Van al mijn blogverhalen heb
ik een kopie op papier. U natuurlijk ook, voor zover u uw zielsroerselen aan dit
medium toevertrouwt. Gemakkelijk, alles bij de hand, de verhalen en de fotos.
Om twee redenen ideale lectuur wanneer je eens een keer s nachts niet kunt
slapen: enerzijds amusant en aan de andere kant bij vlagen
slaapverwekkend.
Papieren probeerversies druk
ik af met mijn zwart-witte laserprinter op goed en goedkoop printpapier. Nu
loop ik al dagen rond met het kwellende probleem van de 80 gram. Dit pak bevat 500
vel 80-grams DIN A4-papier, lees ik op de verpakking. 80 Gram per eenheid, dat
begrijp ik wel. Maar wat is die eenheid, een blad, 100 bladen, of een pak van
500? Wie of wat weegt er hier nu 80 gram? Het sop is de kool niet waard, maar ik
wil het nu toch wel eens weten. Mijn aftandse brievenwegertje brengt de
waarheid aan het licht. Zestien (16) vellen wit-maagdelijk A4-papier wegen
schoon aan de haak 80 gram.
Zo zit dat dus.
Eigenlijk dacht ik na over
boeken met uiterst dunne en dus lichte paginas. Ik heb er wel wat. Even langs
wat kasten lopen en ik kom terug met
a)
een bijbel van Ma (compleet met haar
zelfgemaakte boekenlegger) in de uitgave van NBG 1951, gebonden, oude + nieuwe
testament samen zon 1530 paginas. Totaalgewicht 815 gram inclusief de
boekenlegger van 9 gram.
b)
De Verzamelde gedichten van Gerrit
Achterberg. Een derde druk. Uitgegeven door Querido in 1967. Volgens een kleine
notitie op het schutblad heb ik de bundel in december van hetzelfde jaar
gekocht. In het boek ligt een aantal krantenknipsels want over Achterberg raakt
men natuurlijk nooit uitgeschreven. Zegge en schrijve duizend paginas verdeeld
over een totaalgewicht van 590
gram.
c)
Charles Dickens:
De nagelaten papieren van de Pickwick
Club. Een uitgave van Het Spectrum, 1967. De prachtige, virtuoze
Nederlandse vertaling is van Godfried Bomans. Als je het boek omkeert en vanaf
de andere kant begint te lezen, lees je een ander meesterwerk: David Copperfield. Pickwicks papieren
tellen 1100 bladzijden, Copperfield 1084, samen met vier blanco paginas tussen
beide boeken 2188 bladzijden. Alsof je een emmer water leeg gooit. Zoiets
uitgebreids en zwaarwichtigs moet zwaar wegen denk ik dan. Maar dat valt mee
(of tegen, zo u wilt): 494
gram. Ik hoor Pickwicks knecht Sam Weller roepen: mag
het een grammetje meer zijn?
d)
Het muzikale mag
niet tekort komen. De bundel Nederlands
Volkslied (Uitgeverij De Toorts) kent 384 bladzijden en beleeft in 1953 al
zijn zevende druk. Niet minder dan 282 volksliederen met titels als Daar ging een meid om water uit, Van minne ben ik dus gewond (voor
sommigen onder ons beter bekend als Van
binnen ben ik dus gezond) en Stoelen
te matten vinden er hun plek. Vergezeld van een passend notenbeeld en
sappige illustraties. Je begrijpt niet hoe het kan op zon klein, dun stukje
papier. De samenstellers moeten nog wel even genoemd worden. Inderdaad,
Pollmann en Tiggers. En het gewicht? 114 Gram, en dat voor zoveel moois!
Behalve
Achterberg, die je met mondjesmaat moet proeven, zijn de boeken uitentreuren
bekeken en gelezen. Dat is wel te zien ook. Pickwicks verhalen las ik elk jaar
als we in de zomervakantie ergens op een camping stonden. Als de tijd het
toeliet gevolgd door Copperfield. Stukgelezen, schreef ik, maar dat geldt niet
voor Mas bijbel. Die ziet er nog tamelijk strak en proper uit, afgezien van de
drie losse paginas bij het boek Leviticus. Dit is Mas tweede bijbel. De
eerste, de trouwbijbel, aan mijn ouders uitgereikt in 1930, was volledig aan
het einde van zijn latijn. Hij viel van narigheid uit elkaar, zoals we dat zo
plastisch zeggen. Aan het eind van haar leven was Ma niet meer zo voorzichtig
met boeken, daar komt het van dat u enkele koffievlekken en wat losse paginas
aantreft.
De
Nederlandse volksliederen zien er ook lichtelijk verfomfaaid uit, maar daar zit
een ander verhaal achter dat nu afsluitend volgt.
Vijf jaar lang fietste ik naar school, in dit
geval naar de kweekschool in Doetinchem. Twintig kilometer heen en terug, via
Breedenbroek (of all places), de
Kroezenhoek, Silvolde, Terborg, Gaanderen en Oosseld naar de stad. Soms namen
we een alternatieve route terug, via de Wrange, langs het Onland en de bossen
van de Slangenburg naar Oud-Gaanderen en dan binnendoor terug naar huis. We
fietsen meestal samen met een groepje leerlingen van dezelfde school.
Na
een rapportuitreiking voor de zomervakantie stonden we al om elf uur op straat.
We besloten eerst maar even naar de uitspanning t Onland te gaan voor een
beugeltje Grolsch. (Bedoeld is natuurlijk Grolsch Bier in een beugelfles.) Toen
we veel later met de kolder in de kop over de brug bij Gaanderen kwamen, pakte
mijn klasgenote Suus W. mijn tas van mijn fiets en gooide die in de beek.
Vlakbij de stuw. Met veel pijn en moeite heb ik tas met boeken kunnen redden.
Aan dit Nederlands Volkslied is nog
te zien hoe ik alle flinterdunne aan elkaar geplakte blaadjes van elkaar
bevrijd heb om ze te kunnen drogen.
Zo
ziet u maar weer dat boeken altijd twee waarheden kennen. De eerste waarheid
leest u in het boek, de tweede waarheid hangt om het boek heen als een
flinterdunne geschiedenisschil.


|