Voor het daadwerkelijk (rechtop)zetten
van een meiboom heb je twee zaken nodig: een plank en veel handen die licht
werk maken. Dat er veel helpers nodig
zijn voor het tillen, versjouwen en verplaatsen ligt voor de hand, maar hoezo
een plank? Daarover kom ik straks nog te spreken. Eerst halen we op de
afgesproken avond de boom, die overdag gekapt is, uit het bos. Daar ligt hij,
met zijn lengte van zeg twaalf meter en een stamdoorsnede van 40 centimeter. Hij
wordt door veel handen opgetild en met zijn zware voet op een boerenwagen
gelegd. Dat de top enigszins over de grond sleept, kan weinig kwaad, daar
zorgen wij wel voor. Een tractor brengt wagen met boom naar het huis van de
naaste buurman, de zogenaamde noodnaober. (Zoals het woord al zegt, is
dit een raadgever in moeilijke zaken en een helper in de nood.) Daar wordt de
boom versierd en voorzien van krans en gedicht. (De dichteres uit de buurt die
dagen lang heeft lopen zweten, krijgt van alle kanten pluimpjes voor haar artistieke
hoogstandje.) Voordat de boom op zijn
uiteindelijke plek ter aarde wordt besteld, wachten wij totdat het
donker is en nemen voor alle zekerheid even een neutje of twee. De noodnaober
die nuchter moet blijven, neemt spa-blauw.
Het laatste stuk van de tocht
is van een angstaanjagende schoonheid. Er heerst relatieve stilte de bewoners
van het nieuwe huis mogen niet merken dat er zich iets bijzonders rondom hun
nieuwbouw afspeelt. Wij kiezen een plekje uit, zon tien meter voor de nieuwe
voordeur en graven een gat. Niet zomaar een kuil, maar een recht, diep gat met
steile wanden.
En dan komt het wonder van de
plank. Een gladde, zware houten plank wordt vertikaal langs een van de wanden
van het gat geplaatst, voorzichtig om niets te laten instorten. En dan
verzamelen allen die een stukje boom kunnen dragen zich aan weerszijden van de
stam. De zware voet wordt tegen de plank aangezet. Tegelijk wordt de top omhoog
getild. (Dat gebeurt met een ladder, maar is te ingewikkeld om u te vertellen.)
In ieder geval gaat de top steeds verder omhoog terwijl de voet langs de gladde
plank in het graafgat zakt. Net zolang tot de bodem bereikt is en de meiboom
fier rechtop staat. Meteen worden stenen en ander materiaal in het plantgat
gegooid en met palen en balken aangestampt. Opvullen met zand en steeds weer
aanstampen, dat is de remedie. Ondertussen bekijken de stuurlui aan de wal of
de meiboom wel netjes rechtop staat. Hoe groot is de voldoening, wanneer
tenslotte een trotse meiboom zijn slingers laat vieren in de wind en de krans
mooi recht onder de top hangt. Wij hebben eer van ons werk! Dat vinden ook de
nieuwe bewoners die op het lawaai afkomen en de meiboom moeten keuren. Want ook
dat hoort bij de regels: wij kunnen bomen zetten wat we willen, maar de
toekomstige bewoners moeten de boom erkennen als bewijs van hulpvaardigheid en
vriendschap en als zodanig accepteren.
Laten we aannemen dat de
toekomstige bewoners tevreden zijn met onze meiboom. Dan worden enkele
ogenblikken gewijd aan pogingen om bij het licht van een zwakke
zaklantaarn, knipslöchte genaamd,
het meiboomgedicht te lezen. Als alles naar tevredenheid is, worden de
meiboomzetters vriendelijk verzocht even binnen te komen, een drankje en een
hapje te nuttigen en bij te komen van de zware werkzaamheden.
Dat is nog niet het einde. De
traditie wil en daar willen we niet aan tornen, er is al teveel onzekerheid
in deze wereld dat de bewoners eenmaal tot rust gekomen in hun nieuwe huis
hun buren en vrienden nogmaals uitnodigen in een of ander stamcafé teneinde de
meiboom nat te maken, zoals de volksmond zegt. En wat dat betekent hoef ik u
zeker niet uit te leggen.
Wij vinden dat deze traditie
alles in zich heeft om tot in lengte van jaren gekoesterd te blijven. Als er
wat te halen valt, houdt iedere traditie stand. En een huis-in-aanbouw zonder
meiboom ervoor, is toch geen gezicht? Zeg nou zelf.
Hieronder twee foto's. Op de eerste ziet u welk magnifiek
effect er ontstaat wanneer een nieuwbouwhuis wordt omgeven door drie meibomen.
De tweede foto bevat een deel van het meiboomgedicht op één van de drie bomen:
die van de buurt.

|