Je kunt het je nauwelijks
voorstellen, anno 2009, maar er is een tijd geweest dat mensen bij wijze van
spreken vochten om een plaats in de kerk. Katholiek of protestant, dat maakte
geen verschil. Want de vraag naar zitplaatsen was groter dan het aanbod en
zoiets vraagt natuurlijk om straffe maatregelen van hogerhand.
Bijna een eeuw geleden, in de
tijd van de mooie sepia fotos, werden de zitplaatsen bij ons in de kerk
verpacht. Om de zoveel jaar werd een pachtcontract gesloten tussen mensen die
geld hadden en graag in de kerk wilden kunnen zitten en de kerkmeesters die
voor de financiën zorgden. De plaatsen waren duur en daarom hadden de meeste
families hooguit twee zitplaatsen.
Op de sepia foto beneden ziet
u de typische ronde banken in onze kerk. Alle plaatsen waren genummerd. Mijn
familie van vaders kant had twee plaatsen op de vierde rij aan de rechterkant
en mijn moeders familie had er twee op de derde rij van links. Voor anderen dan
familieleden was het streng verboden daar tijdens een kerkdienst te gaan
zitten. Dat lijkt mij logisch, want je betaalt geen plaatsengeld om te kunnen
zien dat er iemand anders op jóuw plaats naar de predikant zit te luisteren.
Ik weet uit verhalen dat er
kerken waren waar vijf minuten voordat de dienst begon een rood lichtje begon
te branden om aan te geven dat vanaf nú alle plaatsen vrij waren. Je mocht in
dat geval niet mopperen dat je gepachte plaats door iemand anders werd bezet. Dan
had jij als rechthebbende eigenaar maar op tijd moeten komen.
Anno vandaag de dag zijn de
mooie rondlopende banken vervangen door stoelen. Kijkt u maar naar de
kleurenfoto. Ook voor de rest is er weinig dat aan vroeger herinnert. Het
pachten of kopen van zitplaatsen lijkt een ritueel uit een ver verleden.
Natuurlijk zijn nu alle plaatsen vrij. Een plaats in de kerk is immers voor
geen goud te koop?