Ik schrijf dit verhaaltje in
de oeverloos nutteloze dagen tussen kerst en oud-en-nieuw. Dagen waarin je het
afgelopen jaar overdenkt en, wanneer je daarmee klaar bent, daarna begint met
het opruimen en opschonen van kasten en laden. Althans, zo is het gebruik bij
ons. Je bekijkt oude fotos, snuffelt in oude documenten, besluit om een aantal
overtolligheden nu eens echt op te ruimen en te verwijderen en besluit meteen
daarna om dat toch maar niet te doen. Omdat het zonde en jammer is en je kunt
maar één keer iets weggooien.
Al doende kom ik terecht bij
een oud identiteitsdocument van mijn vader. Hij draagt een bril: een donker
montuur met ronde glazen. Mijn vader is buitengewoon slechtziend en kan zonder
bril praktisch niets uitrichten.
Dit
is geen paspoort, noch een bewijs van Nederlanderschap waarmee je de grens over
kunt. Dit is een identiteitsbewijs met een geldigheidsduur van een jaar. Dit
document is afgegeven en ausgefertigt,
staat er in twee talen, in der Gemeinde
D. op 24 Sep. 1940. Het is oorlog en de bezetter heeft last gegeven tot het
voortdurend bij je dragen van een bewijs van je identiteit.
Bijzonder
is ook de signatuur. Als u goed kijkt, ziet u dat de handteekening van den drager en die van den aangewezen ambtenaar identiek zijn. Hoe kan dat? Wel, Pa werkt
in die jaren op het gemeentehuis. Hij voorziet bewoners uit de gemeente van
zo'n identiteitskaart en ondertekent die. Maar hij heeft natuurlijk zelf ook
zo'n identiteitsbewijs nodig. Daarom de twee identieke handtekeningen. Later helpt hij documenten te vervalsen voor vluchtelingen
en onderduikers.
In
de la met enige resten van houtworm ligt behalve een stapeltje documenten ook
een bril. Een donker montuur en ronde glazen. Van wie zou deze bril zijn? Zou
dat de bril van Pa zijn?

|