Een oud sprookje dat best
eens waar zou kunnen zijn.
Er leefden eens, in een land
hier ver vandaan, twee mannen, twee buren: Jan-Willem en Willem-Jan. Ze konden
goed met elkaar overweg, hielpen elkaar waar nodig en hetzelfde gold voor hun beider
gezinnen.
Eenmaal per jaar, op de
tweede dag van het nieuwe jaar (op de eerste hadden ze andere zaken aan hun
hoofd) kwamen de twee mannen bij elkaar om hun goede voornemens uit te
wisselen. Op de voorlaatste dag van het jaar (op oudejaarsdag hadden ze wel
betere dingen te doen) troffen ze elkaar weer om na te gaan wat er van hun goed
bedoelde plannen was terechtgekomen.
Voor dit jaar luidden de
afspraken als volgt.
Willem-Jan beloofde: Iedere
keer wanneer iemand of iets mij erg gelukkig maakt doe ik als herinnering een bruine boon in een leeg bloempotje.
Jan-Willem: Ik hou erg veel
van mijn lieve echtgenote, maar ik kan het niet helpen dat ik ook wel eens een
oogje op andere vrouwen werp. Dit jaar zal ik iedere keer dat ik met begerige
blikken naar een andere vrouw kijk een groene
erwt in een leeg bloempotje doen.
Op de afgesproken dag aan het
eind van het jaar komen de twee vrienden bij elkaar en zetten de meegebrachte
bloempotjes naast elkaar op tafel: één met bruine bonen; één met groene erwten.
Bij het tellen van
Willem-Jans bonen blijkt dat zijn bloempot 75 bruine bonen bevat. Willem-Jan:
Het hadden er met gemak nog veel meer kunnen zijn, zoveel gelukkig makende
zaken heb ik meegemaakt. Zoals: de lach van mijn jongste kind, het prachtige
fluiten van de merel in het topje van de kastanjeboom, Willem-Jan-junior die
slaagt voor zijn rijbewijs, een lied van het mannenkoor, noem maar op.
In Jan-Willems bloempotje
zitten vijf erwten.
Jan-Willem: Ik geef toe dat
ik een paar keer een oogje heb laten vallen op een of andere knappe dame die
toevallig mijn pad kruiste. En ik weet ook wel dat je niet mag begeren wat van
je naaste is. Er zitten nu vijf erwten in het potje. Ik had bijna vergeten te
vertellen dat ik er trouwens dit jaar al wel twee keer erwtensoep van heb
gekookt.
Zoals het betaamt leefden ze
nog lang en gelukkig.

|