Hoewel ik van nature geen kabbalist
ben, en we hebben er ook geen in de familie, moet ik beamen dat drie
inderdaad een bijzonder getal is. Je hebt de heilige drie-eenheid en de drie magische
wijzen uit het nabije oosten. Alsmede de drie aartsengelen mitsgaders de drie
aartsvaders. Nergens komt de verbinding tussen het getal drie en de dood beter
tot uitdrukking dan in de woorden van de kapitein die de overleden matroos op
zijn plank geruisloos over boord zet met de woorden: één
, twee
, drie
, in
Godsnaam.
Dat het getal drie
zo vaak voorkomt in spreekwoorden en zegswijzen kan ook geen toeval zijn. We
zeggen drie-in-de-pan en nooit zes of zeven. Eveneens drie-is-te-veel en nooit
twee is genoeg. Een fatsoenlijke Memlinck is een drieluik. En Karel de Grote heeft
zijn soldaten ingepeperd te werken volgens het drieslagstelsel. Een zichzelf
respecterend tijdschrift verschijnt driemaandelijks en een driehoek is een
volmaakte figuur.
Ook in het dagelijks leven
zonder de poespas van de vermeende heiligheid neemt drie een prominente
plaats in. Het mooiste voorbeeld vind ik
altijd ons gedrag ten aanzien van iemand die twijfelt. Een persoon die we over
een echte of imaginaire grens moeten trekken. Neem Kevin van zes die op de
hoogste plank in het zwembad staat. Laat nou net vandaag de dag zijn dat hij
voor het eerst van de hoge af gaat! Het hele zwembad verzamelt zich rondom de
duiktoren, ziet Kevin - die als het jongetje van Haanstra op de plank staat en
zich aan de leuning vasthoudt - en
luistert naar de badmeester die naar boven roept: vooruit Kevin! Springen! We tellen allemaal: ÉÉN, TWEE, DRIE!! We
staan er niet meer bij stil, maar is het u nooit opgevallen dat we altijd tot drie
tellen?
Rembrandt is misschien ook
wel een liefhebber geweest van het getal drie. Hij laat zich daar echter niet
over uit en van de gelaatsuitdrukkingen op zijn donkere schilderijen word je
ook niet veel wijzer. Wel weten we dat hij het getal drie een warm hart
toedraagt. Want een fantastisch mooie ets maken van een stelletje wilgen kan
alleen iemand die wat in het getal ziet. En de ets is vooral mooi omdat het drie wilgen zijn. Zegt iemand die niet
beschuldigd kan worden van enige kennis van zaken, dus een vertrouwd adres.
Nu we het toch over ons adres
hebben, achter onze boerderij waar ik vroeger woonde, staan drie eiken. Op een
rij, naast elkaar, in de wei. Ze zijn gelukkig gespaard gebleven bij de laatste
ruilverkaveling. Tamelijk oud onderhand, ze houden zich een beetje aan elkaar
vast. Prachtig om te zien in ieder seizoen. Een prima beschutting tegen de
felle zon in de zomer, denken de koeien in de wei. Een ideale plaats om even
uit te rusten en bij te komen, denken de kraaien en de duiven. De buizerd
gebruikt de bomen als uitkijkpost. Meestal laat hij zijn prooi nog even vrolijk
rondvliegen of rondlopen beneden op de grond voordat hij toeslaat. Ik krijg je
nog wel, zegt hij tegen de muis beneden.
Als je maar van ónze kippen
afblijft, zeggen wij op onze beurt. Het zijn er nu nog vier en als jij er weer
eentje pikt, houden wij er nog maar drie over. Weliswaar een mooi getal, maar
toch.

|