Ik,
achternagezeten door drie jonge maagden. Dierbare lezer, dat is wat mij
zomaar overkwam vandaag. Het moet gezegd dat betrokken deernes geen van
allen door oneerbare bedoelingen gedreven werden tijdens hun
hartstochtelijk uitgevoerd rondje achternazitten. Zulks mag geen in hen
vermoeden, gezien hun respectievelijke bouwjaren. Zes, negen en elf
waren ze. Elfjes met scherpe knieën en een dwingende toon in hun
stemgeluid, van 'jij moet dit' en 'neen, jij mag niet even om een
biertje, jij zit vast'. Op scène, een variatie op het aloude tikkertje,
met 'opsluiting en bevrijding' als centraal thema, het decor, een
festijn van geroosterd vlees, taart en vocht à volonté. Ruim lekkers om
de doorsnee man of vrouw aan de dis te kluisteren dus. Doorsnee is
duidelijk mijn ding niet. In plaats van mij vol te proppen met saté en
cake en dit mengsel overvloedig te overgieten met alcoholhoudend nat,
waagde ik mij aan jeugdvermaak. En dat deden er wel meer. Enkelen
hielden het bij commentaar vanaf de zijlijn, anderen riskeerden lijf en
leden in een tot mislukken gedoemde poging het ouder worden van zich af
te schudden. Vooral de aankomende veertiger lijkt in deze vatbaar voor
doorgedreven zelfbedrog. Sneller lopen dan de ukkies, uitdagen, handig
uit de weg springen, 'born again invincibles' onder de dekmantel van
verantwoord intergenerationeel bezig zijn. Het liep slecht af, zoals
het dat altijd doet. Een verzwikte enkel, een bezeerde rug en een
gekraakte knie begeleid door gesmoord gekerm van middellange duur en
een pikkelende aftocht richting tentenkamp. Zo vergaat het de
overmoedigen. Zij worden door de natuur terechtgewezen. Onverbiddelijk.
Rest hen enkel te berusten, de wonden te likken en taart te eten, van
elke schijf een spie. O, zoete troost van het zich geborgen weten.
Tussen brave lieden, bij dreigende wokenpartijen, die steeds weer
overwoeien. Zo koestert de mens zijn ketens.
Achteloos loopt Kat een dodekakafonisch pad over toetsen, wit en zwart, het wordt met tegenzin aanhoord "ein musikalischer Mord" mit mir als Opfer und Arnold Schönberg als Motiv.
Zo komt Kat aan haar gerief, ze loopt het baasje voor de voeten, tormenteert hem auditief, klieft zijn kuiten met haar klauwen , kantelt onbehouwen vazen, kliedert kliekjes rode wijn, als sein dat het niet mogen is maar moeten. Zo melken valse poezen bazen, nemen hen telkens weer te grazen. En wij mi-au-wen.
My hawky lady, ze kreunt de bek-toe-skoel-bloes, from her crown to her shoes, voelt zij de kater na de roes, cause such a classroom full of wild cats, dat is niet van de poes.
My flamy sweetheart, ze wenst haar kuikens tot moes, cause they are roasting mother goose, haar krullen krullen tot kroes. Such a madhouse full of chickens, geeft garantie geroezemoes.
So please yourself girls, red u op z'n kangoeroes, pay a visit to the butcher, vul uw buidel met boes. Do like the Aussies do down under, en houd ventvrije barbekjoes.
Hier zit ik weer, weggezakt in mijn makkelijke stoel, type president,
kostprijs 69,95 euro, met naast me een mok gloeiend hete ersatz koffie.
Vanavond moet ik nuchter blijven. Vanavond vier ik een overwinning van
de nuchterheid. Het Europese octrooienbureau heeft de Senseo-pad
vogelvrij verklaard. De Senseo-pad is dan ook geen met uitsterven
bedreigd amfibie dat onze bescherming behoeft. Integendeel, het is de
bijzonder populaire melkkoe van Douwe Egberts (DE). Jaren lang slaagde
het duo Philips-DE erin miljoenen koffieslurpers een onredelijk hoge
prijs te laten betalen voor hun caféine-kick. Douwe Egberts had immers,
dankzij het binnenrijven van een octrooi, het alleenrecht verworven op
de productie van de pads, cirkelvormige filterzakjes zijn dat, met
enkele grammen gemalen koffie erin. Als gebruiker van het
Senseo-apparaat kon je wettelijk gezien dus enkel bij DE terecht. Toen
andere koffieproducenten hun eigen Senseo-compatibele pads op de markt
brachten werden ze prompt door de Nederlandse koffiegigant voor de
rechter gesleept. DE won dat proces en sindsdien betaalden de
concurrenten een licentievergoeding voor hun koffiepads. Maar dat
feestje is nu voorbij. Het European Patent Office (EPO) herriep het
octrooi van DE. Voortaan mag dus iedereen die dat wenst de pads op de
markt brengen zonder dat DE daar nog een cent aan verdient. Hoe het EPO
er ooit toe kwam Douwe Egberts het bewuste octrooi te verlenen is mij
nog steeds een raadsel. En dat mag het blijven, hoofdzaak is dat de
rede het uiteindelijk gehaald heeft. Moge dit wijze besluit het
startsein zijn voor een grondige sanering van een totaal ontspoorde
octrooipolitiek die ertoe leidde dat multinationals voor zowat elk
halfbakken idee een patent claimden. Dat enkel om de concurrentie bij
voorbaat de lust te ontnemen met een gelijksoortig product voor de dag
te komen, uit vrees ten onder te gaan in een juridisch moeras. De natte
droom van elke vrije markt speler is en blijft 'het monopolie', ik zei
het u al eerder. Als er al een nood is aan het verlenen van octrooien-
en daar kan men over discuteren - dan graag enkel voor echte
innovaties, verbeteringen die niet voor de hand liggen. Het
Senseo-apparaat is een veredelde koffiezetmachine, godbetert, geen
revolutionair type aandrijving op basis van anti-materie, de
Senseo-pads geperforeerde noedels met koffievulling. Ik heb er niks op
tegen dat de staat probeert de inspanningen van uitvinders te
beschermen tegen free-riders die zich beperken tot imitatie. Het
maatschappelijk belang van een gestandaardiseerde koffie-ervaring
ontgaat me echter volledig. En als de staat wettelijke barrières gaat
opwerpen tegen de door haarzelf zo geadoreerde vrije concurrentie dan
kan dat toch enkel in het belang van de gemeenschap, me dunkt. Indien
het er enkel om gaat innovatie te stimuleren ongeacht de gevolgen voor
de mensheid dan zijn er efficientere methoden voorradig, beproefde
recepten waar geen advocaat of rechter aan te pas komt. Ontketen dan
simpelweg een wereldoorlog. WOII bracht ons de ruimtevaart, de
jetturbine, de radar, de magnetron, de atoombom, de computer en niet te
vergeten een heleboel ersatz producten zoals het kunstrubber en mijn
granenkoffie die nog steeds naast me staat, onaangeroerd en koud
ondertussen.
Ik heb vandaag de zon gezien, heel even. Ze kwam piepen als een peuter die een vreemde hoort in huis. Heel verlegen en fragiel zond zij een stralenregen door mijn ziel, en ontdooide mijn verkleumde zin voor 't leven.
Ik begrijp Vera niet. Waar maakt ze zich zo druk om ? Als de CD&V
voor de verkiezingen al afspraken wil maken, nou, dan is dat toch haar
goed recht. Ik zie werkelijk niet in wat daar ondemocratisch aan zou
zijn. Elke partij heeft het recht om zelf te kiezen met welke partner
ze bij voorkeur in zee wil gaan. Ach, ik kan me best voorstellen dat
het een beetje pijn doet, Yves Leterme, die voortdurend staat te
sjansen met ladies in red en blue, terwijl jijzelf niet één keer ten
dans wordt gevraagd. Lig er maar niet wakker van Vera, er zit bitter
weinig hart in die vrijages. Wees blij dat dat kleffe gedoe jou
bespaard blijft. En verheug je over de klare taal van Vlaanderens
grootste. ' t Is te zeggen, op voorwaarde dat het grote publiek ook mag weten wat onze politici allemaal bekokstoofd hebben. Want daar heeft de kiezer
dan weer recht op. Als de partijen op voorhand reeds afspraken maken
over mogelijke coalities dan moet de kiezer dat wel weten, dat spreekt
vanzelf. Stel, u stemt traditioneel op A. Nu heeft A een deal gesloten
met B, een partij waarvan u etterende pukkels krijgt. Als u niet op de
hoogte bent van die deal dan bestaat de kans dat u zich na de
verkiezingen behoorlijk bedrogen zult voelen. Gevolg: de kloof tussen
burger en politiek wordt nog breder. Als de partijen echter volledig
open kaart spelen, dan kan u nog uitwijken naar partij C, normaal
misschien uw tweede keuze, maar een partij die er geen doekjes om windt
dat ze partij B absoluut niet ziet zitten. Laat ons dus de heer Leterme
danken voor zijn openhartigheid en hem meteen verzoeken ons zo spoedig
mogelijk het volledige lijstje te bezorgen van de coalities die door
hem en zijn acolieten in de steigers zijn gezet. De democratie zal er
wel bij varen. En dat willen we allemaal toch, niet ?
Er is wat loos met ons vaderlands leger. Het doet wat. Erger nog, het
doet steeds meer, bij voorkeur in het buitenland. Wat logisch is want
hier op het thuisfront valt er bitter weinig te oorlogen. Dus trekken
onze kakidragers naar den vreemde. Naar het dorre Afghanistan, en
binnenkort naar het stukgeschoten Libanon. 'Join the army, see the
world', zelfs ons tricolore heir kan er tegenwoordig mee recruteren.
Dat je niet bepaald de meest pittoreske plekjes bezoekt, daar moet de
recruut zelf maar achter komen. U proeft het al. Ik zie de toegenomen
reislust van onze krijgsmacht met lede ogen aan. Ik heb het meer voor
een leger van huismussen en pantoffelhelden, brave moeders en vaders
die met losse flodders schieten, artilleristen die heidebrandjes
veroorzaken, al dan niet geholpen door een licht ontvlambaar konijn,
dat is mijn idee van landsverdediging. Een licht ontvlambaar konijn
heeft nog nooit een wereldbrand veroorzaakt. De ellende begint keer op
keer wanneer legers hun land verlaten. Ga het na, het klopt als een
bus. De wereld zou heel wat ellende bespaard blijven als alle legers
wat honkvaster waren. 'Maar waarom zouden wij er dan nog een leger op
na houden, als we het toch nooit inzetten ? ', vraagt u zich nu
wellicht af. Het antwoord is simpel: Sommige mensen spelen nu éénmaal
doodgraag soldaatje ! En omdat grote mensen over het algemeen een stuk
minder fantasie hebben dan kinderen komt daar meer bij kijken dan een
afgewaaide tak en het deksel van een vuilnisemmer. Grote mensen willen
echte kanonnen, echte tanks, echte geweren. Wat zou het, dat die dingen
ons jaarlijks enkele miljarden kosten, als de levensvreugde van je
landgenoten in het geding is. Gun ze hun miljarden. Maar houd ze lekker
thuis.
Filosoferen kan uw lever ernstige schade berokkenen.
Als ik Leffe drink stijgt mijn filosofisch gehalte. Dan ga ik staren
naar het behang en dra waaien er allerlei levensvragen mijn hoofd
binnen. Ik laat ze waaien, als ik wat op heb. Ik laat ze waaien en
weersta aan de verleiding van het vraagteken. Levensvragen zijn er niet
om te beantwoorden. Levensvragen zijn er om te waaien, ongebonden,
ongrijpbaar, eeuwig. Zulke dingen besef ik enkel met een neut op. Als
ik nuchter ben jaag ik de waarheid na. Dan ga ik analyseren, ontrafel
ik het mysterie net zolang tot het op de draad versleten is. Nuchter
loop ik vaak rond met losse draden in mijn hoofd. Ze zeggen dat ik een
warhoofd ben. Misschien hebben ze gelijk. Dronken ga ik zitten staren,
nuchter pluis ik de wereld uit elkaar, je kan me bezwaarlijk een
praktisch denker noemen. Mijn ongemeende excuses, ik kan er ook niks
aan verhelpen. En als dat wel kon, dan zou ik het niet willen. Laat mij
toch pluizen, laat mij toch staren. Ik ben volkomen ongevaarlijk.
Antwoorden hoeft u van mij niet te vrezen.
Een kruis heeft vier armen : Verliefd, verloofd, getrouwd, gescheiden.
Heeft u al een grafschrift in gedachten, iets waarmee u kan uitpakken
als u daar ligt, keurig ingepakt tussen vier planken ? Nee ? Daar zou u
dan dringend eens een brainstormsessie aan moeten wijden. Want de
planning van magere hein is en blijft voor de meesten van ons een
gesloten boek. En dood zijn, daar is geen speld tussen te krijgen,is de
ergste vorm van writersblock. Stel dus niet uit wat u morgen misschien
niet meer zal kunnen doen. Of u zit tot aan uw verrijzenis vast aan één
of andere ongeïnspireerde standaardformule: Alex O. 1968-20XX. R.I.P. ,
iets in die trant. Zeg nou, zelf, met zo een introductie wil een mens
toch niet voor zijn schepper verschijnen. U kan maar beter een goede
eerste indruk maken of het zou zomaar uw laatste kunnen zijn. Bovendien
getuigt een standaardformule op je graf van een gebrek aan respect voor
uw levend publiek, de stervelingen die noodgedwongen langs uw ligplek
moeten passeren op weg naar de laatste rustplaats van een dierbare
afgestorvene. Vanuit hun oogpunt bekeken ligt u gewoon wat in de weg te
liggen. Een kerkhof met enkel hun betreurden zou hen ettelijke
kilometers besparen. Geef hen dus wat mee voor onderweg, een levensles,
een grap, een filosofische overweging, iets dat hun droeve gang wat kan
verlichten. Storm dat brein, vandaag nog ! Ga op zoek naar de ideale
zerkvulling. Maak het niet te bont, houd het bondig, veel plaats is er
niet op een zerk en steenhouwen kost stukken van mensen, vandaar het
succes van die 'R.I.P.' wellicht. Herinner uzelf er ook voortdurend aan
dat de hoofdmoot van de toekomstige bezoekers niet zal komen om u te
zien, u zal die lelijke lig-in-de-weg zijn, zoals ik al zei . Zij komen
voor de film, u maakt deel uit van het reclameblok, of eerder nog, u
bent één van die vele reclamepanelen die de vakantieganger te verwerken
krijgt op weg naar de kust. Veel tijd hebt u derhalve niet om uw
boodschap over te brengen. Gebruik die kostbare tijd, verstrooi hen die
u later zullen vervoegen. Heb hart voor uw collega's in spe. Breng wat
kleur op hun pad van grijsheid.
Als u denkt dat dit blogje over vreemdgaan handelt, dan hebt u er geen snars van begrepen.
Soms is het goed te veranderen, en niet enkel van onderbroek. Neem nou
vandaag. Al jaren scheer ik over de internetgolven op een plank van
Bill Gates, Internet Explorer, weet u wel, IE voor de vrienden. Waarom
ik het al die tijd met haar uithield is één groot vraagteken. Want het
ging al tijden niet goed meer tussen ons. Op kritieke momenten liet zij
me steeds weer in de steek. Zij nam aanstoot aan de sites die ik
bezocht, ze werd jaloers als ik close werd met een leuke chatster en
als ik een soft wou downloaden die haar niet beviel dan gaf ze er
halverwege plots de brui aan. Zoete woorden zetten dan geen zoden aan
de dijk. Steevast liepen mijn verzoeningspogingen zich te pletter tegen
een blauwe muur. Kortom, wat ooit begon als een fatal attraction is
verworden tot een lawine van fatal exceptions. Vandaag scheidden onze
wegen. Ik heb me een nieuwe surfplank in huis gehaald. Firefox heet ze.
Ik voelde me eerst wel een beetje schuldig. Het gevoel dat je krijgt
als je je eerste autootje naar de garage brengt om het daar in te
ruilen voor wat beters. Het heeft iets van verraad. Maar lang heeft dat
dipje niet geduurd. Firefox is sexy-er, Firefox is sneller en -opdat u
mij niet van oppervlakkigheid zou gaan verdenken- Firefox heeft een
veel beter karakter. Deze namiddag bijvoorbeeld chatte ik een vol uur
met een schone uit het Gentse. Geen kick gaf ze, mijn Firefox, geen
moment voelde ik iets van jaloezie opborrelen uit haar gestroomlijnde
codelines. 'k Heb haar daarna nog eens op de proef gesteld met een
bezoekje aan bladzijde negen van extrabladet.dk. Niks, nada, nothing.
Geen venijnige blikken, geen sarcastische hints, zelfs geen zucht van
teleurstelling in haar partner. Firefox gunt mij mijn pleziertje.
Voorlopig alleszins, de liefde is nog pril .... U ziet, mijn opwelling
van avonturisme heeft me geen windeieren gelegd. Het kostte me wel
enige moeite en een bewuste keuze om eens wat anders te proberen, om
een onvertrouwd pad te betreden. Niets is immers makkelijker dan vast
te houden aan het oude, ingeslepen traject, zelfs als die route je
absoluut geen bevrediging meer schenkt. Je vaart op een veilige koers.
Wel, soms is het beter te springen, blind in het onbekende. Vandaag
veranderde ik van browser. Who knows what's next.
Ministers van Buitenlandse Zaken zijn een slag apart. Veel meer dan andere 'ministers' lopen ze het risico het contact te verliezen met de mensen wiens belangen zij geacht worden te 'dienen'. Dat komt omdat zij zo vaak van huis zijn. Voortdurend zijn zij onderweg van hoofdstad naar hoofdstad. Jets, luxehotels, gala-avonden en ontmoetingen met de machtigen van deze aarde. Deze glamour geeft hen een beetje een vedettenstatus. Wie de hele dag in het selecte kringetje vertoeft van ambassadeurs, collega-ministers en staatshoofden heeft de neiging te gaan zweven. Men voelt zich verheven boven de banale nationale politiek die zich bezighoudt met pietluttigheden als blauwtong en gsm-masten. Het is op het internationale speelveld dat de krijtlijnen van de geschiedenis worden getrokken waarbinnen de nationale politiek mag kleuren. Vanzelfsprekend willen ministers van Buitenlandse Zaken scoren. Ook minister Karel. Bij zo'n voornaam past ook wel enige ambitie. Vandaag was hij weer druk in de weer voor de wereldvrede. De man die niet eens in staat bleek de vrede in zijn eigen partij te bewaren gaat het nu in het Midden-Oosten proberen, heldenmoed noem ik het. En omdat een minister van Buitenlandse Zaken dat vredestichten onmogelijk op zijn ééntje kan klaren rekent hij op de gulle steun van de Belgische strijdkrachten. Dat levert hem ongetwijfeld schouderklopjes op in zijn exclusief gezelschap. Ik weet niet wat het gangbare tarief is maar ik schat dat vijfhonderd soldaten voldoende moet zijn voor thee met Condoleeza. Vanaf duizend komt wellicht een ontbijt met George in zicht. Wat les petits Belges van zo een Libanon-missie vinden, dat wordt niet gevraagd. Ondanks het feit dat die mogelijke zending absoluut niet ongevaarlijk zou zijn. Het nabije verleden van Libanon leert ons dat. Op 23 oktober 1983 kwamen 242 Amerikaanse en 58 Franse soldaten om bij een aanslag in Beiroet, gepleegd door de Islamitische Jihad. Wat de Islamitische Jihad vermag is voor de door Iran gesteunde Hezbollah een koud kunstje. En dat het Israëlische leger niet altijd met chirurgische precisie opereert, dat onderstreepte het nog op 25 juli , toen het - ach, ik gun het het voordeel van de twijfel - per ongeluk een observatiepost van de VN onder vuur nam. Vier blauwhelmen kwamen daarbij om het leven. Mondelinge beloftes van Israëlische en Libanese politici om het staakt-het-vuren te respecteren indien er een sterke vredesmacht komt zijn het papier niet waard waarop ze geschreven zijn. Want een garantie vanuit het Witte Huis dat de VS Iran zullen ongemoeid laten, daar kan onze MVBZ naar fluiten, zo ver reikt zijn invloed niet. En als in Perzië de hel losbreekt dan zullen de Hezbollah-troepen gesommeerd worden hun duit in het zakje te doen, concreet, ze zullen Israël met raketten bestoken. Dan staan onze jongens daar, te bufferen, tussen de bommen en de granaten. Dan staan zij daar, niet De Gucht.
Er zit wat scheef in de relatie tussen de Belgische man en zijn beste vriend. Ze zitten niet meer op dezelfde golflengte. De good vibrations van weleer zijn niet meer. Uit nostalgie naar betere tijden grijpt die Belgische man daarom steeds vaker naar een pilletje. Vooreerst, als ik het hier heb over 'de Belgische man' dan hoeft u zich als lid van deze sexe niet onmiddellijk aangesproken te voelen. Het gaat hier evident slechts om een statistisch profiel, om de 'gemiddelde Belgische man', een virtueel wezen dat u als supervent allicht enkel van kranten en televisie kent. Op mijn blogje komen trouwens enkel superventen langs, en moordgrieten uiteraard, 'gemiddelde' lezers zijn er tot nu toe nog nooit in geslaagd mijn uiterst potente firewall te penetreren. Zo, nu uw positie als buitenstaander weer boven alle twijfel verheven is kan ik mijn betoog met een gerust gemoed vervolgen. De erectiepil zit dus in de lift. Vier miljoen exemplaren zullen er dit jaar van verkocht worden, zo raamt de Apothekersbond. Bo Coolsaet, televisie-uroloog van beroep, wijst met een beschuldigende vinger naar het zwakke geslacht, ook wel eens de vrouw genoemd. Die 'gemiddelde vrouw' zou steeds hogere eisen stellen aan haar partner, eén van die eisen zijnde een op afroep beschikbaar goedaardig gezwel, een dick on demand, met een hardheid benaderend deze van diamant. Diamants are forever. Gelukkig valt de moderne vrouw voorlopig nog te sussen met een tijdelijk exploot. Ik weet niet wat Bo in zijn cocaïne doet .... maar het moet straf spul zijn. In feite heeft de erectiepil natuurlijk vooral zijn stekje veroverd als midlife-drug. Eens de haargrens aan een versnelde terugtocht begint en het verlangen naar Harley-Davidsons zijn climax bereikt komt ook de mythe van de always-online-vent onder grote druk te staan. Dat is de fabel van de man met het altijd parate apparaat. Dit mag best een waarheid wezen voor jonge kerels, 'gemiddelde venten' die al een tijdje meegaan weten uit ervaring dat ook het sterke geslacht zijn zwakke momenten kent. Zeker als ze een druk leven leiden, gedomineerd door hun agenda, dan valt het niet altijd mee te pieken op weken tevoren geplande tijdstippen. Vandaar dat plichtsbewuste managers af en toe hun krachten wat aansterken met behulp van hun secretaresse, wellicht. Gewoon de tijd nemen hoort niet meer bij deze tijd. Het aloude 'reculer pour mieux sauter' lijkt een echo van een ver verleden. Er rest de 'gemiddelde Belgische man' dus weinig anders dan een strategische opbouw van een pillenarsenaal. Hopelijk komt er geen wapenwedloop van.
Ach, u vroeg zich af of ik zelf van die smurfensnoepjes in huis heb ... Helaas, ik heb er nog geen gevonden met een expiratiedatum die mijn ETA overschrijdt !
Justitie is een kwestie van staal, beton en degelijk slotenwerk. Die indruk krijg ik als ik tegenwoordig het politiek discours volg. Criminelen moet je keihard aanpakken. Je grijpt ze bij de lurven, sleept ze voor de rechter en schopt ze daarna voor jaren achter de tralies. Hoe zwaarder het verdict, hoe beter de rechtspraak. Deze evolutie is al een tijdje aan de gang. Wie het dezer dagen nog over de oorzaken van criminaliteit wil hebben wordt weggezet als softie en krijgt de wind van voren. Of deze harde lijn ook zijn vruchten afwerpt doet blijkbaar niet ter zake. Als er maar gestraft wordt, als de slechteriken maar boeten voor hun wandaden. Ze zullen hun lesje dan wel geleerd hebben en zich voor de rest van hun leven voorbeeldig gedragen. Daar geloof ik dus geen snars van ! In de Verenigde Staten hanteert men al jaren de botte bijl wat betreft de strafmaat en kijk, het land kan bogen op criminaliteitscijfers die België degraderen tot een derde klasser in de internationale crimeleague. En toch willen we blijkbaar steeds meer de Amerikaanse toer op. Met als logisch gevolg, overvolle en dus slecht onderhouden gevangenissen, morrende gedetineerden, overspannen cipiers en verleden zaterdag een spectaculaire uitbraak als toetje. Want het is niet omdat wij steeds meer mensen, steeds langer achter slot en grendel zetten dat er ook veel meer geld gaat naar het gevangeniswezen. We geven al meer dan genoeg geld uit aan dat gespuis suggereert de straat. Vandaar ook de stemmen die opgaan om meer mensen in één cel te stoppen. Meer boeven in de boeien voor hetzelfde geld schijnt de goegemeente te redeneren. Men gaat daarbij voorbij aan het feit dat meer mensen in een cel ook een verhoging van het aantal gevangenbewaarders impliceert, een beroep dat niet bepaald een hoge populariteit geniet, wat wil je ook : hoge werkdruk, slechte betaling, nacht-en weekendwerk, beroerde vakantieregeling en last but not least gevaar voor lijf en leden. Daar valt best wat aan te doen, maar dat kost .... inderdaad, geld, hopen geld. Geld dat de politici hard nodig hebben, om leuke dingen mee te doen, voor de mensen, de mensen buiten de gevangenismuren uiteraard. Probeer maar eens geld los te peuteren voor de renovatie van gevangenissen als dat ten koste gaat van een belastingsverlaging of gratis barbecues. Eindresultaat van dit alles: Eén nieuwe metalen deur in de gevangenis van Dendermonde. Hallelujah !
Ik zat op een fiets en trapte.Het stuur wees oostwaarts. De wind was gunstig. Adem over om te dagdromen. Steriele gedachten. Niets dat drijven bleef. Dit land is lelijk, dit land is schoon, dit land kan zonder mij. Een aansteker gevonden. Hij deed het niet meer. Geen erg. Ik rook niet. En groen is geen kleur voor aanstekers. Nog vijf kilometer. Dan een tolpoortje, vijf euro, zij, en een grasveld. Ik liep er tussen mensen. Het leek hen niet te deren. Ze likten ijsjes, smikkelden wafels, duwden kinderwagens voor zich uit. Met daarin hun kroost. Zulke dingen moet je aannemen, anders houd je het niet vol. Een zwarte man sprong gaten in de lucht als toetje bij een djembéband. Goed ritme, foute sprongen. Hij wauwelde iets in een microfoon. Het klonk me wat te dreigend. Ik besloot dat het veiliger was wat afstand te nemen. Onder een tentzeil deed een middeleeuwer zich te goed aan een pak friet. Hij zat er tussen uilen, valken en andere elegante vogels. Het leek hen niet te deren. Wanneer je aan de top van de voedselpyramide staat kijk je neer op aardappeleters. De vlucht van roofvogels bestaat voor 90 procent uit arrogantie. De rest is vlees en pluimen. Een vrouw klampt me aan. Ze mist een tand, net als ik. De hare zit van voren, de mijne meer verborgen. Haar kwetsbaarheid ontroert me, even. Ik heb geen tijd voor haar. Ik moet rondjes lopen. Zodat ik weer bij hem beland. Hij zuigt zijn longen vol met rook en neemt een teug van zijn goed getapt pintje. Hij lijkt op slag een stuk sympathieker, de djembé-man. Plots daveren mijn trommelvliezen. Wie gaat er nu vlak naast een luidspreker staan. Ik dus. Er volgt een tweede rondje. En een derde. Ik denk dat ze me doorhebben. Tijd om er vandoor te gaan. Ik zit op een fiets en trap. Het stuur wijst westwaarts. Wind op kop. Ik opteer voor een bostraject. Rijd hopeloos verloren. Vier mensen in een huifkar brengen me weer op koers. Een hond loopt een oprit af en volgt me. Honderd meter. Ik versnel. Nog steeds een hond aan mijn achterwiel. Ik besluit terug te keren, bel aan bij de vermoedelijke eigenaar. Mijn vermoeden wordt bewaarheid. Hondloos vervolg ik mijn weg, kom thuis en drink.
Ik heb dit lang voor mezelf gehouden. Wellicht langer dan goed voor me was. De jaren verstreken, de ene hit volgde de andere op. Honderdduizenden K3 cd's gingen ondertussen over de toonbank. Films, musicals, een eigen tv-show, het kon niet op. Mijn nichtje adoreert jullie. Vooral dat laatste weerhield me. Tot vandaag. Want ik kan me niet langer bedwingen. Het hoge woord moet er uit. Dat woord is 'bagger'. Want een mildere omschrijving voor jullie sonisch terrorisme kan ik niet over mijn lippen krijgen. Jullie gepolijste, tot in de puntjes gemarketingde en versuikerde huppeldeuntjes bezorgen mij een pentatonische diverticulitis waar zelfs de 21ste eeuwse geneeskunde niet tegen opgewassen is , waarmee ik overigens absoluut niet wil beweren dat jullie geen sympathieke vrouwen zijn. Ik zou jullie alleen nog veel sympathieker vinden als jullie dat gedoremi achterwege zouden laten. Mensen van de goedmenende soort zullen mij toespreken: "Ach Alex, je trekt het je te veel aan. Laat die fluomeiden hun ding toch doen. Het is allemaal slechts showbiz. ". Inderdaad, 'leven en laten leven', met dat adagium in het achterhoofd heb ik vele opflakkeringen van opstandigheid kunnen onderdrukken. Ik slikte een dubbele dosis aspirientjes en zalfde het auditieve leed met het verzameld werk van Johan Stolz en zijn epigonen. Zo hield ik het vol. Tot nu. Tot het museum. Een K3-museum, godbetert, wie verzint zoiets. Ik heb steeds gedacht dat er ergens diep verholen onder die plastieken poppemiekesvelletjes nog echte mensen verborgen zaten. Meiden die absoluut voor hun vijfendertigste binnen wilden zijn en daartoe goed op weg waren, maar die zich toch ook wel een beetje geneerden voor hun cartooneske act. Ik zat dus fout. De fake heeft jullie tot in het merg aangetast. K3 neemt zichzelf serieus zoals blijkt uit deze ontroerende uitspraak van Kristel in het dagblad "Het Laatste Nieuws".
"Ongelofelijk, de meeste artiesten moeten daarop wachten tot ze dood zijn en wij hebben het nu al".
Wel, ik had liever gewacht, Kristel. Dan had ik het waarschijnlijk niet meer moeten meemaken.Museums zijn er om dingen in te bewaren. Waardevolle dingen zoals het kunstgebit van Johan Stolz of de gitaar van Nonkel Bob. Voor K3 zag ik liever vandaag nog een vergeetput ontworpen.
Neen, ik ben geen xenofoob. En als het even kan wil ik alle schijn van vooringenomenheid vermijden. Vandaar dat ik wijselijk mijn mond hield toen mijn jarige nichtje haar verlanglijstje presenteerde. Met op één, de adoptie van een Furby. Enfin, niet zomaar 'een' Furby, 'die' Furby, die bruine die haar zo treurig had aangekeken tijdens haar laatste bezoek aan het asiel voor electronische ontheemden. En we zouden beter niet te lang meer wachten. Bruine Furbies waren erg in trek. We waren net op tijd. Na betaling van 50 euro zorgkosten aan het asiel werd de landverhuizer officieel aan mijn nichtje overgedragen. Zomaar, zonder één woord uitleg. Alles wat we moesten weten stond immers in het bijgeleverde instructieboekje. Als we de instructies opvolgden, zouden we in no time de culturele en linguistische barrières slechten. Samengevat kwamen de instructies op het volgende neer: Behandel je Furby alsof het je vriendje is. Spreek zacht en duidelijk tegen hem en je zal ervan opkijken hoe snel hij Nederlands leert. Of om het op z'n ambtenaars te zeggen : Spreiding en radicale onderdompeling in de cultuur van het gastland is de snelste route tot een succesvolle integratie van de inwijkeling. Om de korte maar onvermijdelijke aanpassingsperiode te overbruggen werd er wel een beknopt woordenboek Nederlands-Furbies meegeleverd. Dat was een week geleden. Vandaag vroeg ik mijn nichtje naar de status van het integratieproces van haar electronische vriendje. Omdat zij nog maar zes is doe ik dat in wat éénvoudiger bewoordingen. " En hoe gaat het met je Furby ", vroeg ik,"begrijpt hij nu al wat Nederlands ?" Een diepe zucht. Wat bleek ? Het pluisbeest was nog net zo Nederlandsonkundig als een week geleden. Enkel wat standaardzinnetjes, voorgekauwd vakantie-Nederlands. Van enige zinvolle communicatie was nog steeds geen sprake. Uitgeput door een eindeloze reeks Ik-begrijp niet-wat-je-bedoelt's had mijn nichtje er niet beter op gevonden dan te leren lezen en zichzelf het Furbies machtig te maken. 'U-nye-boh-doo ?', 'Hoe gaat het met je', galmt nu door de Kempen. Haar accent is vlekkeloos, het integratieproces ten dode opgeschreven. Ze zou Sinterklaas om een maatje vragen voor haar Furby. Dan voelde die zich niet meer zo alleen terwijl zij op de schoolbanken zat. "Meisje toch, waar ben je aan begonnen, straks eist hij nog faciliteiten ", dacht ik, maar ik zweeg wederom wijselijk.
Kringelewingelend in de wind, kringelewingeledingelewingelend in de wind, sier je 't hemelsblauw. Kringelewingelend in de wind, kringelewingeledingelewingelend in de wind, vloog ik maar met jou.
O gij zijt de schoonste vlieger die het zwerk ooit zag. Gij doet mij de draad verliezen, til mij uit mijn graf, heel mij !
Kringelewingelend in de wind, kringelewingeledingelewingelend in de wind, als een vogel vrij. Kringelewingelend in de wind, kringelewingeledingelewingelend in de wind, zo verleid je mij.
O gij zijt de schoonste vlieger die het zwerk ooit zag. Gij doet mij de draad verliezen, til mij uit mijn graf, neem mij !
Denk vooral niet dat ik er ook maar één minuut van wakker zal liggen. Al waren de Belgen vandaag met forfaitcijfers de boot in gegaan, ik had er geen traan om gelaten. Net zoals u wellicht, sta ik niet op de loonlijst van de Belgische Voetbalbond. Leedvermaak is me trouwens al even vreemd. Ik voelde me zelfs ronduit ongemakkelijk bij het fluitconcert van onze zogenaamde supporters. Het elftal deed immers zijn duivelse best, de Duivels liepen over van de goede intenties. Alleen is dat nou net het probleem. Goede voornemens fnuiken het rendement van gevallen engelen. De weg ernaartoe mag dan al geplaveid zijn met die dingen, eens ingezetene van de hel, dien je je van alle goede werken te onthouden. Een duivel doet niet aan opbouw, hij peilt de zwakheden van de mens en buit ze daarna genadeloos uit. Guy Thys besefte het en hij schreef voetbalgeschiedenis. Je kan een dromedaris water geven tot het er langs zijn oren uitkomt, hij zal er nooit een extra bult van kweken. Wie van de Rode Duivels wereldvoetbal verwacht, schiet bijgevolg een kemel : Het Belgisch voetbal is de HEL ! Het is niet om aan te zien. En toch kijk ik, telkens weer. Waarom ? Omdat er nauwelijks een beter excuus bestaat voor het naar binnen werken van pils met zoute nootjes, daarom. En omdat zo'n internationale ontmoetingen tijdens voorrondes je stimuleren om je geografische kennis wat bij te spijkeren, wat meteen de zoute vetplekken in mijn atlas verklaart. Kazachstan dus, waar zou dat ergens liggen .... ? Hé, dat is vreemd. Mijn, weliswaar belegen, Winkler-Prins situeert Kazachstan in Azië. Wat heeft een Aziatisch land te zoeken in de voorronde van het Europees kampioenschap ? Kijk, beste lezer, zulke ongerijmdheden, daar lig is dus wel wakker van. Waarom neemt een land dat oostelijker gelegen is dan Kabul, een land waarvan de hoofstad dichter bij Peking ligt dan bij Brussel, waarom neemt zo'n land deel aan het Europees kampioenschap voetbal ? Hoe zou de UEFA reageren als het veel westelijker gelegen Iran of Syrië morgen hetzelfde zouden verlangen ? Wat maakt dit land zo Europees ? Een respect voor democratische waarden ? Ik dacht het niet. President Nazarbaev zwaait er al vijftien jaar de plak en als het nodig is zwaait hij snoeihard. De recente verkiezingen van 2005 waren een lachertje. De oppositie behaalde er juist geteld één zetel. De rest van het gestoelte ging naar presidentsgezinde partijen. Ook met de mensenrechten neemt men het er niet al te nauw. Journalisten hebben er de kwalijke neiging te verdwijnen , in het beste geval in de gevangenis, in het slechtste, in het niets. Wat verklaart toch de welwillendheid van Europa ? Ik buig mijn hoofd voor Gerard Kremer, een Belg avant la lettre die wel presteerde. Hij bracht de cartografie naar een hoger plan. Hij stond mee aan de basis van de eerste moderne atlas, de voorvader van mijn Winkler-Prins. En wat leert die atlas mij ? Kazachstan beschikt over enorme gas- en oliereserves. Interessant, niet ? Er zit trouwens nog meer in de grond daar, zoals bauxiet, goud en uranium ... en de resten van talloze politieke tegenstanders, dat lijdt geen twijfel. Ik google 'Kazakhstan' en sta versteld van de natuurpracht. Ja, Kazachstan is een schoon land, een wreed, schoon land.
Ik ben geen Japanse vrouw. Tussen ons gezegd en gezwegen,ik ben niet eens een vrouw. Maar als ik beide was, samengevat een Japanse dus, dan hadden ze het wel geweten daar. Ik zou het Japanse mandom eens flink de waarheid zeggen. Ze maken er computerprocessoren van 4 gigahertz, daar in het land van de rijzende zon, ze knutselen er robots in elkaar die trappen doen, sushi eten en hara-kiri plegen maar gelijkberechtiging van man en vrouw, dat zit er tot op de dag van vandaag blijkbaar niet in. Hun toekomstige keizertje mag geen keizerinnetje zijn. En dus staan de vrouwen van de prinsen onder immense druk om een zoon te baren. Pers je enkel piemelloze minimensjes uit je moederschoot dan verzaak je aan je dynastieke plicht. De vrouw van kroonprins Naruhito, prinses Masako was helaas niet uit het goede hout gesneden. Geen piemels uit haar buik. Ze bezweek onder de druk en hield er een geestesstoornis aan over. De laatste jaren verscheen ze nog zelden in het openbaar. Alle hoop rust nu op het manvoortbrengende vermogen van prinses Kiko, de echtgenote van Naruhito's jongere broer Akishino. (Ik weet het, dat zijn vier Aziatische namen op korte tijd, u kan dat wel hebben denk ik zo, vrouw zijnde) En die hoop zal wellicht niet ijdel blijken. Prinses Kiko zal volgens persberichten morgen in het hospitaal opgenomen worden, in afwachting van een keizersnede, of wat had u gedacht. Officieel is het geslacht van het ongeboren kind onbekend, de ouders zouden het liever niet willen weten -ik kan het moeilijk geloven- maar het gerucht doet de ronde dat het een jongetje is. Meteen gingen ook de plannen voor de herziening van de wet op de troonsopvolging de ijskast in. Daarin was voorzien dat voortaan ook vrouwen de troon zouden kunnen bestijgen. Als ik vrouwenbloed had, dan zou het nu ongeveer het kookpunt bereiken. Emancipatie kan dus enkel in noodgevallen, bij gebrek aan beter. Zodra er een piemel in zicht komt verdwijnen de goede voornemens van de Japanse wetgever ogenblikkelijk in de coulissen en dient de vrouw zich maar te schikken in haar rol als babyfabriekje. Een fabriekje dat pas echt goed draait als er jongetjes van de band rollen. Waar zitten ze toch, die Japanse dolle mina's !