Dingend bericht aan de ingezetenen van de gemeente Zwijndrecht.
Geachte Zwijndrechtenaars,
Zoals u ongetwijfeld reeds hebt vernomen via radio en tv heeft onze gemeente de laatste maanden te kampen met sterk verhoogde concentraties fijn stof in de atmosfeer. In dergelijke mate zelfs dat wij u tot onze spijt moeten mededelen dat onze gemeente sinds vanmiddag 12 uur officieel in overtreding is van de Europese wetgeving dienaangaande. Op het op ons grondgebied bevindende meetpunt werd vandaag immers voor de 36ste maal een overschrijding van de maximum toegestane concentratie geconstateerd. Daarmee is de maximaal toegelaten dosis fijn stof voor het jaar 2006 bereikt. Dientengevolge is de gemeentelijke overheid verplicht bepaalde maatregelen te treffen ter vrijwaring van de gezondheid harer ingezetenen. Maar eerst dit.
DE BURGEMEESTER ROEPT DE BURGERS OP IN IEDER GEVAL DOOR TE GAAN MET ADEMHALEN. DESKUNDIGEN WIJZEN ER OP DAT HET UITERST SCHADELIJK IS VOOR DE GEZONDHEID, DE RESPIRATIE GEDURENDE NEGEN MAANDEN TE STAKEN.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op de twintigste maart van het jaar 2006, in een bijzondere vergadering verordend dat:
1) De ingezeten van de gemeente voortaan tweemaal daags moeten stofzuigen, telkens gedurende minstens 30 minuten om op deze wijze hun bijdrage te leveren aan de zuivering van de Zwijndrechtse atmosfeer. De gemeentelijke politie is gemachtigd streng op te treden in geval van nalatigheid.
2) Er ommiddelijk zal worden overgegaan tot aanschaf van 36000 pakjes sigaretten met filter. Deze zullen onder de burgers worden verspreid door de dienst Civiele Bescherming. De burgers worden verzocht vanaf nu door deze sigaretten adem te halen. Uiteraard dient de sigaret onaangestoken benut te worden.
3) Rokers van filterloze sigaretten, op straffe van een boete van 100 euro, zo diep dienen te inhaleren, dat hun longen alle tijdens het roken geproduceerde stofdeeltjes in zich opnemen.
4) Iedere inwoner die in het bezit is van meer dan 1 gram fijn stof dit onmiddelijk moet melden aan de gemeentelijke politie. Na verificatie door een beëdigd ambtenaar zal het fijn stof afgevoerd worden en vernietigd door een daarin gespecialiseerde instantie. De kosten van deze operatie zullen worden verhaald op de eigenaar.
5) De gemeente zal overgaan tot het aanleggen van een luchtreserve van 34 miljoen kubieke meter lucht van hoge kwaliteit ten einde een herhaling van de huidige situatie te vermijden.
Vijfentachtig procent, allemachtig, dat noem ik nog eens een verkiezingsoverwinning. Die president van Wit Rusland moet een enorm capabele tiep zijn. Vreemd, want aan de economische toestand van het land valt dat niet af te lezen. Als de republiek niet kon rekenen op de steun van grote broer Rusland dan was het al drie keer over de kop gegaan. Nee, aan een succesvol economische beleid kan het niet gelegen zijn, dat Alexander Loekasjenko het al 12 jaar volhoudt als president. Deze man moet over andere troeven beschikken. Zoals het feit dat er in zijn land nauwelijks sprake is van onafhankelijke media, altijd handig tijdens verkiezingscampagnes. Of dankt hij zijn overwinning aan de door hem nog steeds zeer gewaardeerde sovjet-gewoonte politieke tegenstanders te intimideren, het land uit te pesten of nog erger. Weinig democratisch allemaal natuurlijk maar wel bijzonder effectief. Ik zie het een president van een echte democratie nog niet klaar spelen. De Chiracs en de Bushes van deze wereld mogen al in hun handjes klappen als ze vijfenvijftig procent van de stemmen binnenrijven, zelfs in hun stoutste dromen komt het getal vijfentachtig niet voor. Vanzelfsprekend zijn niet alle Wit Russen even enthousiast over deze gang van zaken. Vanavond al verzamelden ze in Minsk om nieuwe verkiezingen te eisen. Eerlijke verkiezingen, deze keer. De rozen-revolutie in Georgië en de oranje revolutie in Ukraïne hebben bij de oppositie in Wit-Rusland de hoop doen opflakkeren dat iets dergelijks ook in hun land mogelijk is. Er wordt nu al gesproken van een "blue jeans" revolutie. Blijkbaar heeft de jeans in Wit Rusland nog altijd zijn rebels karakter niet verloren. Kan je nagaan hoeveel jaren de vroegere sovjetrepubliek achterop hinkt. Het gedroomde scenario gaat als volgt. Gedurende de nu volgende weken komen er steeds meer Wit Russen op straat om nieuwe verkiezingen te eisen. De druk vanuit de wereldgemeenschap, versta het Westen, wordt ondertussen opgevoerd. Uiteindelijk gaat Loekasjenko door de knieën of nog beter hij vlucht het land uit. Zoals ik al zei, dat is het droomscenario. Maar er ligt ook al een doemscenario klaar. Daarin slaan bij Loekosjenko de stoppen door en laat de potentaat de straatprotesten door het leger de kop indrukken. Wie uiteindelijk de hoofdprijs in de wacht zal slepen zal echter niet in Minsk worden beslist. Wel in Moskou en Washington. De koude oorlog is nog steeds niet bevroren.
Oh my God ! Oh my God. Oh my God. Je hoort 'm steeds meer, die geïmporteerde aanroep van het opperwezen, bij voorkeur in drievoud en met trapsgewijze verhoging van de intensiteit. Vooral het jonge volkje schijnt niet meer zonder te kunnen. En dat terwijl de kerken vandaag leger zijn dan ooit tevoren. Op het eerste zicht leken beide fenomenen onmogelijk met elkaar te rijmen. Tot ik de bewuste kreet woord voor woord ging analyseren. Plots drong het tot me door dat het belangrijkste woord van het trio helemaal niet 'God' is. Het zwaartepunt van het geheel ligt mooi in het midden. Bij 'my'. De god van de jeugd en dus ook van de toekomst maakt deel uit van je persoonlijke bagage. Het betreft een 'deus' die jouw helemaal op het lijf geschreven is. Een gecustomisede entiteit van een hogere dimensie. Nogal wiedes dat de goden van de grote religies aan populariteit moeten inboeten. Zulke goden zijn noodgedwongen compromisfiguren, een soort éénheidsworst voor het stillen van de doorsnee religieuze honger. Maar die vorm van one-size-fits all, of toch minstens one-size-fits many religiositeit is niet meer van deze tijd. De confectie-spiritualiteit heeft afgedaan, onze individualistische maatschappij vereist maatwerk. Ieder zijn eigen godheid, dat wordt het credo van de 21ste eeuw. En weet je, hoe langer ik er over nadenk des te appetijtelijker lijkt me het idee. De voordelen van wat ik het hyperpolytheisme zou willen dopen zijn onmiskenbaar. Eens we allemaal onze eigen god zullen hebben kan niemand nog een jihad beginnen. Gewoon bij gebrek aan aanhang. Probeer maar eens een godsdienstoorlog te starten op je ééntje. Kerken worden op slag overbodig. Aangezien elk geloof slechts één believer heeft kunnen de erediensten gewoon bij de gelovige thuis plaats vinden. Dat betekent een enorme besparing op gebouwen en verwarming. Bijbels hoeven er ook niet meer geschreven en gedrukt te worden. Iedere wereldburger wordt geacht op de hoogte te zijn van zijn eigen religieuze goede boodschap. Trouwens elke poging om zieltjes te winnen is bij voorbaat gedoemd te mislukken. Wat zou ik aanvangen met jouw standaard opperwezen als ik er zelf al één heb die me past als een op maat gesneden kostuum. Goed idee van onze jeugd, dus. Zo'n god kan ik ook wel gebruiken. Ik stel morgen nog een advertentie op. Gezocht: Persoonlijk opperwezen. Ervaring niet belangrijk. Flexibiliteit des te meer !
Een kwisvraagje: Tel het aantal E 's in 'CHAMPIGNONS A LA GREC' ? Dat is een makkie, denkt u wellicht. Juist geteld één. Fout ! 'CHAMPIGNONS A LA GREC' bevat exact acht E 's. E1422, E415 ,E407, E412, E410, E202, E211 en E330. Ik lees ze hier net af van het label op het bakje. De inhoud ervan zit op dit moment al in mijn maag en ik hoop dat die E's daar niet te lang zullen vertoeven. Wat mij betreft mogen de E's linea recta naar de uitgang. Van Champignons à la Grec had ik toch wat anders verwacht. Als ik aan Griekenland denk, dan krijg ik visioenen van prachtige eilanden, van pittoreske vissersdorpjes met oude mannen die zich te goed doen aan wijn en ouzo, aan ruïnes van tempels uit lang vervlogen tijden. Geen moment gaan mijn gedachten uit naar de chemische eigenschappen van geacetyleerd dizetmeeladipaat (E1422) of de anti-bacteriële werking van Natriumbenzoaat (E211). Griekenland, dat is natuur, dat is het zuivere leven ! Dat dacht ik dus, maar ondertussen ben ik wel wijzer. De Champignons à la Chemie die ik op mijn boterham smeer zijn al even Grieks als de Paus Hindoe is. Grieks is gewoon een label dat doet verkopen. Met Champignons à la Grec tussen je boterham kan je even wegdromen naar diezelfde idyllische eilandjes en feeërieke plekjes die ik in mijn Griekse visioenen zie. Je vraagt je toch af hoe de oude Grieken hun champignons van een lekkere saus voorzagen. Zonder de hulp van een gedoctoreerd team van scheikundigen en bacteriologen. Er zitten nogal wat verdikkingsmiddelen in mijn beleg zie ik. E415,E407,E412,en E410 moeten er allen voor zorgen dat het er een beetje voller uitziet en de E211 houdt de gisten en de bacterieën buiten de deur. Zo krijg je toch een idee van hoe de oorspronkelijke "Champignons à la Grc" er moet hebben uitgezien. Waterig en bedorven ! Zou het daarom zijn dat al die oude Grieken nu dood zijn ?
Er zou een wet moeten bestaan die een limiet stelt aan het aantal oorlogen die men tegelijkertijd in een land mag uitvechten. Dat was het eerste dat in me opkwam toen ik via het zeven uur journaal vernam dat de coalitietroepen in Irak een nieuw offensief hadden ingezet. Ja, zo heel af en toe denk ik spontaan in volzinnen. U zal het toch met me eens zijn dat niemand onderhand nog wijs raakt uit de chaos die tegenwoordig het tweestromenland regeert. Laten we één en ander eens op een rijtje zetten. Telt u gerust met me mee. Er is de oorlog tussen Sunni's, Koerden en Turkmenen met als inzet de oliestad Kirkuk. Daarnaast woedt er een bloedige strijd tussen Sunni 's en Sjiieten. Op de achtergrond suddert ondertussen de strijd tussen de Koerden en Turkije. Zo, dat zijn er al drie. Verder vechten de Jihadi's tegen de coalitietroepen, vechten diezelfde troepen tegen Sunni-rebellen en dan zijn er ook nog groeperingen van Sjiieten die de wapens opnemen tegen de Amerikanen en de Britten. Zes tel ik er. Maar volgens het Witte Huis kan er dus gerust nog ééntje bij. Zeven is immers een heilig getal, lees de bijbel er maar op na. En dat heilig boek levert de laatste jaren bijzonder veel inspiratie in Washington. De zevende oorlog die de VS vandaag ontketende is de oorlog tegen de beeldvorming. Bijna drie jaar na het startschot van Operation Iraqi Freedom stellen de Amerikanen zich namelijk steeds meer vragen over het hoe en het waarom van de oorlog in Irak. Zelfs de vurigste patriotten krijgen allengs in de gaten dat het met dat land van kwaad naar erger gaat. De nieuwe regering komt maar niet uit de startblokken. Het geweld neemt hand over hand toe. De intellectuele en economische elite verlaat het land. Irak ligt op de intensieve en geen mens heeft een therapie paraat. De volgende dagen zullen 1500 soldaten waarvan ongeveer de helft Irakezen een ultieme poging ondernemen om de Amerikanen van het tegendeel te overtuigen. Tweehonderd pantservoertuigen en vijftig vliegtuigen mogen de boel wat opvrolijken. Als op 19 maart de derde verjaardag van het conflict wordt gevierd zullen gevangen genomen rebellen voor de camera paraderen. Het Irakese leger zal bewijzen welk een goed geoliede vechtmachine het al is en de bevolking van Samarra zal haar bevrijders met dankwoorden en loftuitingen overladen en de Amerikanen smeken om toch vooral het land nog niet te verlaten. Daarna is het 'back to reality'.
Wat een gedoe zeg. En dat allemaal om zestigduizend euro. Zestigduizend euro waarmee het Ministerie van Cultuur de Europese honderdtwintigduizend euro kostende promotournee van Kate Ryan gaat sponsoren. Dat is een leuk bedrag als het op je spaarrekening gestort wordt. De mijne zou het in elk geval kunnen gebruiken. Maar vergeleken met de budgetten die soms aan reclamecampagnes worden besteed is het natuurlijk peanuts. Toch spreekt men er in kunstmiddens schande van. Zestigduizend euro spenderen aan een op en top commercieel product, terwijl er zoveel ware kunstenaars op een houtje moeten bijten, de kunstwereld schudt meewarig het hoofd. Of het nou wel of niet verstandig is, die zestigduizend euro te investeren in Kate Ryan, daarover heeft zowat iedereen zijn mening, ik ga u dus niet vermoeien met de mijne. Wel worstel ik met de volgende vraag. Als de platenmaatschappij EMI er werkelijk van overtuigd is dat Kate Ryan, dankzij de voorgestelde campagne, het Eurovisiesongfestival kan winnen, waarom legt ze dan zelf niet die hondertwintigduizend euro op tafel ? Dat geld zouden ze toch makkelijk terugverdienen eens de eurobeer geschoten is. Als een Eurosong-zege niet eens meer goed is voor een meeropbrengst van hondertwintigduizend euro, waar hebben we het dan nog over ? Aangezien de VRT te samen met EMI voor de overige zestigduizend euro zorgen, kan je van de zijde van de platenmaatschappij moelijk van een megainvestering spreken. Waarom durft EMI het niet aan wat meer centjes op hun Kempische dance-merry te verwedden ? Dat sympathieke Bert maar wat graag met zestigduizend euro over de brug komt, daar sta ik geen moment versteld van. Het moet hem als Vlaams nationalist in hart en nieren een doorn in het oog zijn dat Vlaanderen er tot op vandaag nog nooit in geslaagd is de hoofdvogel af te schieten op Europa's populairste liedjesfestival. Damienne vraagt zich wellicht al tijden af waarom hij ieder jaar ergens in mei badend in het zweet naast haar wakker schrikt met steeds diezelfde stamel op zijn lippen: "J' aime ... j' aime la vie." Gekke jongen, van me, sust ze hem dan, dat is toch iets om gelukkig over te zijn . . .
Wat hebben Zweden dat wij niet hebben ? Antwoord: ambitie ! Het lef om hoog in te zetten, om te mikken op wat net niet haalbaar lijkt. Nochtans bestaat het bouwplan van de negen miljoen Agnetha's en Björns uit net dezelfde 46 chromosomen als het onze. Waar ik het over heb ? Wel, over het gedurfde voornemen van de scandinaviërs om voor 2020 te genezen van hun petroleumverslaving. Of ze in hun opzet zullen slagen, dat is nog zeer de vraag, maar ik bewonder hun vermogen om vooruit te denken en lastige uitdagingen aan te gaan. Zo 'n opgave geeft de mensen ook iets positiefs om naar te streven. In een tijd die gedomineerd wordt door oorlogen, sociale onrust en angstgevoelens kunnen we zo'n ideaal best gebruiken. Ook in België. Sprak onze premier in een niet zo ver verleden niet over België als modelstaat. Kijk, hier biedt zich een gelegenheid aan om werkelijk onze rol als gidsland waar te maken. Laten we het duel met die vikings aangaan. Laten we voor onszelf de lat nog een centimetertje hoger leggen en proberen de Zweden net één jaartje voor te zijn. België olievrij in 2019. Daar zouden we hoge ogen kunnen mee gooien. Dan zouden ze in China wel weten in welk land België ligt, zou Urbanus zeggen. Een utopie, zegt u ? Misschien. Maar een goed mens zijn valt ook niet mee en toch blijven de meesten van ons het hun hele leven lang proberen. We kunnen inderdaad niet beschikken over de enorme naaldwouden van Zweden en ook onze mogelijkheden voor de opwekking van electriciteit uit waterkracht zijn beperkt. Anderzijds echter heeft België een veel zachter klimaat. In Zweden kan het 's winters van -25 in het zuiden tot -50 graden in het noorden vriezen. Dat heeft zo zijn gevolgen voor je energieverbruik.Tenzij er bij ons een nieuwe ijstijd voor de deur staat hoeft België daar niet voor te vrezen. België is ook een uiterst compact land. We wonen al naargelang de situatie de ene keer lekker, de andere keer irritant dicht bij mekaar. Grote afstanden moet je in België dus zelden afleggen. Als Agnetha en Björn op familiebezoek gaan zal hun Volvootje heel wat meer kilometers moeten bollen. Wie van Galliväre in het noorden naar Malmö in het zuiden rijdt ziet zijn teller met 1400 kilometer oplopen. Ter vergelijking, 1400 kilometer, dat is ongeveer de afstand Brussel-Porto. Op Terzake zag ik vanavond een item over de oprichting van 'Itenera', de eerste officiële onafhankelijke denktank van België. Zelfs de illustere Mark Eyskens vond de 'Tink Tank' een uitstekend idee. Als deze heren nou eens een potje gingen 'tinken' over een olievrij België. Dat zou mooi wezen, dacht ik nog. Maar toen ik de denktankers daar zag staan, glaasje champagne in de hand, strikje mooi gestreken, zakte de moed me meteen in de schoenen. Fraaie receptie daar bij de thinktank, dat zeker, er werd danig getankt. Als het maar geen drinktank wordt.
Ik weet niet wat het is, maar iets moeten ze toch verkeerd doen in Den Haag. Als hun gasten aan dit tempo blijven sneuvelen zit het Joegoslavië-tribunaal binnen de kortste tijd zonder oorlogsmisdadigers. En het is waar, dat is nog niet zo erg als een café zonder bier, maar het staat toch serieus belachelijk. Op twee weken tijd verliest het tribunaal twee van zijn azen. Op zes maart was er de zelfmoord van Milan Babic, ex-president van de Servische republiek in Kroatië en nu zitten ze daar alweer met een sterfgeval. Eén met een vies reukje. Toch niks bijzonders voor een lijk, zal u zeggen. Klopt, maar deze keer zijn alle ingrediënten aanwezig voor een politieke thriller van formaat. Want één zaak is me ondertussen wel helder. Milosevic stierf niet van de vogelgriep. Waarvan hij dan wel stierf, daar wordt nog over gedebatteerd. Want de diagnose 'hartinfarct' waarmee de artsen van het tribunaal op de proppen kwamen wordt niet klakkeloos door de wereldgemeenschap geaccepteerd. Dat er bij de autopsie op het stoffelijk overschot van Milosevic ook Servische artsen aanwezig waren kan nauwelijks wat van de achterdocht wegnemen. De huidige regering van Servië bevat namelijk maar weinig buddy's meer van de clan Milosevic. Rusland verklaart ondertussen onomwonden dat het land het recht heeft "om geen vertrouwen te hebben in de lijkschouwing van het Joegoslavië-tribunaal" en stuurt een team van artsen naar Nederland om er een onafhankelijk onderzoek op het lichaam van Milosevic te verrichten. Als zij tot een andere conclusie zouden komen, dan komen er geheid vodden van. Want het Rusland van de 21ste eeuw laat niet langer met zich sollen. De conflicten in Bosnië, Kroatië en Kosovo ontsponnen zich allen in het tijdperk Yeltsin, toen de Russische beer nog volop zijn post-communistische kater aan het verwerken was. Dat de grote leider zelf ook één en ander afwist van katers en wat daar aan voorafgaat droeg ook niet echt bij tot Ruslands daadkracht. Maar toen Putin op 31 december 1999 het Kremlin in handen kreeg, waren we getuige van de geboorte van een nieuw Rusland, een sterker Rusland, een Rusland met meer zelfvertrouwen. Een Rusland dat resoluut zijn belangen verdedigt en niet langer het Westen zijn gang laat gaan. De ondergang van Milosevic was een harde klap voor het Kremlin. De verleiding om Milosevic 's dood in duistere omstandigheden te gebruiken om een aantal rekeningen met het Westen te vereffenen moet bijna onweerstaanbaar zijn. Hopelijk wint het gezond verstand het van de revanchegevoelens. En krijgen de heren doctoren een juiste briefing . . .
Mannen zijn grote kinderen. Deze stelling heb ik vandaag weer eens persoonlijk bewezen. Met tweeentwintig ballen en een snookertafel. Die had ik een paar weken geleden ontdekt op een site voor tweedehandsspullen. Mijn bod werd oorspronkelijk categoriek afgewezen. Maar tien dagen later koos de verkoper eieren voor zijn geld en mocht ik het ding alsnog bij hem komen afhalen. En zo bolde ik dus vanmiddag als een 90-jarige hoedendrager, met mijn neus tegen de voorruit, over de ring van Herentals. Met een joekel van een doos in mijn nek. Wist ik meteen waarom dat meubel het huis uit moest. Nog een geluk dat de politie vandaag zondagsdienst draaide of die ongewone belading had mijn koopjesroes nog serieus kunnen verstoren. Maar zoals u merkt ben ik in één stuk thuis geraakt. Na een kwartiertje sleutelen en een paar wel gekozen krachttermen stond de tafel op zijn poten. Tijd om een telefoontje te plegen naar mijn neefje voor wie ik ze had aangeschaft. Of hij eens wou komen kijken naar het nieuwe meubel dat zijn nonkel op de kop getikt had. Nu heeft mijn neef nooit eerder blijk gegeven van enige belangstelling voor huisraad maar als zijn gekke nonkel iets koopt dan is hij er als de kippen bij. De glunder op zijn gezicht was veel meer waard dan de 80 euro die ik voor mijn aanwinst had moeten neertellen.Hij nam amper de tijd om zijn jas op het tapijt neer te ploffen. Wat een prachtige ballen, riep hij vol bewondering. Zijn kleine zus die met haar kin net boven het groene laken uitstak had haar oog laten vallen op de roze. "Ooo, wat een mooie kauwgombal", sprak ze vertederd. "We moeten ze poetsen", besliste haar broer en meteen begon hij aan de grote schoonmaak. Met een kwartier vertraging kwamen we dan toch nog aan snookeren toe. Als Britse profs ijsbeerden we rond de tafel op zoek naar de vrije lijnen en een haalbare hoek. De keus werden gekrijt. Het commentaar mocht er zijn. Alleen onze stoten waren niet van hetzelfde niveau. En toen was het feest voorbij. Want de arme jongen moest nog studeren, vond zijn mama en mama's weten wat belangrijk is. De volgende twee weken had hij immers examens. Negen jaar en al twee weken examens. Waar gaat ons onderwijs naartoe? Zo moest ik noodgedwongen alleen verder. Hoe meer ik balletjes tikte, hoe meer het virus me te pakken kreeg. En met behulp van enkele glaasjes wijn tilde ik mijn spel naar een hoger peil. Nog een jaartje oefenen en ik sta op het World Embassy toernooi, wacht maar. Als ik tegen dan terug nuchter ben ... Ach, zoals ik al zei, mannen zijn grote kinderen, en kinderen mogen dromen. In het kort, mijn zondag was top, hoe was hij voor jou ?
Wat dacht je, trotse lappenpoes, toen je daar beteuterd zat, op die sneeuwbeladen tak, vlak boven het water ? Dacht je "glad" , dacht je "jeetje, wat een flater, één korte krak en ik word nat, 'k lijk wel dommer dan een kater, wat een afgang voor een kat."
'k zag je toen heel zoetjes keren, met je staartje balanceren, en met je witte sokken voetjes, de katste catwalk demonstreren.
Lang uitgestrekt nabij het vuur, bekwam ze van haar avontuur, met in het buikje van mijn held, wat lauwe melk als bibbergeld.
Wat zijn nou vijf minuutjes ? Wat zijn nou 300 luttele seconden ? Een eeuwigheid als ik Geert Bourgeois moet geloven. Daarom wil hij af van het reclameverbod vijf minuten voor en na een kinderprogramma. Geert vindt dat verbod niet eerlijk. Buitenlandse zenders hoeven immers geen reclamebuffer in hun programmering in te bouwen. Oneerlijke concurrentie, zegt Geert. En dus moeten de Vlaamse kindjes er aan geloven. Als het van Geert afhangt dan mag in de toekomst ook VTM zijn kindervermaak naadloos laten overvloeien in het reclameblok. Ja, zo is hij, onze minister van Media, hij verdedigt het Vlaams belang. Het belang van de Vlaamse zenders, het belang van de Vlaamse adverteerders. Spijtig toch, dat hij minder oog heeft voor het belang van de Vlaamse jeugd. Die jeugd zal je niet horen klagen hoor, kinderen vinden reclame immers leuk ! Het beweegt, zit vol kleuren en gekke geluidjes en je leert bovendien wat cool is en wat nerdie. Nee, als het aan de kids lag, kieperden ze die vervelende kinderprogramma's ogenblikkelijk overboord en behielden ze enkel het reclameblok. Gelukkig denken de meeste volwassenen daar anders over. Je hebt natuurlijk ouders die menen dat kinderen maar best zo vroeg mogelijk worden blootgesteld aan reclame, dat je ze als het ware moet harden, zodat ze ongevoelig worden voor de trucs van de adverteerders. Deze theorie heeft als voordeel dat je als 'believer' je kinderen zonder schuldgevoelens voor de kijkbuis kan droppen, de onvermijdelijke reclameblokken kaderen immers in jouw desensitiveringstherapie. De theorie heeft echter ook een niet te verwaarlozen nadeel. Ze klopt namelijk niet. Als ze wel klopte dan zouden alle volwassenen ongevoelig moeten zijn voor reclame. En dat zijn wij in geen geval, anders zou die al lang een stille dood gestorven zijn. Neem het van mij aan: reclame werkt ! In de handen van een professionele adverteerder is een kinderbrein als het deeg van een warme bakker, soepel en kneedbaar. Een kleuter heeft het vaak nog lastig met zijn eigen grote en kleine boodschap. Wat moet zo'n kind dan met een commerciële ? Natuurlijk heeft onze minister gelijk als hij zegt dat de huidige situatie niet eerlijk is. Dat is triest voor onze economie maar heilzaam voor onze kinderen. Aan hem om te beslissen wat hij het belangrijkst vindt.
Het zijn mooie tijden voor wie van rommel houdt. Want wie zijn huis wil volproppen met andermans spullen vindt tegenwoordig de informatietechnologie aan zijn zij. Vroeger was je als verzamelaar verplicht rommelmarkten af te struinen of hele avonden op te offeren aan het doorsnuffelen van zoekertjesrubrieken . Dat had ongetwijfeld zijn charmes maar efficient was het zeker niet. En toen kwamen een paar slimme computerjongens met het internet voor de dag. Dat veranderde onze planeet in een walhalla voor tweedehandsofielen. Je surft naar je lievelingssite, tikt een zoekterm in et voilà, een paar seconden later vult je scherm zich met buitenkansjes. Zelf ben ik niet zo'n koopgraag type, maar ik mag er graag naar kijken. Je kan het zo gek niet bedenken of er is wel een wereldburger die daar net van af wil. U wenst voor het fietsen het huis niet meer te verlaten, geen probleem, een paar aanslagen op je keyboard en daar verschijnt een lijstje van 138 hometrainers met meer dan duizend kilometer op de teller. Voelt u zich in een ridderlijke bui, dan vindt u vast wat naar uw gading in de uitgebreide voorraad zwaarden met ervaring. En wat dacht u van een vogelspin, voor de bewaking van uw patrimonium. Controleert u het maar, ik maak u echt niks wijs. Ook voor een gepensioneerde vogelspin kan u op het net terecht. Trouwens wel leuk, die advertentie: "Grammastola aureostriata, ideaal voor beginners want totaal niet agressief", stelt de verkoper zijn potentiële klanten op hun gemak. Ook in de vogelspinnerij geldt klaarblijkelijk: " Altijd kalm beginnen !". Waarom zou die man zijn vogelspin eigenlijk van de hand doen, vraag ik me dan af. Heeft dat beest ze nog wel alle acht ? Vele aanbieders zijn zich bewust van die achilleshiel in hun verkoopspraatje. Ze achten het daarom nodig enige uitleg te verschaffen omtrent het waarom van de verkoop. Een man die zijn telescoop ten gelde wil maken deelt mee dat hij om medische redenen niet meer kan observeren. Hmm, toch niet door dat ding naar de zon gekeken, denk ik dan. Een andere zet dan weer zijn mengtafel in de vitrine 'vanwege stopzetting van hobby'. Stopzetting van hobby, juist ja, ze bestaan, de mensen die om de twee maanden beslissen, deze hobby heb ik wel gehad, tijd voor iets nieuws. Hobbyhoppers, noem ik ze. Ik moet toegeven, creatief is hij wel, de verkopende partij. Maar een eerlijk 'ik vind het een lelijk ding', een 'ik heb er mij lelijk aan bezeerd' of een ' het heeft mijn huwelijk naar de vaantjes geholpen' dat kom ik nooit eens tegen. De waarheid zou wellicht te veel geld kosten.
Wij, twee kibbelende kakelkippen, wij staan voor niets, tuiten de lippen en lispelen ons lied van opgehokt verlangen, stamelend en wankelend, in spinrag van eigen hand gevangen, gekooid door 't verleden, de hakken in 't zand
Zie ons hier zinken. Zullen we stikken, of slikken en verdrinken ?
Ik houd van verkiezingen. Om van te smullen vind ik ze. Vandaag was ik weer aan het feest. Want de Nederlanders mochten nieuwe gemeenteraadsleden kiezen. Mochten, zeg ik, want in tegenstelling tot België kent Nederland geen opkomstplicht. Het is dus altijd eventjes bang afwachten hoeveel burgers er zullen komen opdagen bij de kiesbureaus. Zestig procent voorspelt men voor deze verkiezingen. Dat betekent dat zo'n vier Nederlanders op tien het blijkbaar niet de moeite vinden om hun drukke leventje even te onderbreken voor een druk op de stemknop, want ook in Nederland wordt er tegenwoordig vooral electronisch gestemd. Het werd hen vandaag nochtans erg makkelijk gemaakt. Zo kon je stemmen van half acht 's morgens tot negen uur 's avonds en werden allerlei ongewone plekken tot stembureau omgetoverd. Zo konden de forenzen in Lelystad stemmen in het station en zag ik de links-liberaal Pechtel zijn burgerplicht vervullen in een supermarkt. Zijn profetische woorden troffen me diep: "ik houd er wel van , eigenlijk, want het laat zien hoe ver we in Nederland met de democratie gekomen zijn, dat we nu tijdens het winkelen de luxe hebben om te gaan stemmen." Juist, ja, ik vermoed dat het de man volledig ontgaan is maar hij sloeg de nagel op de kop. Zo ver is de Nederlandse democratie afgegleden, dat het stemmen er beschouwd wordt als een klusje dat je op een doordeweekse dag opknapt tussen het shoppen door. Het mag vooral geen moeite kosten. Eerst naar de afdeling droge voeding, daarna naar het vlees, dan snel langs de stembus, nog een tros bananen afwegen en dan richting kassa. Nee, meneer, u krijgt geen korting vanwege uw stem. Ik mag er dan al tuk op zijn, voor de Nederlanders zijn verkiezingen geen feest. Om te huilen vind ik dat. Huilen, samen met de honderduizenden die jaren streden voor het veroveren van het algemeen enkelvoudig stemrecht. Huilen om het bloed dat vloeide tijdens hun lange calvarietocht voor een stem in het kapittel. Deze mensen zouden desnoods op hun knieën naar de stembus gekropen zijn. En supermarkten, die waren er toen nog niet !
Oef, de jaarlijkse Oscar-hype ligt weer achter ons. Geen dag te vroeg. En ook dit jaar vielen we weer in de prijzen. We, dat zijn wij, niet-Engelstalige landen. Het kon ook moeilijk anders. Want daar in LA hebben ze een speciale Oscar voorzien voor de beste niet-Engelstalige film. Dat levert die andere meer dan vijf miljard mensen dus minstens één oscar op. Lief toch van Hollywood, niet ? Dat ze een paar kruimels reserveren voor ons minder door talent gezegende filmlanden. Hoe hoffelijk ook van de superieure filmnatie dat ze ons zwakke broertjes wenst te beschermen tegen de voor ons veel te harde competitie met de talentvolle kineasten van de Verenigde staten. Onze inbreng blijft beperkt tot een deelname aan de cinema-paralympics.Voor de rest is die ganse Oscar-uitreiking één grote promo voor Hollywood, een hoogmis voor het cultureel imperialisme van de Verenigde Staten. Wij continentale Europeanen mogen hoogstens eens langs gaan om eer te komen betuigen aan de consuls van het witte doek. En af en toe wordt er een barbaar tot ridder geslagen. Wat een eer zeg. Met zo'n Oscar voor de beste niet-Engelstalige film in handen, kan je dan scoren in je eigen regio. En maar zwaaien met dat ding : "Hello world , the big boys vonden mijn prent ok ", niemand kan je nog als weirdo afschilderen indien je komt kijken. Dat kineasten wereldwijd nog steeds aan dit vernederende schouwspel wensen deel te nemen, getuigt van een zelfwaardegevoel dat zich ergens diep op de bodem van de oceaan situeert. De Oscar voor niet Engelstalige films is een vergiftigd geschenk. Hij bevestigt enkel de totale dominantie van de USA op dit vlak. Zo blijft Hollywood ons voorschrijven hoe een 'goede film' er moet uitzien en zullen Amerikaanse maatstaven tot in lengte van dagen de wereldwijde filmindustrie blijven domineren. Onmogelijk om daarmee te concurreren. Want Amerikaanser dan de Amerikanen zullen we nooit worden.
Waarom moest 'den Dimmy' dood ? Die kerel deed zijn werk toch goed. En zo plezierig is dat niet, werken met die Witse. Over een moeilijk karakter gesproken. Veeleisend dat die altijd was. Vierentwintig uur per dag moest Dimmy klaar staan voor die dwingeland. Het is een wonder dat hij nog de tijd vond om zich te verloven. Maar een Vlaamse reeks zonder ellende, kommt nicht in Frage ! Dus kreeg dat arme kind van de scenaristen een begrafenis cadeau. Het mocht weer niet zijn. Geen toekomst voor deze twee veelbelovende jonge mensen . Gelukkig hadden ze geen kinderen, ik weet het. Het is ook zo definitief. Waarom laat men Dimmy niet gewoon loopbaanonderbreking nemen. Dan kon hij altijd nog terugkeren naar zijn oude stek. Maar wat doet men, men geeft hem de kogel. De kogel en een begrafenis, de kans dat iemand zoiets nog ooit te boven komt is kwasi nihil. Toch niet verstandig van de VRT, want stel dat de kijkcijfers van de nieuwe reeks de dieperik in gaan, dan zitten ze daar serieus met de gebakken peren. In dat geval zullen ze heel creatief uit de hoek moeten komen. Dat ze daar op de VRT al maar op zoek gaan naar het telefoonnummer van de scenarioschrijver van Dallas, hopelijk leeft hij nog. Die gast, die had verstand van dat soort zaken. Die Ewings, daar kon je op schieten, je kon ze verzuipen, je kon ze met een industriële hakmolen tot Big Macs verwerken, en nog moest je er rekening mee houden dat ze een jaar later plots, alsof er nooit iets gebeurd was, terug je huiskamer konden binnenwandelen. Sterk geslacht, die Ewings. Eureka, dat is het. Dimmy is de helft van een ééneiige tweeling, Dimmi en Jimmi. Jimmi kon niet op de begrafenis aanwezig zijn omdat hij een antropologische studie verricht bij één of ander natuurvolk uit het Amazone-gebied. Maar nadat hij terugkeert uit Brazillië raakt hij geobsedeerd door het werk van zijn vermoorde broer. Hij schrijft zich in aan de politieschool en moet stage lopen op de dienst van .... Witse. Voilà, als ze Jimmy vandaag nog kunnen bereiken, kan hij nog net op tijd klaargestoomd worden voor de volgende serie. Dan kan dat jong ding waar ze Witse dit jaar aan koppelen vandaag nog haar mutatieaanvraag indienen. Ik heb ze nog niet gezien, maar ik kan me zo voorstellen wat ze gedacht hebben bij de VRT. Witse heeft te weinig vrouwelijk schoon rond zich. De politie wordt te veel geportretteerd als een mannenbastion. En dus gooien ze een politioneel lustobject in de strijd, wacht maar af. Mij zal ze niet vermurwen. Al zijn haar rokjes nog zo kort, twee keer anderhalve meter been maakt nog geen goeie flik. En al zeker geen Dimmy.
"Mon dessin ne représentait pas un chapeau. Il représentait un serpent boa qui digérait un éléphant." Flarden schoolfrans, wrakhout, aangespoeld op de golven van mijn hemelturen. Daar hangt het, dat olifantverterende serpent van 'de kleine prins'. En het hangt daar lelijk in de weg. Blauw wil ik zien. Blauw, dan donkerblauw, dan zwart. Want zonder zwart geen show vannacht. Zonder zwart geen sterren, echte sterren, de sterren van het zwarte doek, waarbij die theelichtjes van Hollywood verbleken. Ware sterren schitteren ook zonder special effects, limousines en Christian Dior. Ware sterren doen het zonder oscars en decadente gages. Ware sterren doen het alleen en voor ons allen. Geen entreegeld, geen gezanik. Mag het doek nu open ? Dringende oproep aan Madame Boa, gelieve onmiddelijk het toneel te verlaten, dank u. Madame Boa sloft onverstoorbaar verder. Ik duik de kelder in om mijn fiets te inspecteren. Als het nog goed komt vannavond dan zal hij mij voeren. Een broos, fonkelend lichtje, kronkelend tussen bossen, op zoek naar verstrooiing. Zandkorrel tussen de rotsen. Laat het maar vriezen, laat me wolkjes blazen van verwondering. We zullen samen staren, zonder wat te zeggen, samen reizen, ter plekke. Tussen nevels en kometen, tussen quasars en rode reuzen staan wij, rode neuzen, tussen warme thee en wafels, te smullen !
De telefoon rinkelt. Het is mijn broertje. Hij heeft eindelijk nog eens een paar dagen vakantie kunnen nemen. En voor hem betekent dat klussen, de stakker. Zijn trap is te lang zegt hij, of de kamer te kort, in ieder geval, er moet een stuk af. Vraag is alleen: hoeveel ? Of daar niet zo 'n truukje voor was ? "Ha, je bedoelt Pythagoras. Ja, dat truukje doet het nog steeds, weinig nieuws onder de zon in de wereld van de driehoeksmeting", antwoord ik met de ironie van een wiskundeleraar op rust. "Het kwadraat van de schuine zijde is gelijk aan de som van de kwadraten van de rechthoekszijden, die schuine zijde wordt ook wel hypothenusa genoemd", voeg ik er volstrekt overbodig aan toe. "Heb je het", vraag ik ? "Ja, bedankt" besluit mijn broer en de hoorn gaat op de haak. Zo, mijn reputatie van brein op pootjes heeft deze beproeving weer glansrijk doorstaan. Mijn broertje heeft het vaak genoeg mogen ondervinden, van klussen heb ik geen verstand. Maar als er bij dat ge-doe-het-zelf behoefte is aan enige wetenschappelijke inbreng dan doe ik graag mijn duit in het zakje. Bijvoorbeeld als men zich afvraagt of men een oude kleerkast wel kan kantelen zonder het plafond te beschadigen en zo ja, over welke zijde -weer die oude Griek - of bij echtelijke disputen over de hoeveelheid zand die nodig is om een bak in de vorm van een regelmatige zeshoek tot 10 centimeter onder de rand te vullen. Het valt me vaak op hoe de meeste mensen worstelen met het oplossen van dit soort elementaire vraagstukken. Quantumfysica komt hier toch echt niet aan te pas. Die stelling van Pythagoras, die gaat al 2500 jaar mee. En nog steeds struikelen we over zijn kwadraten. Allemaal de schuld van onze trage genen. Generaties al krijgt de jeugd de stelling van Pythagoras met de paplepel binnen, maar beklijven doet het niet. Ons DNA bulkt van van de biochemische kennis, maar tot op vandaag weigert het halsstarrig om zelfs maar een A4-tje over meetkunde in zijn bibliotheek op te nemen. Onze genen zijn slome leerlingen. Al sturen wij robots naar Mars, al manipuleren wij individuele atomen, voor ons DNA zijn wij nog steeds diezelfde aangeklede apen met een overdosis grijze massa. Zelfs een simpel formuletje waar iedere klusser zijn voordeel mee kan doen is nog steeds niet aangeboren. En als straf moeten we allemaal naar school. Deden we dat niet, dan zouden we het niet lang redden in onze snel veranderende leefomgeving. Puur genetisch bekeken kan je op de hele wereld immers geen beest vinden dat slechter aangepast is aan zijn biotoop dan de mens. Ons DNA spijbelt, ons DNA is blijven steken in de oertijd. En misschien is dat niet eens zo gek. Want als wij geniale schepselen straks besluiten dat het tijd is voor een pingpong-match met kernwapens, dan zal van onze beschaving weinig overeind blijven. En wat heb je dan nog aan relativiteitstheorieën en quantummechanica. Als het ooit zover komt, hebben we altijd onze 46 chromosomen nog. Met dat beetje extra straling van een nucleair armageddon, muteren we in een mum van tijd terug naar onze roots en slingeren we zoals in die goede oude tijd weer vrolijk van boom naar boom. Waarom krijg ik nu plots zin in bananen ?
Mijn God, wat een baas zeg, die Daneels. Hij vindt dat zijn personeel te hard werkt. Als we allemaal zo'n patron hadden konden de vakbonden het wel schudden. "Rusten zult gij ! ", verordonneert de grote manitoe van de Belgische katholieken. Nee, ga nu niet meteen lekker achterover leunen, hij richt zich niet tot ons gewone stervelingen, hij neemt het op voor zijn arme priesterzonen, de werkmieren van Rome. Want die brave geestelijken zijn danig overwerkt. De aartsbisschop raadt ze aan om elke week één dag blanco te laten in hun agenda. Onthaasten dus, maar u weet hoe dat gaat, hoe meer er over gesproken wordt hoe minder er van terechtkomt. Ook voor de priesters lijkt het makkelijker gezegd dan gedaan. Zolang het aantal roepingen immers sneller blijft dalen dan het aantal gelovigen zal er aan hun hoge werkdruk weinig veranderen. Tijd voor een stevige koerswijziging, me dunkt. Wat zijn de opties ? Theoretisch gezien zou je kunnen denken aan een versnelde afbouw van het aantal gelovigen. Minder gelovigen betekent automatisch minder sores voor de pastoor. Probleem opgelost ! Theoretisch natuurlijk, want zoals het iedere zichzelf respecterende religie betaamt streeft ook de Katholieke kerk naar een maximalisering van het aantal gewonnen zieltjes. Een voorstel tot invoering van een numerus clausus op Katholiciteit maakt dus bitter weinig kans. Volgende optie dan maar. Meer doen met minder priesters. Herstructureren met andere woorden. Ergens in België loopt vast wel een crisismanager rond met het vermogen de Katholieke kerk te updaten naar de 21ste eeuw. Dat die topmanagers handen vol geld kosten, dat hoort er nu éénmaal bij, voor niks gaat enkel de zon op. Het stoeltjesgeld zal in elk geval goed besteed zijn. Er valt immers nog heel wat te stroomlijnen bij onze parochies. Denk maar aan de winst die automatisering zou kunnen opleveren. Wat dacht je bijvoorbeeld van de electronische biecht per e-mail. Het enige wat van dat Confession XP verwacht wordt is een auto-reply met de woorden "Ego te absolvo". Makkie toch en weer duizenden uren uitgespaard. En waarom niet de schaar gezet in dat overladen takenpakket van de priesters ? Ik voel er wel voor om wat te knippen in de sacramenten. De afschaffing van het huwelijk zou gelijk een massa scheidingen voorkomen. Weeral een extra weekje vakantie voor mijn arme pastoor. En mocht dit alles niet volstaan, dan grijpen we naar de grove middelen. Import. Als Europa vindt dat Poolse loodgieters kunnen, waarom dan geen Poolse priesters ? De kwaliteiten van de Poolse loodgieters, daar heb ik het raden naar, maar hun priesters, geloof mij vrij, dat is topkwaliteit, pauselijke kwaliteit zou ik zelfs durven beweren. Poolse priesters staan bekend als echte die-hards, hun bereidheid tot reizen is legendarisch en van vervroegd pensioen hebben ze nog nooit gehoord. Priesteren zullen ze, zegenen en preken tot ze er bij neervallen. Klassepapen !
Nee, dank u, voor mij geen Opel Corsa. Ik ben mijn leven nog niet moe. Een auto die 'totaal onlogisch' als leitmotiv heeft, daar heb ik geen boodschap aan. Als consument bedoel ik dan. Zou men mij daarentegen vragen de leiding te nemen bij de ontwikkeling van zulk een voertuig dan zou ik met mijn geluk geen blijf weten. Ik zou alle ontwerpers meteen op een strikt dieet van geestesverruimende middelen zetten om te voorkomen dat hun creativiteit door irrelevante sta-in-de-wegs als natuurwetten zou worden beknot. De assemblage zou plaats vinden in een met lachgas volgepompte fabriekshal door een internationaal team van stand-up comedians. Ja, er ééntje ontwerpen, dat zie ik wel zitten, maar kopen ... ben je belazerd ! Wie wil er nu een onlogische automobiel ? Wanneer ik aan 120 km per uur over de autosnelweg raas dan weet ik een beetje logica in een wagen wel te waarderen. Een wagen die naar links draait als je naar rechts stuurt mag zich op originaliteit beroemen maar erg praktisch in gebruik kan je hem niet noemen. En als ik mijn wagen in achteruit zet dan ben ik heus niet prettig verrast als hij vervolgens als een raket vooruit schiet. Onlogische automobielen, laat maar zitten. Met een onlogische Boeing zou toch ook niemand meevliegen. Ik zou trouwens niet graag de verzekeringspremie betalen die bij zo 'n onnavolgbaar autootje hoort. En naar de keuring gaan met zoiets lijkt me ook niet bepaald een pretje. Al bij al sombere perspectieven voor de Opel Corsa. Rondjes draaien als een curiosum in de piste van een circus, samen met Herbie de dolle kever, zie daar het trieste fatum van Opels frivole vondst. Buiten de circustent gelden andere criteria. Op de openbare weg zijn saaiheid en voorspelbaarheid een zegen. Dat de Opel Corsa de ideale wagen zou zijn voor de onlogische mens, dat wil ik best geloven. Zelf houd ik ook van een portie prettig gestoord, zo af en toe. Maar in het dagelijks verkeer gaat mijn voorkeur toch uit naar de heilzame werking van een goed functionerend stel hersens, in combinatie met een betrouwbaar voertuig. Voor mijn part een Lada of een Trabant. Alles beter dan een Opel Corsa.