimen en het herstellen van schade van overstromingen. Wat
zouden deze parken All over the States zonder hen moeten. Er wordt ontzettend
veel vrijwilligerswerk verricht op alle gebieden in de Verenigde Staten.
In de namiddag hebben we ons campingplekje opgezocht en
lekker buiten gezeten met een pilsje. Lekker bijkomen van de mooie dag.
NB We zijn een paar dagen van de 'ínternetwereld' afgesloten geweest. Vandaar nu 3 'blogs' tegelijk geplaatst.
Onze eerste dag in Mount Rainier Nat. Park bracht ons
watervallen, bloemen, sneeuw, marmotten, hoge bomen en we hebben veel trails
gelopen. Dit was weer een dag van genieten van de mooie natuur. Alleen Mount
Rainier liet zich vandaag niet zien. Dik in de mist. Morgen een nieuwe kans.
Het bezoek aan Mount Saint Helens is echt de moeite waard.
Aan de voet van de berg rijd je eerst door een dicht bos. Door het vele mos in
de bomen en de varens doet het denken aan een regenwoud. En natuurlijk hier
weer alle aandacht voor de bloemetjes Op een opener plek in dit bos rijden we
tegen werklui aan. Er stond ook een grote helikopter. Wij stoppen natuurlijk.
We kwamen aan de praat met de piloot. Door het dichte bos lopen geen wegen. En
hij haalt met de helikopter de grote gevelde bomen uit het bos en brengt ze
naar gereedstaande vrachtautos. Er zijn hier heel veel houtverwerkingsbedrijven
in deze Staat.
Op de parkweg (Rt99) zijn op verschillende plaatsen
overlooks gemaakt van waar af je de berg goed kunt zien.
In 1980 is een grote uitbarsting geweest, waarbij een heel
stuk van de krater is weggeslagen. De top is daardoor 500m lager komen te
liggen (nu 2.700m). Tussen 2004 en 2008 zijn er nog wat kleine, beperkte
erupties geweest. Het is indrukwekkend te zien wat de eruptie van 1980 de wijde
omgeving heeft veranderd en in wat voor groot gebied alle bomen zijn
weggevaagd. Wij konden dat aanschouwen in een complete blauwe lucht.
Vanaf het hoogste uitzichtpunt (dat was 438 treden op) waren
ook de vulkanen (in ruste) Mt. Rainier, Mt Hood (foto 9, op meer dan 100km) en
Mt Adams (foto 10) goed te zien. Ik heb een foto gemaakt vanaf het hoogste punt
van de parkeerplaats waar onze camper staat. De laatste camper is de onze.
Van Mt Saint Helens zijn we doorgereden naar Mt.Rainier
National Park. Dit park rondom deze berg is (aan de voet) een heel dicht,
compact bos. Morgen (vrijdag) zullen wij daar meer van gaan zien.
Van Ephrata, via Yakima richting Mount Rainier gereden. We
wilden eerst een dag aan Yakima(stad van
bijna 100.000 inw.) besteden. Omdat er na enige onderzoek niet zo veel te zien
is, buiten het gebruikelijke museum en het vooral al een paar dagen erg heet is (rond104F/40C), besluiten
we sneller de bergen in te gaan. Daarom vandaag door gereden naar de zuidelijke
voet van de Mount Rainier (bijna 5.000 m). Een camping opgezocht en mensen, het
is qua temperatuur zo aangenaam hier. Rond de 25 gr.C. We zouden het bijna koud
krijgen. We gaan morgen eerst door naar Mount Saint Helens, die iets
zuidelijker ligt, ook hoog, zodat we hitte hier niet meer tegenkomen.
De bloem is de Glacier Lily. Kom je hier af en toe tegen en
ja, gevonden.
Vandaag een hele mooie weg gereden. Van Grand Coulee over de
Hwy155 naar Ephrata. Een echte aanrader.
We zagen onder meer The Dry Falls. Een soort canyon met amper water. In het
visitor center hing een impressie hoe deze falls er (duizenden jaren geleden rond laatste ijstijd)
moeten hebben uitgezien. Zie fotos.
Bij Ephrata reden we samen op met een trein waarop enkele
bodies van vliegtuigen stonden. Vermoedelijk Boeings-in-aanbouw die voor
verdere afbouw naar Seattle worden gebracht.
Onderweg kom je regelmatig informatie tegen over wat er daar
of in die omgeving heeft plaatsgevonden. Dit kan iets zijn over bijvoorbeeld de
historie of de geologie in dat gebied. Vaak met een uitgebreide parkeerplaats
met meestal een wc (veelal schoon en papier!). Vandaag kwamen we een
parkeerplaats tegen met informatie over de CCC-werken. In begin van de 30-jaren
(the great depression) was ongeveer 1 op de 3 volwassen Amerikanen werkeloos.
De regering onder Roosevelt besloot om het Civilian Conservation Corps op te
richten. Dit CCC zou eenvoudige werkzaamheden uitvoeren in bossen,
ontginningswerk, werken die overstromingen moeten gaan voorkomen en dergelijke
werken. Werken niet alleen ter voorkoming van financiele schades in de
toekomst, maar werken die zouden bijdragen aan de nationale welvaart. Daarnaast
zou deze arbeid grote morele en geestelijke voordelen moeten opleveren. Voor
dit programmakonden ongehuwde, werkloze
mannen (en later ook vrouwen) tussen17
en 25 jaar zich aanmelden. Ze verdienden $1 per dag (buiten kost en inwoning).
En ze moesten het ermee eens zijn dat er $25,-- per maand naar hun familie werd
gestuurd.In het kader van dit programma
werden o.m. vele nationale parken aangelegd. Op deze parkeerplaats, waar dit
werd uitgelegd op informatieborden, was ook een hut (na)gebouwd waar deze
mensen in deze jaren leefden. In deze hut waren 3 appartementjes.
Weer verder gereden over een Scenic Route, dus weer mooie
natuur. Bij Grand Coulee naderen we de gelijknamige dam. Een massief van 200 m hoog bij 2 km beton; één van de
grootste dammen van USA.
Op een PA-camping (50% korting) een plaatsje gezocht met
aansluitingen. Op het moment dat wij de airco in de kar aandeden floepte alle
stroom van de camping uit!!! Kwam dat door ons?? We konden ons dat haast niet
voorstellen. Onze grote blote buurman kwam meteen naar buiten om te vertellen
dat we out of power waren. Tja,dat hadden wij ook gemerkt. Hij staat hier al
jaren en dit was pas de tweede keer dat dit gebeurde. Toch onze airco??? Na een
half uurtje hadden we weer stroom. Airco aan en afkoelen. Vandaag was t weer
bijna 100 F.
( 38 gr.C) geweest. Komende 2 dagen ook weer. Hoezo koel in het noordwesten van
Amerika? We nemen ieder jaar de hitte weer mee.
Na een hartelijk afscheid van Marlys en Butch, de beheerders
van de city camping, verlaten we na 5 gezellige, rustige dagen Libby.
Van Libby (Noordwest Montana) via Sandpoint (Idaho) naar
Colville (Noordoost Washington State) gereden in 2 dagen. Van deze dagen zijn
geen echte bijzondere zaken te melden, anders dan dat we constant scenic routes
rijden, dus door mooie natuur. Veel bossen, meren, valleien. In het noorden van
Idaho langs het Lake Pend Oreille (uitspreken als Ponderay) gereden. Het is net
het Lago Maggiore.
Vanochtend door Sandpoint gewandeld. Vanwege het toerisme
heeft dit stadje nog een centrum gehouden met wat kunstwinkels en eet- en
drinkgelegenheden. Er was een drukbezochte art/farmers market met allerlei
stalletjes.
Net voor de grens met Washington kwamen we langs de Albani
Falls Dam. Toen we aankwamen zou er net een toer beginnen. We konden mee, mits
we telefoon en camera in de auto zouden laten (veiligheidsredenen). Door een
ranger werden we rondgeleid langs en in de dam. Ook deze was weer voor
regulering van de waterstroom en energievoorziening. Onderweg kom je toch weer
een nieuwe manier van kamperen tegen die we niet eerder gezien hebben. Heel
creatief.
En dan de huisnummering. Aan deUS 20 State Hwy nr. 400759 woont de Fam.
Koesel. Kom daar in Nederland maar eens voor. Je gaat dan toch denken waar is
de weg ooit begonnen en waar eindigt die??
Nadat we de grens met Washington State zijn gepasseerd,
komen we bijna geen verkeer meer tegen en rijden we door eindeloze bossen met
af en toe een meertje. Nu we in Washington State zijn is het tijdsverschil met
Nederland 9 uur geworden (NL loopt op ons voor).
Vandaag is het 4th of July (Independence Day). In de meeste Amerikaanse plaatsen
wordt er dan eea georganiseerd. Meestal ook een Big Parade. In Libby wordt
echter niets georganiseerd. Voor de Parade moet je naar Troy, een plaatsje 30 km verderop. Omdat zon
Parade altijd leuk is, besluiten we daarheen te gaan. De Parade begint om 11u.
Om 9.30u als wij aankomen zitten er al mensen langs de weg, staan er al veel
(lege) stoeltjes opgesteld en komen er nog meer mensen aangelopen, veelal met
een vouwstoeltje. Wij lopen om de wachttijd te overbruggen door het dorp en
zien een paar mensen die met de Parade meedoen. Een praatje is gauw gemaakt.
Een man heeft een karretje gemaakt met een aantal historische vlaggen erop. Een
vlag zoals die was bij de Onafhankelijkheid (1776), vlak voor de Burgeroorlog
(1861-65) etc. tot de hedendaagse vlag met 50 sterren. Ook lopen we even bij de
quiltshow binnen. Er hangen mooie bij.
De Parade begint zoals gewoonlijk met de Amerikaanse vlag,
waarvoor de mensen gaan staan. Dan een wagen in het teken van het gedenken van
de 19 omgekomen brandweermannen bij een kleine plaats vlak bij Phoenix vorige
week tijdens een grote bosbrand. Dan komen alle brandweerautos, ziekenautos,
politie autos, een hele schare classic cars. En dan gewone mensen in
allerlei versieringen.
Op de terugweg gaan we langs The Kootenai Falls, en the Swinging
Bridge. Een leuke wandeling door een groot bos, mooieFallsen een leuke brug.
Terug op de camping komt de campingbaas vragen of we met
hun meegaan naar de Libby Dam. Ook weer een mooie route langs de Kootenai
River. Een gigantische Dam,100 m hoog en 1 km lang. Deze dam is om de waterstroom in de
rivier te beheersen en overstromingen in de lager gelegen dorpen te voorkomen.
Het is tevens een waterkrachtcentrale.
Wederom terug op de camping heb ik ze uitgenodigd om pasta
te komen eten. Daar maakten ze graag gebruik van. En onder het genot van
een lekker pilsje hebben we gezellig met Butch en zijn vrouw Marlys de 4th of
July afgesloten.
Wat doe je zoal in een plaats als Libby MT (2.500 inwoners)
en het is zon 35C?
Om niet alleen maar voor je camper te zitten, ga je winkelen in de supermarkt
(airconditioned), je loopt eens naar het station, gaat internetten bij McD en
pizza eten bij de Pizzahut.
Libby heeft een echt treinstation. Langs de hoofdstraat
zagen we een verwijzing naar de Amtrack (de Amerikaanse NS), dus er komt een
passagierstrein en we hoorden verscheidene keren het typische geluid van de
Amerikaanse treinfluit. Op het station gaf een bord echter aan dat er s
morgens tegen 6 uur een trein vertrekt richting het oosten en om 11 uur s
avond vertrekt er één naar het westen. Dat is wat anders dan de
NS-dienstregeling.
City of the Eagle .er was in vroegere dagen een grote
populatie Bold Eagles. Die zijn door de jaren heen geschoten of gevangen
genomen, waardoor er bijna niets van over was. Door te kweken en uit te zetten
is er nu weer een groot aantal die hier leven. Er zijn ook diverse eagles als
kunst in Libby neergezet.