We
zitten in de laatste rechte lijn richting gemeenteraadsverkiezingen. Je
kan het aan van alles merken, de geestdrift waarmee politici zich in de
kijker proberen te werken, propagandistische lectuur die zich nestelt
tussen uw reclamefolders, Siegfried Bracke die weer helemaal opleeft.
Nog zo'n typisch electoraal fenomeen is de smoeltjesparade, een bonte
verzameling van vertrouwen en dynamisme uitstralende posterkoppen, stuk
voor stuk tuk op een plekje in de gemeenteraad. Wat naar nou voor die
strevers dat het aantal zitjes daar beperkt is. Ze moeten er voor
vechten, een stoelendans met bijzonder veel gegadigden en schaars
zitmeubilair. Daar hoort fanfare bij, een kakafonisch blazersgezelschap
dat vooral uitblinkt in het om ter langst éénzelfde noot aanhouden, van
contrapunt hebben de gelegenheidsmuzikanten weinig begrepen, het gaat
er hen vooral om ons met tuitende oren te begiftigen, mogelijke schade
aan de trommelvliezen zal hen worst wezen, als het trommelvlies maar
scheurt op hun frekwentie is het al lang goed. Wat zonde toch dat
allegorieën niet meer dan uitgewerkte zinnebeeldige voorstellingen van
een zaak zijn, anders zouden een paar op maat gefrabiceerde oordopjes
ons geheel resistent maken tegen de heersende verkiezingskoorts. Helaas
geeft de lokale politieke klasse er de voorkeur aan ons te overdonderen
met visuele muzak, een wirwar aan foto's met rugnummer die zich langs
Vlaamse wegen aan ons opdringen. Een beeld zegt immers meer dan duizend
woorden en je kan je er veel moeilijker aan onttrekken. Probeer die
oordopjes maar eens in je ogen te proppen. Of beter, probeer het vooral
niet, want dat is nog stukken gevaarlijker dan gsm-en, als chauffeur,
laverend door de dorpskom. Ja, ze hangen overal, onze toekomstige
bestuurders, waar vroeger een biermerk mij vertelde dat het eigenlijk
geen reclame behoefde, want als man wist ik zelf wel waarom, daar
hangen nu de burgemeesters. Hoe zou het trouwens Sabrina vergaan zijn ?
Sabrina, het stijlrijk silhouet dat symbool staat voor een erotisch
centrum, ergens hier in de buurt. Dat symboliseren doet ze uitstekend
gelegen, 't is te zeggen, schuin tegenover de kerk, zodat de brave
mannen er hier elke zondag fijntjes aan herinnerd worden waar het
lichaam verwend wordt eens ze met gezuiverde geest door de pastoor
wandelen zijn gestuurd. Niet dat de manschappen hier zich tot zulke
duivelse uitspattingen zouden laten verleiden. In dit dorp doen we daar
niet aan mee. Het hangen van Sabrina heeft louter tot doel het
doorgaand verkeer tot lustverkeer aan te zetten. Dit dorp is een
doorrijddorp. Dit dorp dient slechts de kerk. Sabrina kan er enkel te
biechten gaan, rok graag tot onder de knie.
Gegroet
lezer, treed binnen, zet u. Verschoning dat ik met volle mond praat. U
treft me midden een warme- melk-met-chocolade-moment. Daar was ik echt
aan toe. De vaak wil me vroeg vloeren vanavond. Ik heb besloten mij
schrap te zetten. Waarom dan warme melk gedronken ... ? Tja, probeer je
reep maar eens week te krijgen in koude pap. Zoveel geduld kan ik niet
opbrengen. Eén voor één gaan ze in bad, de chocoladeblokjes. Een
secondje of vijf, dat volstaat. Dan een koffielepelritje naar het
voorportaal van mijn spijsverteringsstelsel, waar ze zich volledig
laten gaan, tot genoegen van mijn smaakpapillen. Daar kikkert een
blogger van op, zodat ik u nu kond kan doen van wat mij vandaag
allemaal overkwam, zijnde, niets. Een heerlijk, hartverwarmend niets
met name. Niets dat in het oog sprong, niets dat mij tot tranen toe
bewoog, niets dat mij voor eeuwig bij zal blijven. Het was een zondag
zonder meer. Zonder nucleaire rampen, zonder tranentrekkende mystieke
ervaringen, zonder tweede regenboogtrui voor Tommeke. Een zomerse
zondag zoals zovele. Ik at, dronk en defeceerde, vier keer,
onophoudelijk en éénmalig, voor de statistici onder u. Dat is, tot op
heden, met nog een kwartiertje 24 september 2006 te gaan. Op éénvoudig
schriftelijk verzoek ben ik gaarne bereid u de eindstand mede te delen.
Wie of wat mij dan zo vermoeide dat ik mijn toevlucht moet nemen tot
theobromine ... Een chatster, ééntje van de vrouwelijke soort dus, die
mij verwende met woordjes als 'spitant' , 'rododendron' en
'achteruitkijkspiegel', warme melk voor Alex' chocolade. Ik poogde nog
te riposteren met een allitererend 'paard en prins' en een rijmend
"lichtgewichtnicht", maar niets kon nog baten. Zo omstreeks vier uur
vanmorgen liet ze me zitten, smeuïg als een Cécémel van het betere
merk, pruttelend als een bolognaisesaus op een Leuvense stoof. Dat zijn
behoorlijk uitputtende praktijken voor een blogger zonder
uithoudingsvermogen. Zeker als die zich daarna slechts vijf uurtjes
gunt om te stollen. Gelukkig bracht de dag dus niets.
Ziet u hier staan, onnozelaar met uw artistiek montuur, uw pak van C&A couture en uw ééndags stoppelbaard, die Wim te zijn alleen om haar.
Omdat zij sinds die helse nacht, alleen nog naar zijn pijpen smacht te dansen, heeft zij mijn ganse aard verkracht, ze wil me slijpen naar zijn beeld, ik kan slechts doen wat zij beveelt, ik laat me stansen.
Tot ware Wim word ik gesmeed, tot op mijn slip word ik verkleed, ik moet zijn monologen leren, 's mans rare loopje imiteren. Zijn poëzie ken ik van buiten compleet met Wimse stijl van uiten.
Ja, zelfs als wij des nachtens vrijen, mag 'k mij niet als mezelf vermeien, want 't vrouwtje is pas echt content, als ze op zijn Helsens wordt verwend. Ik weet dat ze niet mij bemint, alleen van hem wil zij een kind. ach, kon 'k haar goud maar zelf ontginnen, maar zonder muts raak 'k niet meer binnen.
Zeg nu nog eens dat je van gokken niet rijk wordt ? Sheldon Adelson
bewijst het tegendeel. Hij katapulteerde zich al gokkend naar de derde
plek in de Forbes 400 , het rijkeluizenlijstje van het bekende
Amerikaanse tijdschrift. Adelson zette al zijn geld in op het vakje '
de mensen zijn stapel' en won. Twintig miljard dollar staat er al op
zijn teller, dan mag je met recht van 'het groot lot' gewagen, me
dunkt. De superpot die hij mocht binnenrijven dankt hij aan zijn
spelende medemens, die het gokken niet kan laten. En dat terwijl we
allemaal verdomd goed weten dat je statistisch gezien gegarandeerd
wordt geplukt. Kansrekening kan ons blijkbaar gestolen worden. Wij zijn
wezens van vlees en bloed, niet van statistiek. We klampen ons vast aan
dat waterkansje, die zeldzame speling van het lot die ervoor zal zorgen
dat wij ons een pauwenkleed kunnen shoppen met de uit de kont gerukte
pluimen van die andere waterkans-believers. Dom hè ! En toch doen we
het, met z'n miljoenen. We maken ons wat wijs.. Bijvoorbeeld dat er één
of ander goed doel is dat wint bij ons verlies. We maken ons wat wijs.
Kijk maar naar de Lotto. Ze sponsoren een wielerteam van
pillendraaiers. Die gasten verdienen kleerkasten van huizen. En leg me
eens uit wat het maatschappelijk nut is van de Memorial Ivo Van Damme
en waarom de Nationale Loterij de opwarmingskosten betaalt van het lijk
dat "F.C. De Kampioenen" heet ... Nog zo'n kirrewiet idee: de gedachte
dat dat gekruis, gekrab, geroulette en ge-éénarmig-bandiet ons
nauwelijks wat kost, dat het om klein geld gaat. Een miljardenbusiness
is het ! Of hoe dacht u dat Adelson aan zijn fortuin is geraakt ? Neen,
als uw hart op de goede plek zit en u wil dat tonen, gaat uw gang, maar
passeer dan beter niet langs de kassa van de Nationale Loterij. Aan
goede doelen geen gebrek. Kies er ééntje, desnoods door lottrekking als
u echt niet zonder kan, en laat uw portemonnee de naastenliefde
bedrijven. Verwater uw goedheid niet met nutteloos gekrab. En als u
denkt, ik heb geld teveel, laat ik de economie een beetje stimuleren
met een avondje geldverspillen in het casino. Ach, blijf toch lekker
thuis. De wereld draait ook zonder roulette en het croupierschap mag
dan wel in een bijzonder schoon kostuum worden uitgeoefend, de
maatschappelijke relevantie van het beroep ontgaat me tot op heden.
Besteed uw speelgeld aan een nobeler streven. Sponsor een
blindegeleidehond of koop kommetjes soep voor daklozen en dichters. Zij
zullen uw warmte ten zeerste waarderen.
Buizerds denken niet, dacht ik. Dus dacht ik voor hem of haar daarboven, die glijdend kwam vanuit het noorden.
Wat
een heerlijke dag voor een zweefvlucht. Blij dat ik een buizerd ben en
geen konijn, een egel, of erger nog een mens. Kijk daar heb je er twee.
Bedrijvig als altijd. Immer denkend aan later. God, wat heb ik
kompassie met die beesten. Zie ze zwoegen, slepend met takken, stammen
verzagend, verzamelend, stapelend. Geen grotere hel dan een
mensenleven. Volop zomer en ze lopen al met winter in hun kop. Die twee
zijn niet meer te redden. Gaf de schepper ze vleugels, ze zouden zich
diezelfde dag nog plukken om er hun hoofdkussen mee op te vullen. Welk
een triest bestaan werd hen toch toebedeeld. Zal ik even voor hen
bidden ? Later ... misschien. Beter nog wat klimmen, lijkt me, een
rondje of tien. Of elf, wat zou het ; mij kost het niets.
Hier radio België, ici radio Belgique, hier radio België, ici radio Belgique ...
Ontwaakt,
o trots volk der Belgen, ontwaakt toch uit uw lethargie. Ons land wordt
overrompeld en wat doet u ? Niets ! U staat daar maar te koekeloeren.
Is dan alles voor u slechts een spel ? Wordt het u niet zwaar ten moede
als u vreemde uniformen door onze straten ziet marcheren ? Ze zeggen
dat ze hier komen om vrede te stichten ; wel, ik vraag u: "Zag u hier
dan oorlog ? Neen, toch ?" Zij zijn het, die hier gewapend ons
grondgebied betreden, zogezegd in samenspraak met onze krijgsmacht, o
soepel is het woord van slangengebroed. Laat u niet misleiden,
landgenoten. België wordt onder de voet gelopen, bezet, geknecht. Gaan
wij dit zomaar laten geschieden ? Zullen wij het grondgebied waarvoor
zoveel onzer voorvaderen hun aderen hebben leeggebloed zonder één daad
van verzet aan de agressor prijsgeven ? Neen, dat zullen wij niet. Zulk
een lafheid past ons niet. Want wij zijn Belgen. Dit volk laat zich
niet knechten, dit volk buigt niet voor de dreiging van het zwaard. Dit
volk verzet zich. Met al wat het aan kracht in zich draagt, verzet dit
volk zich. Tegen iedere vreemde mogenheid die meent zich toe te mogen
eigenen wat onvervreemdbaar ons toebehoort: onze schone steden, ons
gulle akkerland, onze uitgestrekte wouden. Ja, weent gij maar een
wijlen, rechtschapen burger , plengt bittere tranen om de vernedering
die wij thans moeten verduren. Uw verdriet is oprecht, uw hart zuiver.
Maar verlies u niet in eeuwige droefheid. Treurnis heeft nog nooit een
land bevrijd. Dus droog nu uw tranen en vul uw hart met toorn. Verklaar
de oorlog aan het defaitisme. Zoekt gelijkgezinden. Observeer uw
vijand. Beschimp hem, besluip hem, vernietig hem. Drijf hem tot
wanhoop. Nog is de strijd niet gestreden. Nog is België niet verloren.
Wat een vreemd beestje toch, het geheugen. Hoe vaak overspoelt het
je niet met herinneringen waarvan je het bestaan niet meer vermoedde.
Om je even later boosaardig in de steek te laten. Het mijne vertoont
psychopathische trekjes. Het maakt mijn dromen tot een hel met immer
weerkerende nachtmerries, gebaseerd op waar gebeurde feiten, lichtjes
aangedikt, natuurlijk, de vrolijke fragmenten worden genadeloos
weggeknipt. Ik ben mijn geheugen niet, als dat nog bewijs behoefde.
Overdag vervolgt het booswicht zijn slopingswerk door me te pas en te
onpas voor schut te zetten. Wat was alweer de naam van die zangeres van
dat liedje ? Welk liedje ? Wel, dat liedje dat vroeger nog gezongen
werd door die chansonnier, die kerel met zijn afzichtelijk smoelwerk
waar voortdurend de zweetdruppels van af rolden, alsof hij een
sneeuwpop was die zich tot smeltwater bloosde, vervuld van schaamte om
zijn potsierlijk reukorgaan. Af en toe vliegt de welbespraaktheid mij
als vluchtgraag plombeersel uit de mond, excuses hiervoor. Me baserend
op vulgariserende therapeutische beschouwingen heb ik besloten mij daar
niet langer tegen te verzetten. Met als gevolg dat ik voordurend op
zoek moet naar de spreekwoordelijke draad die mijn verhaal naar
constructievere oorden zou moeten voeren. Als u er op dit ogenblik ook
geen touw meer aan vast kunt knopen, dan hoeft u zichzelf hieromtrent
niks te verwijten. Wanorde nestelt zich bij voorkeur onder argeloze
hyperrationele schedelpannen, daar waar het terrein er nog ongeschonden
bijligt, zodat het zijn collega's van het chaotische ambacht groen kan
schilderen van jaloezie tijdens excursies door het smeulende
puinlandschap. "Niks geen in-de-schoot-geworpenheid ! Alles wat u ziet
is eigen werk, kameraden chaotisten. " Ook mijn schedelinhoud was ooit
een toonbeeld van ordentelijkheid. Flarden van die ongerepte tijden
weten zich tot op heden bij tijd en wijlen aan de censuur van mijn
kwelgeest te onttrekken en dompelen mij dan onder in een stroom van
nostalgie. Ik waan me weer even de trotse bezitter van een pepermunten
bovenkamer, met een vlijmscherpe focus, moeiteloos navigerend tussen
kristalheldere inzichten. Dit is hetzelfde ik niet meer. Dit ik, dat ik
nu meetors, dat mij verveelt met muffe gedachten, dit ik met de inertie
van een arduinen grafsteen, grijs en gebonden. Geef mij m'n jonge ik
terug, gij bouwmeester van het eeuwig verval, gij doodgraver van
levenslust, gij TIJD.
Kan iemand mij de kogel geven, en van dichtbij als u wil : Ik houd niet van wachten ! Hij hoeft niet eens van zilver te zijn. Een stalen pil zal even goed mijn pijn verzachten.
Kom, haal snel de trekker over, je haar zit goed. Zijn dat de schoenen die je droeg die zomerdag toen je me zalfde ? Let op dat er geen bloed op spat. Ben je zover ? Toe, schiet nou,kat, we hoeven niet vaarwel te zoenen.
Hang eens een acteur te drogen, bij voorkeur aan een klif.
Toen de oude Grieken nog jong waren, lang geleden dus, moesten zij het
stellen zonder televisie. Oude Grieken die nood hadden aan vermaak,
gingen naar het theater. Om er naar een toneelstuk
te kijken. Aangezien u allen, lezers van mijn blogje, over een meer dan
gemiddelde intelligentie beschikt, zal geen van u twijfels hebben over
de betekenis van het woorddeel 'stuk' in 'toneelstuk'. U weet dat er
niks aan de hand is met het toneel, het is niet gebroken of zo. En al
evenmin begrijpt u 'stuk' hier als een deel van een geheel. Het 'stuk'
in 'toneelstuk' is een op zichzelf staand geheel, met een begin, een
middenstuk en een slot. Waarna iedereen zich naar de foyer rept om zich
daar een stuk in zijn kraag te zuipen. Dan poepeloere de auto in, wagen
uit de bocht, stuk ! Dit allemaal enkel om u ervan te overtuigen dat je
geen genie moet zijn om te begrijpen wat we bedoelen met het woord
'toneelstuk'. Dat begrepen ook de acteurs uit de tijd van Euripides en
zij spraken niet eens Nederlands, een typisch Grieks trekje. Geen van
hen zou het ooit in zijn hoofd gehaald hebben om een toneelstuk ergens
halverwege te onderbreken en het publiek naar huis te sturen. 'Wordt
vervolgd' was in die tijd nog 'not done'. Met dat soort komedie zou het
oud-Grieks publiek namelijk niet gelachen hebben, een publiek dat
levend was en akelig nabij. De televisie zou dat allemaal veranderen.
'Televisie' betekent: kijken vanop afstand. Dat er een omgekeerd
evenredige relatie bestaat tussen afstand tot een slachtoffer en
empathie, dat kan iedere 1ste jaars student psychologie je vertellen (
zie Milgram experimenten). Dat verklaart wellicht het verschijnsel
'cliffhanger' , de vervelende gewoonte van scenarioschrijvers om het
publiek op zijn honger te laten. De held hangt aan een klif en als wij
willen weten hoe het verder gaat dan moeten we volgende week weer
kijken. Die held hangt daar echter niet alleen. Ook wij kijkers hangen
daar te bungelen. Ik noem dat folteren. " ...no one shall be subjected
to torture or to cruel, inhuman or degrading treatment ... ", zo staat
geschreven in de conventie van Genève. 'Klifhangen' past geheel binnen
deze formulering. Kan iemand a.u.b contact opnemen met Amnesty
International ?
Ik
heb geen ogen op mijn kont. Dat heeft zijn voordelen, bijvoorbeeld bij
het zitten en het dagelijkse toiletbezoek, maar het heeft ook nadelen,
het feit dat iemand je ongezien van achteren kan besluipen,
bijvoorbeeld. Zo 'n snoodaard moet dan wel heel behoedzaam te werk
gaan. Zodat je hem niet hoort. Want in tegenstelling tot ons
gezichtsveld, dat ongeveer 140 graden bedraagt, werkt ons gehoor over
de volle 360 . Gebruik makend van onze twee oren, die zich, als het
goed is, aan tegenovergestelde zijden van ons hoofd bevinden, kunnen
wij niet alleen te weten komen dat een belager ons besluipt, we kunnen
tevens aardig inschatten vanuit welke hoek hij dat probeert. Dat heet
stereo, inderdaad, zoals in 'stereoketen'. Wat had u verwacht, God is a
DJ. Eens de oorsprong van een geluid gelokaliseerd, wenden wij ons
hoofd naar de bron zodat we de situatie visueel verder kunnen
analyseren. De samenwerking horen-zien is een belangrijke pijler van
ons aandachtsysteem. Met geluid kun je dus aandacht trekken. De
krijsende kleuter weet het, de marskramer doet er zijn voordeel mee,
wanneer iemand op het punt staat een piano op zijn kop te krijgen,
roept de empathische medemens hem toe: "Hee, u daar, u loopt het risico
door een piano verpletterd te worden, gelieve daar rekening mee te
houden", of ook wel, " Hee !", als het neerstorten aanstonds te
gebeuren staat. Ook apparaten die onze aandacht willen maken gebruik
van geluid: de microgolfoven, de wekker, de gsm. Met dat laatste stukje
spitstechnologie is er echter iets bijzonders aan de hand. Het ding
spreekt de laatste tijd zo'n raar taaltje. Waar je van een wekker een
bepaald soort 'ring' kan verwachten en van een magnetron meestal een
'piep', gedraagt de gsm zich tegenwoordig als een overijverige
papegaai. Aan hoeveel ring-tones hebben we genoeg ? Het lijkt een vraag
à la ' aan hoeveel paar schoenen heeft een mens voldoende ?'. Dat lijkt
echter maar zo. De meeste mensen worden immers gelukkiger naarmate hun
assortiment schoenen groeit. Het marginale geluk (het extra geluk bij
een additioneel paar) neemt bij de meesten van ons echter snel af, zo
ergens vanaf tien paar, enkele uitzonderingen zoals Imelda Marcos niet
te na gesproken. Ik meen dat dat voor ring-tones toch heel anders ligt.
Ring-tones moeten immers een heel duidelijke betekenis met zich
meedragen. Iets als 'aandacht, aandacht, iemand probeert u te bereiken
via uw gsm'. Maar in gsmtaal klinkt dat tegenwoordig als 'kwaak, kwaak'
, 'toet, toet' of ' don 't you wish your girlfriend was hot like me ?
'. Nu zou dat geen probleem zijn als mensen hun gsm's enkel thuis
zouden gebruiken. Binnen die huiselijke context leveren dit soort
leukigheden geen verwarring op. Helaas is de gsm een typisch
meeneemding. Als uw medemens een claxonerende gsm hoort dan denkt hij :
hee, een claxon. Dat kan erg vervelend zijn, bijvoorbeeld als die mens
een taxi bestuurt die tegen hoge snelheid over de Brusselse ring raast.
Als een gsm zijn 'kwaak, kwaak' ten beste geeft, dan heeft zijn baasje
die boodschap wellicht onmiddelijk begrepen, maar als dat gebeurt op
het moment dat uw dierbaar familielid de oven inschuift ter crematie,
zal u dat wellicht niet erg op prijs stellen. Geluiden hebben een
betekenis. Respecteer die. Een hitje associeer je met de radio,
gegiechel met bakvissen, een laserpistool met science-fiction. Wie met
deze betekenissen gaat knoeien, vervuilt zijn omgeving met misleidende
boodschappen. Laat dus die 'ring' gewoon een 'ring'. Dan begrijpen we
elkaar. En het kost je geen cent !
Weet u hoe de Vaticaanse vlag er uitziet ? Nee ? Nou, dan zijn we
minstens met z'n tweeën want zelf heb ik er ook geen idee van. Ik zou
natuurlijk even kunnen google-en maar ach, waarom zou ik de moeite
doen. Mijn moslimbroeders zullen dat klusje wel voor me klaren. Het
resultaat van hun speurwerk verwacht ik dan één dezer dagen op het
journaal te zien. Als de Vaticaanse vlaggen bij bosjes de fik in gaan,
bedoel ik. Want logisch gezien mogen we ons daar toch aan verwachten.
Wat fijn voor de Denen trouwens. Eindelijk een land dat het brandend
stokje van hen wil overnemen. En eerlijk gezegd, als het om
Mohammed-pesten gaat dan is het Vaticaan daar ook een veel geschiktere
partij voor dan Denemarken. De katholieke kerk specialiseert zich
immers al eeuwen in psychologische oorlogsvoering , of hoe moet je hun
bekeerzucht anders omschrijven. Hele continenten heeft ze al
gehersenspoeld. Laat ze maar komen met hun heilig vuur, moeten ze daar
in Rome denken. Ons geloof is toch beter dan het hunne, want laten we
eerlijk wezen: "Toon me welke nieuwe dingen de profeet Mohammed heeft
gebracht, en je zal alleen slechte en onmenselijke dingen vinden, zoals
zijn gebod om het geloof met het zwaard te verspreiden." Dat zijn niet
mijn woorden - bespaar u de moeite, ik heb niet eens een vlag - het is
een citaat van ene Manuel II Paleologus, een Byzantijnse keizer van het
begin van de vijftiende eeuw. Dat deze man de Islam niet echt een warm
hart toedroeg hoeft niet te verwonderen. Hij voelde de hete adem van de
Turken in zijn nek. Constantinobel, de hoofdstad van het almaar
krimpende Byzantijnse rijk werd voortdurend door een moslimleger
omsingeld en uitgehongerd. Op zo'n manier maak je vanzelfsprekend geen
vrienden. Het Vaticaan, daarentegen is volgens mijn laatste informatie
nog steeds gehuisvest in het oerkatholieke Italië. De buikjes zijn er
rond, de Islam op veilige afstand. En toch vond Benedictus XVI het
nodig om de geschiedenisboeken in te duiken en de woorden van Manuel
enzovoort op te diepen. Dat mag, zelfs pausen hebben vrijheid van
meningsuiting. De vurige tongen krijg je er dan wel gratis bij. Een
economische boycot hoeft het Vaticaan overigens niet te vrezen. Wat zou
de mini-staat immers exporteren, missionarissen ? Ach, die heerschappen
waren in moslimlanden toch al niet in trek.
Ze
zeggen dat het personeel er uitgezogen wordt ... nou, geloof me, dat
valt reuze mee. Elke keer ik er Martha zie zit ze weer een liposuctie
verder af van haar streefgewicht. In 'den A***' werken stimuleert
kennelijk de appetijt. Wat wil je als je jezelf dag in dag uit moet
verweren tegen de verlokkingen van suiker en vet aan absolute
bodemprijzen. Als ik haar huisarts was, adviseerde ik haar prompt van
baan te veranderen, iets in de non-food zou haar ongetwijfeld beter
liggen. Maar vanuit mijn rol als klant vind ik haar top. Ze zal me
altijd in haar rijtje vinden. Van haar hoef ik geen afkeurende blikken
te vrezen. Al plof ik hele kartons choco-mousse op de lopende band, al
maak ik op mijn eentje de hele aandeelhoudersgemeenschap van 'R****
Cola' gelukkig, ze geeft geen kik, mijn Martha. Ook gisteren niet, toen
ik mezelf met een nogal éénzijdig dieet van gefrituurde
aardappelschijfjes bij haar kassa aanbood. Ze weet hoe het is, Martha.
En nochtans ben ik geenszins van het ronde type. Met mijn 1,75 m in
combinatie met 59 kilo heb ik meer weg van een leeglopende tube dan van
een Michelin-manneke. Dat komt omdat ik niet in 'den A***' werk. En
omdat ik een strategie heb, een onfeilbare aanpak die ik 'tantrische
snacks' doopte. Het komt erop neer dat ik mijn vreetdrift zo lang
mogelijk onderdruk. Weken, zelfs maanden kan ik dat volhouden. Kijken
mag, maar aankomen is taboe. Tot ik op het punt sta uit te barsten. Dan
wip ik op mijn fiets en spoed me naar 'den A***'. Ik vind mijn weg er
blindelings. Een dealer heb je er niet nodig, je kan je favoriete stuff
zomaar uit de rekken graaien. Aan 15 cent voor een shot
aardappelschijfjes met zout kan zelfs de armste stumperd zich een
overdosis veroorloven. Die overdosis werk ik dan 'contre le montre'
naar binnen. De effecten laten zelden lang op zich wachten. Een dijk
van een indigestie. Hoera ! Alex propt zich vol met chips --> Alex
kampt met maagkrampen ----> Alex met een emmer op de plee. Mijn
conditionering weer helemaal op peil. Het werkt altijd. En het is nog
spotgoedkoop ook , met dank aan 'den A***' !
Sluit de tent, de boer is los, hij stuift over zijn grond, en spreidt er met zijn stalen os, het werk van menig beestenkont, de neus wordt weer verwend.
Het arme gras wordt vetgemest met zeeën van nitraten de tuingenieter weggepest, hij dient met dichtgeknepen reukorgaan, zijn lustoord te verlaten.
Eerst was het de computer die de zwarte piet toegespeeld kreeg, daarna
schoof men de schuld in de schoenen van de computernerds. Makkelijk,
want die IT-ers hebben zo al geen te best imago. Overbetaalde ,
contactgestoorde baantjesdieven zijn het volgens velen, handige
zondebokken als er met de vinger moet gewezen, makke lammetjes als er
een offer dient gebracht. Een zoetekoekverhaal voor de publieke opinie:
De boze computer en zijn hofhouding, zij hebben het gedaan ! Onzin
natuurlijk. Wie de ware oorzaak van Reynders foutje van 900 miljoen wil
achterhalen laat zich best leiden door het bekende aforisme 'Garbage
in, garbage out', bekend, inderdaad, vanuit de computerwetenschappen.
Wie zijn diensten onvoldoende bemant zodat zij onder enorme tijdsdruk
komen te staan, die moet niet vreemd opkijken als er hier en daar wat
verkeerdelijk wordt gecodeerd of als men, om het wat vooruit te laten
gaan, enkele filters uitschakelt die toch maar voor extra werk zouden
zorgen. Dan krijg je dus 'garbage in' en dat leidt onvermijdelijk tot
een rotzooiresultaat. En vuilnis, daar hangt tegenwoordig een fiks
prijskaartje aan vast, ééntje van 900 miljoen euro in dit geval. Dat
komt ervan als je voor een dubbeltje op de eerste rij wil zitten. Dat
de regering ervoor kiest haar belastingsdienst te beheren als ware het
een low-cost luchtvaartmaatschappij, dat is haar zaak, maar beknibbel
dan bij voorkeur op de maaltijden aan boord en de bekleding van de
passagiersstoelen. Wie karig is met kerosine en vliegend personeel kan
zich aan een crash verwachten. En zo geschiedde het. Vandaag viel er
pardoes een gepeperde rekening van 900 miljoen op het bordje van onze
minister van Financiën. Niet dat die daar wakker van ligt. Volgens
minister Reynders zullen de gevolgen wellicht nog meevallen. Dat zou
dan de eerste meevallende financiële put van 900 miljoen zijn. Door de
band blinken die putten nochtans uit in stug immobilisme en valt de
schuldenaar er zich smartelijk in te pletter. Tenzij je Didier Reynders
heet dus. Blijkbaar beschikt die over een toverstafje, of een ezeltje
dat .....
Geen betere zapstopper dan een fraaie decolleté. Dat weten ze blijkbaar
bij VT4. Dus zorgden zij voor een drievoud aan vrouwelijk
verleidelijks. Eén kakelende presentatrice en twee boezemrijke foto' s
die verdacht veel op mekaar leken. En dat was geen toeval. Het was een
telefoonspelletje: Zoek het verschil ! Wat een kanjer van een excuus om
gretig naar borsten te staren, dacht ik en ging wat lauw op zoek. Je
krijgt bij dit soort spelletjes altijd ruim de tijd, immers, hoe meer
zwakzinnigen een belletje plegen hoe vetter de verdienste. Ik bel nooit
- wat overigens logisch bekeken niks zegt over mijn mentale vermogens -
maar meespelen doe ik wel. Meestal zit het verschil tussen de twee
foto's ergens in de achtergrond verscholen. Een blaadje dat ontbreekt
links boven de snavel van een bonte kaketoe, een plots verdwenen bootje
in de verte op een meer, dat soort details. Het mag ook niet al te
makkelijk zijn. Met de skyline van Manhattan voor en na 11 september
als opgave verleid je geen kat tot bellen. De kijker moet in de waan
verkeren dat enkel mensen met een meer dan gemiddelde intelligentie op
de taak berekend zijn. De gemiddelde mens is er rotsvast van overtuigd
over een meer dan gemiddelde intelligentie te beschikken. Zelf heb ik
minder vertrouwen in mijn intellectuele capaciteiten. Dan komt ervan
als je jezelf wijsmaakt geen gemiddeld mens te zijn. En het verbetert
niet als je moet vaststellen dat je hormonen je hersens voor schut
zetten. Mijn grijze massa beval mijn ogen de periferie van de foto's te
verkennen, m'n hormonen overruleden dit order en eisten een focus op
het midden. Het midden, waar de boezems waren. Even dacht ik zelfs :
"verrek, die bovenste boezem is groter dan die daar onder." Mijn hemel,
wat een manonvriendelijke opgave was dit. Het werd een slopend heen en
weer tussen periferie en decolleté. Een ware strijd tussen hart en
hoofd. Met mijn hoofd als hardleerse verliezer. De babbelbabe van
dienst schatte mijn kansen hoger in. Die twee geldkoffers waar ze te
pas en te onpas mee zwaaide, die zouden zeker de mijne worden. Ach
kind, dacht ik, rekening houdende met jouw expertise op het vlak van
kansrekenen, mogen wij ons ten zeerste gelukkig prijzen dat jouw
uiterst esthetische vrouwelijkheid zich in een tv-studio ophoudt en
niet achter het controlepaneel van één van 's lands kerncentrales. Wat
is het toch goed geregeld allemaal. Zulke dingen denk ik dan.
Inderdaad, meneer Ratzinger, wetenschap is niet het hoogste goed.
Wetenschap is een middel, een instrument, een zegen in de handen van
mensen van goede wil en ongenadig moordtuig in de klauwen van lieden
met slechte bedoelingen. Neem nou statistiek. Zonder de enthousiaste
medewerking van statistische diensten was Nazi-Duitsland er nooit in
geslaagd om de Europese Joden op zulk een efficiënte wijze uit te
roeien. Anderzijds helpt diezelfde statistiek dagelijks medici bij het
nemen van moeilijke beslissingen. Is patiënt Janssen nou wel of niet
gebaat bij een chirurgische ingreep ? Welk risico loopt een patiënt met
een voorgeschiedenis van cardiovasculaire problemen bij inname van dit
geneesmiddel tegen narcolepsie ? Steeds dezelfde bloedloze getallen,
maar o zo verschillende gevolgen. Ook de paus zou gebaat zijn bij een
spoedcursus statistiek. Dan had hij de terugloop van het aantal
Rooms-Katholieken niet met hardhorendheid in verband gebracht. "De
moderne mensen zijn hardhorend voor God", preekte hij immers gisteren
tijdens een openluchtmis in München. Iedere statisticus zou hem kunnen
vertellen dat er een onmiskenbaar positieve correlatie bestaat tussen
hardhorigheid en kerkbezoek. Of waarom dacht u dat quasi elke kerk
tegenwoordig over een geluidsinstallatie beschikt. Die microfoon staat
daar niet voor niets. Nee, het zijn net de burgers met een redelijk tot
uitstekend gehoor die en masse de kerk de rug toe keren. Zelf behoor ik
tot die immer groeiende groep van bipolaire kerkgangers, u weet wel,
huwelijken en begrafenissen, verder gaat de liefde niet. Liefde moet
namelijk van twee kanten komen. En ondanks alle zoete woorden van mijn
zijde, ja, ook ik ken zwakke momenten, mocht ik top op heden nog nooit
een wederwoord van de schepper ontvangen. Worstelt God met een
chronische keelonsteking ? Of doet hij een beroep op 'het vijfde', u
weet wel, dat amendement bekend van Amerikaanse politieseries, 'the
right to remain silent'. Misschien wil hij gewoon geen getuigenis
afleggen die tegen hem gebruikt kan worden. Uitgaande van wat er van
zijn schepping is terechtgekomen, kan ik hem geen ongelijk geven.
Wat er vandaag gebeurd is ? Niks of nauwelijks wat. Ten huize Alex
bedoel ik dan. Elders zal het leven zich ongetwijfeld van zijn
boeiendste kant getoond hebben, met oorlogshandelingen, besmettelijke
ziekten en milieurampen als smaakmakers, de wereld draait al een
eeuwigheid door. Spinnen doet hij, als een zwaarlijvige tol op speed.
Soms is een mens te lui om te duizelen, een lichaamsgesteldheid die
zich harmonieus verhoudt met een horizontale tijdsbeleving. Zoek een
paarse stip op het plafond boven uw bed en zink weg in zelf gestolen
ledigheid. Dat is, bij onstentenis van vertederende nichtjes,
natuurlijk.
Exemplaren van
de specie 'Vertederend nichtje" kenmerken zich door een evidente
familieband en hun vermogen om op ieder willekeurig tijdstip
weekhartige nonkels te vertederen.
Ook als die op
het punt staan een paarse stip te ontdekken waar er nooit eerder één
waargenomen was. Eén blik van het vertederend nichtje (VN) en de
weekhartige nonkel (WN) laat zijn stip ontsnappen. "WN, ik wil dat je
buiten met me komt spelen", nee, VN windt er geen doekjes om, zij is
zich zeer bewust van haar weekmakende krachten. Wat ook weer vertedert,
u begrijpt het, resistance is futile. "Wat wil je doen vraagt WN,
vervolgens." "Kokeneten", stelt VN voor. WN zucht. Hij voelt er weinig
voor om zijn existentiële twijfels een vitaminerijke maaltijd te
serveren: Een papje van versneden haver met gras en kiezel, modderwijn
uit een plastieken bekertje, eikels als toetje. "En attendant Godot"
voor gevorderden, noemt hij het. Enkel een gesmaakter alternatief kan
hem redden. "Wat dacht je van een partijtje éénendertigen ?" VN lijkt
niet onder de indruk. "Voor GELD !", trekt hij haar met een dolle blik
over de streep. Ze toont hem haar kaarten. Telkens weer. Hij onderdrukt
zijn natuurlijke drang tot winnen en verliest zoals het betaamt, op het
nippertje. De zon zoekt wijfelend het westen op. Ze zitten samen op de
trap. Zij wil alweer wat anders. Hij wou dat nooit nog wat veranderen
zou.
Drie jaar na de droefniswekkende verdrinkingsdood van het Babylonische
kalf komt de Amerikaanse senaat tot een opmerkelijke conclusie: Er was voor de oorlog tegen Irak van start ging geen
enkele formele connectie tussen het regime van Saddam Hussein en Al
Qaeda. Sterker nog, Saddam Hussein moest helemaal niks weten van het
islamitische terroristengenootschap, hij beschouwde het kliekje van Bin
Laden als een directe bedreiging voor zijn regime. Fijn te weten dat
ook de heren yankee-senatoren daar eindelijk achter gekomen zijn.
Aangezien het 'sen' in senator hetzelfde woorddeel is dat je ook in
'seniel' terugvindt had ik al geen vliegensvlugheid verwacht, maar drie
jaar als reactietijd, dat lijkt me toch echt het betere
schildpaddenwerk. De omwentelingssnelheid van de politieke molens in
Washington doen het ergste vermoeden. Het kost deze heerschappen
minstens nog een jaar voor het hen daagt dat het Amerikaanse ingrijpen
in Afghanistan mogelijkerwijs toch niet de ideale aanpak is om het
terrorisme in te dammen. Oei, foutje, kan gebeuren. En die gewoonte om
vermeende terroristen te ontvoeren naar geheime gevangenissen om ze
daar met 'alternatieve' methoden te ondervragen, hoe lang zou het nog
duren vooraleer ze zich daar ongemakkelijk bij gaan voelen ? Nog een
jaar of twee en dan een mea culpa ? Misschien geven ze tegen die tijd
de hele oorlog in Irak wel het stempel 'minder dan een goed idee' . Wie
weet , 't verstand komt met de jaren, zeggen zij die het kunnen weten.
Helaas komen de senatoren steeds jaren te laat. Nu ja, te laat komen,
dat is nog altijd beter dan te vroeg, zullen de heren wellicht denken,
wij komen tenminste toch nog. En dat is lang niet evident voor
sen-atoren.
Ach zo, u zag mij graag geveld, het liefst nog bij een korenveld, nadat wij bij Selenes stralen, eerst heerlijk zouden avondmalen.
Ik had dit voorstel niet verwacht, uw aanzet maakte dat ik dacht hij smacht, hij wil mij vurig kussen, ik zal zijn driften moeten blussen.
Ik zag u mij op handen dragen, uw lijf en leden voor mij wagen, maar neen, u wou mij fusilleren, moest ik om zulks mijn oksels scheren .... ?
Slechts om als schietschijf te fungeren, zodat u mij kan penetreren, een kogel door mijn kop kan jagen, en toen begon het mij te dagen: plagen is om liefde vragen.
U moet mij dus wel zeer begeren als u mij zelfs wilt massacreren, ik zal gedwee uw kogels vangen, een kleine prijs voor zo 'n verlangen.