Een kaarsje voor opa, voor Sandra, voor Klaas, Kaarsjes voor de mensen die weg zijn, maar misschien nog meer voor zij die achterbleven. Een kaarsje voor een goed examen, voor een voorspoedige operatie, voor veilig thuiskomen. Rozengeur van het kaarsje en rozen zo groot, zo mooi, zo sterk. Aardbeien en confituur in de keuken, een boeket pioenen. Lucas doodmoe en gelukkig, voldaan thuis na zijn eerste festival. Helena en vriendinnetje tekenend en pratend op de achtergrond. Remi en vriendje en de opdracht weer naar binnen te komen met veertig vlierbloesemschermen. Piet in Stuttgart en de cava die fris staat voor de vriendin die vanavond komt. Vakantie.
Ik weet niet hoeveel mensen mij hebben geschreven -toen het slecht met me
ging- "we zullen een kaarsje voor je opsteken". Mensen uit alle lagen van
de bevolking, onder wie ook gelouterde mensen die zelf ooit hard hebben
moeten knokken. Op die momenten voel je dat zo'n kaarsvlammetje niet
zomaar een sentimenteel lichtje is. Als iemand een kaars pakt en een
lucifer en die kaars voor iemand anders aansteekt, dan is er toch
sprake van warmte van de ene mens voor de andere mens. Duizenden en
duizenden mensen steken op een dag een kaarsje aan. Dat is iets heel
anders dan wanneer duizenden mensen geen kaars aansteken.
Toon
hermans
|