Van alle regenboogkleuren is groen een van mijn favorieten. Vooral in
het voorjaar, waar het afkeeropwekkend bruin plaats maakt voor diverse tinten
fleurig groen. Heel mooi is dat te zien aan onze beukenheg. Overigens niet te
verwarren met een haagbeuk: die laat in de herfst al zijn blad vallen, terwijl
het bruine beukenblad aan onze heg de hele winter blijft zitten en zodoende
beschutting en schuilplaats biedt voor talloos kruipend en vliegend gedierte.
Nu, eind april, begint ook
onze beukenheg tekenen van leven te vertonen. De bladknoppen worden langer en
dikker. En het lijkt er wel op of ze het bruine winterblad vriendelijk doch
dringend vragen zich te verwijderen om plaats te maken voor nieuw leven. Mooi
is ook te zien hoe een beukenheg bestaat uit een aantal geknotte en geschoren beukenboompjes,
alle met een eigen groeitempo.
In den beginne is alles nog
bruin wat de klok slaat. Maar onverwacht, op een dag waarop je je afvraagt of
de beukenheg nog van plan is tot leven te komen, zie je plotseling groene
tekenen van leven. Eén geknot en geknipt beukenboompje, individueel van aanleg
en zich van de onderling vergroeide buren niets aantrekkend, vertoont de eerste
zachtgroene blaadjes. Zacht, teer en van een buitenaardse groene schoonheid. Al
spoedig volgt de rest. Na een week is onze beukenheg een geheel groene omheining.
De wind verstrooit de bruine restafval.
Nu, in deze tijd van het jaar
is de beukenheg op zn mooist. Na de langste dag zie je hoe de verschillende
groenvarianten versmelten tot een éénkleurig vaal groengrijs. Totdat het eerste
beukje uit de heg besluit zijn groene blaadjes te verruilen voor winterharde
bruine. Een voorbeeld dat weldra door de rest wordt gevolgd. Wachtend op een
volgend voorjaar.


|