Een binnenbrandje, zo lijkt
het althans. Ik stook in de wei een houtvuurtje en zie in het raam van mijn
schuur het spiegelbeeld. Het lijkt wel of er iets in de schuur in brand staat.
Ik fotografeer het met mijn digitale camera met ingebouwd geheugenplaatje, vertrek
naar mijn werkkamer om het resultaat zichtbaar te maken. Allereerst verwijder
ik het geheugenplaatje uit mijn digitale camera om dat vervolgens in een
speciaal sleufje in de computer te steken waarna plotseling allerlei
fotobewerkingsprogrammas beginnen te vragen wat ik nu eigenlijk wil. Alleen
bekijken? nou, zeg dat dan! De tweede handeling, tegelijkertijd en niet nadat,
is het afdrukken van een proefversie van een blogje dat een dag in de week
heeft gestaan.
Doe nooit twee dingen
tegelijk, is een goede en goedbedoelde raad die mij al heel vaak is toegevoegd.
Want het gaat altijd ten koste van één van de twee of van allebei. En evenzo
vaak heb ik deze adviezen in de wind geslagen. Want ik verbeeld mij dat ik best
twee, nee wel drie dingen tegelijk kan doen. Ik kan bijvoorbeeld heel goed veinzen
gretig te luisteren naar een verhaal dat mijn echtgenote vertelt over een van
haar huidige belevenissen én ondertussen nadenken waar ik die
kruiskopschroevendraaier met dat groene handvat gisteren heb neergelegd om
vandaag weer te kunnen gebruiken.
Heel vaak overlappen
werkzaamheden elkaar. Je bent bezig de dakgoten te reinigen van alle ongerechtigheden
die er in twee seizoenen zijn ingewaaid, zie je plotseling dat een tak van de
seringenboom er dringend om vraagt verwijderd te worden. Dus daal je van de
ladder af, pakt de takkenzaag (het takkenkreng zeg ik ook wel eens) en zaag de
betreffende tak plus drie van zijn buren netjes af. Daarna begeef ik mij terug richting
dakgoot om de laatste strekkende meters schoon te maken.
Zo ook in dit drama. Ik trek
voorzichtig mijn geheugenkaartje uit mijn camera en leg het zolang even op het
stapeltje printerpapier in de laserprinter naast de monitor. Ik heb een oude digitale
camera van een van de eerste jaargangen met een smart-media-kaartje van 128 MB
dat ik speciaal uit Amerika moest laten komen omdat de computerwinkel hier te
lande mij verzekerde dat dit soort kaarten al jaren volledig uit de mode was.
Iets ergens zolang even neerleggen: dat is vragen om
moeilijkheden. (Weet u nog: ik heb mijn geheugenkaartje even op het printerpapier gelegd.) Kijkend naar een WORD-dokumentje dat ik ondertussen op mijn
monitor heb getoverd krijg ik de goede ingeving om het te printen zodat ik het
werkelijk zal kunnen lezen. Lezen vanaf de monitor is immers surrogaat! Het is
een dokument van vier A-4tjes dat ik met een simpele linksklik ga printen. De
eerste pagina komt al ras te voorschijn. Heerlijk, die met inkt op papier
gedrukte woorden en zinnen! Ook aan de tweede pagina wordt soepeltjes begonnen.
Totdat een vreemdsoortig geknars het printgeluid komt begeleiden. Bij de derde
pagina wordt het geknars en gekraak al erger en erger en bij de vierde pagina
staat plotseling een mededeling op mijn scherm die mij zegt dat er zich een groot
printprobleem heeft voorgedaan. Vliegensvlug cancel ik alle drukwerk en zet mijn printer uit.
OEN! Op pagina één van het printerpapier lag mijn geheugenkaartje. Bij de
printopdracht is het eerste A-4tje soepel de printer binnengeschoven, daarbij
mijn geheugenkaartje met zich meedragend. Het kaartje wist blijkbaar niet wat
er gebeurde, want het stribbelde pas tegen toen het in het achterste
printercompartiment was aangekomen. Daar, waar het velletje printpapier zich om
de rollen vouwt en het papier rechtsomkeert maakt. Het gekraak en geknars was
dus een teken van protest. Want een 128 MB geheugenkaartje laat niet met zich
sollen!
Ja, maak er maar grapjes
over! En lach maar als de boer met kiespijn. Weet je wel dat zowel de
laserprinter als het geheugenplaatje naar hun mallemoer zijn? Het lachen zal je
vergaan, reken daar maar op.
Net zoals anderen hun
weigerachtige apparatuur weer aan het lopen krijgen met een paperclipje, zo
probeer ik in het binnenste van de printer door te dringen, het geheugenkaartje
te vinden en het te verwijderen. Misschien is de printer nog te redden. Ik
verwijder alles uit de printer wat los en vast kan. Zoals de inktrol en de tere
klepjes die in de weg zitten. Ergens in het diepe printerinnerlijk vind ik
tussen rollen en stangetjes een geheugenkaartje dat pogingen heeft gedaan zich
te plooien naar mijn wensen. Met hulp van een lange, dunne breinaald lukt het
mij om het kaartje los te maken en te verwijderen. Het vertoont krassporen van
onverantwoordelijk gedrag mijnerzijds, maar alles zit er nog op en aan.
Een uur later is de situatie
als vanouds. De printer heeft afgedrukt als ware er niets gebeurd en de vier
velletjes liggen netjes geprint in mijn concepten-bakje. Extra voorzichtig heb
ik het verfomfaaide geheugenkaartje teruggezet op de plaats waar het thuis
hoort: in de camera. Even een proeffotootje: geen probleem, hij doet het nog!
Ik vat hem met trillende vingers bij zijn lurven en steek hem in de computergleuf.
Het fotobewerkingsprogramma vraagt wat ik wil. Als het kan, zou ik graag willen zien of mijn
foto van het binnenbrandje nog op dit kaartje staat, zeg ik zachtjes. Kijk hieronder maar eens,
is het antwoord.


|