Een (beeld)verhaal uit 2008
Bij een piano hoor je een
toon wanneer je op een toets duwt die op zijn beurt een hamertje tegen een
drietal snaren laat slaan. Dit is in een notendop de uitleg van de zogenoemde Wiener Mechanik waarmee onze oude,
aftandse vleugel is uitgerust. Simpel, en rond 1800 door Oostenrijkse en Duitse
pianobouwers vaak en graag toegepast. Officieel heet dit systeem het Prellzungenmechanik mit Einzelauslösung.
Pianos en vleugels met een
dergelijke wijze van klankproductie moeten we tegenwoordig met een lantaarntje
zoeken. Het mechaniek, bedacht in 1770,
was al na veertig jaar volkomen uit de tijd en vervangen door veel
ingewikkelder versies, die wel virtuozer, maar niet per se beter pianospel
mogelijk maakten. Onze vleugel (Wenen, 1880) is eerlijk gezegd op sterven na
dood, maar zo verweven met herinneringen zodat hij tot het absolute einde van
zijn leven bij ons thuis mag blijven staan. Bovendien kan ik er met mijn zeer
beperkte talenten nog een liedje op spelen.
Een nadeel, of liever een
bijkomstigheid want wij vergeven onze vleugel alles, is de stofophoping. Een
piano of een vleugel heeft allerlei kleppen die je kunt sluiten om hem zodoende
te vrijwaren van stof en andere gevaarlijke milieueffecten. Maar de onze staat
aan de voorkant altijd speelklaar open. En van de bovenklep die uit twee delen
bestaat, is het voorste gedeelte opengevouwen zodat het stof ongehinderd kan
binnendringen. Net als bij het opengeslagen logeerbed.
We hebben al zon hekel aan
stofzuigen en het idee om de vleugel ook eens grondig te reinigen kwam gewoon
niet in ons op. Totdat enkele hamerstelen het begaven, waardoor bij het spelen
van een eenvoudig lied enkele tonen onhoorbaar werden. En dat is
vanzelfsprekend ontolerabel.
Daarom tot slot van deze
inderdaad wat saaie technische uitleg van een of ander mechanisme een kleine
fotoreportage van de vleugelschoonmaak. Uitgevoerd op een vrijdag in februari
van dit jaar (2008). Op een mooie zonnige dag toen de schoonmaakkriebels niet
meer konden worden ontkend.
Wij doen dat met dubbele
schaamte. Allereerst tegenover onze oude vleugel die wij zo lang in zijn eigen
stof hebben laten verkommeren. Wij beloven beterschap. In de tweede plaats
schaamte tegenover u, beste lezers. Wij schamen ons voor ons vleugelstof: voor
de hoeveelheid en voor de leeftijd. Maar u moet maar zo denken: iemand die
publiekelijk deze stoflawine dúrft te laten zien, verdient vergeving. Ja toch?
Bij de plaatjes:
Onze vleugel zonder de toetsen met de Weense speelmechaniek
en de dempers die ik er voor het gemak even heb uitgesloopt. Je kijkt op het
gietijzeren frame en het mooie snarenpatroon met daaronder de zangbodem. De
klepstok ondersteunt de gevouwen klep.
Stof bedekt de toetsenrij. Een aantal toetsen is al
verwijderd en ligt buiten van het prille zonnetje te genieten. Links zie je de
flexibele prell-tongetjes, in het
midden de hamerkoppen. Daartussen de stelen van de hamertjes met daar weer
tussen de demper-opduwers met hun rode vilten mutsje
Onze oude vleugel heeft 85 in plaats van 88 toetsen.
Een gedeelte ligt hier buiten bij te komen van de vermoeienissen. Het ivoor op
de toetsen is geel verkleurd, maar dat is de oudheid.
Stofhamerkoppen met rechts hun opvangers. Een
macro-opname: het is niet zo erg als je denkt.
Je hebt heksenkringen en toetsenkringen.
Drietallen snaren zorgen voor heldere tonen.
Een eenzame toets. Eén
van de 85.






|