Ik ben Marion
Ik ben een vrouw en woon in (Nederland) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 03/12/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Na 6 jaar een huurcamper en 8 jaar een eigen camper hebben we Amerika en Canada grotendeels gezien. .
We gaan nu de andere continenten verkennen.
Op onze laatste dag op Prince Edward
Island hebben we een rondje gereden aan de westkant. Na een natte en winderige nacht werd
het droog en konden we op pad. Onze eerste foto was van een kerk die
naast het museum stond wat wij wilden bezoeken. Het was het museum
over het leven van de Acadie bevolking. Hun historie gaat terug naar
rond 1700. Een video bekeken, samen met een
zaaltje vol bejaarde dames en een heer, een uitstapje van het
bejaardenhuis.
Bij Cap Egmont komen we langs het
bottle-house, een huis en kapelletje gebouwd van flessen. Het is er erg druk, een leuke gift-shop
erbij en zeer vriendelijke mensen. In de tuin van het bottle-house is de
onderkant van de grootste boom op de property, die in december 2010
in een zware storm het loodje heeft gelegd. Meneer Bill Gallant heeft
hem beschilderd.
Onderweg komen we een huis in aanbouw
tegen, boardpapier en hout. De meeste huizen bestaan hieruit. Bij
tornado's en orkanen vliegen er daarom ook zoveel de lucht in.
Dan duikt uit het niets een grote
stenen kerk op, met een mooi kerkhof en pastorie. Het is de Our Lady of
Mont-Carmel-church. Als we naar de kerk lopen, roept een
meneer al van ver dat we van harte welkom zijn om zijn kerk te
bezichtigen en foto's te maken, we kunnen ook een video bekijken. In 1889 heeft een 29-jarige pastoor zo
gelobbied dat hij een grote stenen kerk heeft kunnen bouwen met
behulp van zijn parochianen, zo'n 100 gezinnen waar de kerk voor
bedoeld was.
Zo kom je toch iedere keer kleine
verhaaltjes tegen die in de historie zitten van Canada.
Gisterenavond de blog
gemaakt met de bedoeling vandaag naar de Mac D. te gaan, heeft de
nieuw gebouwde Mac D. geen
internet. Dat was balen. Toch vrolijk op pad gegaan
met een koffie en allebei een grote choc.muffin, voor 3 dollar 21.
Dit is een ontbijt voor twee personen. Je kunt ook voor koffie met
een hamburger kiezen als ontbijt.....
Via een toeristische route
naar het Nat.Park aan de kust gereden, daar twee kleine trails
gelopen. Er zijn veel muggen in het bos, niet leuk. Aan het strand geluncht,
met uitkijk op het drukke strand, ongeveer 10 mensen, en twee
strandwachters.
Bij Covehead Bay is een
leuk haventje met vuurtoren, strand en visrestaurantjes, we hebben
lekker mensen zitten kijken en een strandwandeling gemaakt. Doorgereden naar New Annan
naar een camping met INTERNET.
Gisteren naar
Charlottettown gereden, de hoofdstad van de provincie Prins Edward
Island. Vandaag met de bus Downtown. Leuke gezellige stad. Eerst naar
de basiliek, daar een praatje gemaakt met twee heren die
basiliekwacht hadden, ze hadden er ook een aantal prentjes, beeldjes,
boekjes en rozenkransen liggen. Ik vroeg natuurlijk naar Christoffel,
waarop de meneer vertelde dat Christoffel jaren geleden als heilige
was afgeschreven, maar hier nu weer op nr. 1 staat. Hij had een
medaille, maar daar heb ik er al 150 van. Vandaar naar het Provincial
House waar we een video hebben gekeken over de vergadering die tot de
Confederation leidde rond 1860.
Buiten is een voorstelling
over en door Mi'kmaq-indianen; zingen en dansen. Erg leuk, lekker in
de zon zitten kijken.
Nog even een klein gegeven
over Prince Edward Island. Het is ongeveer even groot als Nederland
met slechts 135.000 inwoners, waarvan 47.000 in de twee grootste
steden Charlottetown en Summerside.
Zondag naar New Glasgow gereden, daar bij Walmart overnacht.
Maandag de boot genomen naar Prince Edward Island. In de regen de
overtocht gemaakt. Het is ontzettend rustig
op de boot. We wachten nog steeds op de drukte van het hoogseizoen,
die er nog steeds niet is.
We rijden in de regen het
eiland op, en het eerste wat we tegenkomen na een aantal kilometers,
een vuurtoren. Daar konden we weer naar boven. Er werd verteld, dat
in deze vuurtoren, dat ook een radiostation is, de eerste
noodsignalen zijn opgevangen van de Titanic (15 april
1912).Ondertussen is het droog geworden en gaat de zon schijnen.
De toeristische route
langs de kust opgepakt. Die loopt grotendeels door 'aardappelland'. Prince Edward Island is
een aardappeleiland, dus aan de kant van de weg een zakje 'echte
PEI'- nieuwe aardappelen gekocht. Ze zijn erg lekker.
Prince Edward Island is
voor ons een beetje thuiskomen, het lijkt net Twente-land, is heel
gezellig aangelegd, maar niet echt spectaculair. Ze hebben wel leuke
stoplichten, vierkante rode lichten; hadden we nog niet eerder
gezien.
Hoihoi allemaal, het is
alweer even geleden dat we geschreven hebben. Dit omdat het krijgen
van internet een beetje een probleem was. We schrijven de blog dus
maar vooruit en dan koffie drinken bij de Mac D. Want in Canada is de
wifi moeilijk buiten te ontvangen bij Mac D.
In Amerika wel, dus dan
kun je gewoon op de parkeerplaats gaan staan en je ding doen.
We hebben afgelopen
donderdag na het praatje over de kreeften een camping opgezocht.
Daar werden we 's-avonds
getrakteerd op een schitterende rode lucht. Het was helemaal bewolkt,
de lucht brak en werd prachtig rood, maar 's-nachts brak de hemel
open.
Wij stonden op een
tentsite, en er stonden twee tentjes, waarvan er 's-morgens een weg
was. Wij vroegen ons af, waar die nou gebleven was. Nou even verderop
stond een schuurtje waar de tent inhing te drogen, moeder en zoon in
de auto en pa ook in het schuurtje.
We zijn de vrijdag in een
museum begonnen, over gebruiksvoorwerpen uit de 17e en 18 e eeuw, en
over scheepsrampen. En een kaart, foto's en film over
weersverschijnselen.
Onderweg onze eerste Moose
gesignaleerd.
's-Middags in Pleasant Bay
naar een Interpretive Museum geweest over walvissen.
We konden niet met de boot
de zee op omdat het nog steeds vreselijk hard waaide, en ze niet
uitvoeren.
Misschien zaterdag.
Maar zaterdag waren de
golven nog hoger en er was dus geen whale-watching.
Dus verder gereden en in
de regen nog een kleine trail gelopen en besloten richting Port
Hawkesbury te rijden. Daar bij Walmart overnacht.
Hoihoi allemaal, gisteren zijn we het
Cape Breton Nat.Park ingereden.Het was prachtig weer, zeer warm, en we
hebben daar een trail gelopen helemaal naar een punt op de rotsen met
een uitzicht over de oceaan. Het park is een beetje raar ingedeeld,
zo rijd je in het park, en zo weer over gewoon land. Het park
ligt in feite om de vissersdorpen heen.Wij hadden een camping op gewoon
land. Naast ons stond een ouder echtpaar uit USA met een
Volkswagen Camper California. De auto is 25 jaar oud. Paar jaar
geleden gekocht voor $4.000 en heeft er al heel wat reizen
meegemaakt. Van Panama tot in Labrador (het Alaska van Oost-Canada).
Als je er in kijkt is de ruimte beperkt. Wat hebben wij het dan lux. Leuke verhalen tijdens een koffie bij
ons.
Vanmorgen in de regen de camping
afgereden, maar weer geluk, het werd droog, alleen de helft van de
temperatuur van gisteren, dus goed aangekleed de trail gelopen. We hebben in een visserdorp Neil's
Harbour, waar net een visserboot binnenkwam vol met lobster, uitleg
gekregen hoe het nu eigelijk allemaal werkt. De kreeftvangst is slechts 2 maanden
per jaar. In dat vissersdorp van half mei tot half juli (vandaag de
laatste dag om binnen te halen). Zij vissen 6 dagen per week, zondags
niet. De kreeftkooien (traps) worden per stuk
aan een grote dobber (de kleur geeft de eigenaar aan) op de zeebodem
neergelaten. In de kooi staat een pin waaraan haring, makreel of
andere vissoort wordt geprikt. De kreeft zwemt door een trechter van
touwen in de kooi en kan er dan niet meer uit. Vaak zitten er
meerdere kreeften in een kooi.De visvangst van vanmiddag van die boot
was 1 volle bak, ca. 60 stuks. Een kreeft weegt tussen een pond en 1,5
pond. Levend kost die in de haven ca. Eur 6,= per pond. In een eenvoudig restaurant aan de
haven betaal je voor een een lobstermeal ca. Eur 15,=. Voor consumptie wordt de kreeft levend
in kokend water gedaan en dan ca. 20 min. gekookt. De levende kreeft
is bruin en gekookt rood. Voor het kreeftenseizoen wordt op krab
gevist. Dat is in de maand april. Alleen leven van de kreeft- en
krabvangst is voor een vissersgezin een minimum bestaan.
In Baddeck is een National Historic Site gewijd aan Alexander Bell, bekend als de uitvinder van de telefoon. In dit museum wordt de veelzijdigheid van deze genius getoond. Hij ontwikkelde geluidshulpmiddelen voor dove mensen. Daarbij ontdekte hij de telefoon. Hij was de oprichter van de telefoonmaatschappij Bell, de latere AT&T. Met het geld dat hij uit de auteurrechten verdiende, ontwierp en ontwikkelde hij begin 20-ste eeuw de eerste modellen om in de lucht te vliegen. Ook ontwikkelde hij een draagvleugelboot die een snelheid van over de 100 km/u haalde. Eerder ontwikkelde hij o.m. de metaaldetector en de grafofoon (een verbeterde versie van de fonograaf (van Edison). Interessant om enkele uurtjes rond te kijken.
In de middag hebben we de Cabot Trail opgepakt. Een (auto)rit van zo'n 300 km, langs cliffs, stranden en vissersplaatsen. Het Cape Breton Highlands National Park of Canada is hier onderdeel van. In Cape Breton wonen veel afstammelingen uit Schotland en Ierland. In St. Anns het Gaelic College bezocht. Dit is het enige college in Noord-Amerika waar in het Keltisch wordt onderwezen en waar studies over de Keltische muziek en kunst kunnen worden gevolgd (zie foto voor de Keltische naam van het college). Na zo'n 30 km van de Cabot trail een camping gepakt. De rest van de trail bewaren we voor morgen en....(?)
En dit voor Sjoerd: ja, het is nu officieel, Sjoerd
hoihoi allemaal, Afgelopen zaterdag 80 km. langs de kust greden. Onze eerste regendag in Canada, en veel regen. Gestopt bij een camping, wij komen hier toch ook campings tegen, die we in Nederland "de vergane glorie" noemen. Triest als blijkt dat het jaren geleden toch heel wat geweest is, en nu staat te vergaan, en echt vergaan. Een kantine, die door lekkage in elkaar zakt. Maar toch hele vriendelijke mensen. Zondag verder richting oosten. We komen, hoe kan het ook anders, weer een vuurtoren tegen, de kar geparkeerd, 2 kilometer langs het water lopen, en dan zien we de vuurtoren van Port Bickerton. Een gebouw waar vroeger de wachters met hun gezin hebben gewoond, en de vuurtoren ernaast. Twee vriendelijke dames die ons een kleine tour geven. We gingen verder, toen we met de Ferry over de rivier moesten. De veerman, noemen wij altijd "de Heen-en weer-wolf", uit Pluk en de Petteflet, vertelde ons dat hij in mei in Duitsland was geweest, en 2 van de 3 weken heel ziek was geweest door de EHEC-bacterie. s'Avonds bij Walmart in Port Hawkesbury geslapen. Maandag weer 100 km gereden richting Cape Breton Nat.Park. Over de Trans Canadian Highway , een weg waar de vrachtwagens overheen denderen, en wij toch af en toe even aan de kant gaan staan om ze te laten passeren.De Highway loopt door alle 10 Provincies van Canada van West naar Oost, of andersom natuurlijk, en is 8030 km lang.Dit kleine stukje van 100 km was voor ons genoeg, wij rijden liever de toeristische routes.Waar je meer het leven van de bevolking ziet. Bij een meer geluncht en heerlijk in het zonnetje gezeten. Ze hadden er voor ons een bankje neergezet. We staan nu op een Good Sam camping, waar veel franstalige Canadese gezinnen staan met kleine kinderen.
Hoihoi allemaal, vandaag zijn wij vanuit Halifax richting oost-Nova Scotia gereden. We wisten dat we langs een strand zouden komen dat bekend staat als een geweldige surfplek. Aangezien dat in het leven van onze jongste zoon een belangrijke plaats inneemt, zijn wij daar gaan kijken en hebben er een aantal uren doorgebracht. De onderstaande foto's spreken voor zich.
Maandag 4 juli zijn we begonnen met een
felicitatie aan Jenny en Bert, zij zijn 25 jaar getrouwd.
Na wat boodschappen gedaan te hebben
zijn we richting Peggy's Cove gereden. Peggy's Cove is een gebied van
grote platte rotsen, keien en natuurlijk, een vuurtoren, met een
dorpje erbij van 100 inwoners en een vissershaventje.
We zouden slecht weer krijgen, maar hoe
dichterbij we kwamen, hoe mooier het weer werd.
Na bijna 2 uur rondgelopen te hebben,
de nodige foto's geschoten te hebben, en onze nederlandse lunch op de
rotsen genuttigd te hebben, bestaande uit boterhammen in een zakkie
en tomatensap in een flessie, begon het mistig te worden en zijn we
verder gereden.
Even buiten het dorp kwamen we een
herdenkingsplek tegen ter nagedachtenis van het verongelukken van een
Swissair vliegtuig (vlucht 111) op 2 september 1998.
Hiernij kwamen 229 passagiers en 14
bemanningsleden om het leven.
Verder langs de kust naar een camping
waar we de was gedaan hebben.
Dinsdag 5 juli, we zijn de kustweg
verder gereden richting Chester, het is erg rustig. En als we een
aantal vissers zien staan bij een parkeerplek, stoppen we even om
onze koffie te nuttigen, en te kijken naar de manier van vissen.
Een hengel in het water met daaraan 3
haakjes, zonder aas, waaraan in de kortste keren 3 visjes zitten die
in een emmer gegooid worden, om daarmee later grotere vissen te
kunnen vangen.
Langs de baai verder, en bij een plek
aan het water, de stoeltjes naar buiten en lunchen.
Met een boek en de zon heeft een mens
verder niets nodig.
's-Middags aan een volgend strand een
wandeling gemaakt. Er liep een klein jongetje te spelen met de
golven, we zeiden tegen elkaar dat zou Quinn kunnen zijn, eerst een
beetje de kat uit de boom kijken, en toen het toch wel leuk was, er
vol ingaan met schoenen en kleiding, koddig om te zien.Na een praatje
met z'n moeder kwamen we erachter dat het kindje net drie was
geworden. Toen we daar wegreden kwamen we een tweede herdenkingsplek
van de Swissair 111 tegen, met daar een steen met alle namen, en een
graf met de restanten van de inzittenden. Dan sta je met kippenvel.
We zijn doorgereden naar een Prov.Park.
Daar een mooie plek gezocht met zicht over de baai. In onze groene
prive tuin hebben we besloten hier een extra dag te blijven staan.
Paradise.
Dus woensdag lekker gewandeld, gelezen,
geborduurd en uitgerust.
Vandaag, 8 juni, terugegereden naar
Halifax, waar we de Walmart weer met een nachtelijk bezoekje vereren,
boodschappen gedaan voor de komende week.
Hoihoi . Allemaal, de afgelopen twee dagen hebben wij in Halifax rondgewandeld. We hebben er de nodige kilometers liggen nu. Gisteren zijn we met de bus bij Walmart vertrokken, Na een uurtje waren we downtown Halifax, en na eerst een "kopje" koffie gedronken te hebben zijn we gaan lopen, eerst wilden we de St.Mary's Basilica doen, maar er stopte een limousine, daar kwamen een aantal bruidsdames uit en daarna een wit bruidje. Dus wij zijn doorgelopen naar de Citadel, een Nat.Historic Site, en daarmee een onderdeel van de Nat.Parks, waardoor we er met onze Park-pas gratis in konden. Dit bespaart dan 24 euro. Leuk meegenomen.We kregen een demonstratie van het laden en afvuren van een geweer uit 1867. Daarna het laden en afvuren van een kanon. Binnen hebben we een film bekeken over de de geschiedenis van Halifax. Na de lunch naar de waterkant. Ze vergelijken het met Fisherman's Warf in San Francisco. Het verschil is er wel, veel kleiner, geen zeeleeuwen, maar wel heel gezellig, met veel mensen die een zakcentje willen bijverdienen met het maken van muziek, kunstjes doen, en mensen leren dansen. Tegen 5 uur terug met de bus naar de "camping" Walmart.
Vanochtend weer met de bus, en downtown zagen we St.Mary's net leeglopen na een mis, dus we konden naar binnen. We hadden gelezen dat er een klein museum zou zijn, dit gevraagd aan de koster, die met ons meeliep om het te wijzen. Het was achter bij de sacristie. Het was klein, in 1984 had de Paus Johannes Paulus Halifax bezocht, daar een mis opgedragen, en het kazuivel wat hij toen heeft gedragen staat daar tentoongesteld. Een praatje met de koster, die eigenlijk niet veel wist te vertellen over de items die daar tentoongesteld waren, maar wel over het jagen wat hij doet, was erg gezellig. Er is een grote brug in Halifax, die ze ook wel de "the GoldenGate Bridge" van Halifax noemen. Daar wij de echte in San Francisco zowel gelopen als gefietst hebben, vonden we dat we deze ook maar moesten lopen. Zo gezegd, zo gedaan. Het was een behoorlijk eind lopen om erop te komen, maar het is gelukt. Aan de andere kant naar de ferry gelopen, en na uitgerust te hebben in het zonnetje aan het water, met de ferry weer over.
Er was een groot cruise-schip binnengekomen, dus extra druk met vooral oudere mensen. Tegen half vijf weer met de bus terug. Met de camper rijden we wel eens verkeerd, dan moeten we keren. Hier maakten we het mee dat de bus verkeerd reed. Hij ging een straat te ver, waardoor de haltes voor hem aan de verkeerde kant stonden, en hij de mensen moest vertellen, dat z'n collega nog moest komen. Gedraaid in een straat wat net paste, hij kreeg applaus van de passagiers.
Bij "Camping" Walmart weer uitgestapt, waar we weer overnachten (met internet via de wifi 'buurman' Staples).
Dinsdag het Fundy Nationale Park
verlaten. Toen we, even buiten het park in het plaatsje Alma in het
haventje rondliepen, werd net een visserboot gelost. De schipper
gunde ons een blik op z'n vangst. 7 Grote bakken vol met kreeften.
In Cape Enrage rondgekeken bij de
vuurtoren en genoten van het vergezicht.
Hopewell Rocks was het hoogtepunt van
de dag. Bij laagtij kun je daar via een grote trap de rotsen af. Op
het strand staan de 'Flower Pots'. Door het getijdeverschil worden de
zanddelen tussen de rotsen uitgespoeld. De Flower Pots blijven over
(zolang als het duurt....). Een indrukwekkend gezicht.
's-Avond voor de eerste keer bij een
casino gestaan. Het casino zelf hadden wij overigens in een half uur
wel gezien...We hadden even gemaild of het mocht, ik kreeg antwoord
van een meisje wat daar werkt met een Nederlandse schoonmoeder, dus
onze uitgelezen tijdschriften daar naar toe.
Woensdag kwamen we op de grens van de
provincie New Brunswick en Nova Scotia een National Historic Site
tegen. Het waren de restanten van een fort uit midden 1700. Dit
gebied is meerdere keren dan door de Fransen, dan weer door de
Engelsen bezet. In 1755 hebben de Engelsen na het veroveren van dat
gebied de bewoners, de Arcadiers (van oorsprong Fransen)
gedeporteerd. Deels naar Amerika en deels naar Europa. Een deel
daarvan is later weer teruggekomen. Deze Arcadiers komen nog sterk
uit voor hun afstamming.
Dit gebied is tweetalig (frans en
engels). Zo zie je in het ene dorp alles in het engels en dan weer in
het frans.
Bij info-center op de provinciegrens
met Nova Scotia hebben we veel informatie voor de komende weken over
die provincie verzameld.
We besloten om een scenic route langs
de kust te nemen. Die viel tegen. Het enige wat we zagen waren veel
bomen, kort aan de weg. Het was een vrij eentonige route.
Morgen meer kans om iets van de kust en
zee te zien.
Hoihoi,We zitten in Fundy Nat.Park, een heerlijk park dat we bijna voor ons alleen hebben, af en toe komt er een wezen voorbij, dan kijken we elkaar aan, wat zou dat zijn : EEN MENS. Je zou bijna zeggen we zijn alleen op de wereld. En wat we nooit eerder hebben meegemaakt, we hebben hier internet. Dus kunnen we jullie vertellen hoe goed we bezig zijn geweest vandaag. Wij hebben vandaag een heerlijke dag gehad, met 3 verschillende trails. De eerste was een korte van 1,5 km. naar een waterval, door een mooi zeer groen bos, de zon begon door het bladerendak heen te schijnen, zo mooi. Toen was het tijd voor de koffie, maar voor we er erg in hadden, waren we al met de tweede bezig. We hadden de kar geparkeerd, maar er was een uitzichtpunt een halve kilometer verderop,en daar wilden we eerst nog even kijken, maar na een halve km kwamen op een parkeerplaats, en het vervolg was een trail naar het "strand". Het tij was laag, dan komt er een stuk met keien en zand droog te liggen. Dit was helemaal naar beneden, wel helemaal aangelegd, dus down en up en terug naar de kar waren we 2,5 km verder. Het was ondertussen tijd voor de lunch. Dus de koffie bij de boterham opgedronken.
Weer een eindje gereden, daar een trail gedaan van 5 kilometer, dit was weer een echte, up en down over keien-modder-boomstronken-wortels. Langs de oceaan en terug door het bos.En in het bos kwamen we de woody-woodpecker tegen. Geprobeerd op de foto te zetten, maar zo'n jongen zit niet stil, wat is hij druk aan het kloppen. We zien veel mooie vogels maar eer het fototoestel uit het hoesje is en aan, is de vogel gevlogen. De sterke hand van Clemens was ook op deze trail weer hard nodig, gelukkig wordt die jongen wordt er nooit moe van. Om half vier waren we terug bij de kar, toen was het genoeg. Op de camping een douche en een lekker kopje thee.
Hoihoi,
Gisteren met de bus naar Saint John, toen we de stad binnenreden keken
we elkaar al aan, is dit "het centrum", oud, leegstand, ongezellig.
Maar vol goede moed uitgestapt, en we liepen gelijk een hele leuke en
gezellige Market Place binnen, daar verse groente-vlees-vis, en
souveniers.
Lekkere koffie hadden ze daar.
Vandaar zijn we naar de kathedraal gelopen, die was open, en de koster
was de kerk aan het boenen. Ik zei hem wat glanst de vloer mooi, hij
helemaal trots, dat was zijn werk. We hadden het over de katholieke
gemeenschap in Saint John, er zijn daar nog 11 katholieke kerken, maar
allemaal half gevuld.
We zijn verder downtown gelopen en kwamen in een groot overdekt winkelcentrum. Veel winkels, weinig mensen.
We moesten nog een Canadese telefoon, een dame daar in een
telefoonwinkel kon ons precies vertellen waar we moesten wezen met ons
verzoek (bij de concurrent..) en dat was in een winkel tegenover de
Walmart, waar we 'kampeerden', dus dat s'avonds geregeld.
's-Middags naar the reversing falls. Het stijgende zeewater komt in
botsing met het water van de St.John-rivier. Dit geeft een woest
kolkende riviermonding dat een ideale plek is voor kanoers.
Vandaag naar St.Martins. Regen onderweg. Gestopt in het haventje.
Leuk om de boten zo op het droge te zien. Vanuit de haven konden we naar een cove lopen. Bij de camper een praatje met een buschauffeur, hij vertelde dat hij
mensen van een cruiseschip een dag rondrijdt langs de Fundy Trail.
Erg aardige man, die een hoop van de omgeving wist te vertellen, zijn busmensen stonden ondertussen foto's te maken van de cove.
Langs de Fundy Trail, 10 km. (Canada heeft km.) zijn veel mooie
uitkijkpunten over stranden en de oceaan. Wij hadden het geluk weer met
ons, daar er erg slecht weer was voorspeld, maar het was droog.
Een uitkijkpunt gaf een blik op een Flower Pot Rock
Een camping opgezocht, en daar kregen we 3 onweersbuien over ons heen, maar toen zaten we lekker droog.
Vandaag St.Andrews in geweest, een klein leuk plaatsje aan het "water", het verschil tussen eb en vloed is hier zo groot, dat je alleen modder ziet, en in de verte water. Zo was de situatie vanochtend dus. Er was een farmers-market, wat inhoud dat er kraampjes zijn met spulletjes die de mensen allemaal zelf gemaakt hebben. Schilderijen-bontmutsen-gebreide mutsen-sokken-handschoenen-sjaals, eigengebakken koekjes, waaronder zelfs stroopwafels, ook zo geschreven, erg leuk.
Even door het dorpje gelopen, leuke panden allemaal, naar het postkantoor, we kunnen wel postzegels kopen, maar geen post afgeven. Alle brievenbussen in den lande zijn dichtgeschroefd, tot de staking voorbij. Daar dit nog even kan duren, en wij dat wisten, hebben we de kaarten voor de mensen die in juli jarig zijn, in Amerika nog op de bus gedaan. We zijn vandaag langs de kust naar St.John gereden, waar we nu bij de Walmart kamperen. Morgen St.John in met de bus.
Vandaag zijn we de grens overgegaan bij St.Stephen, van Maine naar New Brunswick. Het was 5 minuten werk, een stempel en klaar. Eerst St.Stephen in voor de bank en boodschappen, en nu op een camping in St.Andrews.
Hoihoi allemaal, vandaag hadden we een aantal ontroerende momenten. We zijn van Lubec naar Campobello Island gereden. Campobello Island is een Canadees eiland. Je krijgt dus met de douane te maken, Amerika zo uit, toen een gezellig praatje met de Canadese douane, paspoorten laten zien, vertellen dat we niet in het bezit zijn van tabak-sterke drank alleen een paar blikjes bier), of wapens, en dan mag je doorrijden. We zijn eerst naar de visitor center gereden, daar werd ons verteld, dat we de vuurtoren zouden kunnen bekijken als we voor 12 uur weer op het land zouden zijn. Er is een pad naar de vuurtoren dat bij hoogtij onder water komt, red je dat niet, moet je 8 uur wachten. Wij zijn dus eerst naar het puntje gereden, daar toch maar weer onze wandelschoenen aangetrokken, en maar goed ook, want we moesten gedeeltelijk over glibberige rotsen lopen (soms op handen en voeten). We zagen weer een prachtig plaatje, een heel mooi lighthouse. Groot, en je kon er goed rondlopen, op een gegeven moment komt er een meneer naar ons toe die vroeg of we mee wilden de vuurtoren bekijken, er was nog een ander stel, kosten 10 dollar voor 2 personen, dit geld zou gebruikt worden voor verf om de toren op te knappen. Wij wilden wel mee. Een hele grote vuurtoren vanbinnen waar vroeger ook geslapen werd.
3 verdiepingen hoger stonden we bij de lamp, een rode, de meeste lighthouses hebben een witte lamp. De meneer vertelde dat er in september allerlei walvissen-dolfijnen-groot en klein rond het eiland bij elkaar komen en bijna een concert aan geluiden voortbrengen. Wij zijn dus te vroeg, alhoewel er gisterenavond een whale was gespot.
De vuurtoren wordt opgeknapt door vrijwilligers, heel knap. Deze meneer is nu gepensioneerd, hij was ooit professor aan de universiteit. De schildert en timmert en doet de tours.
Weer de andere kant op; gestopt bij een postkantoor voor postzegels, daar schrikken we van de prijs van postzegels voor op een kaart, C$1,75 circa Eur 1,25; in USA $0,98 = Eur 0,69). Toch een aantal gekocht, verder was er geen service, daar de post momenteel staakt....
Toen door naar het Roosevelt Campobello International Park. Daar staat het zomerverblijf van oud-president Franklin D. Roosevelt. Heel erg mooi.We mochten er rondlopen, 35 kamers,bijna nog in orginele staat. We werden uitgenodigd om aan een high-tea mee te doen om 3.00 uur, dit wordt gegeven in een naastgelegen huis, en daar waren 2 dames die vertelden over het leven van de first-lady Eleanor Roosevelt. Dit was een relaas zo mooi, het ontroerde ons allen.
Al met al een zeer geslaagde dag met ook nog mooi weer.