- Dit is
Nederlands bekendste gedicht van van Alphen.
Hieronymus van Alphen.
- Nooit van gehoord.
Rondom
onze boerderij bevindt zich een kleine boomgaard met hoogstammen: kersen,
appels, peren. De boerderij is oud, meer dan honderd jaren, en de bomen idem
dito. De een na de ander legde het loodje, want ook aan het leven van een boom
komt een einde.
Daarom
hebben we een aantal jaren geleden alle oude bomen gerooid en nieuwe geplant.
Drie appelbomen, twee perelaars en twee pruimenbomen.
Deze zomer
droegen de jonge, nieuwe pruimenbomen voor het eerst vruchten. Een stuk of
zeven. Drie ervan heb ik voor u gefotografeerd.
Onze
pruimen zijn overheerlijk zoet en sappig. Over hun velletje ligt schijnbaar een
waslaagje ter bescherming. Als je die waslaag vóór de consumptie verwijdert en
de pruimen een beetje opwrijft, zie je glans verschijnen. En met de glans de
verrukkelijke smaak.
-
Mag ik zon heerlijke pruim? Want aan een boom zo volgeladen, mist men één,
twee pruimen niet.
- Zie je
wel: een regel uit het gedicht hierboven. Je kent het dus toch!
Maar je
hebt je wel vergist.
-
Hoezo?
- Je mist
één, twee pruimpjes wel. Maar geen vijf, zes pruimen, zoals in het gedicht
staat!