In het groen, aan de kant, achter een boom of struik plassen; ik vind het heerlijk. Niet omdat ik een exhibitionistisch kantje heb, integendeel. Maar verbaasd moet ik vandaag toch gekeken hebben als mama me zei dat Tante Thérèse, zaliger en een zus van mijn opa en Tante An, alive and kicking en een zus van mijn mama, dat altijd deden. Niet omdat de nood zo hoog was, wel omdat ze dat leuk vinden. Ferme dinges, die genetica.
Drieënzeventig jaar geleden is mijn mama geboren op elf juli. Waardoor
haar broers en zussen op haar verjaardag naast een verjaardagslied ook steeds De
Vlaamse Leeuw zingen. Waarover mama dan giechelend zegt 'wat zullen de buren wel
niet denken?' Al zullen de buren stilletjesaan wel weten wat voor een zotte
bende de familie wel is. Zeven kinderen, geboren uit de schoot van Marietje-van-de-secretair. Zeven zotte dozen. Zeven kinderen waarvan mijn mama de jongste is, het kakkernestje, het
overschotje. Letterlijk een stuk kleiner dan haar zussen. Wonderlijk is het, werkelijk een wonder; zeven kinderen tussen drieënzeventig
en drieëntachtig jaar, allen beweeglijk, jonger ogend, kletsend, fietsend en helder
van geest. Daar zou je als mama toch voor tekenen.
Ik blijf dat zoiets vreemd vinden: een deur die sluit en een ander die
opengaat. Een hand die weggetrokken wordt en een andere hand die je toegestoken
wordt. Iemand die slaat, iemand die zalft. Onverwacht, onverhoopt,
ongezien. Een vreemde en onverwachte samenloop van omstandigheden. Het ene
moment een steek van pijn in je buik of hart als je aan iemand of iets denkt,
het andere moment lijkt het wel of iemand daar een zacht en warm washandje oplegt, een doekje tegen het bloeden. Vorige week las ik 'de heks van portobello' van Paulo
Coelho.
Met enige terughoudendheid eraan begonnen, want de voorgekauwde wijsheden
en belerende wijsvinger vanuit zijn laatste boeken bleef in mijn achterhoofd
aanwezig. Zo jammer dat veel dingen die een hype worden net omdat ze zo sterk
zijn, dan hun eenvoud en puurheid verliezen.
In elk geval, waar ik toe wil komen; het is een prachtig boek. Een bron van
inspiratie. Woorden en gedachtengangen die nadien blijven nazinderen, je
uitdagen en prikkelen voorbij jezelf.
Op een bepaald moment schrijft hij over grootse dingen doen. De drang,
het verlangen dat we soms hebben om iets groots te doen.
En de grootsheid die je ook kan leggen in alledaagse dingen en handelingen.
In de liefde waarmee je een gezonde en lekkere maaltijd klaarmaakt voor je
kinderen en geliefde.
In de liefde waarmee je een wonde onsmet en verzorgt.
In het een zacht en warm washandje zijn voor iemand.
Zeven jaar geleden op onze huwelijksverjaardag geboren; ons bengelke, ons engelke. Nu recht uit haar bed, maar mèt een feestjurk al aan. We zijn zo blij met jou Helena!
EVA, duidelijker gezegd: het Ethisch Vegetarisch Alternatief gaf deze link mee. Eentje waarop ik spring, want ik schil en snipper uien onder lopend water om mijn gevoelige oogskes toch ietwat te ontzien. En daarnaast : een gouden tip, die willen we delen met iedereen. Spread the word!
Lifehacker reader and foodie Ian Beyer offers a helpful tip for how to avoid onion-slicing-induced tears:
Using a knife, cut a cone out of the bottom of the onion (where the roots come out). The diameter of this cone should be about a third of the diameter of the onion, and about 1/3 deep. Take this piece and throw it away (don't put it down the disposal!). This piece contains the part/gland that makes baby Jesus and everyone else in the room cry when you're chopping it up. Once you've gotten that piece out, chop off the top, peel, and slice the onion.
Been doing it for years, and it works like a charm. You know your cone is too small if it doesn't work, because you've cut into that teargas grenade.
Eén juli, dus acht weken zomervakantie! Een zomervakantie die pas ècht begint als de sporen van het voorbije schooljaar gewist zijn. Dus riep ik deze ochtend Lucas, Remi en Helena bij mij met de duidelijke opdracht hun boekentassen en mappen leeg te maken en op te ruimen. Om na een half uur ze weer weg te sturen en het heft zelf in handen te nemen. Deels omdat het leek dat de hoop steeds wanorderlijker werd, deels omdat het zo fijn is op je gemak te kunnen bladeren in wat voor hen het afgelopen jaar school was. Om dan schatten als deze tegen te komen :
Remi en het blad 'Dit is mijn familie' : Mijn broertje en zusje houden van ... alectricitijt en roose.
In de map Godsdienst : Liefste familie Ik wens juli een vroolek kerstfeest En de dode omas en opas en dieren die doot zijn. En het vrolekste kerstfeest van me leven. Vrolek kerstfeest!
Mooi vind ik dit en zo ontroerend mooi blijf ik dit vinden. Voorgelezen door een oudere diepe mannenstem. Dit en de kanon in D van Pachelbel. Dat zou moeten volstaan als ik er niet meer ben. Tot dan ben ik dankbaar. Voor wat is. En niet is.
Do not stand at my grave and weep I am not there; I do not sleep. I am a thousand winds that blow, I am the diamond glints on snow, I am the sun on ripened grain, I am the gentle autumn rain. When you awaken in the morning's hush I am the swift uplifting rush Of quiet birds in circled flight. I am the soft stars that shine at night. Do not stand at my grave and cry, I am not there; I did not die.
Hoe Lucas het doet; ik weet het niet. Uren heeft hij gestudeerd voor
Frans. Uren alleen, met Piet, met mij. Om dan nog een buis te verkrijgen om
U tegen te zeggen. Die Lucas. En aangezien de Wingerd in de eerste twee
jaren geen vakantietaken of herexamens geeft hou ik mijn hart vast. Nu, de
signalen waren reeds lang zichtbaar. Ik herinner me de eerste lessen frans die
Lucas kreeg van meester Geert, nu vier jaar geleden. En de bijhorende eerste
huistaak : het luidop lezen van een paar franse zinnetjes. Dat was zo grappig ik
er nu nog om in de lach kan schieten. Mijn engelke op mijn linkerschouder
fluistert : 'ge had beter wat minder gelachen en wat meer gestudeerd met hem'.
'Niks van' zegt het duivelke kordaat op mijn rechterschouder, ' ge hebt
gelachen, met hem gestudeerd èn het is wie hij is, geen taalgevoelige jongen, ge hebt het goed gedaan.'
Laat op de avond zit ik buiten en kijk naar de prachtige lucht. Felblauw en lichtblauw, met één donkergrijze wolkenzone omringd door een roze en oranje gloed. Ik zie er drie paar blauwe ogen in, ze kijken me aan. Een paar lichtblauwe, groot, vragend. Een paar donkerblauwe, klein, priemend. Een paar donkerblauw, grijs, starend, de blik niet afwendend. Ze lijken wel te vragen : 'En? Wat zal het zijn?'
Als ik één avond per maand televisie kijk is het veel. Omdat hij meestal ingepalmd wordt door Piet of de kinderen, omdat ik liever op zoek ga via internet, omdat ik liever lees, omdat ik soms vroeg ga slapen. En zo kwam het dat maandagavond Piet niet thuis was, Lucas speelde op de Playstation, ik de televisie opende en terecht kwam bij een programma dat nadien bleek te heten: 'All you need is love'. Het verhaal van een tweeëntwintigjarig meisje. Een meisje dat in Haïti geboren was. Als vijfjarig meisje terwijl haar mama even weg was door haar papa aan vreemden meegegeven werd. Weg van de uitzichtloze armoede zal hij gedacht hebben. Eén van de duizenden kinderen die in Haïti bij rijkere mensen terecht komen als huishoudhulp in ruil voor voeding en woonst. De werkelijkheid was anders. Ze werd gebruikt om voortdurend te werken, in ruil voor een slaapplaats op de grond en geen voeding. En daar bovenop : zonder de liefde van haar ouders. Even houdt ze het vol, maar vlucht dan. De stad in, de straat op. Zoekend naar resten eten in vuilnisbakken, zoekend naar mensen die het niet slecht met haar voor hebben. Enkele maanden later wordt ze op straat opgemerkt door een tante van haar, die haar weer meeneemt naar haar geboortedorp. Haar mama is weg, haar papa stervende. Ze wordt afgestaan voor adoptie en komt als achtjarige terecht in een belgisch pleeggezin. Om na zware puberteitsjaren uiteindelijk en eindelijk in de armen van een jongen aan zee en zijn familie rust te vinden. Het programma zorgt ervoor dat ze naar haïti kan, naar het vernielde Haïti na de aardbeving, een weerzien met haar twee zussen. De hele aflevering lang liepen de tranen over mijn wangen. Een Lucas die naast me kwam zitten is en om de vijf minuten zei 'maar mama toch'. Maar ik kon het niet tegenhouden en bleef maar aan het contrast met de haarborstel denken die ik die ochtend kocht voor mijn klein meisje dat toen lag te slapen in haar warme veilige bedje. Drie heeft ze er nu. Maar deze haarborstel beloofde ontwarring van haar lange haar zonder pijn. En laat dat nu zijn wat we allemaal willen. Voor iedereen. En in elk geval voor vijfjarige kleine meisjes. In elk geval.
Verwarrend vind ik het. De tegenstrijdige informatie die je als leek te zien krijgt, vinden kan.
Over de invloed van alle toevoegingen in ons voedsel, de scheikundige produkten in de bodylotion en lekker-ruikende-kerstboompjes voor in de auto, het aluminium in de deodorant, de amalgaam in onze vullingen, de alom ingeburgerde elektrosmog tot de lijm in de gipsplaten. Waarbij er weinigen onderlegd genoeg zijn om er een werkelijk en goed zicht op te hebben. Waarbij er weinigen in staat zijn hun eigen belang te onderschikken aan algemeen belang.
Ondertussen sta ik na school bij te praten met een mama met borstkanker, zwaai ik het meisje uit dat haar haartjes bijna weer halflang heeft, mis ik het vertrouwde beeld en de vrijdagse babbel met een opa door keelkanker en huppelt er op de speelplaats een elfjarig meisje met beenderkanker. Elke nieuwe boodschap beneemt me de adem. Elke nieuwe boodschap versterkt me in mijn persoonlijke overtuiging, in een poging invloed te hebben op. Was het maar zo. Was het maar zo eenvoudig.
Mama heeft een operatie achter de rug. Op zich niet fijn en een moeilijke operatie, maar alles is goed verlopen en de biopsie wijst enkel goedaardig aan. Gisteren mocht ze naar huis en dat was weer even diep kunnen ademhalen. Want een zevenenzeventig jarige en dementerende papa die enkel thuis wil zijn is niet bepaald bevorderlijk voor een goede gemoedsrust. Of zoals mama pragmatisch zei : ik heb gevraagd aan mijn beschermengelen om voor papa te zorgen, en ook aan de zijne. En als er dan nog iets gebeurt dan is het teken dat het zo moet zijn'. Oftewel : What will be, will be. Dinsdag wordt Piets papa geopereerd en beginnen we van vooraf aan opnieuw. Piets mama wil ook het allerliefst thuisblijven. Al zal het hier, door een langere revalidatieperiode, onze organisatie nog iets meer op de proef stellen.
Ik hoor stemmen in de keuken naast me. Lucas is er aan het werken aan een maquette van ons huis voor het vak Technologische Opvoeding. Het zijn de stemmen van Helena en Remi. Nauwelijks van klank, timbre en uitspraak te onderscheiden, maar aan hetgene gezegd wordt weet ik wie het is. Ik hoor ook een derde stem. Een ietwat zwaardere stem die ik niet direct kan plaatsen en ik vraag me af wie er op bezoek is. Het blijkt Lucas te zijn die ietwat hees opgestaan is. Het duurt nu al enkele dagen waardoor ik me afvraag of het geen voorbode is van 'de baard in de keel'. Spieren en lichaamsvormen die zich duidelijker prononceren en meer haargroei; het bleef allemaal Lucas. Maar dit, een andere stem, jee dat is raar.
Ik heb een vrije dag en de kinderen hebben een snipperdag, baaldag of 'pijamadag' zoals Helena het met zo'n levendig blij stemmetje zei deze ochtend. En ik probeer me te beheersen en me niet te bemoeien met hoe de invulling van een snipperdag volgens mijn denken zou moeten verlopen. Lucky day! http://www.youtube.com/watch?v=MzY9EFxfPW0
Twaalf kilogram aardbeien, handen die naar aardbeien ruiken en negenendertig potten confituur later. Een mens zou van minder gelukkig worden. In het bijzonder doordat de geur me terugbrengt naar onze laatste vakantie. Waar ik aan zee de heerlijkste aardbeien ooit gegeten heb. Eruit ziende als onze belgische aardbeien, zij het met een lange hals en de smaak en geur van bosaardbeien. Heerlijk!
Ook al misleid mijn uiterlijke verschijning : ik ben gek op 'gezonde voeding'. Niet zo vreemd, aangezien als verstokte vegetariër sowieso groenten en fruit het grootste deel van de voeding vormen. Een aantal dingen lust ik echt niet. Paddestoelen, ongeacht de vorm, geur, maat, kan me niet bekoren. Echt, echt niet. Asperges daarentegen ... mmmm. En gisteren heb ik iets uitgeprobeerd dat goed in ieders smaak viel : Pasta Primavera. Weliswaar na er een flinke eigen draai aangegeven. Zo zijn we. Om het kort te maken : groenten allerlei blancheren in groentenbouillon. Ik had gisteren 2 bussels lenteuitjes, 1 bussel wortelen met loof, 2 kuipjes groene aspergepunten, 1 kuipje witte kleine asperges en 100gr verse erwten genomen. Alle groenten samen en even lang even blancheren dus. Nadien de groenten aan de hand van een schuimspaan in een andere kom even laten rusten. Op de pot met pruttelende groentebouillon een grotere kookpot plaatsen. Daarin 50ml van de groentebouillon doen samen met het eigeel van drie eitjes. Roeren met de garde tot het mengsel dikker wordt. 1 brik soyaroom light, wat echte boter, 50 gram parmezaanse kaas en 200 ml van de groentenbouillon toevoegen. Heel voorzichtig roeren. Peper en zout toevoegen, een eetlepel gehakte verse munt en 2 eetlepels gehakte peterselie. Groenten eraan toevoegen, opdienen met pasta en bestrooien met schilfers parmezaan. Mmmm ... lekker!
Denkt aan de woorden en het vuur van een verliefde vriendin en poetst zingend, voor ze het weet, de laatste sporen weg van Helena's feest. Er zijn zo van die liedjes die je nog van buiten kent na 20 jaar en waarvan je denkt dat je ze altijd zult kennen. You fill up my senses Come fill me again
Zondag doet Helena haar Eerste Communie. En zo ernstig vroeg ze me deze ochtend of ik een wit onderbroekje en hemdje gekocht had voor haar. Niet dus. Maar nu dus wel. Kwestie dat ze helemaal 'af' is en met haar mooie huig -r haar tekstje kan voorlezen. 'Zoals hij sprrrak met ons, onderrrrweg hij brrrood brrrak en de zegen uitsprrrak'. Een franse -r vinden wij, een echte gentse vindt de familie. Who cares. Als ze maar gelukkig is. En gezond. En heel. En vrij èn een wit onderbroekje en hemdje aanheeft onder haar witte jurkje met witte kousjes en witte roosjes in haar haar.