Onlangs trof ik, al bladerend
in een stapel oude boeken op een boekenmarkt, een boekje aan dat volgens het
titelblad door een (achter)naamgenoot geschreven was. Bijzonder was ook dat
deze mij onbekende naamgenoot geboren werd in hetzelfde grensdorp waar ik
geboren en getogen ben.
Het bleek een wel heel bijzonder
boekje te zijn, namelijk een proefschrift, een echte dissertatie. Geschreven in
1930 door een lerares Duits aan een destijds beroemd Amsterdams gymnasium.
Onderwerp van de studie was een zekere Hermann Löns, een dichter/schrijver uit
Nedersaksen. Eén van de bijgevoegde stellingen over de relatie tussen
spreektaal en schrijftaal wil ik u niet onthouden.
" Afgezien van hun
onschatbare verdiensten van de Gebroeders Grimm is het jammer dat hun sagen en
sprookjes in het Hoogduits opgeschreven zijn en niet in het Platduitse dialect
waarin ze verteld zijn. "
Hier spreekt de geachte
promovenda een waar woord. De oorzaak is dat er voor de verschillende Nedersaksische
dialecten geen uniforme spellingregels bestaan en dat is voor officiële
landstalen wel het geval. Er worden, ook nu nog, pogingen gedaan tot
uniformering, maar die lijden schipbreuk. De meeste auteurs die in de
streektaal schrijven houden er een eigen spelling op na.
Leuk dat iemand die in het
gotische, moeilijk leesbare Hoogduits een dissertatie schrijft dit opmerkt. Nog
leuker is dat zij een naam- en plaatsgenoot blijkt te zijn van wie ik het
bestaan niet wist.

|