|
'Zoek een moeder die Alberdina heet. Zie, als je uit school komt, hoe ze met haar armen over elkaar en een bont short voor, met een broodmes onder haar arm, in de deuropening glimlachend op je staat te wachten. En een vader die voor je uit schaatst met zijn handen op zijn rug. Hoor het krassen van de schaatsen. Proef de wind.'
Deze eerste zinnen uit een boeks tuurde iemand me en nam me in één beweging mee naar mijn kindertijd.
Schaatsen met mijn papa. Op de schaatsbaan, op de Kranepoel of op andere bevroren waters. Maar eerst en altijd: papa die gehurkt voor ons zat, onze wollen kousen hoog optrok, een tweede paar kousen erover aandeed en met zijn stevige handen onze schaatsen al even stevig vastknoopte. Gisteren stuurde mijn zus foto's van papa. Foto's die we niet eerder zagen. Met zijn zus, met zijn papa, spelend op de gitaar die nu de mijne is en waarvan ik me voorneem hem weer meer te laten klinken. Eénennegentig jaar zou papa vandaag geworden zijn en hij wordt nog alle dagen gemist, mijn allerliefste papa die Ivo Bob heet.



|