Onlangs vierde onze oudste
zoon zijn zoveelste verjaardag. De hoeveelste zal ik u niet aan uw neus hangen,
want een béétje privacy moet er zijn. Op het fotootje beneden ziet u hem naar
de ene kaars op de eerste-verjaardagstaart wijzen die door zijn moeder is
gebakken. Hij is nu al jaren het huis uit, woont op zichzelf, en bevindt zich
op een tamelijk grote afstand van zijn jeugdjaren thuis.
Af en toe vinden wij een
levensteken uit die tijd. Bijvoorbeeld een stukje tekst dat door hem op een
gammele typemachine is geschreven. Ik vermoed in de tijd dat de computer in
opkomst was, maar dat brieven en teksten veelal nog met de klassieke
pen-en-inkt of met de typemachine werden geschreven. De machine waarop onze
oudste zoon - geschatte leeftijd toentertijd: dertien jaar - zit te rammelen,
stamt van zijn vader en die heeft hem weer van zíjn vader, de grootvader van de
oudste zoon. Beiden hebben elkaar niet gekend. De kleinzoon is geboren een jaar
nadat de grootvader plotseling was overleden.
Het is - niet alleen voor
zijn ouders of andere familieleden - interessant te zien waarmee de oudste zoon
zich al typend bezig houdt. Leest u het epistel aan het eind van dit verhaaltje
maar eens na. De oudste zoon schrijft quasi een brief aan zijn één jaar jongere
jongere broer. ("Ik geef een rondje weg op deze typewriter en ik zal jou
eens laten zien hoe goed ik al kan typen"
en dan volgt de rest.)
Van de hak op de tak. Na een
STER-reclamespotje volgt een gedicht van Christian Morgenstern over twee
parallelle lijnen die lichtjaren evenwijdig aan elkaar doorbrengen en
uiteindelijk (maar dat staat niet in dit stukje) toch in elkaar versmelten tot
één eeuwigdurend samenzijn. Misschien kun je uit het onderwerp van dit
gedichtje al een beetje opmaken waar zijn schoolse belangstelling vooral naar
zal uitgaan: naar de wiskunde.
Volgt een ander
interessegebied dat net als de wiskunde bij de meeste van zijn jaargenoten uit
de tweede klas van het atheneum weinig aanhangers zal hebben gevonden: het Latijn.
Hij heeft het vak maar enkele jaren gevolgd, maar heeft het daarna laten
vallen. Volgens ons heeft hij daar nu nog steeds spijt van.
Daarna een mopje en een
berichtje over de plaatsing van kruisraketten. Dat was destijds (1984) waarschijnlijk
het beheersende thema.
Tot besluit een verhaaltje
over een stierenvechter die klaarblijkelijk te veel risico's heeft genomen.
Opvallend hierin is het gebruik van het woord 'pisang' en de
kort-maar-krachtige manier van rapporteren.
Het stukje tekst is vlot en
goed getypt. Hier en daar wat moeilijk te lezen, maar dat ligt niet aan de
kwaliteit van de schrijver, maar aan die van de typemachine. Dat was een
Olympia koffermachine die zijn grootvader bij diens pensionering als cadeautje
van zijn werkgever mee naar huis kreeg.
Wat niet zichtbaar is, zijn
de tekeningetjes waarmee onze oudste zoon zijn verhaaltjes vaak illustreerde.
Priegelkleine strips met meestal een erg geestige inhoud. Hij heeft er veel
tekenschriften en schoolagenda's mee gevuld.

|