Vroeger op school waren we
verzot op nonsensteksten: onzinzinnen met zo weinig mogelijk kommas en punten
die je in één adem en zo vlug mogelijk hardop uit je hoofd moest opzeggen. Hier
volgt er een. Het begin en eind zijn historisch in orde, maar het tussenstuk
heb ik er even bijbedacht.
Aan de hoek van een ronde tafel zat een grijsaard van
achttien jaren bij het licht van een uitgedoofde kaars te lezen in een
dichtgeslagen boek dat achter hem op de grond lag toen hij tijdens het drinken
van een leeg kopje zand werd gewekt door het dichtslaan van een openvallende
deur en het slaan van een stilstaande koekoeksklok waardoor hij getroffen werd door
een opspelende hartverlamming die hem achterover op zijn buik flauw liet vallen zodat het
nodig was hem na drie uur met spoed te vervoeren naar de gevangénis in Devènter
en door te sturen naar het gereformeerde postkantoor alwaar hij zeventien dagen
na zijn dood stierf.