Gij zijt allen seksmaniakken, allemaal behalve gij, maar al de rest, gij zijt verpest, gij piekt als ik mijn peil laat zakken, maar geen seconde blijft gij plakken, als ik u politiek serveer, nostalgie, astronomie, of als ik iel filosofeer, maar als ik seksen suggereer, dan zijt gij al verlustigaards, er als de heetste kippen bij, ja, daarom zet ik u te kakken, want gij zijt allen seksmaniakken allemaal behalve gij.
Welkom Roemarije. Welkom in dit nieuwste jaar. Welkom in je nieuwe
huis. Kom toch verder, blijf niet zo bleu op de drempel staan, kom
binnen. Dit huis is warm en knus, we houden van verwennen hier. Zoek
een plekje voor je jas en zet je.Nee, je hoeft je schoenen niet aan te
houden in de zetel, schop maar uit die lasten, doe maar net als thuis.
Het valt op, hé, het is een beetje een zootje hier. Misschien had je
gedacht, daar bij Euh, daar laten ze de euhro's rollen, daar loopt
alles vast op rolletjes. Nou, je kan wel merken van niet. We zijn een
grote familie, en we leven, wij vieren, volop ! Met dit als resultaat.
Eén grote gezellige bende. Wil je wat snoepen, iets drinken misschien ?
We hebben vanalles in huis. Wat zou je zeggen van een heerlijk plakje
Franse kaas, extra gerijpt ? Die combineert ongetwijfeld excellent met
die boterham die ik speciaal voor je liet dehydrateren. Amai, 'k
exploreer hier mijn koelkast en tref er een uitstekende Moezel.
Duitsland en Frankrijk verenigd onder één dak, bestaat er een sterker
symbool voor ons verbond ? Zullen we uit één glas drinken, ten teken
van onze lotsverbondenheid ? Ja ? Op je gezondheid, op een snotvrij
jaar. Nee, je hoeft niets in het glas te laten. Drink maar ad fundum.
Vandaag is jouw dag. Nog een glaasje ? Tuurlijk mag jij nog een glas.
Graag zelfs. Zo, drink maar jongen. Nog een paar neuten en je bent
klaar voor de les. Zal ik je al een voorproefje geven ? Gewoon, om er
een beetje in te komen ... Goed, ontspan je. Kijk goed naar mijn lippen
en herhaal. 'Mijn eerste les Latijn': unus duo tres quattuor quinque.
mmm ....je moet echt beter naar me luisteren. Doe het nog eens, en let
vooral op je 'quinque' .... Ok, nu nog een paar keer, die 'quinque'
afzonderlijk ... Nou zeg, diamantus incomptus, diamantus
incomptissimus. Als jij je best doet dan zal je hier snel aarden. Ik
zal alleszins met plezier aan je schaven ... en vijlen, veel vijlen.
Later echter. Bekom nu maar een beetje. Wen. Later tellen we verder. En
weet, ons wachten vele obstakels, je zal fouten maken ... en fouten.
Dat mag. We zullen ze met de mantel der liefde bedekken, ze afzoenen.
Eerst de goede voornemens, dan de alcohol, nooit omgekeerd, denk
daaraan. Want een in alcohol geweekt exemplaar laat zich stukken
makkelijker wissen. Een ideaal voornemen bezwijkt al voor de eerste
borrel. Die van mij bewijzen al jaren hun excellente klasse. 'Volgend
jaar wordt alles anders', ik ontsnap er niet aan, zo omstreeks negen
uur op oudejaarsavond, als het vollopen zijn kruissnelheid nog niet
heeft bereikt, raak ik doordrongen van de meest banale gedachten.
Aanlokkelijke gedachten, dat wel, banaal en aanlokkelijk gaan gaarne
samen op pad, getuige het succes van de badpakkenronde tijdens
miss-verkiezingen. Banale ideeën hebben weinig om het lijf, en dat lijf
heeft doorgaans weinig body. Hoe bizar van mij te denken dat mijn lot
zich met een jaartal zou verbinden. En toch, ik ben vast niet de enige
die zich gekke dingen in zijn hoofd haalt. Ik zou ze de kost niet
willen geven, de patheten die zich allerlei voorstellingen maken over
het nakende Bond-jaar, 007, weet u wel. Hopelijk kunnen ze wat drank
verdragen. Want 2007 wordt gewoon meer van hetzelfde. t Zal vooral
'Alles blijft bij het oude zijn', vrees ik, een halve wereld die
rondloopt met een 'license to kill' en de andere helft die het moet
ontgelden. Van de klok hoeven we geen cadeautjes te verwachten. Die
betere wereld, die begint nog steeds bij onszelf, en op een door u
gekozen ogenblik, ergens midden mei, of halverwege september, de
almanak heeft geen vat op uw goedheid. Maar zo even voor middernacht,
dan moet je er niet aan beginnen, op die momenten verlies je je
perspectief, ga je reuzenwensen wensen die je een heel jaar met je mee
moet zeulen. Tenzij je ze meteen in alcohol verdrinkt. Dan slinkt het
spoor in je memorie. Is de last meteen historie. Dus drink vrienden,
drink, en laat jullie daarna rijden.
Ik was een held vannacht, onvervaard en onbaatzuchtig. In mijn dromen
natuurlijk. Tussen het snurken door vond ik een zak vol geld en deze
koene ridder der gerechtigheid kwam geen moment in de verleiding. Het
fortuin werd braafjes ingeleverd bij de politie. Het bleek te gaan om
een om onduidelijke redenen gedumpte buit van een recente overval.
Hierna verliet mijn droom het politiekantoor om even later weer op te
duiken in een grootwarenhuis. Ik meende Aldi te herkennen, maar de
reclamewetgeving indachtig reken ik ook een filiaal van Carrefour of
Delhaize tot de mogelijkheden. Laten we zeggen, een grootgrutter met
brede gangpaden en weinig keuze, voor mensen die op de kleintjes moeten
letten, enfin, typisch het soort grootwarenhuis dat overvallers zonder
talent frequenteren. Ze waren me meteen al opgevallen, die twee bij de
diepvrieswaren, beide begin dertig, zij sissend tussen haar tanden,
hij sussend alsof hij een echtelijke ruzie wou uitstellen tot in de
wagen. Ieder ander had het gebeuren afgedaan als een koppel dat net z'n
eerste pasjes richting de onvermijdelijke scheiding had ingezet. Ik dus
niet, ik zag ogenblikkelijk de overeenkomsten met het signalement van
de overvallers dat mij door de arm der wet was verstrekt: Een koppel,
begin dertig ... Tja, meer hadden ze eigenlijk niet, de wetsdienaars
... maar voor een droom volstaat dat. U had mij moeten zien zeg, die
daadkracht, die ontstellende ontstentenis van aarzeling, de soepele
bewegingen waarmee ik de rits van mijn jaszak opende om er mijn gsm uit
te halen:
"Ze zitten hier, bij de diepvrieswaren !"
Meer
uitleg hadden ze niet nodig. Ze zaten al in hun combi's. Dat had ik
voor de éénmaking van de politie eens moeten proberen. Negen kansen op
tien hadden ze mij in de boeien geslagen, Alex, de gedroomde waakzame
burger. Ondertussen had ik me onopvallend naar de nooduitgang begeven.
No pasaran, de snoodaards. De afloop van mijn droom laat zich raden:
Hij liep zich in paniek te pletter tegen Carla van de kassa, een pront
vrouwmens van een meter vijfentachtig, in haar jonge jaren nog lid van
damesworstelclub 'de laatste wals', zij, met een pond meer hersencellen
begiftigd, kwam onzacht in aanraking met enige flessen Côteaux du
Languedoc, 1 euro 39 cent, nadat ze door mij discreet een beentje werd
gelicht. Voor de dromer het sein om wakker te worden. Zo lag ik even
later het gedroomde te verteren. Hoe zou de echte Alex handelen ? Wat
zou die aanvangen met al dat schoon naamloos geld, die papieren schat
op zoek naar een bankrekening om te spijzen ? O, boterzachte textuur
van mijn geweten ...., ik durf er niets op te verwedden. En dat boeven
pootje lappen bij de nooduitgang . Rustig wachten tot het gespuis
passeert en dan tot de actie overgaan. Zo snel mogelijk langs die deur
naar buiten, ja. Het valt niet te ontkennen, dromen zijn bedrog.
Het hof van beroep windt er geen doekjes om. De strop voor Saddam, en
snel als het effe kan. Jochei, jochei, de arme inwoners van Mesopotamië
hebben wat om naar uit te kijken in 2007. "Inwoners van
Mesopotamië",schrijf ik want ik wens niet langer de schijn te wekken
dat er nog zoiets bestaat als Irak, of nog absurder, Irakezen. In de
toekomst zal de naam Irakees enkel nog betrekking hebben op boven de
moerdijk vertoevende sympathisanten van het Ierse Republikeinse Leger.
Irak is voltooid verleden tijd. Zaïre verloor zijn chef en werd weer
Congo, wel, hierbij herdoop ik Irak tot Mesopotamië. Maar ga in dit
plaatsvervangend land vooral niet op zoek naar Mesopotamiërs. U zal er
nauwelijks één vinden. Wel Soennitische arabieren, Koerden, Shiiten en
Turkmenen. Allen willen ze een zo groot mogelijk deel van de fruittaart
'tweestromenland' en met name dan de kers en de slagroom. Het
Shiitische woord voor slagroom is Basra, het Koerdische voor kers,
Kirkuk. Dat ook de Turkmenen tuk zijn op steenvruchten is alom bekend.
En die sukkelaars van een Soennieten, zij zouden zich tevreden moeten
stellen met gortdroog zandgebak, zij krijgen de woestijn, de 'desert'
van het dessert. En als u nu denkt, wat maakt dat uit, een onnozel s-je
meer of minder, uiteraard staat denken vrij , maar ik zou u ten
stelligste willen afraden naar Frankrijk af te reizen om er vis te
kopen. Natuurlijk verzetten de Soennieten zich tegen hun dieet van
saaie kruimels vreten. Van enkel kruimels krijg je kriebel in je keel.
De Soennieten eisen hun part van de olie. Zonder een flinke
portie zwart goud om de slokdarm te smeren zullen zij het verloren gaan
van hun dominante positie nooit kunnen slikken. Zolang er geen billijke
verdeling komt van de bodemschatten blijft het oorlog in Mesopotamië.
Spijtig genoeg, heeft de nieuwe meerderheid van Koerden en Shiiten
weinig zin in broederlijk delen. Zij vinden het belangrijker de
rekeningen uit het verleden te vereffenen. De belangrijkste post die
momenteel nog open staat heet 'Saddam Hussein'. Wat Irak was is nu
wrak. Een wrak dat wraak wil, van voor naar achter, van links naar
rechts, van boven naar onder, van links naar rechts. Allemaal volstrekt
begrijpelijk, natuurlijk, maar of het ook wijs is ?
Misschien moet ik minderen met uien. Misschien ook niet. Het hangt er
van af hoeveel vertrouwen je hebt in de anderen. In de echte 'anderen'
bedoel ik dan. Niet die kerel in je straat die het nodig vindt zijn
buxussen in de vorm van een fallus te snoeien. Hij komt gewoon uit voor
zijn interesse. Evenmin heb ik het over de Pakistaan van het
tankstation of de Filippijnse vrouw van de bakker. Dat soort 'anders
zijn' gaat nauwelijks dieper dan het vel. De ware 'anderen' komen van
verder, van veel verder, lichtjaren verder. Zij zijn het, die me deden
twijfelen aan de wenselijkheid van mijn uienverbruik. Gek eigenlijk,
want voor hetzelfde geld bestaan ze niet eens, de buitenaardsen, en
maakt het dus geen donder uit of ik mij aan uienvreten schuldig maak of
niet. Kijk, beste lezer, zo functioneert de wetenschap. Ze pelt de
rokken van de ui en ieder antwoord roept weer nieuwe vragen op. Van
uien tot E.T. , alles is met alles verbonden. Bij de ESA weet men dat.
En daarom lanceert de Europese ruimtevaartorganisatie op woensdag 27
december 2006 de COROT-sonde. Deze sonde heeft een telescoop aan boord
om gedurende tweeënhalf jaar het licht van 120 000 sterren te
analyseren. Zo hoopt de ESA nieuwe exoplaneten, planeten buiten ons
zonnestelsel, te ontdekken. Het principe van deze zoektocht is heel
eenvoudig: Bestudeer zoveel mogelijk sterren tegelijk. Wacht tot een
exoplaneet, gezien vanuit het standpunt van je telescoop, voor zijn
'zon' langs trekt, astronomen noemen dit een 'transit'. Als dat gebeurt
zal de exoplaneet een fractie van het licht van die ster blokkeren. Uit
die mimieme daling in lichtsterkte kunnen astronomen dan het bestaan
van een planeet afleiden. Meer nog, wanneer de exoplaneet in kwestie
over een atmosfeer beschikt dan gaat een deel van het licht van zijn
zon via deze atmosfeer de telescoop - denk COROT- bereiken, en het
licht zal door deze passage zo beïnvloed worden, dat men de chemische
samenstelling van de atmosfeer van de exoplaneet kan achterhalen.
Applaus voor de wetenschap want ze is werkelijk geniaal. En bijzonder
relevant. Want de detectie van methaan in de dampkring van een
exoplaneet zou een indicatie zijn voor 'leven'. Methaan wordt namelijk
erg snel afgebroken. Om in de dampkring aanwezig te blijven moet er dus
voortdurend nieuw methaan geproduceerd worden. Hier op aarde doen wij
dat, tesamen met een hele hoop koeien, varkens en een hele resem andere
beesten die zonder ophouden winden laten. 't Is daarom dat ik dacht:
Als wij amper het Cro-Magnon stadium ontgroeide mensjes al op het idee
komen te speuren naar scheten in buitenaardse atmosferen, wat belet
meer geavanceerde levensvormen dan om hetzelfde te doen ? Misschien
staat onze aarde bij de Klingons al eeuwen bekend als een stinkplaneet
bij uitstek. Verraden door onze uitlaat. Stel je voor dat ze op bezoek
komen. Op een tweede op annihileren beluste levensvorm zitten we niet
bepaald te wachten, hier op onze blauwe knikker. Gesteld dat die
Klingons bestaan, natuurlijk. Zo lang hierover nog geen uitsluitsel is,
laat ik me leiden door het voorzorgsprincipe, ergo : Mijn
uienconsumptie moet drastisch omlaag. Want die fallussen van buxus, daar
ligt niemand wakker van, maar mijn ui-gerelateerde flatussen, die ruik
je vanop lichtjaren.
Ik zit hier ! Hier ! Tussen de vieze propjes keukenpapier. Gereduceerd
tot een krakkemikkig snotfabriekje. Wat zo'n reepje genen met een
eiwitkorstje een mens kan aandoen. En kan je het geloven zeg, ik heb
niet eens koorts ! Een vreselijk gemis. Want alles verandert als je
koorts hebt. Als je koorts hebt dan heb je wat in handen. Dan draait
men de kraan met kompassie wagenwijd voor je open. "Arme Alex toch. Kan
ik wat voor je doen ? Zal ik wat vitamientjes voor je halen bij de
fruitboer ? Kruip jij maar lekker onder de wol, jongen, ik kom je
straks wel een kommetje preisoep brengen." Als je het een beetje handig
speelt puur je er makkelijk een weekje verwennerij uit. Vooral van die
laatste twee vertroeteldagen, je weet wel, die extra-time die je
versiert door middels okselwrijving de thermometer nog net boven de 37
graden te drijven, die laatste 48 uren, daar geniet ik altijd mateloos
van.
"Ben jij nu nog steeds niet van je koorts verlost ?" "O, ik blijf een beetje hangen boven de 37, net of 'mijn lichaam' nog altijd vecht tegen de 'ziekte' .... "Ja, Alex, blijf jij nog maar lekker wat in bed, straks 'herval' je nog"
Ach,
wat kijkt u nu verontwaardigd. Daar heb ik dus eerst wel vijf dagen
voor geleden, hoor. Voor wat, hoort wat, zo zie ik dat.
Nog
een poging. 36.5 °C, wat is me dat voor een asociaal flutvirus. Wel
mijn cellen kapen ter bevrediging van zijn voortplantingsdrift, maar
een kleine wederdienst, een minimum aan compensatie, dat is blijkbaar
teveel gevraagd. Geen bedvertoeven dus voor mij, geen aangereikte
kommetjes preisoep en geen vitamientjes. Geen koorts houdt in: op de
been blijven, op de tanden bijten, met twee woorden spreken, de wereld
inhaleren, bloggen .... Ze kennen er wat van, die Spanjaarden !
Werkelijk ongehoord, dit ! Nog maar net heeft het Iberisch schiereiland
kennis genomen van mijn gezondheidsperikelen of ze profiteren ervan om
mij op mijn gevoeligste plek te raken, mijn rechtvaardigheidsgevoel.
Ja, bij mij zit dat daar, very funny, très drôle. Zo de spot drijven
met een zieke mens, u zou zich moeten schamen. En u brengt mij van mijn
apropos. Waar had ik het nu weer over ? O, ja, de Spanjaarden. "El 94%
de los billetes que circulan en España contienen restos de cocaína",
kopt El Mundo. Het is toch schoon verdeeld in de wereld. Zoals zo vaak
excrementeert de duivel enkel op de grote hoop. O wee, gij arme
stakker. Tel uw muntjes maar op de rooster, koop er een boterham met
gerookte hesp van en ga onder uw naaldloze kerstboom zitten kauwen.
Hoger zal jij nooit raken. Maar bulkt uw portefeuille van de biljetten,
dan is uw witte kerst gegarandeerd, dan is de sky the limit. Welkom bij
de high society. In één woord : wraakroepend !
Het kan nog net. Eén telefoontje van André Flahaut, inhoud slechts drie
woorden, 'Opération père Noël', en de bal gaat aan het rollen. Op de
luchthaven van Melsbroek worden twee Airbus 310 toestellen van het
Belgisch leger in gereedheid gebracht. In Kaboel ontvangt de
bevelhebber van het Belgische Isaf-contingent een gecodeerde booschap.
Weer diezelfde drie woorden: Opération père Noël. Even lijkt hij te
zweven, een paar seconden maar, dan staat hij weer met beide voeten
stevig op de grond. "Donc, la décision est prise." Hij houdt de foto
van zijn vrouw voor zich, kijkt haar aan en bromt : à demain, Adeline,
à demain. Alles moet nu snel gaan. Hij roept zijn officieren bij
elkaar. Geen tijd voor plichtplegingen, geen receptie, vlaggenceremonie
of afscheidstoespraak. Iedereen, koffers pakken, nu ! Wat te zwaar is
om mee te zeulen blijft hier, een afscheidscadeau voor het nieuwe
Afghaanse regime. Point de Rendez-vous: Kabul International Airport. Le
temps de rendez-vous: 0300 heure Zoulou 23-12-2006. ETD, 0400 heure
Zoulou 23-12-2006 , ETA à Melsbroek, 1345 heure Zoulou 24-12-2006. Pas
besoin de préparer des tartines. Maaltijden worden geserveerd aan boord.
Het
zou zo maar kunnen. Onze jongens(*) veilig thuis, ruim op tijd voor de
kalkoen. Wat houdt ons eigenlijk tegen. Zouden ze ons missen, denkt u,
de Afghanen ? De meer dan 500 gesneuvelde westerse militairen indachtig
zou ik zeggen: Ze komen er wel overheen. Geen wonder, als u het povere
palmares van vijf jaar militaire campagne bekijkt. Van het heropbouwen
van het land is niet bijster veel in huis gekomen. De
levensomstandigheden van de gewone Afghaan zijn er nauwelijks op
vooruit gegaan en wat de positie van de vrouwen betreft,laten we
onszelf niks wijsmaken: Zoiets leg je niet op van bovenaf. Wat ze wel
van ons kregen ... bommen op hun kop en gif op de papavervelden die
voor vele arme boeren de enige bron van inkomsten zijn. Ik had altijd
al de indruk dat het wel meeviel met dat enthousiasme van de
inboorlingen. Neen, ze zullen ons met graagte uitzwaaien met speciaal
voor de gelegenheid gewassen witte zakdoekjes. Tot nooit meer,
Belgische vrienden, zullen zij driestemmig scanderen ! Ik hoor u al
komen: "Kan best, beste Alex, maar .... zo'n onverhoedse aftocht zou
het imago van ons land toch onherstelbare schade toebrengen, niet ?"
Mijn antwoord: Ons imago .... welk imago hebben wij dan te verdedigen ?
Als Belgen al ergens bekend om staan dan is het toch wel om hun
surrealisme en hun bonvivantisme. Dat is het,wat toeristen in ons
landje komen zoeken. Magritte, Delvaux, lekker tafelen, pralines,
kermis ! Welk een betere wijze om onze grootste troeven in de verf te
zetten, dan twee airbussen vol Belgische militairen die de oorlog de
rug toe keren voor een gezellig plekje aan de feestdis. Wat zegt u ? O,
u dacht, Piet Huysentruyt kookt voor 'onze jongens', ze zullen daar
beter eten dan thuis. Wel, ter uwer informatie, ik ben via via in het
bezit gekomen van Piets plannen. Verwacht u maar aan een S.O.S !
Menu kerst Kaboel 2006:
voorgerecht:
Pasta alla Talibani. Eerst stond Pasta alla putanesca op het menu, maar
dat werd verboden door de legerleiding vanwege niet respectvol voor
onze meisjes en het gastland. soep: Borsjt. Om toch nog iets
erotisch op te dienen nu Tanja haar paalnummer niet mocht brengen en
ook omdat de legerleiding eindelijk eens af wou van al die soepblikken
die de Russen daar achtergelaten hebben toen zij genoeg hadden van hun
Afghaans avontuur. hoofdgerecht: Windhond op grootmoeders wijze. Een mager beestje. dessert: quatre-quart gegarneerd met maanzaad. Voor de couleur locale, veronder stel ik.
Dus nog eens, wat houdt ons eigenlijk tegen, meneer Flahaut ? 'Opération Père Noël', gewoon bellen.
(*)
De auteur is zich ten volle bewust van de zeer gewaardeerde
aanwezigheid van vrouwen in het Belgisch leger. De term 'onze jongens'
werd hier gebruikt om louter stilistische redenen.
Wat poep, waar poep ? Dat kind heeft geen poep ! Haar slanke middel
vloeit naadloos over in een een stel benijdenswaardig bekoorlijke benen
die stranden in zinnenprikkelende zwarte laarsjes ... Wat honger
met een man kan doen, niet ? Honger en drank. En aan drank ontbrak het
niet vandaag tijdens de aprés-radio van de "Wilde Geruchten". Het
populaire Radio-1-programma vierde feest en ondergetekende mocht delen
in de pret. Anderhalf uur vertoeven in de nabijheid van groten als Koen
Fillet, Annemie Peeters en Geert Lambert, dat werd mij zomaar in de
schoot geworpen, waar het Annemie Peeters betrof, helaas niet
letterlijk. Wat een domper, zeg. Ze wou mijn schoot niet eens
verkennen. Toegegeven, ik ben met weinig schoot begiftigd, maar een
Annemietje zou ik er makkelijk op kwijt kunnen. Werkelijk, dat kind,
dat heeft geen poep ! Eerst dacht ik nog, ze doet een Copperfieldje,
hij is er wel, alleen,je ziet hem niet, 't zal iets zijn met dubbele
bodems, kabels of spiegels. Tot ik mijn tweede wijnglas had geleegd.
Met de laatste druppel verdween tevens mijn laatste restje gêne en ik
besloot het object van mijn verwondering aan een nadere inspectie te
onderwerpen. Ik heb het gezocht, vanuit een veelheid aan perspectieven.
Ik zag Annemie denken, wat zoekt die wazig starende man toch, tussen
mijn middel en mijn benen. Hoe intens ik ook speurde, ik mocht het
nergens aantreffen, haar kontje. Als het al bestaat dan moet het
ontworpen zijn door een team Japanse toponderzoekers op het vlak van
miniaturisering. Het eerste nano-kontje ! Of ze stal haar bips van
Margootje, u weet wel, dat mini-mevrouwtje uit Madurodam. U merkt het,
de logica heeft mij voorlopig verlaten, mijn fantasie neemt resoluut
het roer in handen. Het jaar is moe. En ik stilaan toe aan rust.
De spiegel sprak: Gij Annelien, gij schoonheid uit het westen, gij sieraad uit het heuvelland, gij Wijtschaats staaltje diamant, dit jaar waart gij de beste.
Uit bussen mulieribussen, druivenmissen, knappe mussen, -er zaten zoveel parels tussen- koos ik jou als schoonste vrouw.
Je hebt nu wat je hebben wou, je kroontje en je duizend kussen. Ik zal mijn kans bij jou niet wagen, 't is daarom dat ik jou wou vragen: Zeg, Annelien, heb jij nog zussen ?
"Kwart minder zware rokers", titelt 'Het Nieuwsblad'. Nogmaals wordt
bewezen: Roken is uitstekend voor uw lijn. U moet het dampen wel
volhouden, desnoods tot bij uw crematie. Blijf dus niet bij uw pakjes
neerzitten als het vermageren u even de keel uithangt, drie maal diep
inhaleren en dan al proestend verder joggen, zo luidt mijn advies aan
u. Toon karakter ! U zal zien, uiteindelijk komt het allemaal dik voor
mekaar. Spijtig
dat u als nicotinejunkie zo op de huid gezeten wordt door de Belgische
staat met haar verstikkende wetgeving. Vanaf 1 januari 2007 zal u het
nog moeilijker krijgen uw wasemende zelf te zijn. Hoe langer hoe meer
wordt de rook uit de openbare ruimte verdreven. Tegelijkertijd
waarschuwt diezelfde staat voor de gevaren van overgewicht. Eén en al
huichelarij. Want waar zal het uitroken van de paffer uiteindelijk toe
leiden ? Wat doen die tienduizenden afkickers zodra ze de laatste
stofwolk uit hun longen hebben gehoest ? Juist, ze beginnen te snoepen
! Met de gekende affreuse gevolgen: Schabouwelijke gebitten die de
eigenaars ervan moeilijk plaatsbaar maken op de arbeidsmarkt, enorme
facturen ten laste van de gemeenschap om die verrotte toestanden van
facades te voorzien en een wildgroei van obesitas. En denkt u maar niet
dat de ex-roker zijn snoepgedrag verborgen zal houden. Snoepen mag
immers. Snoepen is sociaal. Snoepen doe je nooit alleen. "Van snoepen
gaat een ontzaglijke aanzuigende werking uit !", zouden sommige
politici ons waarschuwen. De burger verdient beter. Daarom mijn oproep
aan de regering. Nood breekt wet. Tijd voor een nieuwjaarspakketje
koninklijke besluiten als begeleiding bij de verstrengde
rokerswetgeving.
1) Accijnzen op snoep ! 2) Een totaal verbod op snoepen in openbare ruimten en horecagelegenheden. 3) Verplichte ontradende vermeldingen op snoepverpakkingen. (bvb: Snoepen maakt werkloos !) 4) De confiscatie van alle snoepautomaten. 5)
Snoepen achter het stuur wordt voortaan bestraft met de onmiddellijke
intrekking van het rijbewijs voor een periode van minstens drie maanden. 6) Een dessert-serveerverbod voor restaurants. 7) Maatregelen ter bevordering van een herwaardering van de éénvoudige broodmaaltijd.
Zo
zullen wij mekaar in de toekomst met lege mond tegemoet treden, zodat
wij de tong vrij hebben voor een vriendelijke 'goeie dag'. Zodat wij
lieve dingen kunnen zeggen als: "Alles goed met u mevrouw ?" en "Goh,
wat ziet u er weer fantastisch uit vandaag !" Zij die wat binnensmonds
mompelen of de kaken stijf op elkaar houden zullen zich aan een
nauwgezette orale inspectie mogen verwachten ! Wellicht verbergen zij
immers zoetige contrabande onder hun tong. Ik weet het, het klinkt
enigszins rigide. Maar we doen het met uw bestwil voor ogen. Samen
zullen wij overwinnen !
Drôle, très drôle, monsieur J.M. Om over de vloer te rollen van het
lachen. "Tchouk-tchouk en flamand" kopte uw artikel in La Dernière
Heure gisteren. Die mierenneukende tulpenbollen van een Hollanders
toch. Een trein niet door Nederland laten bollen enkel en alleen omdat
de Belgische machinist onvoldoende het Nederlands zou beheersen. Alsof
kezen daar verstand van zouden hebben. Die machinist had verdomme een
attest ! Ik hoor het u denken. Geen wonder dat er geen vaart komt in
het verenigd Europa als die met een lilliputtertaal behepte
minderheidjes zich zo krampachtig aan hun bekrompen folkloreklap
blijven vastklampen. Vlamingen, Hollanders, ze hollen de tijd achterna.
Af en toe moet je die luitjes eens dollen. Anders blijven ze blind als
mollen. Geen wollen klap maar billenkoek hebben ze nodig. De zweep over
de kont van die zanikende knollen. Frans is een wereldtaal, een taal
zonder grenzen. Un peu de respect pour la langue de Balzac. Knielt
allen voor de milde gift uit het zuiden.
Ik ben niet op de
hoogte van uw dieet, meneer J.M, maar op basis van uw artikel zou ik u
dringend willen adviseren de bollen gatenkaas voortaan te laten. Dit om
verder uithollen van uw memorie te voorkomen. Want uw geheugen lijkt
van korte duur. Zal ik u even helpen ? 27 maart 2001, zegt die datum u
nog wat ? Nog een tip dan: Pécrot. Ja Pécrot, waar 8 mensen het leven
lieten. Twee treinen botsen er frontaal.
"Onder andere
taalproblemen (de trein reed van Wavre in Wallonië naar Leuven in
Vlaanderen) bij de verkeersleiding zorgden er voor dat de trein niet
tot stilstand gebracht kon worden."
Spijt me oprecht, meneer
J.M, maar zulk een bloedstollend Europa, waarin de grote locomotieven
over de kleintjes heen denderen, daar zit deze Vlaming niet op te
wachten. Daarvoor blijft de slagboom dicht, "pour ça, le bataille-arbre
reste fermé !" Excusez-moi pour mon francais avec des cheveux
là-dessus.
Er zijn er die beweren dat 'de Walen' een andere
mentaliteit hebben. Ik ken ze niet 'de Walen' en dicht ze dus liever
geen mentaliteit toe. Maar de uwe, soyons clair, die lust ik niet.
U moet me helpen. Ik zoek de naam van een Chinese wijsgeer. Eén die nu
al eeuwen onder de zoden ligt maar die, toen hij het nog beter stelde,
zijn tijdgenoten bij herhaling wees op het grote belang van het juist
benoemen van dingen. O, ironie, ik ben zijn naam vergeten. Net nu ik
hem zo goed kon gebruiken als intro voor mijn blogje. Moet mij weer
overkomen. Enfin, die dinges dus, die zou zich tot bloedens toe achter
beide oren krabben, mocht hij vandaag het Nieuwsblad lezen. Correctie:
Rekening houdend met het intellectuele peil van de gemiddelde Chinese
wijsgeer lijkt een abonnement op de Standaard een meer plausibele
veronderstelling. De Hanzi-editie, vanzelfsprekend. Alles staat of valt
met geloofwaardigheid op planeet Blog.
Hij
heette Osama bin Laden en is niet langer. Daar hebben Indiase
scherpschutters voor gezorgd. Een verantwoorde ingreep, gezien de 14
doden die het dier al op zijn geweten had. En toch, toch schort er iets
aan deze beoordeling. Je kan je bijvoorbeeld afvragen of het wel kan,
een olifant veroordelen tot het vuurpeloton ... Heeft een olifant wel
een geweten ? En indien niet, is het dan nog zinvol over schuld te
spreken ? Olifanten zijn beesten, wilde beesten. En ze hebben het niet
makkelijk in India. Het Nieuwsblad slaat de nagel op de kop:
"
De natuurlijke habitat van de olifanten wordt er steeds kleiner,
waardoor ze gedwongen worden voedsel te zoeken in gebieden waar mensen
wonen."
Een olifant die het noorden kwijt is dopen we 'Osama bin
Laden'. Maar, even nuchter nu, wie terroriseert hier nou wie ? Als er
één diersoort bestaat die als een olifant door de bio-porseleinwinkel
raast, dan is dat wel de mens. Met meer dan zes miljard zijn we
tegenwoordig en de teller staat rood gloeiend. In India alleen al leven
nu 1,1 miljard mensen. Tegen 2025 komen daar naar verwachting nog eens
300 miljoen zielen bij. 300 miljoen extra monden om te voeden, lichamen
om te kleden. 300 miljoen mensen die een dak boven hun hoofd willen.
300 miljoen mensen die graag goed willen leven, als het even kan, zoals
de westerlingen. Daar gaan onze natuurlijke bronnen, onze bossen, ons
drinkwater, onze aardoliereserves. Alles moet wijken, voor de enige
soort op aarde die perfect in staat is haar vruchtbaarheid te
controleren. En de olifanten ... die mogen hun slurf pakken en
verkassen. De ondieren, de terroristen ! Die arme Indiërs die hun leven
bedreigd zien, ik maak hen geen verwijten. Van hen mogen we niet
verwachten dat zij de toestand vanop een afstand overzien. Daarvoor is
hun nood te nijpend, het gevaar veel te nabij. Voor wie met zijn neus
bovenop een probleem zit lijkt een mug wel vaker op een olifant. Maar
wij, wij zouden beter moeten weten.
Het ging niet beter met de wereld. Ondanks ons. Ondanks die twee die
hun stinkende best deden. De objectieve toeschouwer had het al meteen
begrepen. Van wat zich afspeelde tussen die twee hoefde het ondermaanse
weinig heil te verwachten. Statistisch buitengewoon insignificant. Niet
eens een druppel op een hete plaat. Nauwelijks een ijsblokje in een
kokende oceaan. Hooguit een amusant fait divers, een tot glimlachen
uitnodigend interludium temidden een universum aan Griekse tragedies.
Het leek de actoren niet te deren. Omtrent de oorzaak van hun
ontbrekende besef van onbeduidendheid kon hij enkel speculeren. De
context waarbinnen de gebeurtenissen zich voltrokken liet zich
makkelijk verzoenen met de hypothese van een lichte alcoholintoxicatie.
Maar even goed kon het gedrag toegeschreven worden aan een verstoring
van delicate hormonale balansen. Aangezien het de objectieve
toeschouwer ontbrak aan verdere historische gegevens ontkwam hij er
niet aan deze onzekerheid in zijn rapportage te vermelden.
"Heden, zaterdag 16 december, jaar des heren 2006, waargenomen te Leuven :
Twee
individuen, van ongelijke kunne, beide van middelbare leeftijd, met een
onmiskenbare neiging tot vormen van een collectief. Over het waarom
hiervan kan voorlopig geen uitsluitsel gegeven worden.
Voorlopige kwantitatieve benadering : NTC = c1 * AI + c2 * HI
De
waarden der coëfficienten zijn niet gekend. Volledigheidshalve dient te
worden vermeld dat eventuele interacties tussen AI en HI, schoon
mogelijk, om redenen van éénvoud werden veronachtzaamd.
Zuiver
inhoudelijk kan het gedrag van de betrokkenen, enkele onnavolgbare
stuiptrekkingen niet te na gesproken, probleemloos worden ondergebracht
in de categorie 'Triviaal'. Geredelijk mag dan ook worden aangenomen
dat door hen in de toekomst gesteld gedrag op generlei wijze het
aanschijn van de mensheid zal beïnvloeden.
Aanbeveling: Vanuit psychohistorisch perspectief zie ik geen indicaties die nopen tot verder onderzoek ! "
Wie is die vrouw ? Wie is dat schepsel dat recht tegenover mij zit ?
Kan het zijn dat ik mij zo vergist heb ? Kent de wreedheid van de
natuur dan werkelijk geen grenzen ? Zouden de natuurwetten er genoegen
in scheppen mijn nimf met zulk een imago te belasten ? Neen, dit
scenario onttrekt zich aan iedere vorm van rede ! Dit moet een
nachtmerrie zijn. Ja, ik surf op de golftoppen van een gruweldroom,
temidden een storm die dra zijn climax zal bereiken. Nog even
doorbijten, hooguit een kwartiertje nog, dan zal ik gillend wakker
worden, badend in het zweet, maar o zo opgelucht. Het komt er nu vooral
op aan mijn koelbloedigheid zo lang mogelijk te bewaren. Hoe eerder
mijn bloeddruk aan het klimmen gaat des te hoger de paniekpiek die mij
zal overspoelen. Mijn kalmte bewaren, makkelijker gezegd dan gedaan.
Het feit dat dit niet echt kan zijn maakt de praktijk er niet
makkelijker op. Zelfs een ontmaskerde nachtmerrie kan de paniek van een
weke ziel op hol doen slaan. Kalm blijven, Alex. Probeer aan wat anders
te denken, iets vrolijks. De leading lady van mijn droom smoort mijn
vluchtpoging in de kiem. Ze zuigt mijn blik. En niest ! Een nevel van
ziekteverwekkers vult het café. De waard onsteekt de noodverlichting.
Langzaam trekt de nevel op. Zij zit daar nog. Ze plukt haren uit haar
koffie en sorteert. De grijze links, de matbruine rechts. Dit exemplaar
vraagt om verder onderzoek. Ze brengt de vezel voor haar mond en
blaast. "Zie je wel ... bruin", zie ik ze denken terwijl het roos
sneeuwt in mijn Stella. Dit wordt haar vierde kopje koffie. Maar ze
heeft nog geen druppel gedronken. Heerlijk, dat mokka-aroma in je
schoenen. Zij, vooruitziende vrouw, draagt lieslaarzen. Met dit kopje
lukt het wel. Ze slurpt en recupereert het laagje schuimig snot dat
bovenop haar koffie dreef. Goed bekeken want daarmee heeft ze op
magistrale wijze haar snor gecamoufleerd. Al helpt het maar even, want
enkele gekke bekken later belandt haar kosmetische improvisatie bovenop
haar roos, in mijn Stella. Twee vingers dik, al tapte ze iedere dag
snot. "Gezondheid !", zegt ze daarop, en ze haakt haar arm achter de
mijne door, vast van plan om op bierfesterige wijze onze
lotsverbondenheid te beklinken. Ik overschrijd mijn overslagpols. En
dan, als waren het de verblindende pijltjes van Cupido, penetreren ze
mijn pupillen. Dat lijnenspel, die wonderlijke streepjescode die haar
lege blik omfloerst. Alsof ze net een consult achter de rug had bij een
kosmetisch chirurg die met een viltstift de meest urgente ingrepen aan
haar oogleden had uitgetekend. Wat een meesterwerk ! Wat een wonderwijf
! Laat me nooit meer wakker worden ...
Van het één komt het ander. Van de wekker het ontwaken. Van het
ontwaken het aankleedritueel. Het stapelen van truien, de broek die de
nacht in de hoek heeft doorgebracht om daar een extra plooi te kweken.
De kousen in zeven haasten opgetrokken over de pijpen. Dan op naar de
keuken, want ondertussen doet ook mijn maag weer mee. Dit lijf heeft
vulsel nodig. En pep. Het water in de waterkoker. Klap op zijn kop. De
wachttijd met een retourtje brievenbus verlopen. De buit, een natte
krant en koud koffiewater. Een tweede poging. Deze keer wel de hulp van
netstroom ingeroepen. De krant kleeft aan de keukentafel. Vage letters
gewagen van de hel op aarde. Koffie, net op tijd. De wereld aan de kant
voor zwart heet vocht en een droge boterham. Bijten, slurpen,weken,
kauwen, slikken. Afruimen. Een kruimelcollecte voor het vogelheil. De
dag rukt op. Ik wijk en verschans me. Ontwaakt, gij elektronisch
rekenwonder ! Tast de wereld voor mij af . Bied mij een kier om door te
gluren, stuur mijn telegrammen naar de buren. Aanvaard mijn gramschap.
Ontvang mijn liefde. Ik ben uw dienstbaarheid niet waardig. Maar zoem
en ik zal gezond worden. Mijn postvak bulkt van netreclame. Mijn
open brief bleef onbeantwoord. Lichtpuntjes fonkelen achter de einder
... droom ik. Ik wacht.
Verhofstadt heeft gelijk. De Croo had beter zijn mond gehouden. Als
eerste burger van dit land zou die dat moeten weten. De Croo gedraagt
zich echter als een slippendrager van de monarchie. Waar hij een
waardig voorzitter zou moeten zijn van de kamer, de democratisch
aangewezen vertegenwoording van het volk, kiest hij ervoor op te treden
als de beschermheer van een man die zijn behaaglijke positie
uitsluitend te danken heeft aan zijn afkomst. Voor wie werkt u nu,
Meneer De Croo: Het hof of de Wetstraat ?
Maar het bleef niet
bij die ene flater. De Croo zou niet alleen uit zijn rol vallen als
voorzitter van de verkozenen van het 'volk', hij vond het bovendien
nodig om de scheiding der machten met voeten te treden. Hij begaf zich
op het terrein van de rechterlijke macht. De kamervoorzitter sprak zich
uit over een nog lopende rechtszaak, een zaak waarin prins Laurent
mogelijk als getuige zal worden opgeroepen. Niet alleen pleitte De Croo
de prins, die overigens niet ééns terechtstaat in het te voeren proces,
vrij van schuld, in één beweging veegt hij de beschuldigingen aan het
adres van de prins van tafel als pogingen van de ware schuldigen om
Laurent mee te sleuren in hun val.
Herman zou De Croo niet
wezen als hij zich zou beperken tot twee stupiditeiten. Hij vond het
ook nog nodig een aantal staatshoofden te schofferen vanwege hun
vermeende hang naar exclusieve schoenen en horloges. Dit in
tegenstelling tot prins Laurent die er al bij al nog een vrij gematigde
levensstijl op na houdt. Drie Ferrari's kopen op één dag, nee hoor, dat
zou onze Laurent nooit doen. Hoe geruststellend: De prins spreidt zijn
aankopen !
Als u het mij vraagt heeft Herman De Croo één
keer teveel visjes gedronken daar in Geraardsbergen, hij heeft er een
vissenbrein aan overgehouden.
Et
is met een kevoel van diepe triestikeit in mijn art dat mijn vrouw en
ik u vandaak deze letter laat keworden. Eelaas, maar de omstandikheden
betreffent mijn klein broerken lieten mij keen andre keus. Als wij de
zaak nok lanker laten slepen eeft ei straks keen nakel meer om aan zijn
akterkont te krabben. Ziet u, mijn broer, ei is de kwaadste nie, maar,
ei eeft als éénieder ander zijn personele zwakzinnikeden. Zo eeft ei
bijzonder te leiden van één ol in zijn ant. U dakt miskien, ei is één
prins en prinsen ebben kelt kenoek. Ekter, met één ol in u ant kost et
leven eele duur. En dan enike jaren keleden, mijn broer aalde et in
zijnen kop één vrouw te uwen. Ik ep em toen kewaarschuwen. Beminde
broer, ik ep kezekt, kei ept nu al amper kenoek financies om u
Ferrari's te soigneren, één vrouw zal u ruïneren. Maar, ei eeft niet
willen oren. U kent allen de resultaat. De kamers voor de kinders ebben
em anden kelt kekost. En toen is zijn teef ziek keworden ! Aan één eel
rare kwaal. Et beest kan niet meer praten. Volgens de doctoren komt et
door aar tweetalig opvoedink. Sleks één speciaal operatie in Amerika
kan et ont nog redden van de sterfdoot. Mijn broer out enorm van zijn
teef, maar ei kan onmokelijk de kevraakte twee milliard spenderen, niet
met zijn uidike responsabiliteiten als ektgenoot, vader van familie en
oeder van één wakenpark. Ei eeft et dan aan papa kevraakt, maar die zit
op zijn kelt. En tant Fab eeft aar centen nodik voor aren oude dak,
zekt ze. Zelf ep ik één vrouw en drie kinders én eelaas maar één
portefeuille. Et is daarom dat ik aan u at gedakt. Zout u keen duit
kunnen stoppen in et zakske van mijn broeder ? Veel oeft et niet te
wezen. Met één millioen zou ei al eel content zijn. Alle beetkes elpen.
Alstublieft, wilt één koede lantkenoot zijn. Elp em een antje. Ei is
mijn broeder. Zent één milde kift naar