Veel firmas die hun
productie verplaatsen van Nederland naar een goedkoper buitenland blijven
zitten met het probleem van de gebruiksaanwijzing. Neem als denkbeeldig voorbeeld
het digitale strijkijzer, oorspronkelijk ontwikkeld bij de firma Kruisweg te Epscheuten
(Fr.), nu gevestigd in Matraski (West-Letland). Bedrijsleider Helminga
beschrijft de noodzaak om te verkassen als volgt: In West-Europa had ons
strijkijzer geen schijn van kans. De ontwikkelkosten, ook wanneer we de EEG-subsidie
even door de vingers zien, waren van dien aard dat strijkende huisvrouwen
alhier er nog geen kostprijs voor over zouden hebben gehad. Daarom is de hele
productie inclusief de assemblage, het inpakken en het schrijven van een
adequate gebruiksaanwijzing overgeheveld naar het Zeer Nabije Oosten (ZNO)
oftewel Oost-Europa. Hoewel het loon van de Letten nog niet kan tippen aan dat
van West-Europeanen, blijft er voldoende over voor een aangename
postcommunistische levensavond. Maar het probleem van de gebruiksaanwijzing is
daarmee nog niet opgelost, dat moet ook bedrijfsleider H. toegeven.
Is dat nou zo moeilijk, een handleiding
of een gebruiksaanwijzing schrijven? En zo ja, waarom dan? Het is toch gewoon
een kwestie van je verplaatsten in de huid van een toekomstige klant en
anticiperen op diens vragen en problemen? In het geval van het digitale
strijkijzer stel je je een huisvrouw voor die voorzichtig de doos met de nieuwe
aanwinst open doet. Talloze vragen dwarrelen door haar hoofd. Welke? Vraag het
haar, of wees zo inventief ze zelf te bedenken. Een eerste mogelijke vraag zal
ik u hierbij als aanmoedigend voorbeeld meegeven: waar zit het knopje aan/uit? Stel een aantal van dit soort relevante
vragen op en noem dat hoofdstuk 1. Geef vervolgens in hoofdstuk 2 gedetailleerd
en vooral helder antwoord op elk van
die vragen. Noem tenslotte in hoofdstuk 3 een aantal dealeradressen. Klaar is
de gebruiksaanwijzing.
Maar ook al is een
gebruiksaanwijzing goed en helder geschreven, ook dan is deze voor een
niet-in-de-materie-ingewijde soms moeilijk te begrijpen. Wees nou eerlijk: weet
u na het lezen van de cursieve tekst hieronder waar de gebruiksaanwijzing over
gaat?
Aanwijzing voor het maken van een bundeling. Leg het
dunne uiteinde van de teen waarmee de bundel gebonden wordt op de bundel.
Wikkel vervolgens de teen strak rond de bundel zodat het uiteinde vast komt te
zitten (figuur 1). Zet hierna het dikke uiteinde vast: steek een priem onder de
omwikkelingen om ruimte te maken voor de teen. Maak met een schaar of mes een
punt aan het uiteinde. Steek daarna de teen onder de omwikkelingen door tot hij
er aan de andere kant weer uitkomt (figuur 2). Trek de teen strak aan en knip
hem af op dezelfde lengte als de andere teen. (U kunt ook vanaf het begin een
extra teen in de bundel leggen (zie figuur 3) dan hebt u later geen priem
nodig. Deze teen legt u in tegenovergestelde richting.)
U
ziet, er is geen woord Frans bij. Maar weet u, ook zonder de bijbehorende
figuren te zien, waar het in deze handleiding om te doen is? Nee, het is geen mensendieckcursus
of yogaoefening waarbij de uitstulpingen aan de voeten die wij tenen noemen diverse richtingen op
gedwongen worden, dat had u zeker al vermoed. Neen, de beschrijving gaat over het
samenvoegen van wilgentenen (dat
zijn de soepele, slanke een- of tweejarige takken van de wilgenboom) tot een
smaakvolle bundel.
Niets is zo ontspannend en
tegelijk zo voldoening gevend als het vlechten van natuurlijk materiaal als wilgenteen
tot bruikbare voorwerpen of artistieke creaties. (Bies, rotan en pitriet zijn
naar onze opvatting eerder tweederangs, maar daar valt over te twisten.) Wat
beoogt u te maken, een papierkorf voor in de kamer of een schildachtig voorwerp
om u achter te verbergen? Het is maar waar uw voorkeur ligt: ieder zijn meug.
Wilgentenen (verse, groene - of geschilde/ongeschilde droge teen) voegen zich
naar uw wensen zonder daarbij hun eigen karakter te verliezen. Ervaren
mandenmakers spreken over het naar je hand zetten van wilgenteen. Prachtig
van kleur zijn ze vaak, die wilgentenen, heerlijk soepel mits goed in water
geweekt, en landelijk van geur. Geschilde teen is fabelachtig wit; tussen de
bruine tenen door geeft een dergelijke teen een verassend accent. Het vlechten van
manden (basketry is de internationale
term) is een activiteit die het verdient uit de anonimiteit te worden gehaald.
Ik laat u een aantal mandwerken
zien van eigen fabrikaat. Het zijn geen manden gemaakt door een meesterhand, maar er is zichtbaar met
liefde en plezier aan gewerkt. Van boven naar beneden:
-
een zogenoemd aardappelschilmandje: ovaal, tamelijk plat en buitengewoon
decoratief door zijn eenvoud. (Wij gebruiken het waar het oorspronkelijk voor bedoeld
is, dus met een oude krant erin.)
- Het tweede mandje is
gemaakt van geschilde teen. Het sierlijke handvat verhoogt de feestvreugde
zeer. Mijn vrouw bewaarde er stofjes en lapjes in voor haar quiltwerkjes.
- De derde foto laat u iets
bijzonders zien. Het is niet wat u dacht: een discus om mee te gooien. Het is
een pannenkoekenuitwasemplateau. Hij staat op eigen benen: een klein opstaand
randje fungeert als voetje, zodat er boven en onder lucht langs kan strijken.
In onze Achterhoek wordt er een pas gebakken, nog warme spekpannenkoek van
gruttenmeel op gelegd om te kunnen uitwasemen.
-
Tenslotte een zo op het oog gevlochten bruine bal. Met een ophangteentje eraan.
Als u goed kijkt ziet u bovenin een rechthoekige opening. Daar kan net een hand
en een stukje pols doorheen. Omdat u niet zult raden wat dit nu weer is,
vertellen wij het u: het is een walnotenmand. Wij vullen hem iedere herfst met
onze noten. Op gezette, meest feestelijke, tijden pakken wij dan deze mand,
nemen er een handjevol noten uit (hooguit vier, méér kan niet) en zeggen tegen
elkaar dat wij het toch maar goed getroffen hebben. (De merkwaardige opening
heeft ook een geruststellend nivellerend trekje: niemand kan zich buitenmate tegoed doen, want je mag maar één keer
grabbelen. Dat voorkomt scheve gezichten.)
Met
een goede gebruiksaanwijzing alléén leer je geen manden maken. Dat leer je echt
in de praktijk (sprak de theoreticus). Je moet de tenen door je vingers voelen
glijden. Je moet hard durven trekken om de spanning erop te houden zoals de
mandenvlechter zegt. Je moet kunnen wrikken met je vlechtmes om een onwillige
teen de goede kant op te sturen. Je moet durven experimenteren en eigen ideeën
volgen. En je moet je schouders ophalen en je afschuw uitspreken over de
prutsmandjes die je nu à raison van 5.75 in de tuincentra kunt kopen. Made in Letland
zeker, net als die strijkijzers.



|