Ik zag duizenden smelten, in luttele seconden, voor een meisje op stelten, door de goden gezonden en ik, ik smolt mee.
Voor haar pompende hart en haar krachtige klappen, voor haar hemelse lokken in haar kapje verward. Voor haar guitige blikken, en haar sierlijke kuiten voor haar sprankelende klanken van snippersneeuw en haar lenige lenden, haar geeuwigste geeuw en haar verbeten snikken. voor haar ijskoude handen die strelen
Het is duivelse zonde ze ooit weg te slikken, de duizenden brokken in duizenden kelen.
Lekker scheuren zonder zorgen. Daar droomt hij van. Dat weet ik wel zeker. Moet de stakker net in België geboren zijn. Met zijn flitspalen en zijn dagelijks fileleed. Maar Jean-Marie heeft er over nagedacht. En kwam tot de volgende conclusie: België hunkert naar een nieuwe beton-injectie. Automofiel die hij is, mijmert hij nostalgisch over zijn jonge jaren. De gouden jaren zestig. Toen België één grote wegenwerf was en lintjesknippen een full-time job. In de periode 1965-1975, tussen Dedeckers 13de en 23ste levensjaar, kwamen er in ons landje jaarlijks 70 kilometer autosnelwegen bij. Handen vol geld hebben ze ons gekost, geen probleem, België had geld zat. Tot de oliecrisis roet in het eten gooide. Toen zaten we met onze handen in het haar. De megalomane plannen van de betonregeringen werden drastisch bijgesteld. De volgende tien jaar zakte het ritme van de pletwals terug tot 30 kilometer per jaar. Sindsdien vorderen we aan een sukkeldrafje van 20. Vooral in Vlaanderen wil het niet meer vlotten. Amper 10 km kwamen er nog bij in de laatste 15 jaar. Voor iemand die de woorden ' Citius,Altius,Fortius', het adagium van de Olympische Spelen hoog in het vaandel voert moet zoiets hard aankomen. Want Jean-Marie is blijven hangen in de sixties. Niet de sixties van love & peace, maar de sixties van staal en beton. Die kan hij maar niet loslaten. En nu hij de illusie koestert dat hij weldra van de macht zal kunnen proeven legt hij zijn zieltje bloot. Hij wil autosnelwegen op stelten. Op zijn Amerikaans, groots, spectaculair en vooral geldverkwistend, alsof 270 miljard euro staatsschuld nog niet volstaat. Als meneer Dedecker deze eurootjes keurig stapelt dan reikt die schuldentoren tot de maan. En dat lijkt me een uitgelezen plek voor onze dromer om zijn ideeën in praktijk te brengen. De maan, één dorre flitspaalloze woestijn zonder atmosfeer om te verpesten. Als de Nasa echt van plan is binnen enkele jaren naar onze satelliet terug te keren doen we er wellicht goed aan vandaag reeds een zitje voor onze Judo-keizer te reserveren. Tot die tijd mag hij ons blijven amuseren met zijn briljante vondsten en zal hij het moeten doen met het viaduct van Vilvoorde. Ik zie hem zo staan, om acht uur 's morgens, sportief geparkeerd op de pechstrook, in zijn ruwste kimono -wasverzachter is voor mietjes- de file groeit, hij snuift met volle teugen en brult : "I love the smell of Petrol in the morning."
Net de kin boven de golven, in een zee van oceaan, ligt Pingelap, equatoriaal verloren, tussen Atlasblauw, te pronken, in al zijn kleurenpracht, voor zijn kleurenblind publiek, als een ongelezen sprookje, in Pohnpeiaans en Pingalees dat naar niemand ligt te lonken. Handen af van Pingelap !
We schrijven 16 februari 2020. Het is acht uur.De familie Balkestein wordt wakker. De Balkesteins zijn een moderne Europese familie. Waar ze wonen ? Tja, dat vergt enige uitleg. Laten we beginnen bij Papa Balkestein. Die staat momenteel onder de douche in een hotelkamer in Stockholm. Door het gekletter van de douchestraal hoort hij niet dat zijn 8ste generatie mobiele telefoon overgaat. Het is mama Balkestein die belt, terwijl ze haar ontbijt neemt in haar hotelkamer in Milaan. Ze probeert haar man te bereiken in verband met hun dochtertje Emma die op kostschool zit in Rotselaar. Met z'n drietjes zouden ze samen gezellig het weekend doorbrengen in hun fermette in Aarschot. Het zou een verwenweekendje worden speciaal voor hun kleine meid, nu zoon Koen op sneeuwklas is in Arzl, Oostenrijk. Maar mama zal het niet halen, haar project wil niet vlotten, ze zal pas zondag naar huis terugkeren . . .
Vindt u dat ik overdrijf ? Denkt u dat het zo'n vaart niet zal lopen ? Misschien . . . Maar het schijnt de natte droom te zijn van Frits Bolkestein, gepensioneerd liberaal uit Nederland en verantwoordelijk voor de Bolkestein-richtlijn, die vandaag in eerste lezing werd goedgekeurd door het Europese parlement. Frits droomde van een vrij verkeer van diensten binnen Europa. Omdat het hem stoorde dat hij zolang op een loodgieter moest wachten, zo wil het verhaal. "Ach, weet je, als jij zo graag thuis blijft, dan blijf je toch thuis, het is vrij verkeer van diensten, geen verplicht verkeer, hoor ...", ik hoor het de voorstanders al zeggen. Onzin, natuurlijk. Overal in Europa zullen bedrijven voortaan op zoek gaan naar mogelijkheden om ook in het buitenland hun diensten aan te bieden. Dan mag jij, als werknemer, zo honkvast zijn als een duizendjarige eik, als je niet als de wiedeweerga op dat vliegtuig zit, wees gerust, dan vlieg je ! Steeds meer vacatures zullen reisbereidheid trouwens als conditio sine qua non vermelden. Frits noemt dat vooruitgang. Ik noem het de hel. Ik herinner me de tijd toen politici nog ijverden voor 'werk in eigen streek'. Geen beroerd idee, want het stond hoog op het verlanglijstje van hun kiezers. Logisch, wie dicht bij zijn werk woont, zit minder lang in de file en houdt zo meer tijd over voor zichzelf zijn gezin, familie en vrienden. En daar worden mensen gelukkig van. Eens politici in 'Europa' zitten en weinig last meer ondervinden van hun kiesvee lijkt hun geheugen hen echter pijnlijk in de steek te laten. En dat is slecht nieuws voor uw privé-leven. Herinnert u zich nog de tijd dat men in de media de mond vol had over de grote mogelijkheden die de nieuwe communicatiemiddelen ons boden ? We zouden in de toekomst nauwelijks nog ons huis moeten verlaten. Tele-werken werd het werken van de toekomst. Wisten wij veel dat het mobieltje en internet eigenlijk ontwikkeld werden om nog een schijntje van gezinsleven in stand te houden eens het nieuwe tijdperk van permanente volksverhuizing zou aanbreken. Volksverhuizingen komen wel meer voor in onze geschiedenis, alleen was het tot nu toe de gewoonte dat het volk als geheel één richting uit ging. In het nieuwe Europa zullen mannen, vrouwen, echtgenotes kriskras door elkaar van hot naar her trekken. Een ononderbroken file van loonzigeuners, bananen, kippen en diens meer zal de Europese economische machine draaiende houden. Dat meer verkeer ook meer luchtverontreiniging met zich meebrengt, daar malen we niet om. Dat het gezinsleven dreigt te verzanden tot een virtueel gegeven, kom overdrijf nou toch niet. Zorgen voor een zieke vader of moeder ? Dat zullen we later wel zien. Dat zo 'n hypermobiele samenleving het walhalla betekent voor ieder moordlustig virus, ach, dat loopt wel los. Pak alvast je koffers maar. Leve de vrijheid !
Het heeft een tijdje geduurd maar vannacht komt hij terug boven water. Omstreeks middernacht onze tijd mag Dick Cheney, vice-president van de USA, op Fox News komen uitleggen hoe hij er toe kwam een 78-jarige Texaanse advokaat op een portie hagel te trakteren. Dat hij daarvoor Fox News uitkoos hoeft niemand te verbazen. Bij geen enkele andere zender vind je zulk een hoge concentratie Republikeinsgezindheid. Moeilijke vragen hoeft hij er niet te vrezen. Had het aan Tricky Dick gelegen dan was er van het mysterieuze jachtongeval wellicht nooit iets naar buiten gekomen. Want Cheney is nou niet bepaald een topper als het op open en eerlijke communicatie aankomt, getuige de rethorische onzin waarmee hij zijn land de Irak-oorlog in loodste. Een vechterbaas, dat is hij wel. Ware hij in Somalië geboren dan had hij het voorzeker tot warlord geschopt. Daarom zag ik ook ogenblikkelijk het ongerijmde in van die hele jachthistorie. Een ervaren schutter als Cheney schiet niet zomaar op advokaten. Van het eerste ogenblik wist ik dat daar meer achter zat. Na enkele flesjes Kriek en wat gegoogle kwam ik tot de volgende onweerlegbare conclusie. De bewuste jachtpartij was slechts een dekmantel voor geheime militaire oefeningen van een al even geheim leger van zestig-plussers, aangevoerd door de Vice-President, himself. Het is een publiek geheim dat het reguliere Amerikaanse leger onder grote druk staat. De Amerikaanse jeugd voelt er immers niks voor om haar hachje te riskeren in Irak. Vandaar Cheneys plan om een beroep te doen op het patriottisme van de oudere generatie. Dat zou hem meteen ook de gelegenheid bieden als generaal een persoonlijke bijdrage te leveren aan de oorlogsinspanning. Zo'n leger van oudjes schijnt bovendien uitstekend geschikt te zijn voor verassingsacties. Zeg nou zelf, welke rebel of terrorist verwacht zich aan een 78 jarige advokaat uit Texas. Ik vermoed dat het tijdstip van het vertrek van Cheneys bejaardenkorps naar Irak nakende was. Om het realiteitsgehalte tijdens de generale repetitie een beetje op te voeren werd er die dag met hagel geschoten. Met het bekende resultaat, de generaal schoot raak. Iemand moet over dat feit gelekt hebben naar de pers. En zo was Cheney wel verplicht een fabeltje te verzinnen. Enfin, dankzij mij weet u wel beter. Tenzij u zo 'n goedgelovig zieltje bent. Die kunnen ze alles wijsmaken. Bijvoorbeeld dat vliegende schotels eigenlijk weerballonnen zijn en die bokalen met ET's op sterk water in Area 51, konijn met pruimen.
Ik ben L' Oreal alle dank verschuldigd . Zonder hun oprechte en directe communicatie had ik nooit geweten waarom ik ook dit jaar geen Valentijnskaartje in mijn brievenbus vond. Maar hun paginagrote advertentie in Het Laatste Nieuws opende mij de ogen. Die advertentie toonde een mannenhoofd met daarbij de tekst: "U vraagt zich af waarom ze u niet meer ziet staan ?". Die vraag stelde ik mij in eerste instantie ook, de kerel zag er, voorzover ik dat als man kan beoordelen, best aardig uit. Tot L' Oreal me een hint gaf in een uitsnijding links onder, waarin de zone rond 's mans oog afzonderlijk was afgebeeld. "Zie de feiten onder ogen", luidde het begeleidend proza. En inderdaad, bij nader toezien ontwaarde ik onder dat bewuste oog een wirwar van rimpeltjes evenals iets dat voor een begin van wallen zou kunnen doorgaan. Dat was de arme stakker dus overkomen, daarom was Valentijn zijn deur voorbij gegaan. Even later stond ik voor de spiegel, voor een vergelijkend onderzoek. Bingo natuurlijk, hoe langer ik keek, hoe desolater leek het kraterlandschap dat volgens de spiegel mijn gezicht moest voorstellen. Tot zover de diagnose, zou L' Oreal mij ook een therapie aan de hand kunnen doen ? Jawel hoor, dat konden ze, en wel in de vorm van een potje en een tube. Het potje, om mijn vermoeidheid de wereld uit te hydrateren, de tube om de wallen -vestingmuur ware een betere term - vakkundig te ontmantelen. Daarna zouden de bevallige deernes me in dichte drommen komen aanwaaien, dat terwijl ik met één enkele drom toch al dik tevreden zou wezen. Bedankt L' Oreal. Dank omdat ik dank zij uw deskundig advies weer helemaal mee ben. Liefde is helemaal niet blind. Liefde legt de man onder de loupe en turft het aantal rimpeltjes, wallen en rode vlekken. Nee, het tijdperk van de blinde liefde ligt voorgoed achter ons. Het is even slikken, maar zo is het nu éénmaal. Met een kwak Nivea zo nu en dan kom je als man echt niet meer aan de vrouw. Daarvoor zijn zwaardere middelen nodig: daglotions, nachtlotions, zalfjes, poedertjes, anti-wallen crème en een Hydra Energetic-anti-vermoeidheids-active-defense-systeem met vitamine C. Het worden drukke tijden in de Vlaamse badkamers. Dure tijden ook. Al levert die vitamine C in mijn Hydra Energetic-anti-vermoeidheids-active-defense-systeem mij wel een fikse besparing aan fruit op.
"Dan gaan we boodschappen doen", verkondigt sportcommentator Mart Smeets voor het voor de Nederlanders zo belangrijke schaatsen begint in Turijn. Hij bedoelt wellicht dat er een reclameblok aankomt, maar zou hij beseffen hoe dubbel zijn uitspraak klinkt ? Inderdaad, zijn 'boodschappen doen', dat zou je even goed kunnen opvatten als een oproep aan de kijkers om een bezoekje te brengen aan het kleinste kamertje. Een overbodige suggestie evenwel, het laxerende effect van reclameblokken is in de hele kapitalistische wereld bekend. Ik ben ervan overtuigd dat je uit de statistieken van de drinkwatermaatschappijen perfect kan afleiden wanneer VTM zijn kijkers een blok reclame wil oplepelen. Dat weten de reclamejongens ook, net zoals ze er ook van op de hoogte zijn dat de televisiekijker zich meestal niet de moeite getroost om de kijkkast uit te schakelen. Die staat daar dus wat commercieel te kakelen terwijl wij met zijn allen richting toiletpot trekken of in de keuken op zoek gaan naar een knabbel of wat fris. Is het u al opgevallen hoe vaak u zelfs tot in uw keuken in staat bent de reclamespotjes te volgen ? Dat is geen toeval, denk ik. Die snoodaards van de reclame beseffen maar al te goed dat de gemiddelde kijker helemaal niet op hun evangelie zit te wachten. Ze gaan er bij voorbaat al van uit dat zij niet preken voor een geboeid publiek, maar het woord richten tot een uiteengespatte kudde kijkvee. In het gunstigste geval liggen hun toehoorders neuspeuterend naar het plafond te staren, gekeken wordt er maar zelden. En daarom zorgen de gehaaide reclamemakers ervoor dat hun boodschap op zoveel mogelijk plaatsen in een doorsnee huis te verstaan is. Misschien staat er ergens in ons land wel een testwoning met een keuken, een toiletpot en een voor neuspeuterend staren geschikt plafond waar de reclamespots aan strenge testen onderworpen worden. Met een bijbehorende checklist die afgewerkt wordt door een speciaal daarvoor opgeleid team ok-Japannertjes. WC-pot verstaanbaarheid ... ok ! Knabbel en fris-penetratie ... ok ! Neuspeuter-compatibiliteit ok ! Ja, de consument wordt verwend. Tenzij je de tv uitschakelt tijdens het reclameblok, vanzelfsprekend. Nee, niet doen hoor. Want als iedereen dat gaat doen, dan zullen ze dat snel in de smiezen krijgen en vinden ze ook daar iets op. En ik houd zo van de stilte op de pot.
Ja, wadde ... Mijn oprechte excuses voor deze dialectische uitschuiver van formaat maar het is een eerlijk verslag van mijn reaktie toen ik op het internet het allernieuwste promospotje zag voor de jongens van Al Qaeda. Het promoteam van Bin Laden had vroeger al zijn sporen verdiend met name in het horror-genre. Ik verwachtte me dus aan een 'Slit that throat VI', maar nee , de marketing fundi 's hadden de koppen bij mekaar gestoken en waren op het lumineuze idee gekomen, de productie van hun volgende clipje aan het Britse leger uit te besteden. En dat moet je de Tommies geen twee keer vragen. Meteen stuurden ze hun artistiekste soldaatjes naar Irak om er op zoek te gaan naar een geschikte locatie. Die was gauw gevonden, in Irak krioelt het van de pittoreske plaatjes. Nu nog de casting. Eén voor één mochten in de buurt gelegerde Britse soldaten hun trap- en knuppeltechniek demonstreren op een in zeven haasten in mekaar geknutselde strooien pop. Allerlei combinaties van kicks en slagen werden uitgeprobeerd om het juiste theatrale effect te bekomen. Eerst een paar meppen op de ribben gevolgd door een schop in het kruis bleek film-technisch het maximale rendement op te leveren. Tot zover het actiegedeelte. Nu enkel nog een goede commentaarstem vinden. Veel tekst hoefde die niet op te lezen, het was ten slotte geen Hamlet of King Lear, dat soort volzinnen zou bovendien volstrekt ongeloofwaardig klinken uit de mond van een Britse militair. Het kwam er vooral op aan de boodschap in eenvoudige woorden over te brengen aan een internationaal publiek, die boodschap zijnde: 'Her majesty's army laat niet met zich spotten. Wie stout is krijgt de roe.' Gedacht werd aan een soort Anthony Hopkins in battle dress. Wie zich geroepen voelde kon een mp3-tje opsturen met daarop zijn meest psychopatische 'Naughtie little boys', een pornografisch doorleefd 'Yes, Yes, Yeeeeees' en een sadistisch 'Die !'. Er bleken zich onder de jongens van Queen Elisabeth verscheidene natuurtalenten te bevinden. Een jury van ervaren psychiaters kwam er aan te pas om de knoop door te hakken. Het invullen van de Irakese rollen daarentegen bleek een makkie. De Irakese jeugd stond te trappelen om voor een paar Britse ponden de stunts voor hun rekening te nemen, logisch natuurlijk, die gastjes willen wat graag iets terug doen voor hun sympathieke bevrijders ... U hebt gelijk, ik verzin dit allemaal, ik was er niet bij, maar zo zal het wel ongeveer gegaan zijn, denk ik. Wat zegt u, nu ? Is het echt ? Nee, toch ? Dat is een ramp, wat zeg ik, dat is een catastrofe !
'Wo haled a sur lu ma' ! Dat is wat ik onthouden heb van de VRT-reportage over de betoging vandaag in Antwerpen. Een betoging, u had het al geraden, tegen het grootste gevaar sinds jaren voor de Moslimwereld: de Deense spotprent. We moeten het de betogers nageven, ze hebben zich niet bezondigd aan het afbranden van consulaten of ambassades, zelfs de "Dannesbrog", de Deense vlag bleef, voor zover ik het kon beoordelen, voor een keertje gespaard. Gewoon een aantal boze mensen met spandoeken. Op één van die spandoeken las ik : Stop de islamofobie ! Zuiver bekeken een nobel streven. Fobieën zijn irrationele angsten die leiden tot een verminderd functioneren van de mens. Hoe minder er van die dingen rondwaren, hoe beter, natuurlijk. Alleen ... is de combinatie van angst en Islam wel zo ongerijmd ? Wie de laatste jaren niet heeft doorgebracht op een onbewoond eiland moet het toch zijn opgevallen dat het tegenwoordig bon ton is mensen te dynamiteren of ze de keel over te snijden tot meerder glorie van de almachtige. Wie de laatste weken bij de les was zag een ambassade en een consulaat in vlammen opgaan om zijn naam te eren. Mensen worden met de dood bedreigd en een land werd economisch geboycot. Maak de mensen in deze context maar eens diets dat hun angsten ongegrond zijn. Dat wordt een langdurige therapie, moslimvrienden. Willen jullie werkelijk werken aan een betere verstandhouding tussen de Moslim gemeenschap en de anders- of niet gelovigen dat zou het ook helpen mochten we jullie verstaan. Mededelingen als "Wo haled a sur lu ma" leiden nou niet bepaald tot het aanhalen van de banden. Het is een bekend gegeven dat mensen mekaar gaan wantrouwen als ze niet begrijpen wat de ander zegt. Mensen die hun gehoor verliezen worden soms bijzonder achterdochtig. Ze denken dat men allerlei dingen aan het bekokstoven is achter hun rug. Kreten als "Wo haled a sur lu ma' hebben net dezelfde uitwerking op het Vlaamse publiek. Want onze kennis van het Arabisch en het Turks is op zijn zachtst gezegd gebrekkig en voorlopig zie ik daar geen verandering in komen. Hier en daar pikt een mens wel wat op natuurlijk. Zo weten de meesten van ons 'Allah ak bar" wel te vertalen naar "Allah is groot". Ik heb persoonlijk absoluut geen enkel probleem met die uitspraak. Ik geloof dat mijn Christelijke landgenoten hun God ook een puike gozer vinden. Elders las ik dan weer dat 'Allah ak bar' 'Allah is groter' zou betekenen. Tja, als het er om gaat wie de grootste heeft, dan moet ik afhaken natuurlijk. Enfin, alle gekheid op dat kleine stokje, wat ik maar wou zeggen is dat het misschien wel handig zou wezen om in Vlaanderen het Nederlands te hanteren tijdens betogingen. Ikzelf wil best geloven dat het Arabisch of het Turks dat bij deze gelegenheden gebezigd wordt een volstrekt goedaardig karakter heeft. Misschien zag een betogende familie de VRT-camera's en besloten ze van de gelegenheid gebruik te maken om nonkel Achmed in Turkije de groeten te doen, weet ik veel, maar voor het ongetrainde oor van een Vlaming klinkt dat niet echt anders dan het "aboe al kar na chab" dat verkondigd wordt alvorens in Irak een westerse gijzelaar de strot wordt overgesneden. Niet het soort acties waarmee u als anti-islamofoben geassocieerd wil worden, dacht ik zo. Dus, denk er aan, de volgende keer : Dubben of ondertiteling graag !
Met theatrale mokerslagen op een aambeeld opende de Italiaanse sportheld Jury Chechi de twintigste olympische winterspelen in Turijn. Bij iedere klap schoten meters hoge vlammen de lucht in. Misschien hebben de choreografen het niet helemaal begrepen dacht ik aanvankelijk nog, misschien hebben ze ''Giochi Olimpici Infernali' verstaan in plaats van 'Giochi Olimpici Invernali'. Het werd me later allemaal duidelijk. Het helse begin stond symbool voor de industriële slagkracht van de Noord-Italiaanse gaststad, lees gerust Fiat ! Juist ja, Turijn, dat is Fiat realiseerde ik me en ik zag in gedachten de bekende beelden van de net van de lopende band gerolde wagentjes die een testritje maakten op het wereldberoemde circuit op het dak van de Fiat fabrieken. Fiat en de Olympische winterspelen, over ironie gesproken. Onze Jaques Rogge heeft nooit met een Fiat moeten leven, dat weet ik wel zeker. Anders had hij het nooit zo ver laten komen. Winterspelen en Fiat, kan het absurder. Toen ik een kind was hadden we thuis zo 'n ding. Ik weet nog hoe wij 's winters gespannen naar het weerbericht luisterden. Zou het gaan vriezen vannacht, dat was de hamvraag. Want als dat gebeurde dan stonden we de volgende dag best een half uurtje vroeger op. Om te duwen. Want onze Fiat had een hekel aan de winterkou. Ik herinner me de ellende als was het gisteren. Mijn vader achter het stuur en wij maar 'stoempen', eerst achteruit naar het hoogste punt van de oprit en dan op volle kracht naar beneden, éénmaal, tweemaal, driemaal, tot de motor 'verzopen' was en we de wagen een kwartiertje met rust moesten laten waarna het ritueel kon herbeginnen. En nu gaan ze daar in Turijn een beetje lopen snoeven met die koukleum op wielen. Gelukkig voor de toeschouwers daalt het kwik er vannacht niet onder het vriespunt en zal hun Fiatje vandaag zonder protest huiswaarts keren. Als het Internationaal Olympisch Comité kost wat kost de autoindustrie in de bloemetjes wil zetten dan kan ik hen van harte het Zweedse Göteborg aanbevelen. Daar worden Saabjes en Volvootjes geboren en die malen niet om een ijspegel meer of minder.
Dames en heren, wij onderbreken kortstondig onze normale programmering voor een dringende mededeling vanwege de Vlaamse Regering naar aanleiding van de vandaag afgesprongen dialoog tussen de gemeenschappen. Tot u spreekt Minister-President Yves Letremme.
Geachte dames en heren, Vlamingen,
Het is met een bezwaard gemoed dat ik u vandaag moet mededelen dat de Vlaamse regering, er ondanks inmense inspanningen, niet in geslaagd is overeenstemming te bereiken met onze Waalse collega's over een compensatiepakket voor de financiële transfers tussen de beide landsdelen. Geconfronteerd met de onverzoenlijke houding van de vertegenwoordigers van de Waalse gemeenschap ziet de Vlaamse regering zich genoodzaakt tot het nemen van de volgende unilaterale stappen.
Heden, 9 februari 2006, heeft de Vlaamse regering met eenparigheid van stemmen beslist tot de volgende maatregel:
Overwegende het feit dat Vlaanderen niet langer bereid is op te draaien voor het Waalse financiële wanbeleid en constaterend dat de Vlaamse burger gebukt gaat onder torenhoge grondprijzen ten gevolge van immer schaarsere bouwgrond, zich verder baserend op het basisaxioma van de meetkunde dat de rechte de korste afstand is tussen twee punten en dientengevolge alle daarvan afwijkende lijnstukken over een grotere lengte beschikken en er zich bovendien van bewust zijnde dat de Vlaamse kansen op het organiseren van Olympische Winterspelen gehypotheceerd worden door het schrijnend ontbreken van betekenisvolle hoogteverschillen,
gaat de Vlaamse gemeenschap met onmiddelijke ingang over tot het ontginnen van het Waalse reliëf.
Op voorstel van een raad van professoren heeft de Vlaamse regering besloten als retributie voor de schuld opgebouwd tijdens het jaar 2005 over te gaan tot het afgraven van de Baraques Fraiture en Michel. Om het vreedzame karakter van deze ingreep te benadrukken werd besloten geen beroep te doen op het Vlaamse contingent van het Belgische leger. De Vlaamse Regering roept daarom het Vlaamse volk op zich vanaf morgen, 10 februari, gewapend met een spade en een kruiwagen, naar het zuiden des lands te begeven om daar aan de graafwerkzaamheden deel te nemen. Vrachtwagens van de Civiele Bescherming zullen voor het transport van de in beslag genomen aarde instaan. De nivellering van de geselecteerde gebieden dient te gebeuren top op een hoogte van 5 meter boven zeeniveau.
De Baraques Fraiture, voortaan Frietberg geheten zal worden gereconstrueerd op de Kalmthoutse heide. De Baraque Michel of Groeneberg zal worden overgebracht naar de Westhoek.
Tot zover deze mededeling van Minister-President van de Vlaamse regering, Yves Letremme.
"Zou jij hetzelfde doen voor mij ? " "Wat dan, vroeg zij ? ", nog half verzonken in haar boek, "Vertel, me, wat is je verzoek ?"
Zou jij me van mijn pijn bevrijden, als ik door kwellingen verteerd, ontrafeld, machinaal beheerd, in een bed lag weg te kwijnen, Zou jij dan mijn redder zijn ?
Als ik weggesmolten in mijn bed, de moed zou missen om te sterven, verstrikt in hulpeloos verzet, door mijn bange bloed gevoed, zou jij dan mijn lijden wissen ?
Het was een zachte vrouw die suste: "Ach, jouw gedachten zijn te grauw, maar als die dag ooit komen zou, ja, dan doe ik dat voor jou.", en ik berustte.
Omdat meisjes niet gek zijn. Dat is de reden waarom er zo weinig meiden informatica studeren. Ze hebben kijk op de zaak. Informatica is simpelweg hun ding niet. En daar zal een item op het VRT- journaal of een artikel in de Gazet van Antwerpen weinig aan veranderen. Tuurlijk kan je meisjes het paradijs voorspiegelen, ze bezoekjes laten brengen aan een sympathiek vrouwvriendelijk IT-bedrijf waar men van bits en bytes zoete broodjes bakt. Je kan ze voor de camera laten verklaren dat het allemaal reuze meevalt met die nerds, ja, je kan ze zelfs laten giechelen dat er leuke jongens tussen zitten. Maar als puntje bij paaltje komt laten ze de IT-beker wijselijk aan zich voorbijgaan. Ze begrijpen verdomd goed dat zo'n bezoekje aan een bedrijf een professioneel georchestreerd stukje theater is, uitgevoerd in een bedrieglijk decor van nep coulissen en catacomben waarachter de ware coulissen en catacomben zorgvuldig verborgen blijven. De IT-sector heeft het imago dat het verdiend. Ja, het is een mannenwereld en ja, er moet vaak hard en lang nagedacht worden over het hoe en het waarom van de meest waanzinnige foutmeldingen die op een computerscherm kunnen verschijnen. Daar worden de meeste mensen niet vrolijk van. Overwerkt en afgestompt pendelen ze tussen hun werkplek en het koffieapparaat en bouwen zo aan hun reputatie van autistische, monomane vakidioten op zoek naar hun verloren leven. Die onaanspreekbaarheid draagt niet bepaald bij tot hun populariteit in het bedrijf. De IT-er is een eenzame ziel die lange dagen klopt en op elk moment van de dag moet klaarstaan om her en der brandjes te blussen ontstaan door een schrijnend gebrek aan investeringen. De dagen dat dit zielige lot gecompenseerd werd door een aantrekkelijk salaris liggen ondertussen al een tijdje achter ons. Voor elke Vlaamse IT-er staan er drie piepjonge Indische knapen in de rij die voor een Amerikaanse koelkast en een breedbeeld-televisie zijn job willen overnemen. Met dat zwaard van Damocles gaat de IT-er door het leven. Zijn enige hoop bestaat erin zo snel mogelijk van baan te veranderen. Daarom staan IT-ers bekend als job-hoppers, ze vluchten alsof hun leven er van afhangt zodra zich een mogelijkheid aandient om na vele omzwervingen uiteindelijk toch een echte baan te pakken te krijgen. Een job met mensen. De enige echt succesvolle IT-er is de IT-er die erin slaagt zich uit zijn giga-dwangbuis te bevrijden. Mij zal je dus geen kwaad woord horen spreken over de meid die kiest voor een job als kapster of logopediste of beter nog, de blondine die een steenrijke grijsaard met hartproblemen aan de haak probeert te slaan. Alles beter dan de terreur van de 'ordinateur'. Computers zijn slechts leuk voor even, mensen boeien voor het leven !
Het is me toch wat met dat songfestival. Hoe kan een mens nu uit zulk een bont allegaartje een weloverwogen keuze maken. Een rapper, een metal zanger, een Spaanse schone, als het nu nog het begin was van een mop, tot daar toe, maar nee, het zijn stuk voor stuk wanna-be Sandra Kims. Dat is dan ook zowat het enige dat ze gemeenschappelijk hebben. Stel je voor dat er morgen een race zou georganiseerd worden op het circuit van Zolder en aan de start verschijnen achtereenvolgens een Lamborghini Diablo, een Nissan Micra, een Brabants trekpaard en twee blowende Rasta Fari's op een versleten tandem, dan zou iedereen zich toch een breuk lachen. Niets daarvan bij Eurosong 2006, daar vergelijkt men zonder problemen appelen met peren en slaagt er ondertussen nog eens in het kaf van het koren te scheiden. Bij zulk een absurde taak hoort een al even absurde methode. Men neme een lastig karakter, een lesbische bosnimf, een schijnbaar eeuwig krimpende presentator en een Ierse bard en laat deze uitgebreid orakelen. Daarmee werpt de borderline-populatie van het Europubliek zijn gewicht in de schaal. Veel te veel gewicht natuurlijk, het is een wetenschappelijk omomstootbaar feit dat de hoofdmoot der Europeanen ze wel goed op een rijtje hebben in hun bovenkamer. Daarom wordt ook u om uw mening gevraagd. De Donna luisteraar, de Radio 2 fanaat, de TV1 kijker, ja zelfs de heren en dames van de schrijvende pers mogen zich over de prangende vraag buigen welke artiest de kleuren van ons land best kan vertegenwoordigen in Athene. Met als resultaat, vanzelfsprekend een winnaar die noch vis noch vlees is, een Lamborghini chassis met een Micra motor afwisselend bestuurd door 2 rasta fari's met oogkleppen op. Probeer zo maar eens te winnen !
"Branden als een Deense ambassade." Die uitdrukking zou ik graag opgenomen zien in de volgende editie van de dikke Van Dale. Ok, het is nog wat vroeg, tot nu toe zijn er nog maar twee gebouwen afgefikt, maar ik heb zoveel vertrouwen in de brandstichtende capaciteiten van het zootje ongeregeld dat zich als religieuze hooligans op Deense eigendommen stort, dat ik vermoed dat dit slechts het begin is van een vurige soap. Als wij nu allemaal vanaf morgen de voorgestelde uitdrukking bezigen bij iedere uitslaande brand dan zal de redactie van Van Dale snel door de knieën gaan. En worden de huidige wantoestanden deel van ons Nederlands taalerfgoed. Vanzelfsprekend verdient het gezegde een vermelding onder het lemma 'branden' en 'ambassade'. Persoonlijk echter ben ik er voorstander van de uitdrukking ook in de vertaalwoordenboeken Nederlands-Arabisch op te nemen, nog het liefst onder het lemma 'een'. Eens je als uitdrukking in een woordenboek terechtkomt geraak je er niet zo makkelijk meer uit. Iedere journalist op zoek naar pittige uitdrukkingen neemt bij gebrek aan inspiratie zijn toevlucht tot de dictionaire en brandjes zijn vaste kost in Vlaamse kranten. Ik geloof dat 'in lichterlaaie' zijn beste tijd wel gehad heeft, "Binnen de kortste tijd stond de schuur in lichterlaaie" wordt dan "Binnen de kortste tijd brandde de schuur als een Deense ambassade". Bekt best lekker, niet ? Ik zie het zo voor me, we schrijven 2030, in Antwerpen zit een moeder van Marokkaanse origine met haar negenjarig zoontje Ali aan de keukentafel. Ali leest de krant, want dat is goed voor zijn woordenschat heeft zijn 'meester' hem gezegd.
Ali: mama ? mama: ja , jongen ? Ali: mama, wat is een ambassade ? mama: een ambassade ... wel, dat is een soort huis met allemaal mensen erin die hun land in het buitenland vertegenwoordigen. Marokko heeft bijvoorbeeld een ambassade in Brussel die Marokko in België vertegenwoordigt. Ali: Dan begrijp ik het niet . . . mama: wat dan jongen ? Ali: Mama, hier staat: het huis brandde als een Deense ambassade, wat bedoelen ze daarmee, mama ? mama: Dat het in lichterlaaie stond, jongen. Ali: Ja, maar, dat staat er niet, er staat : als een Deense ambassade. mama: lees nu maar verder jongen ... Ali: maar mama, waarom een Deense ambassade, en niet een Marokkaanse of een Chinese ? mama: ach jongen toch . . . Ali: branden Deense ambassades dan harder dan Marokkaanse mama . . .?
Ik mag niet klagen over mijn gezondheid. Af en toe een griepje en elke winter een stevige verkoudheid, erger bleef me tot dusver bespaard. Ziekenhuizen ken ik enkel als bezoeker. Hopelijk blijft dat nog jaren zo. Maar mocht ik ooit wat ernstigs mankeren dan gaat mijn voorkeur uit naar een knappe brunette, ongeveer één meter zeventig met een warme stem, indien mogelijk met een limburgse tongval. Als verpleegster bedoel ik. Wie echter zo kieskeurig is, schijnt jaren op voorhand te moeten reserveren en zelfs dan nog geeft men geen garanties, heb ik van horen zeggen. Ziekenhuizen zitten immers ernstig om verpleegsters verlegen. Met allerlei speciale voordelen proberen ze mekaar personeel af te snoepen. Vandaag nog organiseerde het AZ van Jette een jobbeurs op zoek naar zeventig verpleegkundigen. In de magere economische tijden waarin we nog steeds vertoeven, zeker op het vlak van werkgelegenheid, vallen dit soort berichten enorm op. Hoe kan het toch dat er nog steeds niet genoeg mensen gevonden worden om deze jobs in te vullen ? Zijn de Vlaamse werklozen dan werkelijk lui ? Herschool je tot verpleger en je bent verzekerd van vast werk, dat lijkt de boodschap. De waarheid is, zoals zo vaak, een stuk complexer. Het probleem wordt namelijk van de verkeerde zijde benaderd, 't is te zeggen langs de voorkant. Het ontbreekt de hogescholen immers niet aan studenten verpleegkunde, aan idealistische jongeren die zich willen inzetten voor hun zieke medemens is er voorlopig geen gebrek. Het probleem situeert zich aan de achterkant. De ziekenhuizen hebben te kampen met een niet aflatende uitstroom van witte kielen. Elk jaar geeft tien procent van de verpleegkundigen er de brui aan, met als resultaat een gemiddelde loopbaan van ongeveer tien jaar. De verpleegkundigen zijn de straaljagerpiloten van de gezondheidszorg. Dag na dag, moeten ze presteren onder druk. Zowel fysiek als psychisch is verplegen een harde stiel, waar men dat begrip zachte sector vandaan haalt heb ik nooit begrepen. Tel daarbij het werken in shifts, inclusief de nacht, het werken op zon- en feestdagen, een gesel voor een acceptabel familieleven, en je begint te begrijpen waarom deze mensen vaak zo snel zijn opgebrand. De jobbeurs in Jette richtte zich op afgestudeerden en laatste jaars. Voor hen, nog steeds overwegend meisjes, is het reeds te laat, zij hebben reeds voor het vak van verpleegkundige gekozen. Ik wens ze alle succes. Inderdaad, zij zullen het niet moeilijk hebben een baan te vinden, wat niet vanzelfsprekend is vandaag de dag. Toch zou ik de jeugd afraden zich door deze rooskleurige vooruitzichten te laten beïnvloeden bij hun beroepskeuze. Tot voor een paar jaren kloeg men steen en been over het tekort aan leraren, en wat te zeggen van de oneindige vraag naar IT-ers die ooit werd voorspeld . . . Op de arbeidsmarkt kan alles snel veranderen. De gezondheidszorg bestaat bij de gratie van de overheid. Vergrijzing of niet, als de staat het geld niet heeft voor meer ziekenhuisbedden, dan komen die bedden er niet, zo simpel is dat. Dus, als een meid van 18 mij morgen recht in de ogen kijkt en me om een studieadvies verzoekt " dan zal mijn antwoord zeker niet "verpleegkunde" luiden, tenzij het een brunette betreft van 1 meter zeventig met een limburgse tongval , maar dat is een privékwestie.
Balkenende. Van de naam alleen al krijg ik het zuur. Politiek kan grijs zijn, maar dit is de kleurloosheid ten top. Elk volk krijgt de leiders die het verdient, luidt het bekende aforisme. Ik waag het te betwijfelen. Zelfs voor de Nederlanders is deze straf te zwaar. Eén en slechts één man draagt de verantwoordelijk voor het kabinet Balkenende. Zijn naam: Volkert van der G. De moordenaar van Pim Fortuyn veroorzaakte met zijn misdaad de ernstigste politieke instabiliteit in de recente geschiedenis van Nederland. En daar was plots Jan-Peter Balkenende, een oncharismatische, grauwe droogstoppel zonder weerga, net wat de bange Hollanders toen dachten nodig te hebben. Links kreeg de schuld van al wat verkeerd ging in Nederland -de vele vette jaren onder de kabinetten Kok bleek iedereen al weer vergeten - en verhuisde naar de oppositie. Rechts greep de macht. Met allerlei schone beloften konden de Christen Democraten en de Liberalen het zieltogende D66 verleiden om hen aan een meerderheid te helpen. Sindsdien wordt met D66 gesold dat het om te huilen is. De gekozen burgemeester, een D66 eis is er nog steeds niet, met het referendum vlot het ook al niet. Onderwijl voerde het kabinet allerlei harde rechtse hervormingen door, die door het ooit als 'progressief' bestempelde D66 aan een meerderheid in het parlement werden geholpen. Het kabinet Balkenende heeft de mond vol over "eigen verantwoordelijkheid", eigen verantwoordelijkheid voor de werklozen, eigen verantwoordelijkheid voor de werkonbekwamen . . . Maar als het Afghanistan betreft dan vervalt die eigen verantwoordelijkheid. Dan zijn het niet de Afghanen zelf die hun problemen moeten oplossen. Neen dat zullen 'onze jongens' van de luchtmobiele brigade wel even fiksen. D66 vond het idee maar niks. Ze dreigden met een regeringscrisis. Want in de provincie Uruzgan waar Balkenende zijn militairen naartoe wou sturen zouden de Nederlanders helemaal niet aan de aan het Nederlandse volk voorgespiegelde heropbouw toekomen, aldus D66. Uruzgan is het thuisland van de Taliban, een onherbergzaam gebied waar de Amerikanen een keiharde strijd voeren tegen de volgelingen van Mullah Omar. D66 vreest dat de Afghanen niet het verschil zullen zien tussen de deuren intrappende Yanks en de scholen bouwende Nederlanders. D66 werd genegeerd. De PVDA hielp het kabinet aan een wisselmeerderheid. D66 blijft in het kabinet alsof er niks gebeurd is, doodsbang als ze zijn voor het oordeel van de kiezer. Om het Nederlandse volk te overtuigen van de noodzaak van de 'vredesmissie' werd het overspoeld met idealistische argumenten voor de missie in Uruzgan. Men zou er de democratie gaan vestigen , scholen bouwen en wat blijkbaar als summum van humanitaire verwezenlijking wordt gezien, men zou ervoor zorgen dat de meisjes naar school zouden kunnen gaan. Hallo, meneer Balkenende, heeft u zich al eens de vraag gesteld of de Afghaanse bevolking dat wel wil ? Zitten deze mensen wel te wachten op democratie ? Zijn scholen wel hun grootste bekommernis ? Op basis van wat ik gehoord en gelezen heb over Uruzgan weet ik wel zeker dat vaders daar hun dochters niet willen zien vertrekken naar een school. Je kan een volk niet opleggen wat het absoluut niet wil, hoe goedbedoeld ook. De Nederlanders zullen zich in Uruzgan niet bemoeien met de papaverteelt, dit om te vermijden dat er conflicten ontstaan met de lokale bevolking, maar ze zullen er wel over berichten aan de Afghaanse regering, die wel de opiumproductie bestrijdt. Denkt men in Den Haag nou werkelijk dat Afghanen achterlijk zijn ? Nederland is geliefd in Washington, alleszins meer geliefd dan ons landje. Voor die goede relaties zijn ze bereid zware offers te brengen. Zeer zware offers. Bloedoffers. Arm Nederland . . .
Het is nu tien jaar later. Ik zit aan tafel met twee van haar achterkleinkinderen. Het is Lichtmis en we eten pannekoeken. Tien jaar na die dag. Toen de telefoon rinkelde en de gespannen stem van mijn oom aan de andere kant me zei 'dat het niet goed ging met oma en dat mijn vader zo snel mogelijk naar het bejaardentehuis moest komen.' Een mens wordt geboren als een verzameling scherven en lijmt zich een weg door het leven. Op zoek naar het beeld dat hij in zichzelf vermoedt. De meeste dagen heeft dat plakwerk meer weg van een geklieder met splinters dan het samenstellen van een kleurrijk mozaïek. Die dag was geen splinterdag. Die dag, aan de telefoon met mijn oom, toen ik zei: "Ze is dood, hé." "Ja", zei hij, "ze is dood." Verder herinner ik me niks meer van het gesprek. Waarom zou ik ? Alles was gezegd. Er was geen weg terug. Niet voor haar, niet voor mij. Het laatste restje kind in mij is toen met haar gestorven. Nog vijftien minuten zou het duren, vooraleer mijn vader thuiskwam van zijn werk. Vijftien minuten, zolang nog zou mijn vader zoon zijn. Om daarna, voor altijd alleen achter te blijven. Hoe dood je iemands moeder ? Hoe dwingt een mens zich om een ander zoveel leed te berokkenen ? Ik weet niet hoe, ik weet niet met welke woorden, maar ik heb het gezegd. Mijn stem zal voor altijd zijn bitterste herinnering vertolken, in door mij vergeten woorden. Ze was een lieve oma, een ouderwetse oma, die taarten bakte en pannekoeken, die haar kleinkinderen voorzag van stapels handgebreide sokken, sjaals en truien. Het was een oma die zich, wanneer ze uit dansen ging, beperkte tot één enkel glaasje citroenlimonade om dan de rest van de avond haar handtas vol te proppen met kauwgom, zakjes chips en chocoladerepen, die ze de volgende dag als manna over haar kleinkinderen liet nederdalen. Zulk een oma had ik. Ik heb nog een oma. Die moet ik snel eens opzoeken.
We love you, Ye, Ye, Ye. We love you, Ye, Ye, Ye. We love you, Ye, Ye, Ye.
Ik vind Chinezen tof, en vooral dan Zheyun Ye, die speelt nooit op de bof, want zijn vriendjes helpen mee. Van in Timboektoe, tot op de toppen van Tibet Zelfs bij de Zoeloes wordt er op La Louvière gewed !
Hij geeft een match cadeau, geen haan die er naar kraait, en gokt op de Toto, waarna hij centjes graait. Van in Timboektoe, tot op de toppen van Tibet. Zelfs bij de Zoeloes wordt er op La Louvière gewed !
We love you, Ye, Ye, Ye. We love you, Ye, Ye, Ye.
Toen kwam de arm der wet, en 't voetbal was gered.
Een tijdje ging het goed, maar jij ging wat te ver. Nou wacht je de petoet, en daalt ze weer, je ster. Van in Timboektoe, tot op de toppen van Tibet. Zelfs bij de Zoeloes wordt er op La Louvière gewed !
We love you, Ye, Ye, Ye ! We love you, Ye, Ye, Ye !
Toen kwam de arm der wet, en 't voetbal was gered. Toen kwam de arm der wet, en 't voetbal was gered. Toen kwam de arm der wet, en 't voetbal was gered.
Die arme Denen toch. Ze geraken hun melk niet meer kwijt, omdat de moslimwereld van zijn melk is. Bron van alle commotie zijn een dozijn cartoons gepubliceerd in een krantje in Denemarken, spotprenten waarin de draak wordt gestoken met de profeet Mohammed. Het zal een tiental dagen geleden geweest zijn dat ik voor het eerst wat las over deze affaire, in Extrabladet.dk, een Deense internetkrant die -dat zeg ik voor de ware liefhebber- haar sterkste artikels op bladzijde 9 publiceert onder de rubriek "side 9 pigen". Het verhaal leek me toen nog te dun om er in een blogje aandacht aan te besteden. Het ging uiteindelijk maar om twaalf krabbels uit het land van Hans Christian Andersen. Een griezelig sprookje dat zoals alle sprookjes goed zou aflopen, zo dacht ik. Waren het nu illustraties geweest bij een vernieuwde Deense catechismus of de bijbel, dan had ik me wel vragen gesteld, maar de 'Jyllands-Posten' ? In een ver verleden heb ik me eens doorheen de Koran geworsteld en ik herinner me nog goed hoe ik vaak grote ogen trok bij de liefdeloze taal waarmee andersgelovigen daarin bejegend werden. Daar kon ik echt niet mee lachen. Toch trok ik de straat niet op om er de Saoedi-Arabische vlag te verbranden. Ik kon het 'relativeren', een woord waarvoor in toekomstige Arabische woordenboeken wat mij betreft gerust een volledige pagina mag worden uitgetrokken, alsook voor het Arabische equivalent van ons gezegde 'iets met een korreltje zout nemen'. Gelukkig vertoeven er op onze planeet ook een heleboel Moslims die wel kunnen relativeren, zoals die man uit 'Man bijt hond' die zich beperkte tot een "Ik vind dat niet grappig" maar duidelijk niet van plan was om er verder nog een seconde van zijn kostbare tijd aan te verspillen. De enkele cartoons die ik zelf gezien heb vond ik van een pover niveau. Maar ik verdedig desalniettemin het recht van de auteur om ze te tekenen en ze te publiceren. Ook een humorist zonder inspiratie mag zich beroepen op de vrijheid van pers en meningsuiting, net als de 'pigen van side 9' in extrabladet.dk, overigens. Van een even bedenkelijk niveau vond ik het verbranden van de Deense vlag door protesterende moslims. Daarmee beledigen en intimideren zij het Deense volk, gewone mensen zoals u en ik die met de zaak bijzonder weinig te maken hebben. Waarom eist de moslimwereld geen recht op antwoord in de 'Jyllands-Posten' ? Ik kan me moeilijk voorstellen dat de redactie van die krant dat zou weigeren. Voor alle duidelijkheid, ik gun de boze moslim zijn vlagverbranding. Dat hij in dit geval zijn pijlen de verkeerde richting uit schiet neem ik op de koop toe. De vrijheid van meningsuiting is een zwaargewicht onder de principes van de democratie. Onze democratie en die van de Denen. Met het democratisch gehalte van vele Moslimlanden is het veel minder goed gesteld. Laten we een gedachtenexperiment uitvoeren. Stel: Alex schaft zich morgen een Belgische vlag aan en steekt die voor het oog van zijn buren in de fik. Wat zou er gebeuren, denkt u ? Misschien belt er iemand de brandweer. Hier en daar iemand die met de wijsvinger tegen de slaap tikt, een commentaar genre "Ik vond het altijd al een rare, maar nu denk ik dat er echt een paar los zitten in zijn bovenkamer" . . . En wat zou er gebeuren met een moslim in Saoedi-Arabië of de Palestijnse autonome gebieden als die hetzelfde deed ? Ik zou zeggen, don't try this at home, dear Ali, want wat u ook van mij moge denken. Ik houd van u !