F: Fijn dat je kon komen. M: U belde. Links of rechts mevrouw?
F: Pardon? M: Als we bij het kruispunt zijn, wilt u dan links of rechts afslaan? F: Wat doe jij als je een moeilijke beslissing moet nemen? M: Volgens mij bestaat dat niet. Als je een muntje opgooit, weet je op welke kant je wilt dat het landt. Links of rechts mevrouw?
|