Ik kom uit een wurmenfamilie.
Zowel mijn vader als mijn moeder waren hartstochtelijke wurmen. Geen wurmen
natuurlijk in de betekenis van wormen of zoals wij zeggen pieren: slijmerige
wezens in de grond die je kunt horen roesten als je goed luistert. Nee, mijn
ouders waren boekenwurmen. Niet zo erg dat ze geheel en al verslaafd waren en
aan niets anders konden denken, maar liefhebbers van het geschreven en gedrukte
woord. Dat moet in de genen zitten, want ik heb dat ook: houden van boeken en houden
van lezen.
Mijn vader las alles wat los
en vast zat, maar hij had een bijzondere voorliefde voor boeken waaruit je iets
kon leren. Duitsers noemen dat Sachbücher:
boeken die gaan over de zaken uit de wereld waarin wij leven. Boeken over
aardrijkskunde, natuurkunde, geschiedenis, dat soort. En dan was het
buitengewoon handig wanneer er naast het geschreven woord ook bijbehorende
plaatjes te bewonderen waren. Want hoe kun je nu weten hoe een gletsjer er
uitziet zonder een foto? Hoe kun je ooit Willem de Zwijger kennen als je nooit
een portretje van hem hebt gezien? Bij ons thuis wemelde het daarom van
boeken-met-plaatjes waaruit je buitengewoon veel kon opsteken.
Een buitengewone categorie
boeken, die zowel geschreven informatie als illustraties bevat, is de
encyclopedie. Bij ons thuis stond die op de tweede plank van de boekenkast in
de voorkamer. Wij hadden een echte zestiendelige Winkler Prins. Op de rug van
ieder deel stonden twee woorden: het beginwoord en het eindwoord. Deel zeven
sloot met het woord gebit en deel acht begon met geboorte. Helemaal
gebaseerd op het alfabetisch principe dus. Heel handig als je iets wilde
opzoeken.
Behalve encyclopedieën (wij
hadden ook Duitse, een Engelse en een Franse Larousse) bezaten wij ook veel
kunstboeken. Zoals het befaamde boek met de 100 mooiste schilderijen van het
Rijksmuseum (of een dergelijke titel). Hoe vaak heb ik niet bewonderend en
verwonderd gekeken naar Pieter Breughel met zijn kinderspelletjes, de
gebroeders van Eyck met hun zingende engelen en de onsterfelijke Mona Lisa! En
hoe blij verrast was je niet, wanneer je op een goede dag Frans Hals in het
echt zag! Nóg mooier dan de plaat in je boek!
Veel plaatjesboeken van
vroeger staan nu bij ons thuis. Ook de Grote Winkler Prins (vijfde geheel vernieuwde
druk, uit 1933.) Af en toe pak ik zon zwaar reproductieboek, zie voorin het ex
libris van mijn vader, kijk naar het zelfportret van Rembrandt-met-baret, en
probeer mij de situatie thuis te herinneren toen ik hetzelfde deed. Lang
geleden.