Dat is bijvoorbeeld de
Moldau, zult u zeggen. Gecomponeerd door een zekere Bedrich Smetana die met
prachtige muziek evenzo prachtig de manier illustreert waarmee deze rivier door
de verschillende delen van Tsjechië en Slowakije en vervolgens door tal van
andere Slavische landen stroomt. Van een kabbelend bergbeekje in Bohemen tot en
met een breed uitwaaieren in de Zwarte Zee.
Ik bedoel eigenlijk iets
anders. Mij staat de verschillende manier voor ogen waarop wij naar muziek
luisteren en hoe die in de loop van de jaren verandert. In den beginne was er
de grammofoon, vaak gekoppeld aan de bakelieten radio. We pakten voorzichtig
een vinyllen grammofoonplaat, lieten de diamantnaald in de groef zakken en
plotseling was de kamer vol heerlijke muziek: een chanson met Juliette Greco of
een tango van Malando. Daarna kwam het casettebandje eventueel met walk-man,
gevolgd door de cd. Tegenwoordig staat mijn muziek op een usb-stickje. Dat
steek ik in een passend gaatje in mijn computer of in mijn zeer platte tv en
het wonder geschiedt. Het 125-jarig Koninklijk Concertgebouworkest speelt luid
en duidelijk de begeleiding bij Verdi's Slavenkoor dat ik luidkeels meegalm.
De nieuwste trend is het
ontbreken van de hardware waarop de muziek opgeslagen is. Wie koopt er
tegenwoordig nog een cd? Ik niet, ik zet mij voor mijn computer, schakel een
muziekvoorzienend programma in (ik maak geen reclame, maar het is Spotify) et voila: welluidende muziek stroomt
mijn kamer in. Letterlijk: a stream.
Dat is de stroom die ik bedoel. Ik koop geen cd meer; ik koop een down-load of een stream. Voor een euro per track.
Even voor de verandering iets
anders. Ik kan geen piano spelen, maar ik kan wel een blad met muzieknoten, een
partituur, lezen. Dat dit wel wat raar is geef ik toe, maar daar gaat het nu
even niet om. Mits de muziek niet al te gecompliceerd is en in een redelijk
tempo gespeeld wordt, kan ik in mijn partituur de muzikanten op de voet volgen.
Ik zie de muzieknoten, lees die van links naar rechts mee met de muziek die ik
tegelijkertijd hoor. Echt waar, bij het (mee)lezen van een partituur vallen je
zaken op die je vroeger nooit had opgemerkt. Bijvoorbeeld de pianist die opeens
heel hard (forte!) begint te spelen terwijl de componist daar in zijn partituur
niets over heeft gezegd.
Nee, om van muziek te
genieten, hoef je niet mee te lezen in een partituur. Soms, in een concertzaal,
stoort het. Zoals het met veel geruis gepaard gaande gelijktijdige omslaan van
een partituurbladzijde door een honderdkoppig publiek, net op het moment dat de
sopraan met een uiterst gevoelige aria bezig is.
Als u mij toestaat, zal ik u laten zien hoe
ik het af en toe doe. Ik download eerst een gratis exemplaar van de partituur
die hoort bij een prachtige Beethoven-pianosonate. (Oude klassieke muziek is
vaak gratis beschikbaar.) Bijvoorbeeld die van Opus 109, één van Beethovens
laatste en mooiste sonates. Die laat ik op mijn monitor verschijnen. Met de
muis scroll ik door de verzameling muzieknotenbalken. De cursor wijst een
typische passage aan en met het muiswiel ga ik soepeltjes van bladzijde 4 naar
5. Ik zet mijn cursor netjes aan het begin. Dan start ik een muziekstream waarop de beroemde Alfred Brendel
(ik noem maar iemand) deze pianosonate in E onnavolgbaar mooi speelt. Mijn ogen
volgen de noten op het scherm en mijn oren volgen de muziek uit de
computerluidspekertjes.
Hieronder eerst een stukje
partituur. Het is het laatste deel van de sonate: er staat boven dat het een
zangerig andante is dat nochtans met enige expressie uitgevoerd dient te worden.
Beethoven vraagt bovendien vooraf of de pianist het gesangvoll mit innigster Empfindung (dus zangerig en met innige
gevoelens) wil spelen. De meeste pianisten proberen dat dan ook.
Daaronder ziet u mij aan het
werk. Terwijl de computer zijn werk doet, de pianomuziek door mijn werkkamer
stroomt, wijs ik u even met mijn linkerhand op een paar typische nootjes in de
partituur. De rechterhand verbergt de muis. (Met de zelfontspanner maak ik stiekem
een fotootje.)
Wat een gedoe, zult u zeggen.
Maar dat is even voor het publiek. Normaliter zak ik in een luie stoel - al of
niet met een papieren partituur - en laat de muziek over mij heen stromen.


|