Het
is nu kwart na acht en buiten is het pikkedonker. Hoe zomers september
ook was, de aarde houdt nooit halt op haar reis rond de zon en zo
zoeven we thans onafwendbaar de herfst in. Paradoxaal genoeg betekent
dat gedwongen vertrek richting winterellende dat we op onze
ellipsvormige omwenteling steeds dichter bij de zon komen. Het
verschijnsel seizoen heeft dan ook niks vandoen met de afstand
aarde-zon. Onze jaargetijden hebben we louter te danken aan de
scheefstand van de aardas ten opzichte van het eclipticavlak. Kijk me
nu niet aan alsof ik Chinees bezig, ik tik ook maar wat mijn
encyclopedie mij dicteert. Tot zover de leerstof voor vandaag,
trouwens. Mijn kop neigt niet naar doceren. Meer naar blèren moet ik u
bekennen. Want het besef dat het fraaie weer ons, valt te vrezen, pas
volgend jaar weer zal vervoegen, overviel mij vanmorgen op een
broodnuchtere maag. Windhozen, tornado's en wolkbreuken, de vrolijk
wakkere nieuwslezer serveerde het weergebeuren alsof het een Engels
ontbijt betrof, mij smaakte het als tandpasta met ketchup. Ook een blik
geworpen uit het raam zorgde voor treurnis. Het gazon was natter dan
van dauw alleen en de bomen wiegden ruw en zonder kadans. Ik schudde
meewarig het hoofd en verrekte daarbij een spier. Tegenslag vertoont
zich zelden in enkelvoud, weet u wel. En zo lijdt nu ook mijn hoofd aan
een zekere scheefstand. Waarmee ik echter niet in staat blijk deze van
de aardas te compenseren, voor het geval u al plannens was uw reis naar
de Kanaren te annuleren. Blijft u vooral vliegen. Zo draagt ook u uw
steentje bij aan het broeikaseffect. Het moeten er minstens 360 zijn,
de dagen op een jaar dat ik u vanwege zulk een achteloos luchtverpesten
met een als een bever knagend schuldgevoel op vakantie zou sturen, maar
vandaag vliegt u wat mij betreft bij voorkeur nog op een mengsel van
pek en zware stookolie naar het zuiden. Het kan me niet hard genoeg
broeien in de atmosfeer op dagen als deze. Ik zal u bij gelegenheid van
uw terugreis dan wel een dubbele portie verwijten naar het hoofd
slingeren. Vandaag resten me enkel mistroostigheid en de even obligate
als vergeefse pogingen om deze gemoedstoestand enigzins te verflauwen.
Ik zet me achter de piano en geef een imitatie van de 'Fabulous Baker
Boys' ten beste, of toch van één van de twee, de knapste, veronderstel
ik.
YOU COME ON LIKE A DREAM, PEACHES AND CREAM, LIPS LIKE STRAWBERRY WINE. YOU'RE SIXTEEN, YOU'RE BEAUTIFUL AND YOU'RE MINE.
Het
klinkt nog tien maal beroerder dan het gepingel van het filmische duo,
en die vonden zichzelf al behoorlijk crappy. Dat geeft te denken, niet ?
Men zal het u wellicht nog niet verteld hebben. Slecht nieuws hangt men
immers zelden aan de grote klok. Wat u dan onthouden werd ? De naakte
waarheid, de statistieken van de oorlog in Afghanistan. Loop nu niet
meteen weg, ik zal u niet bestoken met tientallen cijfertjes, ik weet
dat u daar niet van houdt. Als ik af en toe eens een getal op u afvuur
dan doe ik dat omdat ik van oordeel ben dat getallen boodschappers
kunnen wezen. Van goed en van slecht nieuws.
80 en 81! Zo, ik
heb u verrast, de pijn was kort, niet ? Rustig blijven ademhalen, het
leed is al geleden. Meer komt er niet, ik beloof het u. Het eerste
getal slaat op het aantal gesneuvelde Amerikaanse (VSA) soldaten tot nu
toe in 2006. Het tweede getal geeft het aantal gesneuvelde
niet-Amerikaanse soldaten weer voor de zelfde periode. Vier cijfertjes
slechts, maar ze vertellen een triest verhaal. Ze vertellen ons dat het
slecht gaat met Afghanistan.
U zou nu kunnen denken. Ach, waar
heeft hij het over. Sneu voor je als het je zoon is, je broer , je
vader, je moeder, je zus, je dochter, sneu, maar afgrijselijk hoog kan
je die verliezen toch niet noemen. Dat klopt. De verliezen blijven
beperkt. Voorlopig dan toch, want de toekomst ziet er niet bepaald
rooskleurig uit. De Taliban blijken nog lang niet verslagen. Ze lijken
zelfs aan kracht te winnen. Getuige het hoogste aantal slachtoffers per
jaar onder de Westerse strijdkrachten sinds de oorlog begon in 2001, en
we hebben nog drie maanden te gaan.
En net nu het echt heet
dreigt te worden in Afghanistan mogen wij Europeanen, tesamen met
Canada, het stokje van de Yankees overnemen. Nice ! Officieel heet het
een Navo-operatie te zijn, maar in mijn achterdochtig brein, klinkt het
eerder als : Toedeloe, salut en de kost en débrouillez-vous,
Navo-kameraden, blijf vooral rustig zitten, wij vinden zelf de uitgang
wel. De Amerikaanse president heeft andere plannen voor zijn
soldaatjes. Er blijft nog een hoop wereld over om te veroveren. En
uiteindelijk viel in dat dorre Afghanistan toch bitter weinig te rapen.
Een schone generale repetitie was het. Men kwam, zag en schoot de boel
aan diggelen. Laat het puinruimen maar aan de Europeanen, daar zijn ze
goed in, die straathoekwerkers van 'Old Europe'. Die Europeanen snijden
zich ondertussen wel steeds vaker aan de scherven. In die mate zelfs
dat we er samen met Canada nu reeds in geslaagd zijn de Amerikanen
voorbij te sneuvelen. Reuze benieuwd wat de toekomst nog meer voor ons
in petto heeft.
Hoed u voor
vrolijke mensen. Mijd ze als gaven zij persoonlijk de pest een lift,
want zij kunnen uw somberheid danig verstoren. Omdat zij geen schaamte
kennen. Onaangekondigd wagen zij het zomaar uw pad te kruisen, net op
het ogenblik dat u , de kin op de borst, druk doende bent de
wereldproblemen te contempleren. U denkt 'honger', u peinst
'vogelgriep', u berekent uit het blote hoofd het percentage van de
mondiale populatie dat gedoemd is te sneuvelen bij een nakend nucleair
conflict van middelgrote omvang; kortom u bent uzelve en aardig op
dreef en dan 'vanuit het blauwe' wordt u pardoes geconfronteerd met een
opgewekt sujet van menselijke origine. Dat is behoorlijk balen, balen
als een stekker zoals onze noorderburen plegen te poneren, al word ik
er persoonlijk vooral kotsmisselijk van. Dat totale ontbreken van
respect, die onverkwikkelijke aandrift om gratuite goedgeluimdheid de
umwelt in te schetteren, kilometers in het kwadraat, het is mij al een
gesel Gods, of indien Nietzsche gelijk had, een foltertuig ons gezonden
door zijn erfgenamen. Ze noemen zich optimisten, de
glimlachterroristen, en menen dat zij het beste met ons voorhebben, een
waanidee dat wel meer fundamentalisten met zich meedragen. Ik pleit
voor een muur, bij voorkeur één van het vierkantige type. Daarachter
kunnen ze dan ongestoord hun ding doen: Kirren, glunderen,
schaterlachen, dijenkletsen. Leve de biodiversiteit, zolang ik er maar
geen last van heb. Zolang ik me maar ongehinderd kan wijden aan de
ondergang van het avondland, de verloedering van de zeden en de
opwarming van het ozongat. Ja, een reservaat ware ideaal. Geef de
olijkerds hun thuisland, hun eigen bantoestan; waar ze hun vrolijkheid
mogen botvieren op elkander, lok ze naar een tropisch eiland en doop
het Positivonië. En, uiterst belangrijk, laat het de inwoners aldaar
aan niets ontbreken. We zouden niet willen dat ze boodschappen komen
doen op het vaste land, toch. Ach, ik besef het ook wel, Positivonië is
nog niet voor morgen. Maar het staat iedereen vrij te dromen, niet,
zelfs een doemdenker ...
Wat jammer, nou. 'Alles uit de kast' is niet meer. Gisteren werd de
laatste aflevering van het boekenprogramma de ether ingeslingerd. Net
nu ook ik mijn bijzondere boek heb ontdekt. Een waar meesterwerk durf
ik het te noemen. De auteur is ene A.E. Hartink, de titel:
"Legergewerenencyclopedie", kort en bondig, en volledig to the point.
Het kleinood stond stilletjes weg te deemsteren in de sectie 'Oorlog en
Vrede' van de openbare bibliotheek, alhier in de Kempen. Zoveel
verkommering raakt mijn weke lezershart. Dus nam ik het verwaarloosde
beestje mee naar huis. Iedereen zou dat moeten doen. Waarlijk
stichtende literatuur. Wat zou het dat u geen plannen hebt uw gezin uit
te moorden, of dat u geen contacten hebt met wapentrafikanten, mocht u
wel zulk een voornemen koesteren . Wie zegt dat een boek 'nuttig' moet
zijn ... Bovendien, wat vandaag niet is, kan altijd nog komen. U kan u
maar beter goed informeren. Omtrent de keuze van het juiste kaliber
projectiel bijvoorbeeld. Zou die 9 mm wel volstaan om uw schoonmoeder
om te leggen ? Of schaft u voor die gelegenheid beter meteen een .50
Browning Machine Gun aan, waarvan de kogels in afgevuurde toestand een
energie van 16880 Joules herbergen, die komen dus een slordige 37 keer
harder aan dan zo'n 9mm prul. Ach, misschien ziet u er helemaal niet
tegenop de trekker 37 keer te moeten overhalen. U merkt het, een echte
aanrader, deze legergewerenencyclopedie. En niet enkel vanwege zijn
uitmuntend pedagogisch gehalte. Dit boek staat garant voor een
hartverwarmend boeket van prachtig proza, poëzie en esthetiek. Paf
stond ik van de onderkoelde verteltoon, bijvoorbeeld wanneer de auteur
op pagina 27 het onderwerp 'geluidsdemper' aansnijdt. Ik citeer: " Er
zijn situaties denkbaar waarin bepaalde doelen moeten worden
uitgeschakeld. De omgeving waarin de operatie plaatsvindt, mag vaak
niet gealarmeerd worden." Las u ooit een meer universele waarheid ?
Zelfs de grote W.F. Hermans om maar een verscheiden literair monument
te noemen - die kunnen je namelijk niet meer tegenspreken - zelfs hij
had niet raker kunnen mikken. En dan waren er nog de prachtige
illustraties, de explosietekeningen, hoe fijnzinnig toch, die
woordkeuze: Het wapen in doorsnede afgebeeld met een nummertje bij
ieder welluidend onderdeel en daaronder een bijbehorende lijst van
vaktermen. Houd een zakdoek paraat, want ik breng u het water in de
mond. Tilden mij naar hogere sferen:
Bij de afbeelding
'Automatisch geweer : nr 16, oogdopvizierveer nr 41 ;
afsluitervangpalborgstift; nr 79, kolfplaatmoergeleidebus.
Bij de afbeelding 'Machinepistool': nr 13, afsluiterhuis; nr 18, sluitveergeleidestang ; nr 21 , stuurstuk voor vergrendelrollen
Bij de afbeelding 'Automatisch geweer': nr 1, klapkolf ; nr 18, patroonhouderpal
Noem
me een hopeloze romanticus, ik beken. Maar ik weet dat ik niet de enige
ben. Dus, waar wacht u nog op ? Als de wiedeweerga naar een bib in uw
buurt of, als u er zo ééntje bent die van hebben houdt, naar dat
boekenasiel dat zich 'De Slegte' noemt. Zodat ook u op recepties zal
kunnen grossieren in vuurwapenjargon en de domkoppen daar verzameld zal
kunnen verhalen over de AI AW, neen geen onderafdeling van Amnesty
International, maar het Arctic Warfare snipergeweer van Accuracy
International. Doe er uw voordeel mee !
Zij
was nog even mooi als die dag in '89, die dag toen een paar
intellectuele vrienden mij de kinema in lulden. Het zou een artistiek
verantwoord uitje worden, blijkbaar was mijn kunstzinnige entourage het
oordeel toegedaan dat deze Kempische boer daar zijn voordeel mee zou
doen. Wie was ik om mijn meer ontwikkelde medemens daarin tegen te
spreken. Het werd een memorabele ervaring, ontroerend en ondraaglijk
tegelijk Ontroerend vanwege haar blanke achterkant, dat andere door de
ellenlange scènes zonder. Juliette Binoche, 23, schitterend in 'De
ondraaglijke lichtheid van het bestaan', naar een roman van Milan
Kundera. Voor de vertelling bleek ik geenszins vatbaar, maar des te
meer bleek ik ontvankelijk voor de kont van Juliette. Ik ga me niet
wagen aan een beschrijving hier. Haar getuigenis staat op pellicule.
Het minste woord zou afbreuk doen aan het kunstwerk in kwestie. Nooit
heeft een vrouwelijk zitvlak mij nog zo ontroerd als toen die dag in
'89. Mijn vrienden zagen een filmisch meesterwerk en ik, ik zag slechts
bleke billen. Niet met lustgevoelens , nou ja, hier en daar een
kleintje misschien, maar vooral toch met vertedering en esthetische
vervoering. Niet dat die sensaties me weerhouden hebben om me later die
dag alsnog total loss te zuipen, overigens, a student 's got to do what
a student 's got to do, nietwaar. Ze is toch blijven hangen, de schone
Juliette, ondanks de overvloedige onderdompeling in alcoholhoudend
nat,die doorgaans zo nefast is voor het memoriseren. En zo komt het dat
ik me sindsdien zo om de drie, vier jaren stierlijk verveel met de 150
minuten zonder en woordenloos geniet van de 21 met - dat is slechts
mijn subjectieve schatting, misschien onderschat ik haar naaktheid
enigzins - de tijd gaat snel als je gelukkig bent.
( Onomatopee voor overgaande telefoon, onomatopee voor overgaande telefoon)
Davyken : Maaa, de telefoon gaat over / neen, excuus,ik herneem / Maaa, telefon !
( het onomatopeeën wil maar niet ophouden )
Davyken: Maaa-aaaaaaa, den telefon.
Maaa: Maar neemt dan op Davyken.
Davyken: Bij Vercammen !
Elders: murmel, murmel, murmel ....
Davyken: Nee, ons maaa zit op .... kan nu nie komen.
Maaa: Voor wat is 't, Davyken ?
Davyken: 't is 't Parket !
Maaa: 't Parket och here .... en wa willen ze ?
Davyken: 't is over de Carjacker van onze paaa, of dat die op verlof mag van 't weekend.
Maaa:
En daar bellen ze nu nog voor, vrijdags na de noen .... Zegt dat ze
terug bellen na zes uur als uwen paaa terug is van zijn werk.
Davyken: Onze paaa is pas terug na zes uur, kunt ge dan terugbellen, madame ?
Elders: murmel, murmel, murmel
Davyken: Ze zeggen dat iedereen dan al naar huis is, maaa
Maaa: Brussel, 'k had het kunnen weten ....
Zie
daar, het nieuwste wondermiddel voor regeringscrisissen, schuif ze door
naar de burger. En noem het inspraak of waarom niet meteen
'participerende democratie'. De regering leeft nog en dat verheugt me.
Niet omdat ik overloop van liefde voor Verhofstadts politieke ploeg.
Dit land kan zich simpelweg niet permitteren van regering te wisselen
zoals ondergetekende van onderbroek, zo één keer om de twee maanden is
dat. Problemen zijn er om opgelost te worden. De oplossing die vandaag
uit de bus rolde heeft echter meer weg van een gifmengsel dan van een
levensreddend medicament. Ze ondergraaft onze rechtstaat. Dat ook
slachtoffers tegenwoordig een stem krijgen binnen onze rechtspraak, dat
kan ik enkel toejuichen. Het verschaft de rechter inzicht in de vaak
blijvende impact die een misdrijf heeft op het leven van hen die er
door getroffen worden. Die informatie kan hij laten meewegen in zijn
vonnis. Ook lijkt het me verstandig, de slachtoffers te informeren over
een aankomende vrijlating of een penitentiair verlof van een
gedetineerde. Maar hen laten oordelen over het wel of niet toekennen
van penitentiair verlof, dat gaat een stap te ver. Het is niet fair,
niet ten opzichte van de gedetineerde, noch ten aanzien van het
slachtoffer. Door het slachtoffer de facto beslissingsrecht te geven
zadel je hem op met een verpletterende verantwoordelijkheid die
eigenlijk bij de rechter dient te liggen. Bovendien valt het niet uit
te sluiten dat de entourage van de gedetineerde, het slachtoffer onder
druk zal proberen te zetten. Ook de gedetineerde komt er bekaaid af.
Hij moet het voortaan stellen zonder enige garantie op objectiviteit
bij de strafuitvoering. Je kan je slachtoffers vanaf nu maar best
vooraf screenen. De wraaklustige types laat je beter links liggen. Het
ideale doelwit is een mens van goede wil, een vergevingsgezinde goeierd
die je snel je vrijheid zal gunnen, mocht je criminele project
onverhoopt op een fiasco uitdraaien. Een waarlijk crimineel gedrocht
dus, dit duivels compromis. Gelukkig geldt het maar ad interim.
We
zitten in de laatste rechte lijn richting gemeenteraadsverkiezingen. Je
kan het aan van alles merken, de geestdrift waarmee politici zich in de
kijker proberen te werken, propagandistische lectuur die zich nestelt
tussen uw reclamefolders, Siegfried Bracke die weer helemaal opleeft.
Nog zo'n typisch electoraal fenomeen is de smoeltjesparade, een bonte
verzameling van vertrouwen en dynamisme uitstralende posterkoppen, stuk
voor stuk tuk op een plekje in de gemeenteraad. Wat naar nou voor die
strevers dat het aantal zitjes daar beperkt is. Ze moeten er voor
vechten, een stoelendans met bijzonder veel gegadigden en schaars
zitmeubilair. Daar hoort fanfare bij, een kakafonisch blazersgezelschap
dat vooral uitblinkt in het om ter langst éénzelfde noot aanhouden, van
contrapunt hebben de gelegenheidsmuzikanten weinig begrepen, het gaat
er hen vooral om ons met tuitende oren te begiftigen, mogelijke schade
aan de trommelvliezen zal hen worst wezen, als het trommelvlies maar
scheurt op hun frekwentie is het al lang goed. Wat zonde toch dat
allegorieën niet meer dan uitgewerkte zinnebeeldige voorstellingen van
een zaak zijn, anders zouden een paar op maat gefrabiceerde oordopjes
ons geheel resistent maken tegen de heersende verkiezingskoorts. Helaas
geeft de lokale politieke klasse er de voorkeur aan ons te overdonderen
met visuele muzak, een wirwar aan foto's met rugnummer die zich langs
Vlaamse wegen aan ons opdringen. Een beeld zegt immers meer dan duizend
woorden en je kan je er veel moeilijker aan onttrekken. Probeer die
oordopjes maar eens in je ogen te proppen. Of beter, probeer het vooral
niet, want dat is nog stukken gevaarlijker dan gsm-en, als chauffeur,
laverend door de dorpskom. Ja, ze hangen overal, onze toekomstige
bestuurders, waar vroeger een biermerk mij vertelde dat het eigenlijk
geen reclame behoefde, want als man wist ik zelf wel waarom, daar
hangen nu de burgemeesters. Hoe zou het trouwens Sabrina vergaan zijn ?
Sabrina, het stijlrijk silhouet dat symbool staat voor een erotisch
centrum, ergens hier in de buurt. Dat symboliseren doet ze uitstekend
gelegen, 't is te zeggen, schuin tegenover de kerk, zodat de brave
mannen er hier elke zondag fijntjes aan herinnerd worden waar het
lichaam verwend wordt eens ze met gezuiverde geest door de pastoor
wandelen zijn gestuurd. Niet dat de manschappen hier zich tot zulke
duivelse uitspattingen zouden laten verleiden. In dit dorp doen we daar
niet aan mee. Het hangen van Sabrina heeft louter tot doel het
doorgaand verkeer tot lustverkeer aan te zetten. Dit dorp is een
doorrijddorp. Dit dorp dient slechts de kerk. Sabrina kan er enkel te
biechten gaan, rok graag tot onder de knie.
Gegroet
lezer, treed binnen, zet u. Verschoning dat ik met volle mond praat. U
treft me midden een warme- melk-met-chocolade-moment. Daar was ik echt
aan toe. De vaak wil me vroeg vloeren vanavond. Ik heb besloten mij
schrap te zetten. Waarom dan warme melk gedronken ... ? Tja, probeer je
reep maar eens week te krijgen in koude pap. Zoveel geduld kan ik niet
opbrengen. Eén voor één gaan ze in bad, de chocoladeblokjes. Een
secondje of vijf, dat volstaat. Dan een koffielepelritje naar het
voorportaal van mijn spijsverteringsstelsel, waar ze zich volledig
laten gaan, tot genoegen van mijn smaakpapillen. Daar kikkert een
blogger van op, zodat ik u nu kond kan doen van wat mij vandaag
allemaal overkwam, zijnde, niets. Een heerlijk, hartverwarmend niets
met name. Niets dat in het oog sprong, niets dat mij tot tranen toe
bewoog, niets dat mij voor eeuwig bij zal blijven. Het was een zondag
zonder meer. Zonder nucleaire rampen, zonder tranentrekkende mystieke
ervaringen, zonder tweede regenboogtrui voor Tommeke. Een zomerse
zondag zoals zovele. Ik at, dronk en defeceerde, vier keer,
onophoudelijk en éénmalig, voor de statistici onder u. Dat is, tot op
heden, met nog een kwartiertje 24 september 2006 te gaan. Op éénvoudig
schriftelijk verzoek ben ik gaarne bereid u de eindstand mede te delen.
Wie of wat mij dan zo vermoeide dat ik mijn toevlucht moet nemen tot
theobromine ... Een chatster, ééntje van de vrouwelijke soort dus, die
mij verwende met woordjes als 'spitant' , 'rododendron' en
'achteruitkijkspiegel', warme melk voor Alex' chocolade. Ik poogde nog
te riposteren met een allitererend 'paard en prins' en een rijmend
"lichtgewichtnicht", maar niets kon nog baten. Zo omstreeks vier uur
vanmorgen liet ze me zitten, smeuïg als een Cécémel van het betere
merk, pruttelend als een bolognaisesaus op een Leuvense stoof. Dat zijn
behoorlijk uitputtende praktijken voor een blogger zonder
uithoudingsvermogen. Zeker als die zich daarna slechts vijf uurtjes
gunt om te stollen. Gelukkig bracht de dag dus niets.
Ziet u hier staan, onnozelaar met uw artistiek montuur, uw pak van C&A couture en uw ééndags stoppelbaard, die Wim te zijn alleen om haar.
Omdat zij sinds die helse nacht, alleen nog naar zijn pijpen smacht te dansen, heeft zij mijn ganse aard verkracht, ze wil me slijpen naar zijn beeld, ik kan slechts doen wat zij beveelt, ik laat me stansen.
Tot ware Wim word ik gesmeed, tot op mijn slip word ik verkleed, ik moet zijn monologen leren, 's mans rare loopje imiteren. Zijn poëzie ken ik van buiten compleet met Wimse stijl van uiten.
Ja, zelfs als wij des nachtens vrijen, mag 'k mij niet als mezelf vermeien, want 't vrouwtje is pas echt content, als ze op zijn Helsens wordt verwend. Ik weet dat ze niet mij bemint, alleen van hem wil zij een kind. ach, kon 'k haar goud maar zelf ontginnen, maar zonder muts raak 'k niet meer binnen.
Zeg nu nog eens dat je van gokken niet rijk wordt ? Sheldon Adelson
bewijst het tegendeel. Hij katapulteerde zich al gokkend naar de derde
plek in de Forbes 400 , het rijkeluizenlijstje van het bekende
Amerikaanse tijdschrift. Adelson zette al zijn geld in op het vakje '
de mensen zijn stapel' en won. Twintig miljard dollar staat er al op
zijn teller, dan mag je met recht van 'het groot lot' gewagen, me
dunkt. De superpot die hij mocht binnenrijven dankt hij aan zijn
spelende medemens, die het gokken niet kan laten. En dat terwijl we
allemaal verdomd goed weten dat je statistisch gezien gegarandeerd
wordt geplukt. Kansrekening kan ons blijkbaar gestolen worden. Wij zijn
wezens van vlees en bloed, niet van statistiek. We klampen ons vast aan
dat waterkansje, die zeldzame speling van het lot die ervoor zal zorgen
dat wij ons een pauwenkleed kunnen shoppen met de uit de kont gerukte
pluimen van die andere waterkans-believers. Dom hè ! En toch doen we
het, met z'n miljoenen. We maken ons wat wijs.. Bijvoorbeeld dat er één
of ander goed doel is dat wint bij ons verlies. We maken ons wat wijs.
Kijk maar naar de Lotto. Ze sponsoren een wielerteam van
pillendraaiers. Die gasten verdienen kleerkasten van huizen. En leg me
eens uit wat het maatschappelijk nut is van de Memorial Ivo Van Damme
en waarom de Nationale Loterij de opwarmingskosten betaalt van het lijk
dat "F.C. De Kampioenen" heet ... Nog zo'n kirrewiet idee: de gedachte
dat dat gekruis, gekrab, geroulette en ge-éénarmig-bandiet ons
nauwelijks wat kost, dat het om klein geld gaat. Een miljardenbusiness
is het ! Of hoe dacht u dat Adelson aan zijn fortuin is geraakt ? Neen,
als uw hart op de goede plek zit en u wil dat tonen, gaat uw gang, maar
passeer dan beter niet langs de kassa van de Nationale Loterij. Aan
goede doelen geen gebrek. Kies er ééntje, desnoods door lottrekking als
u echt niet zonder kan, en laat uw portemonnee de naastenliefde
bedrijven. Verwater uw goedheid niet met nutteloos gekrab. En als u
denkt, ik heb geld teveel, laat ik de economie een beetje stimuleren
met een avondje geldverspillen in het casino. Ach, blijf toch lekker
thuis. De wereld draait ook zonder roulette en het croupierschap mag
dan wel in een bijzonder schoon kostuum worden uitgeoefend, de
maatschappelijke relevantie van het beroep ontgaat me tot op heden.
Besteed uw speelgeld aan een nobeler streven. Sponsor een
blindegeleidehond of koop kommetjes soep voor daklozen en dichters. Zij
zullen uw warmte ten zeerste waarderen.
Buizerds denken niet, dacht ik. Dus dacht ik voor hem of haar daarboven, die glijdend kwam vanuit het noorden.
Wat
een heerlijke dag voor een zweefvlucht. Blij dat ik een buizerd ben en
geen konijn, een egel, of erger nog een mens. Kijk daar heb je er twee.
Bedrijvig als altijd. Immer denkend aan later. God, wat heb ik
kompassie met die beesten. Zie ze zwoegen, slepend met takken, stammen
verzagend, verzamelend, stapelend. Geen grotere hel dan een
mensenleven. Volop zomer en ze lopen al met winter in hun kop. Die twee
zijn niet meer te redden. Gaf de schepper ze vleugels, ze zouden zich
diezelfde dag nog plukken om er hun hoofdkussen mee op te vullen. Welk
een triest bestaan werd hen toch toebedeeld. Zal ik even voor hen
bidden ? Later ... misschien. Beter nog wat klimmen, lijkt me, een
rondje of tien. Of elf, wat zou het ; mij kost het niets.
Hier radio België, ici radio Belgique, hier radio België, ici radio Belgique ...
Ontwaakt,
o trots volk der Belgen, ontwaakt toch uit uw lethargie. Ons land wordt
overrompeld en wat doet u ? Niets ! U staat daar maar te koekeloeren.
Is dan alles voor u slechts een spel ? Wordt het u niet zwaar ten moede
als u vreemde uniformen door onze straten ziet marcheren ? Ze zeggen
dat ze hier komen om vrede te stichten ; wel, ik vraag u: "Zag u hier
dan oorlog ? Neen, toch ?" Zij zijn het, die hier gewapend ons
grondgebied betreden, zogezegd in samenspraak met onze krijgsmacht, o
soepel is het woord van slangengebroed. Laat u niet misleiden,
landgenoten. België wordt onder de voet gelopen, bezet, geknecht. Gaan
wij dit zomaar laten geschieden ? Zullen wij het grondgebied waarvoor
zoveel onzer voorvaderen hun aderen hebben leeggebloed zonder één daad
van verzet aan de agressor prijsgeven ? Neen, dat zullen wij niet. Zulk
een lafheid past ons niet. Want wij zijn Belgen. Dit volk laat zich
niet knechten, dit volk buigt niet voor de dreiging van het zwaard. Dit
volk verzet zich. Met al wat het aan kracht in zich draagt, verzet dit
volk zich. Tegen iedere vreemde mogenheid die meent zich toe te mogen
eigenen wat onvervreemdbaar ons toebehoort: onze schone steden, ons
gulle akkerland, onze uitgestrekte wouden. Ja, weent gij maar een
wijlen, rechtschapen burger , plengt bittere tranen om de vernedering
die wij thans moeten verduren. Uw verdriet is oprecht, uw hart zuiver.
Maar verlies u niet in eeuwige droefheid. Treurnis heeft nog nooit een
land bevrijd. Dus droog nu uw tranen en vul uw hart met toorn. Verklaar
de oorlog aan het defaitisme. Zoekt gelijkgezinden. Observeer uw
vijand. Beschimp hem, besluip hem, vernietig hem. Drijf hem tot
wanhoop. Nog is de strijd niet gestreden. Nog is België niet verloren.
Wat een vreemd beestje toch, het geheugen. Hoe vaak overspoelt het
je niet met herinneringen waarvan je het bestaan niet meer vermoedde.
Om je even later boosaardig in de steek te laten. Het mijne vertoont
psychopathische trekjes. Het maakt mijn dromen tot een hel met immer
weerkerende nachtmerries, gebaseerd op waar gebeurde feiten, lichtjes
aangedikt, natuurlijk, de vrolijke fragmenten worden genadeloos
weggeknipt. Ik ben mijn geheugen niet, als dat nog bewijs behoefde.
Overdag vervolgt het booswicht zijn slopingswerk door me te pas en te
onpas voor schut te zetten. Wat was alweer de naam van die zangeres van
dat liedje ? Welk liedje ? Wel, dat liedje dat vroeger nog gezongen
werd door die chansonnier, die kerel met zijn afzichtelijk smoelwerk
waar voortdurend de zweetdruppels van af rolden, alsof hij een
sneeuwpop was die zich tot smeltwater bloosde, vervuld van schaamte om
zijn potsierlijk reukorgaan. Af en toe vliegt de welbespraaktheid mij
als vluchtgraag plombeersel uit de mond, excuses hiervoor. Me baserend
op vulgariserende therapeutische beschouwingen heb ik besloten mij daar
niet langer tegen te verzetten. Met als gevolg dat ik voordurend op
zoek moet naar de spreekwoordelijke draad die mijn verhaal naar
constructievere oorden zou moeten voeren. Als u er op dit ogenblik ook
geen touw meer aan vast kunt knopen, dan hoeft u zichzelf hieromtrent
niks te verwijten. Wanorde nestelt zich bij voorkeur onder argeloze
hyperrationele schedelpannen, daar waar het terrein er nog ongeschonden
bijligt, zodat het zijn collega's van het chaotische ambacht groen kan
schilderen van jaloezie tijdens excursies door het smeulende
puinlandschap. "Niks geen in-de-schoot-geworpenheid ! Alles wat u ziet
is eigen werk, kameraden chaotisten. " Ook mijn schedelinhoud was ooit
een toonbeeld van ordentelijkheid. Flarden van die ongerepte tijden
weten zich tot op heden bij tijd en wijlen aan de censuur van mijn
kwelgeest te onttrekken en dompelen mij dan onder in een stroom van
nostalgie. Ik waan me weer even de trotse bezitter van een pepermunten
bovenkamer, met een vlijmscherpe focus, moeiteloos navigerend tussen
kristalheldere inzichten. Dit is hetzelfde ik niet meer. Dit ik, dat ik
nu meetors, dat mij verveelt met muffe gedachten, dit ik met de inertie
van een arduinen grafsteen, grijs en gebonden. Geef mij m'n jonge ik
terug, gij bouwmeester van het eeuwig verval, gij doodgraver van
levenslust, gij TIJD.
Kan iemand mij de kogel geven, en van dichtbij als u wil : Ik houd niet van wachten ! Hij hoeft niet eens van zilver te zijn. Een stalen pil zal even goed mijn pijn verzachten.
Kom, haal snel de trekker over, je haar zit goed. Zijn dat de schoenen die je droeg die zomerdag toen je me zalfde ? Let op dat er geen bloed op spat. Ben je zover ? Toe, schiet nou,kat, we hoeven niet vaarwel te zoenen.
Hang eens een acteur te drogen, bij voorkeur aan een klif.
Toen de oude Grieken nog jong waren, lang geleden dus, moesten zij het
stellen zonder televisie. Oude Grieken die nood hadden aan vermaak,
gingen naar het theater. Om er naar een toneelstuk
te kijken. Aangezien u allen, lezers van mijn blogje, over een meer dan
gemiddelde intelligentie beschikt, zal geen van u twijfels hebben over
de betekenis van het woorddeel 'stuk' in 'toneelstuk'. U weet dat er
niks aan de hand is met het toneel, het is niet gebroken of zo. En al
evenmin begrijpt u 'stuk' hier als een deel van een geheel. Het 'stuk'
in 'toneelstuk' is een op zichzelf staand geheel, met een begin, een
middenstuk en een slot. Waarna iedereen zich naar de foyer rept om zich
daar een stuk in zijn kraag te zuipen. Dan poepeloere de auto in, wagen
uit de bocht, stuk ! Dit allemaal enkel om u ervan te overtuigen dat je
geen genie moet zijn om te begrijpen wat we bedoelen met het woord
'toneelstuk'. Dat begrepen ook de acteurs uit de tijd van Euripides en
zij spraken niet eens Nederlands, een typisch Grieks trekje. Geen van
hen zou het ooit in zijn hoofd gehaald hebben om een toneelstuk ergens
halverwege te onderbreken en het publiek naar huis te sturen. 'Wordt
vervolgd' was in die tijd nog 'not done'. Met dat soort komedie zou het
oud-Grieks publiek namelijk niet gelachen hebben, een publiek dat
levend was en akelig nabij. De televisie zou dat allemaal veranderen.
'Televisie' betekent: kijken vanop afstand. Dat er een omgekeerd
evenredige relatie bestaat tussen afstand tot een slachtoffer en
empathie, dat kan iedere 1ste jaars student psychologie je vertellen (
zie Milgram experimenten). Dat verklaart wellicht het verschijnsel
'cliffhanger' , de vervelende gewoonte van scenarioschrijvers om het
publiek op zijn honger te laten. De held hangt aan een klif en als wij
willen weten hoe het verder gaat dan moeten we volgende week weer
kijken. Die held hangt daar echter niet alleen. Ook wij kijkers hangen
daar te bungelen. Ik noem dat folteren. " ...no one shall be subjected
to torture or to cruel, inhuman or degrading treatment ... ", zo staat
geschreven in de conventie van Genève. 'Klifhangen' past geheel binnen
deze formulering. Kan iemand a.u.b contact opnemen met Amnesty
International ?
Ik
heb geen ogen op mijn kont. Dat heeft zijn voordelen, bijvoorbeeld bij
het zitten en het dagelijkse toiletbezoek, maar het heeft ook nadelen,
het feit dat iemand je ongezien van achteren kan besluipen,
bijvoorbeeld. Zo 'n snoodaard moet dan wel heel behoedzaam te werk
gaan. Zodat je hem niet hoort. Want in tegenstelling tot ons
gezichtsveld, dat ongeveer 140 graden bedraagt, werkt ons gehoor over
de volle 360 . Gebruik makend van onze twee oren, die zich, als het
goed is, aan tegenovergestelde zijden van ons hoofd bevinden, kunnen
wij niet alleen te weten komen dat een belager ons besluipt, we kunnen
tevens aardig inschatten vanuit welke hoek hij dat probeert. Dat heet
stereo, inderdaad, zoals in 'stereoketen'. Wat had u verwacht, God is a
DJ. Eens de oorsprong van een geluid gelokaliseerd, wenden wij ons
hoofd naar de bron zodat we de situatie visueel verder kunnen
analyseren. De samenwerking horen-zien is een belangrijke pijler van
ons aandachtsysteem. Met geluid kun je dus aandacht trekken. De
krijsende kleuter weet het, de marskramer doet er zijn voordeel mee,
wanneer iemand op het punt staat een piano op zijn kop te krijgen,
roept de empathische medemens hem toe: "Hee, u daar, u loopt het risico
door een piano verpletterd te worden, gelieve daar rekening mee te
houden", of ook wel, " Hee !", als het neerstorten aanstonds te
gebeuren staat. Ook apparaten die onze aandacht willen maken gebruik
van geluid: de microgolfoven, de wekker, de gsm. Met dat laatste stukje
spitstechnologie is er echter iets bijzonders aan de hand. Het ding
spreekt de laatste tijd zo'n raar taaltje. Waar je van een wekker een
bepaald soort 'ring' kan verwachten en van een magnetron meestal een
'piep', gedraagt de gsm zich tegenwoordig als een overijverige
papegaai. Aan hoeveel ring-tones hebben we genoeg ? Het lijkt een vraag
à la ' aan hoeveel paar schoenen heeft een mens voldoende ?'. Dat lijkt
echter maar zo. De meeste mensen worden immers gelukkiger naarmate hun
assortiment schoenen groeit. Het marginale geluk (het extra geluk bij
een additioneel paar) neemt bij de meesten van ons echter snel af, zo
ergens vanaf tien paar, enkele uitzonderingen zoals Imelda Marcos niet
te na gesproken. Ik meen dat dat voor ring-tones toch heel anders ligt.
Ring-tones moeten immers een heel duidelijke betekenis met zich
meedragen. Iets als 'aandacht, aandacht, iemand probeert u te bereiken
via uw gsm'. Maar in gsmtaal klinkt dat tegenwoordig als 'kwaak, kwaak'
, 'toet, toet' of ' don 't you wish your girlfriend was hot like me ?
'. Nu zou dat geen probleem zijn als mensen hun gsm's enkel thuis
zouden gebruiken. Binnen die huiselijke context leveren dit soort
leukigheden geen verwarring op. Helaas is de gsm een typisch
meeneemding. Als uw medemens een claxonerende gsm hoort dan denkt hij :
hee, een claxon. Dat kan erg vervelend zijn, bijvoorbeeld als die mens
een taxi bestuurt die tegen hoge snelheid over de Brusselse ring raast.
Als een gsm zijn 'kwaak, kwaak' ten beste geeft, dan heeft zijn baasje
die boodschap wellicht onmiddelijk begrepen, maar als dat gebeurt op
het moment dat uw dierbaar familielid de oven inschuift ter crematie,
zal u dat wellicht niet erg op prijs stellen. Geluiden hebben een
betekenis. Respecteer die. Een hitje associeer je met de radio,
gegiechel met bakvissen, een laserpistool met science-fiction. Wie met
deze betekenissen gaat knoeien, vervuilt zijn omgeving met misleidende
boodschappen. Laat dus die 'ring' gewoon een 'ring'. Dan begrijpen we
elkaar. En het kost je geen cent !
Weet u hoe de Vaticaanse vlag er uitziet ? Nee ? Nou, dan zijn we
minstens met z'n tweeën want zelf heb ik er ook geen idee van. Ik zou
natuurlijk even kunnen google-en maar ach, waarom zou ik de moeite
doen. Mijn moslimbroeders zullen dat klusje wel voor me klaren. Het
resultaat van hun speurwerk verwacht ik dan één dezer dagen op het
journaal te zien. Als de Vaticaanse vlaggen bij bosjes de fik in gaan,
bedoel ik. Want logisch gezien mogen we ons daar toch aan verwachten.
Wat fijn voor de Denen trouwens. Eindelijk een land dat het brandend
stokje van hen wil overnemen. En eerlijk gezegd, als het om
Mohammed-pesten gaat dan is het Vaticaan daar ook een veel geschiktere
partij voor dan Denemarken. De katholieke kerk specialiseert zich
immers al eeuwen in psychologische oorlogsvoering , of hoe moet je hun
bekeerzucht anders omschrijven. Hele continenten heeft ze al
gehersenspoeld. Laat ze maar komen met hun heilig vuur, moeten ze daar
in Rome denken. Ons geloof is toch beter dan het hunne, want laten we
eerlijk wezen: "Toon me welke nieuwe dingen de profeet Mohammed heeft
gebracht, en je zal alleen slechte en onmenselijke dingen vinden, zoals
zijn gebod om het geloof met het zwaard te verspreiden." Dat zijn niet
mijn woorden - bespaar u de moeite, ik heb niet eens een vlag - het is
een citaat van ene Manuel II Paleologus, een Byzantijnse keizer van het
begin van de vijftiende eeuw. Dat deze man de Islam niet echt een warm
hart toedroeg hoeft niet te verwonderen. Hij voelde de hete adem van de
Turken in zijn nek. Constantinobel, de hoofdstad van het almaar
krimpende Byzantijnse rijk werd voortdurend door een moslimleger
omsingeld en uitgehongerd. Op zo'n manier maak je vanzelfsprekend geen
vrienden. Het Vaticaan, daarentegen is volgens mijn laatste informatie
nog steeds gehuisvest in het oerkatholieke Italië. De buikjes zijn er
rond, de Islam op veilige afstand. En toch vond Benedictus XVI het
nodig om de geschiedenisboeken in te duiken en de woorden van Manuel
enzovoort op te diepen. Dat mag, zelfs pausen hebben vrijheid van
meningsuiting. De vurige tongen krijg je er dan wel gratis bij. Een
economische boycot hoeft het Vaticaan overigens niet te vrezen. Wat zou
de mini-staat immers exporteren, missionarissen ? Ach, die heerschappen
waren in moslimlanden toch al niet in trek.
Ze
zeggen dat het personeel er uitgezogen wordt ... nou, geloof me, dat
valt reuze mee. Elke keer ik er Martha zie zit ze weer een liposuctie
verder af van haar streefgewicht. In 'den A***' werken stimuleert
kennelijk de appetijt. Wat wil je als je jezelf dag in dag uit moet
verweren tegen de verlokkingen van suiker en vet aan absolute
bodemprijzen. Als ik haar huisarts was, adviseerde ik haar prompt van
baan te veranderen, iets in de non-food zou haar ongetwijfeld beter
liggen. Maar vanuit mijn rol als klant vind ik haar top. Ze zal me
altijd in haar rijtje vinden. Van haar hoef ik geen afkeurende blikken
te vrezen. Al plof ik hele kartons choco-mousse op de lopende band, al
maak ik op mijn eentje de hele aandeelhoudersgemeenschap van 'R****
Cola' gelukkig, ze geeft geen kik, mijn Martha. Ook gisteren niet, toen
ik mezelf met een nogal éénzijdig dieet van gefrituurde
aardappelschijfjes bij haar kassa aanbood. Ze weet hoe het is, Martha.
En nochtans ben ik geenszins van het ronde type. Met mijn 1,75 m in
combinatie met 59 kilo heb ik meer weg van een leeglopende tube dan van
een Michelin-manneke. Dat komt omdat ik niet in 'den A***' werk. En
omdat ik een strategie heb, een onfeilbare aanpak die ik 'tantrische
snacks' doopte. Het komt erop neer dat ik mijn vreetdrift zo lang
mogelijk onderdruk. Weken, zelfs maanden kan ik dat volhouden. Kijken
mag, maar aankomen is taboe. Tot ik op het punt sta uit te barsten. Dan
wip ik op mijn fiets en spoed me naar 'den A***'. Ik vind mijn weg er
blindelings. Een dealer heb je er niet nodig, je kan je favoriete stuff
zomaar uit de rekken graaien. Aan 15 cent voor een shot
aardappelschijfjes met zout kan zelfs de armste stumperd zich een
overdosis veroorloven. Die overdosis werk ik dan 'contre le montre'
naar binnen. De effecten laten zelden lang op zich wachten. Een dijk
van een indigestie. Hoera ! Alex propt zich vol met chips --> Alex
kampt met maagkrampen ----> Alex met een emmer op de plee. Mijn
conditionering weer helemaal op peil. Het werkt altijd. En het is nog
spotgoedkoop ook , met dank aan 'den A***' !
Sluit de tent, de boer is los, hij stuift over zijn grond, en spreidt er met zijn stalen os, het werk van menig beestenkont, de neus wordt weer verwend.
Het arme gras wordt vetgemest met zeeën van nitraten de tuingenieter weggepest, hij dient met dichtgeknepen reukorgaan, zijn lustoord te verlaten.