Velen
onder u zullen direct in de gaten hebben dat wat u hierbeneden ziet afgebeeld,
niets anders kan zijn dan een apparaatje
waarmee u op het jaar nauwkeurig en binnen enkele tellen de ouderdom van
een stuk boomschors kunt vaststellen. U legt het gevalletje op de schors, tikt met
behulp van de knopjes bij de cijfertjes uw persoonlijk en strikt vertrouwelijke
password in (in dit geval een passnumber) en plotsklaps hoort u uit de
gaatjes voor het gaasje beneden een vriendelijke vrouwenstem luid en duidelijk
zeggen: "Dit stukje eiken is 18e eeuws en stamt op de kop af uit
1786."
De
meesten onder de velen van hierboven hoeven wij niet te vertellen dat dit een volstrekt
verkeerd idee is van wat men denkt te zien. Dit is natuurlijk helemaal geen
eikenschorsleeftijdsmeter, noch een voortijdige mp3-speler of een slome vooroorlogse
Aldi-kassa. Dit is evenmin een ontsleutelmachine uit de eerste wereldoorlog
waarmee men de gecodeerde berichten van de vijand in begrijpbare taal kon
veranderen. De foto heeft iets te maken met zowel beeldende als muzikale
kwaliteiten, laat ik u daarmee een eindje op weg helpen. Maar wat is het nou precies?
Ik help u
uit de brand. Wat u ziet is een detailopname van een klein, oud
muziekinstrument, een trekharmonica. Beter gezegd, een bandonika oftewel een
konzertina. Familie van de beroemde bandoneon waarop tangos het allermooiste
klinken. Deze is gemaakt door een firma uit Chemnitz, omstreeks 1920.
De
cijfers die u boven de knoppen ziet, zijn aanwijzingen voor de bespeler zodat
deze kan weten welke knop zij of hij, op een bepaalde plek in het muziekstukje aangekomen,
moet indrukken. Voor dit type muziekinstrumenten bestaat een speciaal
notenschrift, een cijferschrift. U kunt er geen moeilijke sommen mee
uitrekenen, maar u kunt er wel prachtige melodieën mee toveren. U trekt aan de
blaasbalg (of duwt er tegenaan, net wat u wilt) en drukt op knopje 14 en u
gelooft uw oren niet.
Het echt
verrassende komt tot slot. Als u goed kijkt ziet u op de diverse paarlemoeren
knoppen een piepklein fotostatiefje en de handen van de fotograaf. Sterker, u
ziet zelfs het gezicht van de schrijver van deze tekst, tevens bespeler van het
instrument. Hij zou, als u daar prijs op stelt, met losse handen een
schubertiaanse Ländler kunnen spelen.
Maar dat is ook het enige liedje dat hij kent.

|