De intrigerende vraag die ons ook in het laatste van de drie
luiken zal bezighouden, gaat in de verste verte (dus indirect) over de systematiek
van het beoordelen van schoolse prestaties. Nadat ik u achtereenvolgens aan de Abbé
uit Wallonië en vervolgens aan de Ouders in Ubach-dichtbij-de-Maas heb
voorgesteld, volgt nu een schrijnend verhaal over persoonlijke ervaringen met
cijfers. Wat zeg ik, met één bepaald cijfer, de 7 (zegge zeven), wat zal
blijken nadat wij met vereende krachten luik 3 hebben geopend. Vraagt u: waar
gaat dit in vredesnaam over? Dan zijn de eerste twee vensters waarschijnlijk
voor u nog een gesloten boek. Lezers die deze luikjes gemist hebben, kunnen dat natuurlijk alsnog inhalen. (Even
naar beneden scrollen.) Niets let hen.
III. In de ban van de zeven
Wat het ook is, het getal 7
(zeven) is in ieder geval een bijzonder getal. In veel filosofieën,
astrologieën, godsdiensten, geestelijke
stromingen en sportieve lichaamsbewegingen speelt het een speciale rol. Ik noem
u de kabbalistiek, het zeven dagen durende scheppingsverhaal, en het magische
rugnummer 14 in
de beoefening van het edele voetbalspel. (Ter opheldering van dit laatste: 14
= 2 keer 7)
Voor zeer velen onder ons is
7 een geluksgetal. Ook in de wetenschap is de notie doorgedrongen dat er iets
aan de hand is met het getal 7. De Wet van Jost (niet de minste dus) leert ons
dat 7 keer 3 beter en meer is dan 3 keer
7. Die wet gaat over het onthouden van iets, maar is ook op andere gevallen van
toepassing. Zo is het verstandiger kleine porties te eten, maar dan wel vaak, dan grotere porties minder vaak.
En een zekere Georg Miller is erin geslaagd aan te tonen dat wij, in onze
pogingen zaken te onthouden, maximaal 7 van die zaken toelaten tot ons
geheugen, plus of minus 2, dat wel. Hij spreekt van het magische getal 7 ± 2.
In de systematiek van het
cijfers geven aan schoolprestaties betekent de 7 een ruime voldoende. Wat
voldoende is, weten we wel. We krijgen een voldoende van de meester wanneer we
naar diens oordeel voldoende hebben geleerd. Of voldoende vraagstukken goed
hebben beantwoord. Maar wat is ruim voldoende, hoe ruim is ruim? Joost mag het
weten.
Ik wil niet zeuren, er niet
meewarig over doen, want er zijn per slot van rekening ergere dingen die je
kunnen overkomen, maar ik werd gedurende mijn gehele schoolleven hinderlijk
achtervolgd door het cijfer zeven. Ik werd er zogezegd door gestalkt. Wanneer
de tijd aanbrak dat er cijfers op rapporten verschenen, stonden drommen zevens
klaar om op mijn lijst te komen. Dat was op zich al erg, maar zij belemmerden
andere cijfers om hetzelfde te doen.
Het gevolg is dus dat het
wemelt van de 7s op mijn rapporten en getuigschriften. Als illustratie laat ik
u hieronder een wasechte kopie zien van mijn MULO-rapport (Klas IIIa).
Heb ik gelijk of niet? Het is
toch om dol van te worden! En voor andere klassen, scholen, vakken en leraren gold
hetzelfde. Overal waar ik verscheen, was de 7 niet ver weg. En het ongerijmde
verschijnsel woekert voort. Stel dat mijn cursus Trekzak leren spelen in één
winter die ik via de Open Universiteit volg, wordt afgesloten met een diploma met cijferlijst,
dan hoef ik u niet te vertellen welk cijfer daarop zal prijken.
Te weinig variatie schrijft
iemand op mijn rapport en dat is een afschuwelijke, maar ware constatering.
Alles aan mij is van een eenvormigheid en eentonigheid waar de mensen die het
weten kunnen geen brood van lusten. Ken je Terra, ja die ken ik. Is dat
niet degene die alles kan, maar alles met mate? Is dat niet die saaie man, zo
voorspelbaar en onkreukbaar dat je bijna medelijden met hem krijgt? Iemand
zonder ultieme gelukservaringen en nooit eens lekker zum Tode betrübt. Geen
uitbundige uit-de-band-sprong, maar altijd en schijnbaar noodgedwongen vertoevend in de mazen van het alledaagse, van het
evenwichtige, van het gewone. Koning van de ruime voldoende, nooit eens een
volwassen zware onvoldoende, nooit eens een grandioze 10 voor een unieke
prestatie.
Natuurlijk overdrijf ik
schromelijk. En even natuurlijk lijd ik niet onder mijn tamelijk gematigd
temperament. Maar het is waar dat ik soms wel eens een beetje jaloers ben op
mensen die iets heel speciaals heel goed kunnen. Daar moet je overigens wel
behoorlijk kieskeurig in zijn. Vijf en twintig meter figuurzagen in 5 mm triplex en dat in 4
minuten wil ik helemaal niet kunnen. Maar een bestseller schrijven
bijvoorbeeld, dat lijkt me wel iets.
Tenslotte laat ik aan het
eind van het drieluik nog even mijn oude lagere-school-juf verschijnen. Zij
geeft mij een dik verdiende zoen plus een lei. Daarop kan ik een 10 met een
griffel schrijven. Ik doe het met een krijtje, want de griffels zijn
langzamerhand uit de tijd.

|