Mijn eerste bril kreeg ik
toen ik ongeveer tien was. Omdat slechtziendheid in de familie zit mijn vader
bijvoorbeeld was enorm bijziend en zonder bril aan het toeval overgeleverd dacht
Ma dat het verstandig was ook mijn gezichtsvermogen te doen controleren. En ja
hoor: de oogarts achtte de tijd gekomen voor een ziekenfondsbrilletje met van
die ronde glazen en verend meegevende haken achter je oren. Vóór je ogen twee
glaasjes min drie en min twee. Ik had er een gloeiende hekel aan omdat je er
bij het voetballen en turnen alleen maar last van had. In ieder geval was de
bril vaker in zijn huisje te vinden dan op mijn wipneus. Dat was niet
verstandig, zei een wijze Heurnse boer die bij ons thuis in het voorjaar de
groentetuin omspitte. Hij kende iemand die het ook had vertikt om een bril te
dragen en die iemand moest nu van de dokter veertien dagen met zijn ogen op een
stoel zitten.
Neen, lenzen heb ik nooit
gedragen. In de tijd dat ik aan mijn brilletje begon waren die trouwens ook nog
niet uitgevonden. Overigens had ik,
in het geval dat, zonder lensvloeistof kunnen leven, omdat ik van nature een
beetje een huilebalk was die bij iedere passende gelegenheid de waterlanders
liet vloeien. Ook op latere leeftijd, toen een paar lenzen kwam vragen of het
in aanmerking kwam, heb ik mijn trouw aan het brilmontuur met bijpassende
glazen niet verloochend. Ook al zeg ik nu dat ik mij van de heersende mode
nooit iets aantrok, ik moet toegeven dat een aantal monturen eraan beantwoordde.
U kent ze ook nog wel: brillen met van die zware, mahoniebruine kunststof
monturen met glazen in dikke randen die bijkans je gehele wangpartijen
bedekken. Af en toe, wanneer het ZDF weer eens een reportage over leeglopende
Russische dorpen uitzendt, zie je een oudere bebrilde Russische onderwijzeres
met dat type montuur.
Kan het zijn dat ik bij een
van je brillen leesstukjes in de glazen zie?
Compliment voor uw opmerkingsgave, want u hebt mij op een zwak punt
betrapt. Inderdaad heb ik een tijdje zon lompe bril gehad met van die
afwijkende focussen in een gedeelte van de glazen om niet alleen mijn vrouw
diep in de ogen te kunnen zien, maar om tevens een boek te kunnen lezen. Van
bifocaal had niemand toen ooit gehoord, laat staan van multifocaal. Als ik een
beroemde schrijver wilde betrappen op een ongerijmdheid in zijn nieuwste boek,
moest ik regels uit dat boek lezen via de extra ingeslepen leesstukjes. Een
tamelijk waardeloze uitvinding, zon bril met leesstukjes, als u het mij
vraagt, want loodzwaar op je neus. En we hebben al genoeg te tillen in ons
leven.
Jazeker, je ogen veranderen
met het ouder worden. Met het klimmen der jaren blijkt mijn gezichtsvermogen,
anders dan u dacht, er op vóóruit te gaan. Voorwerpen tot een afstand van zeg
een anderhalve meter kan ik heden ten dage zonder bril heel goed zien. Voor
zaken verderop gebruik ik een goedkoop lichtgewicht brilletje dat u bij een van
de vele brilgiganten voor een prikje kunt verwerven. Een leesbril heb ik niet
nodig, boeken lezen doe ik zonder bril. En aan contactlenzen heb ik mij zoals
gezegd nooit gewaagd. Dat heeft veel te maken met mijn conservatieve
geestesgesteldheid als het gaat om vertrouwde hulpmiddelen zoals mijn
brilletje. Ik kan er geen afscheid van nemen.
Nu ik u toch spreek en u een
kijkadvies wilt: kijk met je ogen wijd open. Niet zomaar kijken, maar
observeren. Niet zien, maar waarnemen. En wees alle dagen van je leven dankbaar
dat er zoveel moois is om te zien.
De fotos
hieronder laten brillen zien die ooit op mijn neus hebben gestaan.


|